Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - juli 2012:


26 juli
Verblijfsrecht om voor kind van tot levenslang veroordeelde man te zorgen

'De Turkse vrouw van een man die in 1984 in Nederland tot een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld, moet een verblijfsrecht krijgen. Dat oordeelde de vreemdelingenrechter donderdag. De vrouw krijgt het verblijfsrecht om voor het minderjarige kind van het stel te kunnen zorgen.

De minister van Immigratie en Asiel had de vrouw een vergunning geweigerd, waarop ze naar de rechter stapte.

De vrouw, die illegaal in Nederland verbleef, heeft sinds 1999 een relatie met de levenslang gestrafte man. Ze bezochten elkaar in de gevangenis en kliniek waar de man verblijft. In 2004 werd hun kind geboren en in 2007 zijn de man en vrouw getrouwd. Omdat de man de Nederlandse nationaliteit heeft, heeft het kind deze ook. De vrouw zorgt voor het kind en woont bij familie in Nederland. De vrouw en het kind zien de man regelmatig in de kliniek waar de man momenteel verblijft.

De rechter oordeelde dat het weigeren van een verblijfsrecht aan de moeder in strijd is met de Europese regelgeving. Aangezien het kind een burger van de Europese Unie is, heeft hij het recht om in de Europese Unie te wonen. Dit is één van de belangrijkste rechten van burgers van de Europese Unie. Als de moeder geen verblijfsrecht zou krijgen, wordt het kind feitelijk gedwongen om samen met zijn moeder de Europese Unie te verlaten. De vader kan vanwege zijn levenslange gevangenisstraf niet voor het kind zorgen.

Een eventuele plaatsing van het kind in een pleeggezin of de overname van de zorg door maatschappelijke instellingen zou in deze volgens de rechter (zeer) uitzonderlijke situatie structureel van aard zijn. Dat wilde de rechter niet en daarom moet de moeder in staat worden gesteld om voor haar kind te zorgen en een verblijfsrecht krijgen.'

26 juli
Vier jaar cel voor gewelddadige overval op supermarkt

'Gewapend en met een bivakmuts op pleegde een 24-jarige man uit Hoorn samen met een nog onbekende verdachte een gewelddadige overval op de Dekamarkt in Zwaag. Tijdens deze overval op 13 januari dit jaar werden de assistent bedrijfsleider en een medewerker enige tijd gegijzeld in een auto. De rechtbank Alkmaar legt de overvaller, die direct werd gepakt na de overval, vier jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf op met aftrek van het voorarrest. De andere verdachte is nog voortvluchtig.

Op vrijdagavond 13 januari 2012 sluit de assistent bedrijfsleider na 21.00 uur de supermarkt. Lopend naar zijn auto komen er twee mannen met bivakmutsen te voorschijn die hem onder schot houden. Hij wordt de auto ingeduwd en moet de kluiscode afgegeven terwijl de auto inmiddels rijdt. Die code heeft de assistent bedrijfsleider niet en hij wordt gedwongen een collega, die deze wel weet te liggen, naar de parkeerplaats te laten komen. Zodra zij op de parkeerplaats aankomt, wordt ze ook gedwongen de auto in te stappen. In de auto worden zij door de overvallers voortdurend bedreigd met de vuurwapens. Met zijn vieren gaan ze de supermarkt binnen waarna de overvallers de kluis leeghalen. De overvallers verlaten vervolgens de supermarkt weer, onder achterlating van de buit. Kort daarna worden ze door de politie achtervolgd. Eén overvaller weet te ontsnappen. De 24-jarige man uit Hoorn wordt gepakt terwijl hij zich in de omgeving verstopt.

De overvaller heeft bekend samen met een ander, wiens naam hij niet wil geven, de overval te hebben gepleegd. Hij heeft ook nog aangevoerd dat er sprake zou zijn van een complot waarbij ook medewerkers van de Dekamarkt waren betrokken, maar die verklaring is door de rechtbank van tafel geveegd. Voor een dergelijk complot is geen enkele aanwijzing

De rechtbank rekent het de overvaller zwaar aan dat hij de slachtoffers angst heeft aangejaagd door met geweld en vuurwapens de overval te plegen. Daarbij komt dat hij de slachtoffers enige tijd van hun vrijheid heeft beroofd. Uit de verklaringen op de zitting blijkt hoe erg de slachtoffers getraumatiseerd zijn. De officier van justitieeiste vijf jaar en zes maanden celstraf, maar de rechtbank vindt vier jaar meer passend bij de strafbare feiten die zijn gepleegd, gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare gevallen worden opgelegd.'

26 juli
Celstraffen voor gewapende overvallen

'Een gevangenisstraf van vier jaar onvoorwaardelijk krijgt de man opgelegd die op 9 augustus vorig jaar samen met een ander de gewelddadige overval pleegde op het casino in Den Helder. Amper tien dagen later pleegt hij nog een overval op de Aldi in Den Helder. Bij beide overvallen werd het personeel onder bedreiging van een vuurwapen gedwongen geld uit de kassa af te geven. Zijn compagnon bij de beroving van het casino krijgt een celstraf van twee jaar waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De tijd die zij in voorarrest hebben gezeten mogen ze van hun celstraffen aftrekken.

De overvaller van het casino en de Aldi heeft beide strafbare feiten bekend op de zitting. Zijn straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. Het feit dat hij een vuurwapen heeft gebruikt en meerdere overvallen heeft gepleegd, wordt hem zwaar aangerekend. Uit de verklaring van de medewerkster van de supermarkt die werd bedreigd met het wapen, blijkt hoezeer de overval haar emotioneel en psychisch aangrijpt.

De compagnon bij de overval op het casino heeft op de zitting gezegd dat hij gedwongen werd mee te werken aan de gewapende overval. Hij zou wel betrokken zijn, maar niet schuldig zijn aan medeplegen. Een medepleger staat gelijk aan de feitelijke dader als het gaat om de vraag of hij strafbaar heeft gehandeld. Hiervoor is nodig dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking en een gezamenlijke uitvoering. De rechtbank is van oordeel dat dat het geval is geweest omdat beide mannen van te voren over de overval hebben gesproken. Ook wist hij dat er een wapen gebruikt zou worden en is hij op de bewakingsbeelden te zien bij de overval. De rechtbank heeft hem een andere straf opgelegd dan de eis van de officier van justitie omdat hij een zeer laag verstandelijk niveau heeft en makkelijk beïnvloedbaar is.'


26 juli
Hogere onvoorwaardelijke celstraf voor in brand steken zoon

'Een 57-jarige man uit Venray is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk. Hij heeft zich volgens het gerechtshof schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag op zijn zoon en brandstichting in de woning van die zoon. De rechtbank in Roermondveroordeelde de man eerder ook tot drie jaar cel, maar hiervan was bijna twee jaar voorwaardelijk. Wel kreeg de verdachte reclasseringstoezicht opgelegd van de rechtbank. Het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep tegen dit vonnisen eiste nu een gevangenisstraf van vier jaar.

Ruzie
De verdachte en zijn zoon, destijds 24 jaar oud, hadden ruzie in het huis van de zoon. Tijdens deze ruzie pakte de vader een fles spiritus en gooide deze over zijn zoon en, onbedoeld, ook over zichzelf heen. Vervolgens stak hij een aansteker aan waardoor beide mannen en een deel van de woonkamer in brand vlogen.

Volledig toerekeningsvatbaar
De rechtbank heeft de verdachte laten onderzoeken door een psychiater en een psycholoog. Zij concludeerden dat de man als verminderd toerekeningsvatbaar moest worden beschouwd bij het plegen van de delicten. Dit advies is overgenomen door de rechtbank die de man daarom reclasseringstoezicht oplegde.

In hoger beroep is de man opnieuw door een psychiater en een psycholoog onderzocht. Volgens hen kunnen de feiten wel volledig worden toegerekend aan de man. Ondanks dit verschil is het hof van oordeel dat de vier deskundigen - die in hoger beroep allemaal op zitting zijn gehoord - op een zorgvuldige en afgewogen wijze tot hun conclusies zijn gekomen. Het hof is uitgegaan van het advies van de laatste twee deskundigen en heeft dan ook geoordeeld dat er sprake is van volledige toerekeningsvatbaarheid. Daarom heeft het hof de verdachte geen reclasseringstoezicht opgelegd, maar de onvoorwaardelijke gevangenisstraf verhoogd van 15 naar 24 maanden.'

26 juli
Werkstraffen van 50 uur voor bedreiging Geert Wilders

'De rechtbank Middelburg heeft op 26 juli twee mannen wegens bedreiging van PVV-leider Wilders veroordeeld tot 50 uur werkstraf en twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. De bedreiging bestond uit een op YouTube geplaatste videoclip met raptekst. De tekst ging gepaard met bedreigende beelden en geluiden. De officier van justitie had een werkstraf van 80 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaren geëist.'


25 juli
Regering mocht zondagsopening winkels in Westland opnieuw verbieden

'De regering mocht het besluit van de gemeenteraad van Westland over de zondagsopening van winkels in die gemeente vernietigen. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald.

De Westlandse gemeenteraad had in maart 2010 besloten dat winkels in de gemeente op zondag open mochten zijn. In maart 2011 vernietigde de regering dit besluit, omdat dit in strijd is met de Winkeltijdenwet. Volgens de regering voldoet de gemeente Westland niet aan de eis dat zij 'autonome toeristische aantrekkingskracht' heeft.

De gemeenteraad kwam tegen het regeringsbesluit in beroep bij de Raad van State, omdat hij vindt dat de gemeente wel toeristische aantrekkingskracht heeft. Bovendien zouden op grond van de Winkeltijdenwet geen beperkingen kunnen worden gesteld aan de zondagsopenstelling van winkels. Dit is in strijd met de Europese Dienstenrichtlijn, aldus de gemeenteraad.

De Raad van State is van oordeel dat de gemeente Westland 'weliswaar een bepaalde ambitie heeft' op het gebied van toerisme, maar dat de gemeenteraad niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gemeente daadwerkelijk toeristische aantrekkingskracht heeft om zondagsopening van winkels toe te staan. Daarom mocht de regering het gemeenteraadsbesluit vernietigen, aldus de hoogste bestuursrechter. Verder is de Europese Dienstenrichtlijn naar het oordeel van de Raad van State niet van toepassing op de Winkeltijdenwet, omdat deze wet geen betrekking heeft op 'diensten'.

In de Grondwet is bepaald dat de regering alleen een besluit van een provincie of gemeente mag vernietigen als dat 'in strijd is met het recht of het algemeen belang'. De fracties in de gemeenteraad van Westland die het niet eens zijn met de zondagsopenstelling, hadden de regering verzocht om het besluit van de gemeenteraad te vernietigen.

Dit is niet de eerste keer dat de Raad van State een uitspraak doet over de zondagsopening in Westland. In maart 2011 oordeelde de Raad van State dat de regering een eerder besluit van de gemeenteraad van oktober 2009 over de zondagsopening van winkels, mocht vernietigen.

Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.'

24 juli
Geen straf voor beschuldigen ex-man in tv-programma Zembla

'De rechtbank komt niet tot een veroordeling wegens smaad of laster van de 49-jarige vrouw, die haar ex-man van kindermisbruik en lidmaatschap van een pornonetwerk beschuldigde.

Wel is de vrouw veroordeeld voor het ontrekken van haar jongste dochter aan het gezag van haar vader en Bureau Jeugdzorg. Hiervoor legde de rechtbank haar een voorwaardelijke gevangenisstraf op van drie maanden met een proeftijd van drie jaar en een werkstraf van 40 uur. Ook moet de vrouw schadevergoeding aan haar ex-man betalen van ruim 8.000 euro, onder andere voor advocaatkosten.

In maart 2009 sprak de rechtbank de ex-man van de verdachte vrij van seksueel misbruik van hun kinderen en lidmaatschap van een pornonetwerk. Toch bleef na maart 2009 de vrouw haar ex-man daarvan beschuldigen in het televisieprogramma Zembla, via vrienden en familie van haar ex-man en bij de jeugdhulpverlening. In november 2010 heeft de ex-man van de verdachte aangifte gedaan van de door verdachte gepleegde smaad of laster en heeft hij om vervolging door justitie gevraagd.

Smaadklacht niet op tijd ingediend
Smaad en laster zijn volgens het Wetboek van Strafrecht zo geheten klachtdelicten. Dit betekent dat het slachtoffer niet alleen aangifte moet doen, maar ook uitdrukkelijk om vervolging moet vragen. Het slachtoffer moet dat volgens de wet doen binnen 3 maanden, nadat hij/zij voor het eerst heeft gehoord van de beschuldigingen. Omdat de ex-man pas anderhalf jaar na de uitzending van Zembla aangifte heeft gedaan en uitdrukkelijk om vervolging heeft gevraagd, heeft de rechtbank de officier van justitieniet ontvankelijk verklaard wat betreft de beschuldigingen in de uitzending van Zembla.

De officier van justitie had op de zitting betoogd dat de smaad nog steeds voortduurt, omdat de uitzending van Zembla tot op de dag van vandaag via internet te bekijken is. De rechtbank volgt de officier daarin niet. Het is de keuze van de omroeporganisatie om de inhoud van het programma op internet te plaatsen en niet van de verdachte, zo oordeelt de rechtbank.

Vrijspraak
De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de uitlatingen die zij aan medewerkers van de jeugdhulpverlening en tegenover de buurvrouw heeft gedaan. De uitlatingen van verdachte bij verschillende jeugdhulpverleningsinstellingen zijn volgens de rechtbank niet gedaan om daar met opzet ruchtbaarheid aan te geven. De inhoud van de rapporten zijn slechts in hulpverleningssetting bekend. Daarnaast vindt de rechtbank onvoldoende bewijs voor de smadelijke of lasterlijke uitspraken die verdachte tegenover de buurvrouw heeft gedaan.

Wel straf voor meenemen dochter zonder overleg ex-man
De vrouw nam tussen juli en oktober 2010 haar toen 13-jarige dochter zonder overleg mee naar een onbekend adres in het buitenland. De rechtbank rekent de verdachte zwaar aan dat zij, ondanks gezamenlijk ouderlijk gezag en ondanks de ondertoezichtstelling, zonder overleg haar schoolgaande dochter meenam naar het buitenland. Bovendien bijt de vrouw zich ten onrechte, tegen beter weten in, vast in de vermeende bescherming van haar kinderen tegen een niet-bestaande dreiging. De rechtbank heeft gekozen voor een lange voorwaardelijke gevangenisstraf om te voorkomen dat verdachte nog een keer in de verleiding komt haar dochter zonder overleg mee te nemen. De opgelegde werkstraf heeft tot doel de verdachte te laten inzien dat zij, vooral in het belang van de kinderen, een andere weg moet inslaan. Een weg waarop ruimte ontstaat voor beider ouders in contact met hun kinderen.'

23 juli
Amstelveense zedenzaak: 3,5 jaar en negen maanden celstraf

'In de Amstelveense zedenzaak is Flóvin O. veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf voor misbruik van een kind en het bezit en verspreiden van kinderporno. Zijn huisgenoot en medeverdachte Matthijs van der M. krijgt negen maanden gevangenisstraf. Dat heeft de rechtbank Amsterdam vandaag bepaald.

Flóvin O. krijgt een gevangenisstraf van 42 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, omdat hij samen met, de eerder tot 18 jaar cel en TBS veroordeelde, Roberts M. eenmaal een baby heeft misbruikt. Daarnaast heeft O. kinderporno in zijn bezit gehad en verspreid. Het Openbaar Ministerie eiste een gevangenisstraf van 48 maanden. De rechtbank legt een lagere straf op omdat zij minder bewezen acht en er rekening mee houdt dat verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar is.

Schadevergoeding
De (ouders van) vijf kinderen hadden zich als benadeelde partij gevoegd en vergoeding voor (im)materiële schade gevorderd. De rechtbank oordeelt dat drie van de kinderen daarvoor niet in aanmerking komen, omdat O. voor het verwijt waar de gevraagde schadevergoeding op ziet, wordt vrijgesproken. De rechtbank heeft aan de twee andere kinderen wel een vergoeding voor (im)materiële schade toegekend.

Huisgenoot Van der M.
De huisgenoot van O., Matthijs van der M., krijgt een gevangenisstraf van negen maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk voor het bezit en vervaardigen van kinderporno. De rechtbank acht een deel van de afbeeldingen kinderpornografisch, hoewel geen sprake is van reëel misbruik. Van der M. werd ook beschuldigd van het samen met O. in bezit hebben van kinderporno dat voor een deel was vervaardigd door Roberts M. De rechtbank acht dat niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.'

23 juli
Gevangenisstraffen van 38 en 43 maanden voor gewelddadige overval Jimmy Woo

'Twee mannen die zich eind 2006 schuldig hebben gemaakt aan een gewelddadige overval op de discotheek Jimmy Woo zijn vandaag in hoger beroep veroordeeld tot gevangenisstraffen van 38 en 43 maanden.

Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist.

Overval
Het betreft hier een gewelddadige overval op discotheek Jimmy Woo, waarbij geld van de discotheek en persoonlijke eigendommen van personeelsleden werden buitgemaakt. De aanwezige personeelsleden werden met vuurwapens bedreigd. Eén personeelslid werd zodanig met een vuurwapen geslagen dat hij later in het ziekenhuis moest worden behandeld. Tijdens de overval werden de personeelsleden gedwongen op de grond te gaan liggen, daar te blijven liggen en werden hun handen achter hun rug vastgebonden.

Verwerping verweer
In deze zaak was gedurende enige tijd het dossier zoek, reden waarom het gerechtshof op 24 oktober 2008 het Openbaar Ministerie – op eigen verzoek – niet-ontvankelijk verklaarde in de vervolging. Kort daarop werd het dossier gevonden en startte de vervolging opnieuw.

Het verweer van de advocaat dat het Openbaar Ministerie zijn recht op vervolging had verspeeld door zijn eigen niet-ontvankelijkheid te vragen en naderhand het cassatieberoep tegen het arrest van het hof van 24 oktober 2008 in te trekken wordt door het hof verworpen. Volgens het hof hebben beide verdachten er niet in redelijkheid op kunnen vertrouwen dat hun zaak met de niet-ontvankelijk verklaring van het OM definitief ten einde was.

Gevangenisstraf
Eerder veroordeelde de rechtbank de verdachten tot gevangenisstraffen van 42 en 48 maanden. Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep straffen van 4 en 4,5 jaar.

Het hof overweegt dat beide verdachten, die zich eerder hebben schuldig gemaakt aan geweldsdelicten, een zeer angstaanjagende en gevaarzettende situatie voor de personeelsleden in het leven hebben geroepen. Het hof acht in beginsel gevangenisstraffen van 4,5 en 5 jaar op zijn plaats. Omdat twee keer een vervolging heeft plaatsgevonden en de zaak jaren heeft geduurd, waardoor de redelijke termijn waarbinnen een procedure moet worden afgedaan is geschonden, wordt een strafkorting toegepast en worden de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen van 38 en 43 maanden.'

20 juli
Europees Hof verwerpt klacht SGP over vrouwenkiesrecht-arrest

'De Staatkundig Gereformeerde Partij mag vrouwen niet het recht ontzeggen om zich verkiesbaar te stellen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft een klacht van de partij over dat standpunt van de Hoge Raad verworpen.

De SGP plaatst geen vrouwen op de kieslijst omdat het regeerambt volgens die partij is voorbehouden aan mannen. De SGP baseert zich daarbij op de Bijbel. Het Proefprocessenfonds Clara Wichmann heeft die kwestie voor de rechter gebracht.

De Hoge Raad bevestigde in 2010 de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag dat de uitsluiting van vrouwen van het passief kiesrecht onaanvaardbaar is in een democratische rechtsstaat en dat de Staat daar maatregelen tegen moet nemen De SGP stapte daarop naar het Europese hof. Nu dat hof de klacht over het arrest heeft verworpen, beraden zowel de SGP als de Staat zich op de gevolgen.'

18 juli
Geen inhoudelijke uitspraak over winterafsluiting Kop van Ossenisse

'De Raad van State gaat niet inhoudelijk in op de bezwaren met betrekking tot de toegankelijkheid van het dijktraject Kop van Ossenisse in Zeeland. De natuurvergunning die het college van gedeputeerde staten van Zeeland in augustus 2010 heeft verleend voor de winterafsluiting van de Noordnol en de kop van de Zuidnol (Kop van Ossenisse), is inmiddels vervallen. Dit is te lezen in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De vervallen vergunning wijzigde een eerdere natuurvergunning van maart 2009 waarin voorgeschreven was dat de Noordnol en de kop van de Zuidnol moesten worden afgesloten. De Stichting Dorpsbelangen Ossenisse en de Vogelbescherming waren bij de Raad van State in beroep gekomen, omdat zij het niet eens waren met de winterafsluiting. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

De Raad van State is van oordeel dat beide organisaties geen belang meer hebben bij de beoordeling van de winterafsluiting uit de vergunning van augustus 2010. De voorschriften die deze winterafsluiting regelen, maken namelijk deel uit van de vergunning van maart 2009 die al met ingang van 1 januari 2011 is vervallen. De voorschriften die betrekking hadden op de winterafsluiting, zijn hiermee dus ook vervallen, aldus de hoogste bestuursrechter.

Dit betekent dat de winterafsluiting van de Noordnol en de kop van de Zuidnol niet langer is geregeld. Als men toch maatregelen wil nemen die betrekking hebben op de toegang tot deze gebieden, dan zal daarvoor opnieuw een besluit genomen moeten worden.

In maart 2009 heeft het provinciebestuur aan het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen (nu: Scheldestromen) een natuurvergunning verleend voor werkzaamheden aan het 3,7 kilometer lange dijktraject Nijs-/Hoogland-/Ser Arends-/Schor van Molenpolder (Kop van Ossenisse). Daarin was onder meer bepaald dat de Noordnol en de kop van de Zuidnol zouden worden afgesloten. Naar aanleiding van maatschappelijke onrust die destijds was ontstaan, besloot het provinciebestuur in augustus 2010 de Noordnol en de kop van de Zuidnol alleen in de winter af te sluiten.'

18 juli
Gevangenisstraffen tot 12,5 jaar voor liquidatiepoging

'De rechtbank Amsterdam heeft vandaag vier verdachten veroordeeld tot 12 en 12,5 jaar gevangenisstraf wegens poging tot liquidatie van Marlon D.. De rechtbank houdt de vier mannen, bekend door de getatoeëerde Chinese tekens op hun rug, verantwoordelijk voor deze aanslag. Daarbij is in augustus 2009 vanuit een auto het slachtoffer meermalen beschoten. Het slachtoffer, dat door maar liefst 10 kogels werd geraakt, heeft de aanslag ternauwernood overleefd.

Zorgvuldige voorbereiding
De aanslag is langdurig en zorgvuldig voorbereid. De gangen van het slachtoffer zijn intensief nagegaan. Daarbij is gebruik gemaakt van meerdere gestolen voertuigen, voorzien van valse kentekenplaten. In de woning waaruit verdachten opereerden werd kort na de aanslag een wapenarsenaal aangetroffen. De bij de aanslag gebruikte auto is uitgebrand teruggevonden.

De rechtbank heeft niet vast kunnen stellen wie daadwerkelijk heeft geschoten, maar acht alle vier de verdachten schuldig als medepleger gelet op de bewuste en nauwe samenwerking bij de voorbereiding van de aanslag.

De koelbloedige wijze waarop getracht is het slachtoffer voor het oog van zijn vrouw en dochter van het leven te beroven en het feit dat verdachten geen enkel inzicht hebben gegeven in de motieven van de aanslag hebben geleid tot hoge straffen.

Onjuiste startinformatie
Gebleken is dat informatie die leidde tot de start van dit onderzoek onjuist was. Volgens de verdediging was die opzettelijk verstrekt en diende dat te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De rechtbank oordeelt dat deze onjuiste informatie abusievelijk is gegeven en niet bedoeld om de rechtbank te misleiden. Niet-ontvankelijkheid vindt de rechtbank een te zware sanctie. Wel legt de rechtbank om die reden een enigszins lagere straf op dan anders het geval zou zijn geweest. Verder ziet de rechtbank in het zware detentieregime aanleiding tot een lichte matiging van de straf. Dit laatste geldt niet voor de voortvluchtige Evert S.'

18 juli
Haagse Hof spreekt verdachte vrij van doodslag in slooppand

'Het gerechtshof in Den Haag heeft op 18 juli 2012 een 22-jarige verdachte wegens gebrek aan overtuigend bewijs vrijgesproken van ernstige geweldpleging in 2009 tegen een andere man. De verdachte verbleef samen met het slachtoffer en een aantal andere daklozen tijdelijk in slooppanden in Den Haag. Het slachtoffer overleed een week later aan zijn verwondingen.

De rechtbank had de doodslag eerder wel bewezen geacht en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar. De verdachte, die steeds heeft ontkend, was tegen die veroordeling in hoger beroep gekomen. Het openbaar ministerieheeft in hoger beroep opnieuw een gevangenisstraf van 10 jaar geëist.

Het hof komt tot de vrijspraak, omdat uit het onderzoek niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld wat er zich precies heeft afgespeeld. De verklaringen van getuigen, die stellen dat de verdachte zelf tegen hen over het door hem aan het slachtoffer toegebracht geweld zou hebben gepocht, acht het hof onvoldoende betrouwbaar. Ook de voor de verdachte belastende verklaring van een andere man (die zelf als medeverdachte is vervolgd, maar door de rechtbank is vrijgesproken) heeft het hof onvoldoende betrouwbaar geacht. Het hof houdt er ernstig rekening mee dat die verklaring is ingegeven door het eigen belang van de medeverdachte. Van ander door het openbaar ministerie als bewijs gepresenteerde onderzoeksresultaten heeft het hof geoordeeld dat daaruit niet kan worden afgeleid dat zij betrekking moeten hebben gehad op door de verdachte gepleegd geweld tegen het slachtoffer.

Door de uitspraak van het hof moet worden vastgesteld dat de verdachte ten onrechte ruim drie jaar in voorarrest heeft doorgebracht.'

17 juli
Leers mag op dit moment geen Somaliërs uitzetten

'Minister Leers voor Immigratie, Integratie en Asiel mag op dit moment geen Somaliërs uitzetten. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in het hoger beroep dat de minister instelde tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle, over een Somaliër in vreemdelingenbewaring. Er is momenteel geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Somalië. Dit is een voorwaarde om een vreemdeling zonder verblijfsrecht in vreemdelingenbewaring te mogen stellen. De bewaring van de Somalische vreemdeling is daarom onrechtmatig, oordeelt de Raad van State. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Willekeurig geweld
De Raad van State is van oordeel dat het nu voor de Somaliër niet mogelijk is om via de stad Mogadishu door te reizen naar Zuid- en Centraal-Somalië. Daarbij heeft de hoogste bestuursrechter van belang geacht dat volgens minister Leers een vreemdeling 'louter door zijn aanwezigheid' in Mogadishu het risico loopt slachtoffer te worden van 'willekeurig geweld' vanwege het gewapende conflict in die stad. In zo'n situatie mag volgens Europees en internationaal recht niet tot uitzetting worden overgegaan. Dit geldt naar het oordeel van de Raad van State niet alleen voor vreemdelingen die zich in Mogadishu willen vestigen, zoals de minister stelt, maar ook voor vreemdelingen die slechts op doorreis zijn.

Alternatieve routes
Uit de uitspraak volgt verder dat gedwongen terugkeer naar Noord-Somalië (Somaliland) op dit moment evenmin mogelijk is. Somalilandse autoriteiten hebben in juli 2009 afspraken met de minister opgeschort over rechtstreekse terugkeer van Somalische vreemdelingen. De minister heeft alternatieve terugkeerroutes naar Somaliland onderzocht, waaronder de mogelijkheid om vreemdelingen uit Somaliland via een binnenlandse vlucht van Mogadishu naar Somaliland uit te zetten. In april 2012 is hij echter tot de conclusie gekomen dat terugkeer via een binnenlandse vlucht van Mogadishu naar Somaliland niet tot de mogelijkheden behoort.

Dit betekent dat op dit moment geen Somalische vreemdelingen naar hun land van herkomst kunnen worden uitgezet.'

17 juli
Celstraf 5 Apeldoorners voor zware mishandeling broer en zus

'Rechtbank Zutphen heeft gevangenisstraffen van 6 maanden tot 20 maanden opgelegd aan 5 mannen uit Apeldoorn. In juni 2010 hebben zij een jongen en zijn zus zwaar mishandeld.

Ernstig geweldsdelict
Terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag, hebben de mannen meerdere malen op hem ingeslagen en ingeschopt, hierbij gebruikten zij een kandelaar. Ook hebben zij zijn zusje geslagen, geduwd en bij de keel gepakt waardoor onder meer een bot is gebroken.

De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke mishandelingen veelal langdurige en ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden.'

16 juli
Tien jaar cel voor gewelddadige woningoveral Amersfoort

'Een 29-jarige man uit Purmerend is maandag door de rechtbank in Utrecht veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf voor het plegen van een gewelddadige woningoverval in Amersfoort in december 2011.

De bewoner van de woning werd tijdens de overval verkracht. Hij raakte zwaar gewond toen de overvaller een explosief tot ontploffing bracht.

Afspraak
Het slachtoffer had via een datingsite een afspraak met de latere overvaller gemaakt. Toen het slachtoffer zijn bezoeker binnenliet werd hem direct een mes op de keel gezet. Zijn handen en voeten werden vastgebonden, waarna het slachtoffer met een buttplug werd verkracht. Het slachtoffer gaf daarna aan met de overvaller mee te willen lopen om te pinnen. Bij de voordeur wist het slachtoffer de overvaller naar buiten te werken. Die bracht echter een explosief tot ontploffing bij de deur. Het slachtoffer, dat nog achter de deur stond, raakte hierbij zwaar gewond. De rechtbank oordeelde dat de overval voor het slachtoffer bijzonder traumatisch moet zijn geweest.

Poging doodslag
De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan diefstal met geweld, poging tot doodslag en verkrachting. De man ontkende betrokkenheid, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs is tegen de man. Zo blijkt uit telefoongegevens dat er contact is geweest tussen slachtoffer en verdachte en dat hij op het moment van de overval in Amersfoort was. Daarnaast werden in de woning van de verdachte in Purmerend DNA-sporen van het slachtoffer aangetroffen op een paar handschoenen.

Eis
De officier van justitie had vijftien jaar gevangenisstraf geëist. De rechtbank achtte anders dan de officier poging tot moord niet bewezen, maar gaat uit van poging tot doodslag. Dat leidde tot een lagere straf. Ook zag de rechtbank onvoldoende bewijs voor twee andere feiten waarvan de man verdacht werd.

Vriendin
De vriendin van de verdachte werd vrijgesproken van betrokkenheid bij de overval. Zij had haar vriend opgehaald uit Amersfoort. De rechtbank achtte haar verklaring dat zij niet wist wat haar vriend daar gedaan had aannemelijk. Zij werd wel veroordeeld tot een maand gevangenisstraf wegens medeplichtigheid aan een inbraak die haar vriend pleegde.'

16 juli
Stemra moet belangen muziek antipiraterij-spot beter behartigen

'Stemra moet beter haar best doen om het misbruik van auteursrechten te voorkomen. Dit heeft de rechtbank Amsterdam beslist in een kort geding. De procedure was aangespannen door de componist van de muziek bij de antipiraterij-spot. Hij vond dat Stemra te weinig had gedaan om het illegaal gebruik van zijn muziekrechten te voorkomen. Volgens de rechtbank dient Stemra schriftelijk aan de contractant te verantwoorden als de grenzen van haar verplichtingen zijn bereikt.

Reproductierechten
Eiseris componist van de muziek die wordt gebruikt in de antipiraterij-spot die gebruikt wordt op DVD's. Hij heeft de exploitatie van de reproductierechten van de muziek overgedragen aan Stemra. Volgens eiser is Stemra tekortgeschoten in haar verplichtingen. De anti-piraterij spot is op grote schaal verveelvoudigd op DVD’s die in Nederland en buitenland zijn verkocht en eiser heeft daarvoor nooit enige betaling ontvangen. Stemra heeft aangevoerd dat zij wel gelden voor eiser heeft geïnd, maar dat gezien de grote schaal waarop de spot is gekopieerd er grenzen zijn aan haar verplichting om tot inning over te gaan alleen al vanwege het kostenaspect.

Schadevergoeding
Op een eerdere zitting heeft de voorzieningenrechter al bepaald dat Stemra bepaalde maatregelen diende te nemen en een voorschot op de schadevergoeding aan eiser diende te voldoen. Voor het overige zal in een eventuele bodemprocedure de schadevergoeding nader aan de orde kunnen komen.'

16 juli
Tien jaar voor wurgen vriendin

'Op 16 juli heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Zwolle een 47-jarige man uit Deventer veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. De man had vorig jaar zijn vriendin op bed met een sjorband gewurgd. Tot aan de zitting heeft de Deventenaar gezwegen over de manier waarop hij zijn vriendin had gedood.

Geen moord maar doodslag
De officier van justitiehad een gevangenisstraf van 15 jaar geëist voor moord omdat zij ervan overtuigd is dat de man zijn vriendin met voorbedachte rade had gewurgd. Volgens de officier van justitie heeft de man meerdere momenten gehad om na te denken over zijn daad. De rechtbank komt tot een ander oordeel. De term ‘na kalm beraad en rustig overleg’ houdt in dat een verdachte enige tijd heeft kunnen nadenken en niet in een gemoedsopwelling heeft gehandeld. Een verdachte moet de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn vooringenomen daad. Volgens de rechtbank zijn er geen aantoonbare bewijzen dat de Deventenaar naar de slaapkamer is gegaan met het voornemen fysiek geweld te gebruiken. De man heeft steeds verklaard dat ‘de stoppen bij hem doorsloegen’ en hij alle controle verloor toen zijn vriendin na een woordenwisseling hem in zijn gezicht sloeg. Dat het zo is gegaan wordt ook niet weersproken door forensische onderzoeken. De rechtbank komt daarom tot de bewezenverklaring van niet moord, maar doodslag.

Onbeschrijflijk veel leed
De man heeft met zijn handelen de familie en vrienden van het slachtoffer onbeschrijfelijk veel leed aangedaan. Ook heeft de man door zijn lange stilzwijgen de nabestaanden lang in onzekerheid gelaten over hoe de laatste uren van hun dierbare zijn geweest. De rechtbank heeft als strafverzwarende omstandigheden meegewogen dat de man gebrek aan erkenning en inzicht heeft in zijn gedragsproblematiek en dat er sprake is geweest van een geschokte rechtsorde. Daarnaast heeft de man geweigerd mee te werken aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Nu er geen uitsluitsel gegeven kan worden over de toerekeningsvatbaarheid, is de rechtbank ervan uitgegaan dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar is.

Naast de gevangenisstraf van tien jaar moet de Deventenaar de familie van het slachtoffer een schadevergoeding van bijna €15.000,- betalen.'

16 juli
Privébestellingen werknemers leiden tot beëindiging arbeidsovereenkomsten

'Vandaag hebben kantonrechters in Nijmegen in drie afzonderlijke procedures beslist dat de arbeidsovereenkomsten van drie medewerkers van Smit Transformatoren definitief worden beëindigd. Het gaat om twee medewerkers en hun leidinggevende.

Eerder had Smit Transformatoren hen ontslag op staande voet aangezegd. Zij had uit een intern onderzoek geconcludeerd dat de medewerkers bij een zakenrelatie van haar privébestellingen hadden gedaan zonder duidelijke financiële afwikkeling. Het betreft staal- en ijzerproducten van kleine omvang zoals huisnummerplaatjes.

Regels
Hoewel niet alle verwijten van Smit Transformatoren in de procedures zijn komen vast te staan, oordeelden de kantonrechters dat er voldoende reden was de arbeidsovereenkomsten te ontbinden. De medewerkers hebben zich in ieder geval niet (steeds) aan de regels gehouden en het risico genomen dat de kosten van privébestellingen ten laste van Smit zelf of van haar klanten of zakenpartners kwamen. Daarmee hebben zij de goede naam van Smit Transformatoren in gevaar gebracht. De leidinggevende wordt vooral verweten dat hij het "heeft laten gebeuren" door onvoldoende toezicht te houden.

Verschil in uitspraken
Dat de uitkomsten van de afzonderlijke procedures niet volledig aan elkaar gelijk zijn, komt doordat de gepresenteerde feiten van elkaar verschilden en doordat de medewerkers om wie het ging verschillende posities binnen de onderneming hadden.'

13 juli
Ontneming Holleeder bijna 18 miljoen euro

'De rechtbank Haarlem heeft op 13 juli 2012 bepaald dat Holleeder en twee anderen aan de Staat ruim 18 miljoen euro moeten betalen in verband met het voordeel dat zij uit criminele activiteiten hebben behaald. Holleeder moet daarvan het grootste gedeelte betalen, € 17.957.932,47, bijna 18 miljoen euro.

De rechtbank stelt in haar beslissing vast dat de drie door het gerechtshof Amsterdam in 2009 onder meer veroordeeld zijn voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezig hield met het afpersen en bedreigen van Houtman. In totaal is Houtman 1 miljoen euro daadwerkelijk afgeperst. De rechtbank acht gelet op de getuigenverklaringen aannemelijk dat dit bedrag tussen de afpersers zo verdeeld is dat Holleeder € 500.000,- , de beide anderen € 200.000,- respectievelijk € 50.000,- hebben gekregen.

Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat Holleeder nog eens bijna
17 1/2 miljoen euro voordeel heeft genoten en dus aan de Staat moet terugbetalen. Dit bedrag bestaat uit verschillende onderdelen.

Holleeder is indertijd veroordeeld voor het afpersen van Endstra. De meeste van die afpersing afkomstige geldbedragen heeft hij samen met P. wit gewassen. Op enig moment heeft hij dus hierover kunnen beschikken, zo overweegt de rechtbank, hij heeft ze immers verworven en voorhanden gehad en vervolgens witgewassen door aan Endstra opdracht te geven de geldbedragen op rekeningen van P. of op rekeningen van aan P. gelieerde rechtspersonen over te maken. Voor de vaststelling van de hoogte van het bedrag is niet van belang of en hoe die via P. weggesluisde gelden in de handen van Holleeder zijn gekomen of zullen komen.

Endstra is verder nog, zo is indertijd geoordeeld, afgeperst voor een bedrag van € 250.000,- en € 50.000,- dat via anderen aan Holleeder is betaald. Ook over deze bedragen heeft Holleeder kunnen beschikken. Van laatstgenoemd bedrag is alleen € 1.000,- niet bij hem terecht gekomen, dat wordt dan ook in mindering gebracht op het voordeel dat hij heeft genoten. Tenslotte is Holleeder in 2009 ook veroordeeld voor het afpersen van F.. De opbrengst daarvan is, zo neemt de rechtbank in haar beslissing aan, verdeeld over drie personen, en niet over zes, zoals door de raadsman aangevoerd. Dat betekent dat Holