Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - december 2012:


28 december 2012
Vier verdachten zaak grensrechter blijven in voorarrest

'Twee 16-jarigen, een 17-jarige en een 50-jarige man uit Amsterdam, die verdacht worden van betrokkenheid bij de dood van de 41-jarige grensrechter van voetbalclub Buitenboys, blijven langer in voorarrest. De strafraadkamer van de rechtbank Lelystad behandelde donderdag 27 december de vordering tegen de vier verdachten en heeft vandaag besloten om de gevangenhouding van al deze verdachten met 30 dagen te verlengen.

De rechtbank is van oordeel dat er voldoende verdenking is tegen de vier. Daarnaast is het onderzoek nog in volle gang, en is er sprake van een zeer ernstig feit.

Er verblijven thans zeven verdachten, waarvan zes minderjarige spelers van Nieuw Sloten, in voorarrest. Wanneer de zaak inhoudelijk wordt behandeld is nog niet bekend.'



27 december 2012
Natuurvergunningen voor uitbreiding Wilhelminahaven in Eemshaven geweigerd

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de natuurvergunningen voor de uitbreiding en verdieping van de Eemshaven geweigerd voor zover deze de uitbreiding van de bestaande Wilhelminahaven mogelijk maakten. De vergunningen zijn in stand gelaten voor het uitbreiden en verdiepen van het overige deel van de Eemshaven en de herinrichting van het Eemshaventerrein. Het gaat om natuurvergunningen die de toenmalige minister van LNV en het college van gedeputeerde staten van Groningen in 2009 aan Groningen Seaports hebben verleend. De Waddenvereniging en drie andere natuurorganisaties hadden tegen de vergunningen beroep ingesteld bij de Raad van State. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Samenhang
De Raad van State is van oordeel dat de uitbreiding van de Wilhelminahaven in de Eemshaven niet in deze natuurvergunningen had mogen worden geregeld. Naar het oordeel van de hoogste bestuursrechter bestaat er een zodanige samenhang tussen de uitbreiding van de Wilhelminahaven en de kolencentrale van RWE, dat de gevolgen daarvan voor de natuur gezamenlijk in het kader van de vergunningverlening aan RWE beoordeeld hadden moeten worden. Dit betekent dat 'voor de uitbreiding van de Wilhelminahaven geen vergunningen aan Groningen Seaports konden worden verleend in het kader van het project van uitbreiding en verdieping van de Eemshaven'. In deze uitspraak heeft de Raad van State aangesloten bij zijn eerdere uitspraak van 24 augustus 2011 waarin al geoordeeld werd dat tussen de bouw en de exploitatie van de kolencentrale van RWE en de uitbreiding en verdieping van de haven een directe samenhang bestaat.

Weigering
De weigering van de vergunningen door de Raad van State heeft niet alleen betrekking op de uitbreiding van de Wilhelminahaven, maar ook op de daarmee samenhangende bouw van de zuid-, oost- en noordkade in de Wilhelminahaven, de slibverspreiding en de ophoging van gronden, voor zover dat slib en de grond afkomstig zijn uit die uitbreiding. De bouw van de noordkade, de slibverspreiding en de ophoging van gronden hangen weliswaar niet direct samen met de kolencentrale van RWE, maar kunnen niet zelfstandig worden uitgevoerd zonder de uitbreiding van de Wilhelminahaven. Daarom heeft de Raad van State ook de vergunningen voor die activiteiten geweigerd.'



27 december 2012
Onder meer celstraf en boete voor piloot die onbevoegd Boeing 737 vliegt

'Een Zweedse piloot is voor het jarenlang een vliegtuig besturen zonder geldig bewijs van bevoegdheid een straf opgelegd van € 2000 en een ontzegging van de bevoegdheid aan boord van een luchtvaartuig werkzaamheden te verrichten als lid van het boordpersoneel voor de duur van 24 maanden. Voor het voorhanden hebben van een vals bewijs van bevoegdheid is hem een gevangenisstraf opgelegd van 90 dagen waarvan 74 voorwaardelijk en een geldboete van € 2000. Het gerechtshof Amsterdam heeft dat vandaag uitgesproken.

Vals bewijs
De Zweedse piloot heeft op 2 maart 2010 op Schiphol een vals bewijs van bevoegdheid om een vliegtuig te besturen, een Zweedse 'flight crew licence', voorhanden gehad en aan opsporingsambtenaren getoond. Ook heeft hij heeft jarenlang als gezagvoerder van een Boeing 737 gevlogen zonder dat hij daarvoor een geldig bewijs van bevoegdheid had.

Het hof vindt de feiten ernstig
Met het oog op de veiligheid van het luchtvaartverkeer, passagiers en medebemanningsleden is het van groot belang dat vertrouwen kan worden gesteld in een bewijs om een vliegtuig te besturen. De verdachte heeft dit vertrouwen door zijn handelen in ernstige mate geschonden.

Ook heeft hij de strikte regelgeving voor het luchtvaartverkeer, die mede ziet op de veiligheid van de luchtvaart, willens en wetens met de voeten getreden hetgeen het hof de verdachte kwalijk neemt.

In het voordeel van de verdachte weegt het hof mee dat de verdachte tracht een nieuw bestaan op te bouwen en een blanco strafblad in Nederland heeft. Verder heeft het hof rekening gehouden met de schending van de redelijke termijn in de fase van het hoger beroep.'



27 december 2012
Cel- en werkstraffen voor ambtelijke corruptie en omkoping in Limburg

'In hoger beroep zijn vandaag zes verdachten van ambtelijke corruptie en omkoping in Limburg veroordeeld tot (deels voorwaardelijke) celstraffen variërend van 12 maanden tot twee jaar. Daarnaast kregen twee verdachten een werkstraf opgelegd. Het gaat om ambtenaren van diverse gemeenten en de provincie Limburg en om twee directieleden en een medewerker van het bouwbedrijf Janssen de Jong Infra BV die de giften, al dan niet op uitdrukkelijk verzoek van de ambtenaren, verstrekten. Ook de echtgenote van een ambtenaar werd veroordeeld wegens medeplichtigheid. Eén ambtenaar is vrijgesproken.

Omkoping door medewerkers bouwbedrijf
Het hof 's-Hertogenbosch is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de 39-jarige regiomanager van het bouwbedrijf van 1 januari 2005 tot en met 27 januari 2009 ambtenaren van de gemeenten Stein, Maastricht, Heerlen en Nuth en de provincie Limburg heeft omgekocht. Volgens het hof staat vast dat de man de ambtenaren geld gaf en gratis werkzaamheden in privéwoningen en tuinen van die ambtenaren uitvoerde. Daarnaast betaalde hij een babyborrel evenals een volledig verzorgde vliegreis, diners, toegangskaarten voor concerten en voetbalwedstrijden en uitstapjes zoals kleiduivenschieten en quadrijden.

De 52-jarige voormalige directeur van het bouwbedrijf heeft in de periode van 1 januari 2008 tot en met 27 januari 2009 twee ambtenaren van de gemeenten Stein en Maastricht omgekocht met geld en een volledig verzorgde vliegreis naar de grand prix in Monaco en een volledig verzorgd bezoek aan een concert van Robbie Williams.

Een 33-jarige medewerker van het bouwbedrijf kocht in de periode van 1 januari 2005 tot 1 augustus 2007 een ambtenaar van de provincie Limburg om met diverse gratis verbouwingswerkzaamheden aan de privéwoning van de betreffende ambtenaar.

Vertrouwen burger geschaad
Het hof oordeelt dat door het omkopen van ambtenaren het vertrouwen van de burger in de overheid ernstig is geschaad. De mannen hebben door het omkopen van ambtenaren de wegenbouwmarkt verstoord, hun bedrijf op oneerlijke wijze voordeel verschaft en daarmee andere aannemers benadeeld.

Het hof legt de regiomanager een celstraf op van 24 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De directeur wordt veroordeeld tot een celstraf van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De medewerker van het bouwbedrijf krijgt een werkstraf van 150 uur opgelegd.

Omgekochte ambtenaren
De omgekochte ambtenaren in deze zaak hebben door hun handelen de integriteit van de overheid ernstig aangetast. Door het aannemen van de giften hebben ze het in hen gestelde vertrouwen beschaamd en hebben ze hun positie misbruikt ten behoeve van hun privébelang.

Een provincieambtenaar krijgt een gevangenisstraf opgelegd van 15 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk en een ontzetting uit het recht om een ambt te bekleden voor de duur van 4 jaar. Daarnaast moet hij de provincie Limburg een schadevergoeding betalen van 19.450 euro. Het hof acht het wettig en overtuigend bewezen dat de man gratis werkzaamheden ontving aan zijn huis en tuin en een gratis kraamborrel kreeg.

De echtgenote van de provincieambtenaar krijgt een werkstraf opgelegd van 200 uur en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden. Het hof veroordeelt haar voor medeplichtigheid, omdat zij zelf actief betrokken was bij het verstrekken van de opdrachten en het plannen van de gratis verrichte bouwwerkzaamheden aan de woning.

Drie ambtenaren van de gemeenten Maastricht, Heerlen en Nuth zijn ieder veroordeeld tot celstraffen van 12 maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk. Een ambtenaar van de gemeente Sittard-Geleen krijgt een werkstraf van 200 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf. De ambtenaren zijn daarnaast voor jaren uit hun recht ontzet om een ambt te bekleden.

Eerdere uitspraken rechtbank
De rechtbank 's-Hertogenbosch veroordeelde op 21 januari 2011de regiomanager en de ex-directeur van het bouwbedrijf tot respectievelijk 24 maanden waarvan 10 voorwaardelijk en 12 maanden waarvan zes voorwaardelijk. De medewerker werd door de rechtbank vrijgesproken. Vier ambtenaren werden veroordeeld tot celstraffen van 12 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk, 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk, 15 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk en 10 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk. De echtgenote van de provincieambtenaar werd veroordeeld tot een werkstraf (240 uur) en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden voor medeplegen en één ambtenaar werd vrijgesproken.'



24 december 2012
Vier jaar voor diefstal van 1,25 miljoen euro van DNB

'De rechtbank Amsterdam heeft een 43-jarige medewerker van De Nederlandsche Bank bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank acht bewezen dat hij in september 2008 een bedrag van 1,25 miljoen euro heeft gestolen uit de kluis van de bank. Kort na de diefstal is verdachte naar India vertrokken. Sindsdien ontbreekt ieder spoor. Een rechtshulpverzoek aan India heeft niets opgeleverd. Verdachte was dan ook niet op de terechtzitting aanwezig.

De rechtbank legt met vier jaar een relatief hoge gevangenisstraf op. Niet alleen om de ernst van dit feit te benadrukken, maar ook om anderen in de toekomst ervan te weerhouden iets soortgelijks te doen. Daarnaast moet de man het gestolen bedrag terug betalen. Dit bedrag wordt met een kleine zestigduizend euro verminderd omdat tijdens het onderzoek 118 biljetten van 500 euro afkomstig van de diefstal, bij de voormalige echtgenote van de man zijn aangetroffen.'



21 december 2012
Gevangenisstraffen tot 13 jaar voor doodslag slager

'De rechtbank in Utrecht heeft vrijdag vier mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend tussen 3 en 13 jaar wegens betrokkenheid bij de dood van een 80-jarige slager uit Zeist. De mannen pleegden een woningoveral en lieten de slager gekneveld achter. Zijn mond werd afgeplakt met tape, waardoor hij is gestikt.

De rechtbank veroordeelde de twee hoofdverdachten, een 31-jarige man en een 30-jarige man uit Utrecht tot 13 jaar gevangenisstraf wegens doodslag. Deze twee mannen zijn volgens de rechtbank in het huis van de slager geweest. De rechtbank achtte dat bewezen op basis van de resultaten van het DNA-onderzoek, de getuigenverklaringen en de afgeluisterde gesprekken.

De rechtbank oordeelde dat de twee de woning zijn ingegaan om geld te stelen. In de woning troffen zij het slachtoffer aan. Het slachtoffer is achtergelaten met geboeide polsen en enkels, en zijn mond was afgeplakt met duct tape. Daarbij hebben verdachten naar het oordeel van de rechtbank het risico op de koop toe genomen dat het slachtoffer als gevolg van verstikking zou komen te overlijden. Een dergelijke woningoverval met dodelijke afloop schokt de rechtsorde zeer en brengt ook buiten de directe omgeving van het slachtoffer angst en gevoelens van onveiligheid teweeg, aldus de rechtbank. De twee mannen hebben enkel gehandeld uit hebzucht. De rechtbank neemt dit de twee zeer kwalijk. Het slachtoffer is het meest fundamentele recht dat een mens toekomt, het recht op leven ontnomen. De nabestaanden van het slachtoffer is een groot en onherstelbaar verlies en onnoemelijk veel verdriet toegebracht.

Medeplichtigen
Een 28-jarige man die buiten was gebleven, maar wel betrokken was bij de overval, werd wegens medeplichtigheid veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Een 33-jarige neef van de slager die informatie over de slager en zijn financiën aan één van de hoofdverdachten gaf, kreeg drie jaar gevangenisstraf opgelegd, eveneens wegens medeplichtigheid.'



21 december 2012
Tien jaar cel voor carnavalsmoord IJsselstein

'Een 23-jarige man uit IJsselstein is vrijdag door de rechtbank Utrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar. De rechtbank is ervan overtuigd dat deze verdachte degene is geweest die tijdens de viering van carnaval Tim van Dijk heeft neergestoken.

Op 18 februari 2012 werd het slachtoffer door zijn vrienden in IJsselstein aangetroffen met steekwonden in zijn lies en buik. Kort daarvoor had een vechtpartij plaatsgevonden waarbij de verdachte en het slachtoffer betrokken waren.

Geen bewijs andere scenario's
De rechtbank heeft een aantal verschillende scenario’s onderzocht. Dat vrienden, familie of een onbekende van het slachtoffer hem hebben neergestoken, is volgens de rechtbank ongeloofwaardig. Ook is er geen bewijs gevonden dat een vriend van de verdachte, die ook eerder betrokken was bij de vechtpartij, het slachtoffer heeft neergestoken.

Volgens de rechtbank is verdachte na de vechtpartij eerst naar huis gegaan en heeft daarna het slachtoffer met een mes neergestoken. Kort na het incident hebben vrienden van verdachte hem horen zeggen dat hij had gestoken. Ook andere verklaringen rondom het incident spreken de verklaring van verdachte, dat hij het slachtoffer niet heeft neergestoken, tegen.

Voorbedachten rade
De rechtbank komt tot de kwalificatie moord omdat de verdachte tijd heeft gehad om na te denken, voorafgaand aan zijn daad. Hij heeft bewapend met een mes na een eerdere vechtpartij de confrontatie gezocht met het slachtoffer. De verdachte heeft – hoe kort ook – de tijd gehad om zich te beraden.

De rechtbank stelde vast dat de IJsselsteiner niet de intentie had om het slachtoffer te doden. Hij heeft echter wel het risico genomen dat dit kon gebeuren.

De rechtbank achtte daarmee moord bewezen en legde de gevangenisstraf op die door de officier van justitie was geëist. De man wilde niet meewerken aan onderzoeken door de psychiater en psycholoog. De rechtbank heeft daarom geen inzicht kunnen krijgen in de persoonlijkheid van verdachte en kon daar dan ook geen rekening mee houden.

Geen berouw
De rechtbank betreurt het, in het bijzonder voor de nabestaanden, dat verdachte geen openheid van zaken heeft gegeven. De IJsselsteiner heeft vanaf het begin niet goed willen meewerken aan het opsporingsonderzoek. Ook tijdens de zitting van 13 december heeft verdachte geen enkele spijt of berouw getoond en ook geen medeleven voor de nabestaanden van het slachtoffer.'



21 december 2012
Uitspraak achterdeurproblematiek coffeeshophouders

'De Haagse rechtbank legt twee coffeeshophouders en hun BV’s geen straf op voor de handel in verdovende middelen. De rechtbank oordeelt dat alle gepleegde feiten onlosmakelijk verbonden zijn met de exploitatie van de drie coffeeshops, waarbij het in beginsel gaat om een gedoogde activiteit. Wettelijk is de ‘achterdeurproblematiek’ niet geregeld waardoor de rechtbank tot de beslissing komt dat er wel strafbare feiten zijn gepleegd, maar er geen straf wordt opgelegd. Aan drie leveranciers van de coffeeshophouders legt de rechtbank vandaag wel onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op.

Uit het onderzoek van de rechtbank ter plaatse en het bestuderen van de feiten blijkt dat de coffeeshophouders op economisch verantwoorde wijze de coffeeshops exploiteren. Er zijn geen onredelijke of extreme voorraden aangetroffen, financiële handel en wandel zijn op orde en er zijn geen wapens of andere voor bedreiging geschikte voorwerpen aangetroffen.

De verdediging had – in aansluiting op het arrest van het Haagse gerechtshof in de Checkpoint-zaak van 2 februari 2012 (LJN: BV2572) en andere uitspraken – bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, maar daar ging de rechtbank niet in mee.'



21 december 2012
Taakstraffen en beroepsverbod voor leidinggevenden Chemie-Pack

'In de strafzaak rond de grote brand bij het bedrijf Chemie-Pack in Moerdijk op 5 januari 2011, heeft de rechtbank Breda de directeur en twee leidinggevenden van Chemie-Pack veroordeeld voor schuld aan het ontstaan van de brand en het overtreden van vergunningsvoorschriften. De directeur en de veiligheidscoördinator krijgen een werkstraf van 240 uur, de productieleider een werkstraf van 180 uur. Daarnaast krijgen alle drie een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een beroepsverbod voor twee jaar. Het bedrijf krijgt een geldboete van € 400.000 euro.

Leiding schuldig
De rechtbank acht de bedrijfsleiding schuldig aan het ontstaan van de brand, die door een werknemer is veroorzaakt toen hij probeerde met een gasbrander een bevroren pomp op het buitenterrein te ontdooien. Daarbij ontstond in een lekbak met een restje brandbare stof (xyleen) een brandje dat snel oversloeg op de daar opgeslagen containers met brandbare stoffen. De werkwijze van deze – ervaren – werknemer was geen eenmansactie maar paste in de normale bedrijfsvoering van Chemie-Pack waar vaker, ook door hooggeplaatste personen, een gasbrander werd gebruikt op plekken waar open vuur verboden was. Naar het oordeel van de rechtbank had de leiding in het kleine (circa 50 medewerkers tellende) bedrijf op de hoogte moeten zijn van de gevaarlijke werkwijze rond het ontdooien van de steeds haperende pomp en moeten ingrijpen om een brand of ontploffing te voorkomen.

Vergunningsvoorschriften overtreden
Volgens de rechtbank werd het bedrijf onoordeelkundig geleid. De bedrijfsleiding was onvoldoende op de hoogte van de inhoud van de vergunningen, vergunningsvoorschriften werden opzettelijk overtreden en de risico’s daarvan te laag ingeschat. Zo werden – in verband met ruimtegebrek in de opslaghallen – gaandeweg in strijd met de vergunning grote hoeveelheden brandgevaarlijke stoffen in kunststof containers (IBC’s) opgeslagen op het buitenterrein, waar onvoldoende blusvoorzieningen waren. Hierdoor kon het door de werknemer veroorzaakte brandje snel overgaan in een enorme vuurzee.

De rechtbank neemt dit de leidinggevenden bijzonder kwalijk, juist omdat Chemie-Pack een zeer risicovol bedrijf was waar veiligheid hoog in het vaandel moest staan. De directeur en de kwaliteitscoördinator van Chemie-Pack hebben volgens de rechtbank – ook tijdens de zittingen - een schrikbarend gebrek aan bewustheid van de veiligheidsrisico’s laten zien.

Geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf
De rechtbank heeft om een aantal redenen niet voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gekozen. De verdachten hadden een blanco strafblad, het bevoegd gezag heeft onvoldoende toezicht gehouden op het bedrijf, er is geen sprake van opzettelijke brandstichting en – hoewel de kans daarop zeer reëel was – er zijn geen slachtoffers gevallen. Voor het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij vergelijkbare zaken waarin overtredingen van (milieu)vergunningen tot een (grote) brand hebben geleid, zoals de brand bij SE Fireworks in Enschede en de brand in café De Hemel in Volendam, waarbij vele doden en gewonden vielen. De directeuren van SE Fireworks kregen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar, de exploitant van het Volendamse café een werkstraf van 240 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf en een beroepsverbod van twee jaar.

Beroepsverbod
Om te voorkomen dat de veroordeelden opnieuw in soortgelijke fouten vervallen, heeft de rechtbank hen een beroepsverbod opgelegd. De veroordeelden mogen twee jaar lang geen leidinggevende of anderszins verantwoordelijke positie bekleden in een chemisch bedrijf in de hoogste risicocategorie. Overtreding van dit verbod is een misdrijf.

Werknemer niet vervolgd
Tijdens de behandeling van de zaak heeft de verdediging aangevoerd dat de officier van justitie ten onrechte niet de werknemer vervolgde die de brand feitelijk had gesticht. De rechtbank stelt vast dat in het vooronderzoek aan de werknemer inderdaad de onvoorwaardelijke toezegging is gedaan dat hij voor dit feit nooit vervolgd zou worden. Volgens de rechtbank heeft de officier van justitie echter toereikend gemotiveerd waarom zij ervoor heeft gekozen om in deze strafzaak alleen de directeur en leidinggevenden te vervolgen.

Enorme schade
Het inmiddels failliet verklaarde Chemie-Pack bewerkte en verpakte chemische producten. Het bedrijf behoorde tot de categorie meest risicovolle chemische bedrijven in Nederland, en moest voldoen aan een aantal wettelijke – en vergunningsvoorschriften ter voorkoming van nadelige gevolgen voor milieu en veiligheid.

Op 5 januari 2011 ontstond een grote brand op het terrein van Chemie-Pack, waardoor het bedrijf en een deel van een naastgelegen bedrijf werden verwoest. Op en om het terrein van Chemie-Pack is door het wegspoelen van chemische stoffen een enorme milieuschade is ontstaan. Daarnaast kregen omwonenden tot in de wijde omtrek te maken met een grote rookwolk met mogelijk schadelijke stoffen.

Er zijn hoge kosten gemaakt voor het schoonmaken van de verontreinigde bodem en oppervlaktewateren.'



21 december 2012
Zeven jaar cel voor doodslag op Mesrop Jegojan

'Een 26-jarige man uit Roosendaal is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf voor doodslag op zijn 16-jarige plaatsgenoot Mesrop Jegojan, en poging tot doodslag op twee andere jongens. De rechtbank Breda acht wettig en overtuigend bewezen dat de man Mesrop op 5 augustus 2011 met een schot uit zijn wapen om het leven heeft gebracht.

Geen moord
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van mening dat er geen sprake is van moord. De man had eerst in de lucht geschoten en vervolgens naast het hoofd van één van Mesrop’s vrienden. Daarbij raakte hij Mesrop, die schuin achter zijn vriend stond. Er is wel sprake van (poging tot) doodslag, omdat de man welbewust het risico heeft genomen dat hij Mesrop en twee andere jongens zou raken. Een vierde jongen stond buiten het schootsveld van de man.

Het beroep van de verdediging op noodweer volgt de rechtbank niet. Er was geen sprake van een dreiging van de jongens in de richting van de man, die het lossen van schoten kon rechtvaardigen.

Lange gevangenisstraf
De man heeft Mesrop Jegojan op nog heel jonge leeftijd het leven ontnomen. Zijn dood is voor zijn familie een groot verlies en een schokkend feit voor zijn directe omgeving en de samenleving als geheel. Daarbij past alleen een langdurige gevangenisstraf. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank er verder rekening mee gehouden dat de man zich ook schuldig heeft gemaakt aan wapen- en drugsbezit en al meerdere malen met justitie in aanraking is geweest. Uit rapporten van het Pieter Baan Centrum is gebleken dat de man geen psychische problemen heeft en volledig toerekeningsvatbaar kan worden geacht. In het voordeel van de man weegt de rechtbank mee dat hij dacht dat de jongens zijn flat in wilden en hij ze met zijn schoten wilde wegjagen. Ook heeft de man tijdens de zitting berouw getoond en daarover een brief aan de ouders van Jegojan geschreven.

Fiets stelen
Op vrijdag 5 augustus om 4 uur ’s ochtends probeerde Mesrop Jegojan samen met drie vrienden – gekleed met capuchons en petten op - een fiets te stelen voor de flat waar de man woonde. De man pakte een wapen, ging naar buiten en schoot een aantal keren in de lucht. De jongens renden weg, maar kwamen even later terug om hun eigen fietsen op te halen. Op dat moment schoot de man twee keer naast het hoofd van één van de jongens, en raakte daarbij Mesrop.

Aan twee vrienden van Mesrop moet de man schadevergoedingen betalen van 330 respectievelijk 250 euro.

De officier van justitie had 10 jaar gevangenisstraf geëist.'



21 december 2012
Gevangenisstraf van vijf maanden voor notaris vastgoedfraudezaak Klimop

'De rechtbank Haarlem heeft op 21 december 2012 uitspraak gedaan in de strafzaak van een notaris, die verdacht werd van betrokkenheid bij de vastgoedfraudezaak Klimop.

De notaris stond terecht voor het opzettelijk witwassen van ongeveer negen miljoen euro, door op de derdengeldrekening van het notariskantoor het geld in depot te houden en later te verdelen over de vennootschappen van hoofdverdachten J. van V. en N.V. in de Klimop-zaak.

De rechtbank heeft geoordeeld dat niet bewezen is dat de notaris wist dat het geld van misdrijf afkomstig was. Van het opzettelijk witwassen wordt de notaris dan ook vrijgesproken. De notaris had echter wel – gezien de omstandigheden waaronder het geld in depot gegeven werd – redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld van misdrijf afkomstig was, zodat sprake is van schuldwitwassen. Daarbij heeft de rechtbank overwogen, dat van een notaris een hoge mate van zorgvuldigheid mag worden verwacht en dat in deze zaak de notaris ernstig in zijn onderzoeksplicht is tekortgeschoten.

De notaris is voorts veroordeeld voor het opzettelijk niet doen van een MOT-melding (Melding van een Ongebruikelijke Transactie) bij een zogenaamde ABCDE-vastgoedtransactie. De MOT-melding is niet gedaan terwijl in ongeveer een half uur meer dan 30 miljoen euro werd verdiend en deze winst nagenoeg geheel toekwam aan vennootschappen van zijn cliënt J. van V. (de latere hoofdverdachte van de Klimop-zaak). Naast de grote winst was ook het feit dat bij de transactie zonder dat daar een legitieme reden voor was een bedrijf "ertussen was geschoven", een indicatie voor een MOT-melding. De notaris heeft dit feit niet gemeld binnen zijn kantoor en evenmin aan de notaris van de koper.

Het in het kader van deze transactie valselijk opmaken van een (ver)koopovereenkomst acht de rechtbank niet bewezen. Ook voor omkoping en deelname aan een criminele organisatie is volgens de rechtbank onvoldoende bewijs. Van deze feiten wordt de notaris vrijgesproken.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank onder meer overwogen, dat een notaris onkreukbaar dient te functioneren en dat het handelen van de notaris in deze zaak het aanzien van het notariaat schade heeft toegebracht.

De rechtbank heeft de notaris voor de bewezen verklaarde feiten veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden.

In de Klimop-zaak heeft de rechtbank vandaag ook verdachte D.L. veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf en H. van T. tot 30 maanden gevangenisstraf.'



20 december 2012
20 jaar cel voor gewelddadige dood lerares

'In hoger beroep is een 44-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor gekwalificeerde doodslag. De man is schuldig aan de zeer gewelddadige dood van een 56-jarige lerares uit het Limburgse Spaubeek. De man doodde haar op 15 mei 2009 tijdens een inbraak in haar woning, waarbij hij op zoek was naar haar autosleutels. De brandweer trof haar zwaar verminkte lichaam aan in de badkuip van haar huis.

Gekwalificeerde doodslag
Het hof acht bewezen dat de man alleen heeft gehandeld en dat hij de vrouw minstens zeven keer met een breekijzer heeft geslagen. Het letsel dat daarmee is veroorzaakt is zo ernstig dat het niet anders kan dan dat de man daarmee ook de bedoeling had de vrouw te doden. Omdat de man in eerste instantie van plan was de autosleutels en vervolgens de auto van de vrouw te stelen, is er naar het oordeel van het hof sprake van zogeheten gekwalificeerde doodslag: doodslag in combinatie met het plegen van een ander strafbaar feit om te voorkomen dat hij zou worden betrapt.

Alternatief scenario
De man heeft toegegeven dat hij heeft ingebroken om de autosleutel en daarna de auto te stelen. Maar voor het geweld zou een meegekomen 'Egyptenaar' verantwoordelijk zijn geweest.
Dit alternatieve scenario, waarover de man pas tijdens de behandeling bij de rechtbank voor het eerst heeft verklaard, is volgens het hof totaal niet aannemelijk. Er zitten te veel tegenstrijdigheden in zijn verklaringen hierover. Ook stelde de man zijn verhaal telkens bij. Bovendien wilde hij niet zeggen wie of waar die Egyptenaar was.

Forse straf noodzakelijk
Het hof spreekt van een gruweldaad en vindt dat een forse bestraffing van 20 jaar op zijn plaats is. De man heeft de lerares gedood tijdens zijn proeftijd van een eerdere veroordeling. Bovendien was hij voortvluchtig, omdat hij niet was teruggekeerd van detentieverlof. Ten slotte heeft de man niet meegewerkt aan gedragskundig onderzoek naar een mogelijke stoornis.

De advocaat-generaal eiste in hoger beroep een gevangenisstraf van 25 jaar onder meer gebaseerd op een Belgische veroordeling voor een soortgelijk feit en brandstichting die ook ten laste was gelegd. Omdat de Belgische veroordeling nog niet definitief is en het gebrek aan bewijs voor betrokkenheid bij de ontstane brand, houdt het hof hiermee geen rekening in zijn strafmaat.

De rechtbank veroordeelde de man op 23 november 2010 (LJN BO4733) tot 15 jaar gevangenisstraf. De man ging hierop in hoger beroep.'



11 december 2012
Schadevergoeding klokkenluider Bouwdienst voldoende

'Een medewerkster van Rijkswaterstaat die misstanden bij de Bouwdienst aan de kaak stelde, heeft bij haar onstlag voldoende schadevergoeding gekregen. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald. Haar ontslag blijft gehandhaafd.

De vrouw werkte bij de afdeling Rijkswaterstaat Steunpunt Opdrachtgeverschap van de Bouwdienst en stelde in 2003 misstanden aan de orde bij haar leidinggevende. Bij latere sollicitatie binnen Rijkswaterstaat ondervond ze daar hinder van. Dat is bevestigd in een rapport van de Commissie integriteit overheid, die rapport uitbracht over de meldingen van de medewerkster. De minister onderschreef dat rapport en bood de vrouw bij het voornemen haar te ontslaan schadevergoeding aan. De medewerkster heeft de minister vervolgens gevraagd haar te ontslaan. Ze kreeg ruim twee ton schadevergoeding mee.

De Centrale Raad van Beroep vindt, anders dan de medewerkster, dat zij in alle vrijheid om ontslag heeft gevraagd en voldoende schadevergoeding heeft gekregen. Daarmee wordt een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht bevestigd. De Raad vindt wel dat de procedure te lang heeft geduurd. Daarom krijgt de medewerkster nog eens 1500 euro schadevergoeding.

Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van ambtenarenrecht, sociaal bestuursrecht en een deel van het pensioenrecht.'



11 december 2012
15 jaar celstraf voor doodslag tijdens overval

'Een man uit Almere is door de rechtbank Amsterdam tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld voor doodslag tijdens een overval op een woning in 's-Graveland.

De verdachte was volgens de rechtbank een van de drie overvallers die op 27 februari 2009 met bivakmutsen over het hoofd en gewapend met een geladen vuurwapen de woning binnendrongen. Daarbij werd de bewoner neergeschoten en stierf ter plekke aan zijn verwondingen. Daarna doorzochten de overvallers de woning en maakten verschillende waardevolle goederen buit. Vervolgens sloten zij de vrouw van de bewoner samen met haar twee jonge kleinkinderen op in de kelder.

Veroordeling voor doodslag
Hoewel de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat de man ook daadwerkelijk de schutter is geweest, is hij toch veroordeeld voor doodslag. De rechtbank is van mening dat bij een gewapende overval op een woning de kans aanmerkelijk is dat door bewoners verzet wordt gepleegd en dat tijdens dat verzet het vuurwapen wordt gebruikt. Die kans heeft de man met zijn deelname aan de overval bewust aanvaard, aldus de rechtbank. Daarnaast is ook DNAvan de verdachte aangetroffen op een bril in de woning.

De man werd daarnaast ook veroordeeld voor inbraak in een woning te Almere waarbij een auto is buitgemaakt die een maand later bij de overval als vluchtauto werd gebruikt.

Kille gewetenloosheid
De rechtbank woog bij de strafmaat mee dat de daders zich nadat zij het slachtoffer hadden neergeschoten, op geen enkele wijze hebben bekommerd om zijn lot en dat zij hun overval onverstoorbaar en op gecontroleerde en doelgerichte wijze voltooiden. Hieruit spreekt een kille, berekenende zucht naar geld en een grote gewetenloosheid.

Ook woog de rechtbank in strafverzwarende zin mee dat de man aantoonbaar geen enkele lering uit deze dramatische gebeurtenis heeft getrokken, omdat hij drie maanden na de overval wederom een gewapende overval op een andere woning pleegde. Voor die overval is hij al onherroepelijk veroordeeld.

Schadevergoeding
De man moet ruim 100.000 euro schadevergoeding aan de weduwe van de overledene betalen. Ook de benadeelde van de inbraak in Almere kreeg schadevergoeding toegewezen.'



11 december 2012
Vierde verdachte zaak grensrechter in bewaring

'Een 16-jarige jongen uit Amsterdam die wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van een 41-jarige grensrechter van voetbalclub Buitenboys in Almere blijft twee weken langer in voorarrest. De rechter-commissaris in Lelystad heeft dinsdag zijn bewaring gelast.

Het gaat om de vierde verdachte die werd voorgeleid in deze zaak. Afgelopen donderdag stelde de rechter-commissaris al drie andere verdachten in bewaring. De verdachten werden voorgeleid op verdenking van doodslag, mishandeling en openlijke geweldpleging.

De rechter-commissaris heeft zich uitgelaten over de vraag of er voldoende reden is om de verdachte voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van zijn rechtszaak in voorarrest te houden. De rechter-commissaris bepaalt echter niet of verdachten schuldig of onschuldig zijn. Daarover oordeelt de rechtbank wanneer het onderzoek volledig is afgerond.'



11 december 2012
Gevangenisstraf voor diefstallen door 'salamanderman

'Een 40-jarige man uit Rotterdam is dinsdag door de rechtbank in Lelystad veroordeeld voor het plegen van in totaal 27 diefstallen. De man kwam bij veelal oudere slachtoffers aan de deur en vertelde dat zijn salamander de woning ingeglipt was. Wanneer bewoners hem binnen lieten, stal hij goederen, meestal portemonnees.

De man heeft de meeste diefstallen bekend. Hij reisde met de trein en sloeg op plaatsen door het hele land toe. Hij verklaarde dat hij met name oudere mensen als slachtoffer uitzocht, omdat zij goedgeloviger zijn dan andere mensen.

De rechtbank heeft de veroordeelde een gevangenisstraf van 40 maanden opgelegd, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Tijdens die proeftijd moet hij contact met de Reclassering houden, moet hij wonen bij een instelling voor begeleid wonen en dient hij een ambulante psychiatrische behandeling te ondergaan.

De rechtbank heeft zwaar meegewogen dat de man doelbewust ouderen, een bijzonder kwetsbare groep, als slachtoffer koos. "De wijze waarop verdachte op een doortrapte manier het vertrouwen van deze kwetsbare groep mensen heeft gewonnen en dit vervolgens heeft beschaamd, leidt ertoe dat gevoelens van achterdocht bij mensen wordt vergroot en vermindert de bereidheid van mensen hulpvaardig op te treden", aldus de rechtbank. Daarnaast woog voor de rechtbank mee dat de man licht verminderd toerekeningsvatbaar is.

De verdachte werd van twee diefstallen wegens gebrek aan bewijs vrij gesproken.'



10 december 2012
Kinderrechter verklaart drie dagvaardingen Project X nietig

'Op 10 december heeft de kinderrechter in drie zaken de dagvaardingnietig verklaard. In alle drie de zaken stonden verdachten terecht voor strafbare feiten gepleegd tijdens de rellen in Haren op 21 september 2012. Om de verdachten te kunnen vervolgen zal het openbaar ministeriede verdachten opnieuw moeten dagvaarden.

De betreffende dagvaardingen waren uitgebracht en getekend door een parketsecretaris en niet door een officier van justitie.

In de toepasselijke mandaatregeling staat dat de officier van justitie het uitbrengen en ondertekenen van een dagvaarding niet mag mandateren aan een parketsecretaris indien het een gevoelige zaak betreft.

Volgens de kinderrechter gaat het hier om gevoelige zaken omdat deze zaken door de aard en de ernst van het delict landelijk en lokaal grote commotie hebben doen ontstaan en publicitair gevoelig zijn. De dagvaardingen van deze drie verdachten hadden in dit geval niet door een parketsecretaris uitgebracht en getekend mogen worden.

Vandaag stond ook een vierde verdachte terecht. Deze zaak was al eerder aangebracht en bovenstaande was in deze zaak niet aan de orde. Deze verdachte is veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 40 uren en een voorwaardelijke geldboete met de bijzondere voorwaarde dat verdachte een geldbedrag van 250 euro stort in het schadefonds ten behoeve van de slachtoffers van de rellen in Haren. '



10 december 2012
Celstraffen na dodelijke mishandeling Luxemburgstraat Den Haag

'In de strafzaak van een 25 jarige man, afkomstig uit Polen, heeft de rechtbank in Den Haag op vrijdag 7 december jl. een gevangenisstraf opgelegd van 10 jaar. Vijf andere mannen zijn veroordeeld tot straffen tussen de twee en tien jaar cel.

De zes mishandelden vorig jaar december een landgenoot in de Haagse Luxemburgstraat zodanig dat het slachtoffer de mishandeling niet overleefde. De groep ontvoerde de man en mishandelde hem net zo lang tot hij stierf.

De verdachten waren van plan zich van het stoffelijk overschot te ontdoen door dit in Wassenaar te begraven. Dit is door tussenkomst van de politie voorkomen.

Het gaat hier om zeer ernstige feiten, die de rechtbank verdachten zwaar aanrekent. Het slachtoffer moet enorm hebben geleden en is op gruwelijke wijze aan zijn einde gekomen. De rechtbank acht het voorstelbaar dat deze gebeurtenis een grote impact heeft gehad en nog steeds heeft op de nabestaanden van het slachtoffer. Ook in de Poolse gemeenschap in Den Haag en in de voormalige woonomgeving van de verdachte in Polen heeft deze gebeurtenis grote indruk gemaakt. '



10 december 2012
Verwerping (gedeeltelijk) van preliminaire verweren in Klimopzaken

'Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag in de zogeheten Klimopzaken (vastgoedfraude) de preliminaire verweren gedeeltelijk verworpen. In de zaak tegen v. V. is het verweer geheel verworpen. In de zaak tegen H. en de BV C. is het Openbaar Ministerie gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde appel.

Geen vooringenomenheid in de zaak van v.V.
De verdediging heeft naar voren gebracht dat de rechtbank die de verdachte heeft veroordeeld partijdig is geweest tijdens de behandeling van de zaak en niet te beschouwen is geweest als een "impartial tribunal" (onpartijdige rechter) als bedoeld in artikel 6 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De verdediging heeft verzocht de zaak terug te wijzen naar de rechtbank, opdat de zaak opnieuw kan worden behandeld. De verdediging heeft ter onderbouwing van dit verzoek aangevoerd dat de rechtbank, door de wijze waarop zij verzoeken van de verdediging heeft afgewezen, het recht van de verdediging op het doen van aan verweer voorafgaand onderzoek á decharge op ontoelaatbare wijze heeft beperkt.

Het hof heeft de achtereenvolgende beslissingen van de rechtbank getoetst aan de hand van het verdragsrechtelijke kader en oordeelt op grond daarvan dat geen sprake is van een partijdig gerecht. Bij een rechter wordt, gezien zijn aanstelling, ervan uitgegaan dat hij onpartijdig is. In het algemeen zal het feit dat een rechter beslissingen neemt die voor de verdachte nadelig zijn, zelfs als die beslissingen onjuist zijn, dit niet anders maken. Anders wordt het als er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren dat een rechter jegens de verdachte vooringenomen is, althans dat de verdachte dit mag vrezen. Dit laatste doet zich voor als de rechter een beslissing neemt die zo onbegrijpelijk is dat daarvoor redelijkerwijze geen andere verklaring is te geven dan dat de beslissing door vooringenomenheid is ingegeven. Als dat zo is dan zal terugwijzing moet volgen. Nu hiervan geen sprake is gaat het hof de zaak zelf behandelen en wordt de zaak niet terugverwezen naar de rechtbank.

Gedeeltelijke verwerping in de zaak tegen de verdachten H en de B.V. "C"
Het gerechtshof verwerpt gedeeltelijk twee zogeheten preliminaire verweren waarin wordt verzocht het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep.

Het eerste verweer betreft de stelling dat het Openbaar Ministerie het hoger beroep enerzijds heeft willen beperken tot twee feiten waarvoor is vrijgesproken en anderzijds voor wat betreft de strafmaat ook in beroep heeft willen gaan voor alle feiten.

In deze zaken hebben de verdachten geen hoger beroep ingesteld. Het Openbaar Ministerie heeft het hoger beroep beperkt tot de feiten waarvoor de rechtbank de verdachten had vrijgesproken, te weten voor het deelnemen aan een criminele organisatie. Het hof is van oordeel dat op grond van de wet dit is toegestaan. Wel leidt dit ertoe dat - anders dan het Openbaar Ministerie gezien de appelakte wilde - de feiten waarvoor de verdachten zijn veroordeeld (valsheid in geschrift en witwassen) en de straf die de rechtbank voor die feiten heeft opgelegd niet meer aan het oordeel van het hof zijn onderworpen. Het Openbaar Ministerie wordt in zoverre dan ook gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde appel.

Vervolgens is aan de orde de vraag of nog in hoger beroep geoordeeld mag worden over de kwestie of verdachten hebben deelgenomen aan een criminele organisatie als het bewijs hiervoor alleen zou kunnen worden verkregen uit de feiten (valsheid in geschrift en witwassen) waarvoor verdachten al zijn veroordeeld bij de rechtbank en die in hoger beroep niet meer aan de orde zijn.

Het feit dat de verdachten door de rechtbank zijn veroordeeld voor - kort weergegeven - witwassen en valsheid in geschrifte, waarover het hof door het beperkt ingestelde hoger beroep niet meer kan oordelen, brengt naar het oordeel van het hof - gelet op de wet - niet mee dat het hof niet vrij is zich geheel zelfstandig een oordeel te vormen over de vraag of de verdachten hebben deelgenomen aan een criminele organisatie.

De verweren van de verdediging om het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep zijn op grond van deze overwegingen vandaag - op een klein onderdeel na -(dan ook) afgewezen.'



10 december 2012
Gemeente Stichtse Vecht schuldig aan dodelijk motorongeval

'Een dodelijk ongeval dat op 31 maart 2009 aan de Nieuweweg in Tienhoven plaatsvond is te wijten aan de gemeente Stichtse Vecht. Dat heeft de rechtbank in Utrecht maandag geoordeeld. Een motorrijdster en haar passagier kwamen ten val toen ze over hobbels in de weg reden en verongelukten, doordat zij onder een tegemoetkomende wagen terecht kwamen. De gemeente kreeg een boete opgelegd van 22.500 euro, waarvan 7.500 voorwaardelijk.

De gemeente was al vóór 2009 door buurtbewoners gewaarschuwd voor de hobbels. Op 1 maart 2009 vond daarnaast op dezelfde weg een ongeval plaats, waarbij een motorrijder viel. De gemeente heeft de weg toen wel gemeten, maar die meting is verkeerd uitgevoerd.

De rechtbank oordeelde dat de gemeente na begin maart 2009 verkeersmaatregelen had kunnen en moeten nemen om aan de verkeersonveilige situatie een einde te maken of het gevaar te beperken, door het gevaarlijke weggedeelte af te zetten, of direct bij de hobbels een waarschuwing te plaatsen of een toereikende snelheidsbeperking in te stellen. Dit is niet gebeurd. De dood van de motorrijdsters is naar het oordeel van de rechtbank een gevolg van de nalatigheid van de gemeente.

Juridisch probleem
Bij de vervolging speelde nog een ingewikkeld juridisch probleem: lagere overheden kunnen niet vervolgd worden voor werkzaamheden die ze doen of nalaten die "puur", uitsluitend, overheidstaak zijn. Ze kunnen alleen vervolgd worden voor dingen die ook door derden kunnen worden gedaan of nagelaten.

Het is wel duidelijk dat derden op dezelfde manier als de gemeente hadden kunnen besluiten om direct tijdelijke verkeersmaatregelen te nemen, zoals het plaatsen van een bord met 30 km, een afzetting of een duidelijke waarschuwing bij de hobbels. Het is niet helemaal duidelijk of ook derden op dezelfde manier hadden kunnen besluiten tot het egaliseren van de weg. De rechtbank spreekt de gemeente daarom van dit onderdeel vrij. De rechtbank vond het niet nodig om dit precies uit te zoeken omdat de schuld toch al vastgesteld is met het nalaten van verkeersmaatregelen en omdat het verband tussen nalaten en ongeval hier minder duidelijk is: als de gemeente zo snel mogelijk na 1 maart 2009 egalisatie van de weg had ingepland of opgedragen, is nog niet zeker dat dit voor 31 maart 2009 al gereed was geweest.'



7 december 2012
Vastgoedfraude Bouwfonds: twee faciliterende verdachten veroordeeld tot gevangenisstraf

'Het gerechtshof Amsterdam heeft vandaag de twee verdachten R.G. W en C.H.M. M , projectontwikkelaars uit Capelle aan den IJssel, veroordeeld tot 16 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Het hof acht bewezen dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan –kortweg- het met hun bedrijf meermalen plegen van valsheid in geschrift en witwassen, en deelneming aan een criminele organisatie waarvan onder meer de directeur van Bouwfonds (Van V.) deel uitmaakte.

Aard van de fraude
In overeenkomsten die directeur Van V. namens Bouwfonds aanging met een vennootschap van de verdachten zijn de op grond van die overeenkomsten door Bouwfonds aan de vennootschap van de verdachten te betalen geldbedragen dusdanig verhoogd, dat onder de onderneming van de verdachten een aanzienlijke financiële ruimte – een geldpot – ontstond. Dat geld is vervolgens door (ondermeer) facturen van derden-ondernemingen aan, en overeenkomsten met vennootschappen van de verdachten weer onttrokken aan die onderneming. Daarnaast zijn valse overeenkomsten en brieven opgesteld, die de valse facturen een legitiem karakter moesten verschaffen. Het op deze wijze, ten nadele van Bouwfonds weggesluisde geld is (ondermeer) ten goede gekomen aan deze Van V. en anderen, die in die tijd al dan niet gedurende een bepaalde periode, in dienst waren van Bouwfonds.

Betrokkenheid verdachten bij de vastgoedfraude
Het hof acht niet bewezen (anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal) dat deze twee verdachten al in 1999 bij het sluiten van overeenkomsten tussen hun vennootschap en het Bouwfonds de intentie hadden mee te werken aan de fraude die als “het vastgoedfraudeschandaal” bekend is geraakt. Zij zijn in zoverre misleid dat de methodiek en de omvang van de vastgoedfraude die door Van V. werd aangestuurd, voor hen werd verbloemd en verpakt in op het oog onschuldig ogende zakelijke transacties. In een later stadium, vanaf augustus 2000, hebben verdachten wel geweten dat door tussenkomst van hun vennootschap grote geldbedragen werden weggesluisd waardoor het Bouwfonds ernstig werd benadeeld.

Valsheid in geschrift
Vanaf de beginperiode hebben de verdachten op voorstel van Van V. en anderen overeenkomsten, facturen en brieven valselijk opgemaakt door deze bijvoorbeeld te antedateren of daarin intenties over bouwprojecten vast te leggen die geen relatie hadden met de werkelijkheid. Ook los van wetenschap van de vastgoedfraude is dit strafbaar frauduleus handelen dat het hof bewezen heeft verklaard. In augustus 2000 werd hen volgens het hof duidelijk dat dit alles tot doel had frauduleus geld bij het Bouwfonds weg te sluizen en dat ondermeer van V. zich hierdoor verrijkte.

Witwassen
De initiatiefnemers van de vastgoedfraude hebben gelden van het Bouwfonds weggesluisd naar het geldpotje in de vennootschap van de verdachte met de bedoeling dit voor eigen gewin aan te wenden. Dat geld was dus van misdrijf afkomstig. Dat betekent dat de handelingen die de verdachte vanaf het moment dat hij wist of moest weten dat Bouwfonds werd opgelicht, met betrekking tot dat geld heeft uitgevoerd met behulp van valse facturen, overeenkomsten en brieven witwassen opleveren.

Criminele organisatie
Het hof acht bewezen dat de verdachten van af augustus 2000 deel hebben uitgemaakt van een criminele organisatie waar ondermeer deze directeur van Bouwfonds deel uitmaakte. Deze organisatie was gericht op verduisteren in dienstbetrekking, valsheid in geschrift, witwassen en opzetheling.

Strafmaat
Meewerken –en wel gedurende 4,5 jaar- aan frauduleuze praktijken als gevolg waarvan Bouwfonds voor miljoenen euro’s is gedupeerd, is een zeer ernstig feit dat naar het oordeel van het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De verdachten hebben zodra zij van de malversaties op de hoogte waren, Bouwfonds of Justitie niet ingelicht. Het hof komt tot een lagere straf dan door de advocaat-generaal is geëist omdat het niet bewezen acht dat de verdachten met een vooropgezet plan aan de vastgoedfraude hebben meegewerkt. Zij zijn er op slinkse wijze ingetrokken door de initiefnemers daarvan en hebben zich niet onttrokken. De langdurige en intensieve publiciteit rond de vastgoedfraude die zich ook op de persoon van de verdachten richtte, is aanleiding tot enige matiging. Ten voordele van de verdachten heeft het hof (en de advocaat-generaal) laten meewegen dat zij na hun aanhouding in 2007 hebben meegewerkt aan het onderzoek waardoor het openbaar ministerie zicht heeft gekregen op de structuur van de fraude en de rol van personen daarbinnen. Het hof ziet hierin aanleiding de helft van de passend geachte 16 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.'



6 december 2012
Bestaande klanten KPN niet goed geïnformeerd over "laatste minuut afronding

'De rechtbank te Amsterdam heeft gisteren beslist dat bestaande abonnees van KPN (met een abonnement van het merk Telfort) gedurende de looptijd van hun abonnement niet goed zijn geïnformeerd over de invoering en de gevolgen van de laatste minuut afronding. Bij nieuwe abonnees is dat volgens de rechtbank wel het geval geweest.

Stichting Belverlies.nl had hier namens 155 individuele eisers een oordeel over gevraagd. Sinds 2008 heeft KPN de wijze van afrekenen van verschillende van haar abonnementen gewijzigd, in die zin dat KPN de laatste gespreksminuut volledig in rekening brengt, ook als minder dan zestig seconden wordt gebeld ("laatste minuut afronding"). KPN heeft voor de abonnementen van haar merken KPN en Hi de laatste minuut afronding alleen ingevoerd voor nieuwe abonnementen. Telfort (op 1 januari 2012 gefuseerd met en opgegaan in KPN) heeft de laatste minuut afronding ook ingevoerd voor bestaande abonnementen.

Klanten die een nieuw abonnement hebben afgesloten bij KPN zijn via de websites en in de winkels geïnformeerd over de laatste minuut afronding. KPN heeft ten aanzien van deze klanten voldaan aan haar informatieverplichtingen. Het gaat niet zover dat zij verplicht is om iedere klant individueel te informeren over de gevolgen van de laatste minuut afronding.

Klanten met een abonnement van het merk Telfort waarbij gedurende de looptijd van hun abonnement een wijziging in de wijze van afrekenen van eerste- naar laatste minuut afronding is doorgevoerd zijn echter onvoldoende duidelijk geïnformeerd over deze wijziging door KPN. De vordering om dit in rechte vast te stellen ("verklaring voor recht") is toewijsbaar. De daarnaast gevorderde schadevergoeding is niet toewijsbaar, omdat niet is gebleken dat er verband is tussen die schade en het niet op de juiste wijze voldoen aan de informatieverplichting.'



6 december 2012
Verdachten zaak grensrechter in bewaring

'Twee 15-jarige jongens en een 16-jarige jongen uit Amsterdam die worden verdacht van betrokkenheid bij de dood van een 41-jarige grensrechter van voetbalclub Buitenboys in Almere blijven twee weken langer in voorarrest. De rechter-commissaris in Lelystad heeft donderdag hun bewaring gelast.

De verdachten werden voorgeleid op verdenking van doodslag, mishandeling en openlijke geweldpleging.

De rechter-commissaris heeft zich uitgelaten over de vraag of er voldoende reden is om de verdachten voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van hun rechtszaak in voorarrest te houden. De rechter-commissaris bepaalt echter niet of verdachten schuldig of onschuldig zijn. Daarover oordeelt de rechtbank wanneer het onderzoek volledig is afgerond. '



5 december 2012
Verdachte zaak Vaatstra 90 dagen langer vast

'De raadkamer van de rechtbank Leeuwarden heeft op 5 december 2012 de voorlopige hechtenis van de verdachte in de zaak Vaatstra met 90 dagen verlengd. De beperkingen zijn nog steeds van kracht

Motivering
De raadkamer is tot deze beslissing gekomen vanwege:

de ernst van het strafbaar feit waarvan de verdachte wordt verdacht.
wettelijke gronden, in dit geval:
- de 12 jaars grond: de verdachte wordt verdacht van een strafbaar feit waarop een gevangenisstraf van 12 jaar of meer staat en de rechtsorde is ernstig geschokt door dat feit.
- de onderzoeksgrond: de voorlopige hechtenis is noodzakelijk voor het waarborgen van zorgvuldig onderzoek naar de waarheid.

Volgende zitting
Na maximaal 90 dagen moet de zaak op een openbare zitting worden behandeld. Dat hoeft nog geen inhoudelijke behandeling te zijn. Vaak zijn er eerst een of meer pro-formazittingen waarin onderzoekswensen van de officier en/of de advocaat worden besproken en de zaak wordt aangehouden. '



4 december 2012
Binnentreden woning mag met toestemming medebewoner

'Een huisbezoek aan een woning met toestemming van een medebewoner is niet onrechtmatig tegenover degene die daar een kamer huurt en die geen toestemming gaf omdat hij niet aanwezig was. Die toestemming geldt voor de gehele woning, maar niet voor de gehuurde kamer. Dit besliste de Centrale Raad van Beroep op 3 december 2012.

In dit geval huurde een bijstandsgerechtigde een kamer in de woning van zijn broer. Bij een huisbezoek van ambtenaren van de sociale dienst die kwamen kijken of hij daar wel woonde, bleek hij niet thuis. De broer gaf toestemming om het hele huis te bekijken, ook de gehuurde kamer. De broer gaf in de huiskamer ook een verklaring waarin hij zei dat de bijstandsgerechtigde niet in de kamer woonde. Op basis hiervan trok de gemeente Zundert de bijstand in. Wat de ambtenaren zagen in de kamer mocht de gemeente daarvoor dus niet gebruiken, maar de verklaring van de broer wel. Dat was met het andere bewijs, ook naar de mening van de Centrale Raad van Beroep, voldoende voor de gemeente Zundert om de bijstand te mogen intrekken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt, anders dan de rechtbank Breda eerder deed, dat als een medebewoner aan ambtenaren van de sociale dienst toestemming geeft tot het binnengaan van de woning die ambtenaren de woning ook mogen binnengaan. Dat de kamerbewoner waar het om gaat, zelf die toestemming niet gaf, is voor het binnengaan van de woning dus niet van belang. De verklaring die de medebewoner aflegde in de gemeenschappelijke ruimte is daarom geen onrechtmatig verkregen bewijs en mag tegen de kamerbewoner worden gebruikt. Voor het binnengaan van de kamer van de kamerbewoner moeten de ambtenaren wel toestemming hebben van de kamerbewoner zelf. Wat de ambtenaren zonder toestemming van de kamerbewoner in zijn kamer hebben gezien is dus wel onrechtmatig verkregen bewijs en telt dus niet mee.

Volgens artikel 12 van de Grondwet mogen ambtenaren alleen met toestemming van de bewoner een woning binnengaan. Dit is anders als een wet daar speciaal toestemming voor geeft. Een dergelijke toestemming staat niet in de Wet werk en bijstand. Ambtenaren van de sociale dienst hebben dus toestemming van de bewoner nodig om in de woning de woon- en leefsituatie te onderzoeken om het recht op bijstand te bepalen. In dit geval was er een redelijke grond voor het huisbezoek. Als één van de bewoners dan toestemming geeft tot het binnengaan van de woning, hoeft de andere bewoner dat niet ook te doen ook al gaat het eigenlijk om een beoordeling van de situatie van die andere bewoner. De wetgever heeft het zo bedoeld. Dat blijkt uit de wetsgeschiedenis. Voor de door die andere bewoner gehuurde kamer geldt dat niet. Voor het binnengaan daarvan is apart de toestemming van die kamerbewoner nodig.'



4 december 2012
Celstraf voor ontucht en kinderporno

'Een 43-jarige man zonder vaste woon-of verblijfplaats heeft zojuist een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd gekregen waarvan 12 maanden voorwaardelijk. De man pleegde onder meer ontucht met een veertienjarige jongen en had op zijn mobiele telefoon 148 foto’s en twee filmpjes met kinderporno. Ook verstuurde hij een aantal e-mails met kinderpornografische afbeeldingen.

De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij als afnemer van kinderporno de vraag hiernaar mede in stand heeft gehouden. Hij heeft hierdoor indirect bijgedragen aan het seksueel misbruik van (in sommige gevallen zeer jonge) kinderen voor de productie van kinderporno. Het hoeft volgens de rechtbank geen betoog dat dit misbruik kan leiden tot grote psychische, emotionele en lichamelijke schade bij de betreffende kinderen die daardoor ernstig kunnen worden geschaad in hun ontwikkeling. Bij het bepalen van de straf heeft ook meegewogen dat de man als 41-jarige misbruik heeft gemaakt van de ongelijkwaardige situatie die tussen hem en het veertienjarige slachtoffer bestond. Daarnaast is van belang dat de man al eerder is veroordeeld wegens een soortgelijk feit.

In het voordeel van de man laat de rechtbank meewegen dat volgens deskundigen blijkt dat de strafbare feiten de man in verminderde mate kunnen worden toegerekend. Daarnaast heeft de man aangegeven zich te willen laten behandelen voor zijn parafile stoornis (pedofilie) en zijn psychische problemen.

De rechtbank koppelt aan het voorwaardelijke deel van de straf een proeftijd van drie jaar en enkele bijzondere voorwaarden die onmiddellijk ten uitvoer kunnen worden gelegd. Het gaat daarbij om reclasseringstoezicht en behandeling bij de GGzE afdeling Woenselse Poort, Kairos of een soortgelijke instelling.'



4 december 2012
Alsnog 15 jaar cel voor gewelddadige moord in Tilburg

'Een 52-jarige Tilburger is alsnog veroordeeld voor het doden van zijn toenmalige echtgenote op 6 april 2007. De man heeft zijn 45-jarige vrouw eerst neergeslagen en daarna negen keer met een keukenmes in de rug gestoken. Het hof acht de man schuldig aan moord en veroordeelt hem tot vijftien jaar gevangenisstraf. De man werd eerder door de rechtbank en het gerechtshof vrijgesproken.

Terugverwijzing Hoge Raad
De zaak werd begin dit jaar door de Hoge Raad terugverwezen naar het gerechtshof
’s-Hertogenbosch, omdat de motivering van de vrijspraak niet begrijpelijk was. De man werd eerder vrijgesproken, omdat de rechtbank en het gerechtshof niet volledig konden uitsluiten dat een andere dader de moord had gepleegd.

Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep helemaal opnieuw gedaan en daarbij diverse getuigen en een deskundige gehoord. Ook heeft een deskundige nader onderzoek gedaan.

Alternatief scenario
In deze zaak stond de vraag centraal of het scenario reëel is dat de vrouw door een andere persoon dan haar echtgenoot om het leven kon zijn gebracht. Het hof is op basis van een aantal omstandigheden tot de conclusie gekomen dat dit volstrekt niet aannemelijk is.

Buiten de verklaring van de man zelf, bevindt zich in het dossier geen enkele aanwijzing of zelfs maar een begin van een aanwijzing, dat het slachtoffer nog in leven was nadat de man de bewuste dag om 18.30 uur uit zijn woning was vertrokken. Ook blijkt uit niets dat er voor 21.30 uur die dag nog een andere persoon in de woning is geweest.

Belastend bewijs
Daarentegen zit in het dossier een aantal opmerkelijke, belastende omstandigheden voor de Tilburger. De man heeft bijvoorbeeld verklaard dat toen hij bij thuiskomst door de achterdeur is binnengekomen, hij deze open heeft gelaten en door de voordeur het huis uitgevlucht zonder deze af te sluiten. Het hof vindt die verklaring ongeloofwaardig. De voordeur (van de binnenzijde) en de achterdeur waren namelijk afgesloten toen de politie ter plaatse kwam. Verder is op de enkel van de man een opgedroogde bloedvlek aangetroffen, afkomstig van de vrouw. Ook zat er bloed van de vrouw op zijn spijkerbroek. Ten slotte zijn er alleen schoenafdruksporen gevonden die afkomstig zijn van de slippers van de man.

Moord
Aan de hand van alle bewijzen heeft het hof kunnen vaststellen dat de vrouw eerst in de hal met een breekijzer is geslagen en dat zij daardoor ernstig gewond is geraakt. Niet uitgesloten kan worden dat zij ook het bewustzijn heeft verloren. Op enig moment daarna is de echtgenoot naar de keuken gelopen en heeft daar een keukenmes gepakt. Hiermee is hij teruggelopen naar de hal. Bebloede sporen van de slippers van de man wijzen hierop. In de hal heeft hij vervolgens zijn echtgenote negen keer met het mes in de rug gestoken. Als gevolg daarvan is de vrouw overleden. In de tijd tussen het neerslaan van de vrouw en het halen van het mes waarmee hij opnieuw toesloeg heeft de man tijd gehad om zich te bezinnen. Dit heeft hem niet weerhouden en daarom is er sprake van voorbedachte raad, dus moord vindt het hof.'



4 december 2012
iPad is een computer

'De rechtbank Haarlem heeft geoordeeld dat een iPad een computer is. Een werkgever heeft aan al haar werknemers een iPad met mobiel-internetdatakaart verstrekt. In geschil is of de iPad belastingvrij, dat wil zeggen zonder inhouding van loonheffing, aan de werknemers kan worden verstrekt. Daarbij is van belang onder welke bepaling van de Wet op de loonbelasting 1964 de iPad geschaard kan worden. Valt de iPad onder het begrip “telefoon, internet en dergelijke communicatiemiddelen”, dan kan de iPad belastingvrij worden verstrekt als het zakelijk gebruik van meer dan bijkomstig belang is. Is de iPad meer een met een computer vergelijkbaar apparaat, dan kan de iPad alleen belastingvrij worden verstrekt als de Ipad geheel of nagenoeg geheel zakelijk wordt gebruikt. Als aan de voorwaarden voor belastingvrije verstrekking niet wordt voldaan¸dient loonheffing te worden geheven over de waarde van de iPad.

Communicatiefunctie speelt geen centrale rol
De rechtbank oordeelt dat communicatie ongetwijfeld een wezenlijk onderdeel vormt en de iPad bij uitstek geschikt is voor bepaalde vormen van communicatie, maar dat niet aannemelijk is geworden dat de communicatiefunctie de centrale rol bij de iPad speelt. Gelet op zijn formaat, het geheugen en de vele gebruiksmogelijkheden is de iPad veeleer aan te merken als een kleine computer die ook geschikt is voor vele vormen van communicatie. Bij de vele gebruiksmogelijkheden heeft de rechtbank niet alleen gekeken naar de mogelijkheden van tekst- en dataverwerking, maar met name ook naar mogelijkheden als het spelen van spelletjes, het maken en bewerken van foto’s, het lezen van e-boeken, het gebruiken van muziekfuncties en navigatiemogelijkheden. Dit zijn mogelijkheden die volgens de rechtbank onder computerfuncties dienen te worden geschaard.

Loonheffing
Een iPad moet dus als computer worden aangemerkt. Omdat de iPads door de werknemers niet (nagenoeg) geheel zakelijk worden gebruikt, voldoet de werkgever niet aan de voorwaarden waaronder computers vrij van loonheffing kunnen worden verstrekt. Er is terecht loonheffing ingehouden over de waarde van de iPads.'



4 december 2012
Celstraffen tot 8,5 jaar voor gijzeling gezin en ontvoering Hoofddorp

'Op 4 december 2012 heeft de rechtbank Haarlem 5 mannen (tussen de 20 en 24 jaar oud) veroordeeld tot gevangenisstraffen wegens het medeplegen van het op gewelddadige wijze gijzelen van een gezin in de eigen woning, het ontvoeren van de man in een gestolen bestelbus en het voorbereiden van een bankoverval, op 1 februari 2012 in Hoofddorp. Twee van hen zijn tot 7,5 jaar en twee tot 8 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De verdachte van 21 jaar heeft 8,5 jaar gevangenisstraf opgelegd gekregen. Hij heeft ook nog een pizzakoerier op 17 januari 2012 te Alphen aan den Rijn met geweld, en onder bedreiging met een mes, gedwongen geld en een Blackberry af te geven.

Vastgebonden en gekneveld
De rechtbank stelt in het vonnisvast dat er op 1 februari 2012 in het begin van de avond is aangebeld bij de woning van een werknemer van een ABN-AMRO filiaal. Met geweld en onder het tonen van messen dringen vier mannen de woning binnen, waarbij zij de man met een stroomstootwapen een schok toedienen en zijn polsen vastbinden. Zijn partner en de beide tienerkinderen worden onder bedreiging met messen ook aan handen en voeten vastgebonden, gekneveld en op de 1e verdieping van de woning gegijzeld. Hun telefoon wordt afgenomen, zodat zij niemand kunnen bellen. De man wordt naar de pasjes en de code van het bankfiliaal waar hij werkt, gevraagd. Desgevraagd geeft hij te kennen dat hij wel in het beveiligde gebied bij de kluis kan komen, maar niet in de kluis zelf. Nadat hij namen van collega’s heeft moeten noemen, die dat wel kunnen, wordt hij gedwongen in een gestolen bestelbus te gaan zitten en rijden de overvallers naar het adres van één van deze collega’s. Eén van de overvallers blijft in de woning bij de partner en de beide kinderen achter. Na enige tijd laten de overvallers de man in de bus op een carpoolstrook achter en gaan er zelf van door. Overigens zijn er door de overvallers ook nog rijbewijzen, geld, een horloge en de personenauto van het gezin gestolen.

Kentekenregistratie en telecomonderzoek
Bij het onderzoek is onder meer gebruik gemaakt van kentekenregistratie en telecomonderzoek. Op het moment dat een voertuig langs (snel)wegen in Nederland het registratiesysteem passeert, worden de kentekens en de tijdstippen vastgelegd. De rechtbank acht de feiten bewezen mede op grond van de analyse van die gegevens, en een grondig telecomonderzoek met analyse naar de gebruikte telefoonnummers, imeinummers en getapte gesprekken.

De rechtbank constateert verder dat er een bewuste en nauwe samenwerking tussen de 5 verdachten is geweest. Uit bijvoorbeeld het telecomonderzoek is ook gebleken dat er voor, tijdens en na de gijzeling en ontvoering veelvuldig telefonisch contact tussen hen is geweest. De rechtbank concludeert dat ze, ook gelet op hun rol tijdens de gijzeling in de woning, in gelijke mate betrokken zijn geweest bij de voorbereiding en de uitvoering van de gijzeling en de voorbereiding van de bankoverval, evenals bij het stelen van de bestelbus. Het door één van de verdachten geschetste alternatieve scenario schuift de rechtbank als niet aannemelijk terzijde. Het is te vaag en niet geschikt voor nader onderzoek.

Geen verantwoordelijkheid
De verdachten hebben de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen zeer ernstig geschonden en daarmee ook grote inbreuk gemaakt op de gevoelens van veiligheid in de samenleving. Uit de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaringen zijn de ingrijpende en traumatische gevolgen die deze gebeurtenissen voor hen hebben en zullen hebben, volstrekt duidelijk. De verdachten moeten naast materiële schadevergoeding ook bijna € 20.000,- aan immateriële schadevergoeding aan de slachtoffers betalen. De verdachten hebben door hun grotendeels zwijgende houding ook geen verantwoordelijkheid voor de feiten willen nemen. De rechtbank neemt hen dit bijzonder kwalijk.'



3 december 2012
Celstraffen voor overval juwelier Wassenaar

'De Haagse rechtbank heeft de vier mannen die verdacht werden van een gewelddadige overval op een juwelier in Wassenaar veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Een van de verdachten is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, omdat hij ook schuldig is bevonden aan een poging tot overval van een juwelierszaak in Den Haag te overvallen. De medeverdachten van de overval in Wassenaar krijgen een celstraf van vier jaar.

De rechtbank acht strafverzwarend dat de overvallen gepleegd zijn met een (op een) vuurwapen (gelijkend voorwerp) en pepperspray. Hierdoor hebben twee slachtoffers letsel opgelopen. Daarnaast zijn twee verdachten eerder, in andere Europese landen, veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten en andere geweldsdelicten.

Gewelddadig
In mei 2012 vond er een gewelddadige overval plaats op een juwelierszaak in Wassenaar door vier manen. Een verdachte bedreigde de aanwezige medewerkers met een vuurwapen en een ander bespoot hen met pepperspray. De daders hebben bij hun overval achttien waardevolle Omega-horloges buitgemaakt. Een dag eerder is een van de verdachten ook met een vuurwapen (of iets wat daar op lijkt) gesignaleerd bij een juwelierszaak in Den Haag. De rechtbank acht bewezen dat hij, samen met de man die binnen was, schuldig is aan een poging tot overval van deze juwelierszaak.'



3 december 2012
Gevangenisstraf voor in Suriname gepleegde doodslag

'Het Haagse hof heeft op 30 november 2012 een man veroordeeld voor doodslag op zijn vader. Het delict is in 1993 te Paramaribo gepleegd. Het hof heeft de man een gevangenisstraf van 5 jaar opgelegd.

De man is voor dit delict indertijd in Suriname veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 jaren. Na hiervan vrijwel een jaar uitgezeten te hebben, is het hem gelukt om te ontsnappen en naar Nederland terug te keren. Als Nederlander kan hij niet worden uitgeleverd aan Suriname. Deze zaak is na jarenlange vergetelheid pas weer opgerakeld, doordat Peter R. de Vries daar in een televisie-uitzending in 2007 de aandacht op vestigde.

Het hof acht het openbaar ministerieontvankelijk in de strafvervolging van de man. Omdat hij Nederlander is, kan Nederland hem berechten voor het indertijd in Suriname gepleegde feit. Dat het feit al zo oud is, vormt daarvoor geen beletsel. Het is wel van belang voor de strafmaat.

Na een ruzie in de auto, waarbij de zoon zijn vader diens pistool afhandig had weten te maken, zijn vader en zoon uitgestapt. De zoon heeft zijn vader toen vanaf een korte afstand doodgeschoten. Het hof acht niet aannemelijk dat het pistool dat de man in zijn hand had tijdens een worsteling per ongeluk is afgegaan. Evenmin was sprake van noodweer of voorbedachten raad.

Evenals de rechtbank acht het hof doodslag bewezen. Het hof komt tot een beduidend lagere straf dan de rechtbank, met name omdat het hof de persoonlijke omstandigheden zwaarder laat wegen. Duidelijk is dat de man zwaar heeft geleden onder het feit zelf en de mogelijke strafvervolging die hem al zo lang als een zwaard van Damocles boven het hoofd hing. Dit heeft zijn gezondheid aangetast. Het hof komt daarom tot een gevangenisstraf van 5 jaren in plaats van de eerder opgelegde 8 jaren.'



























Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl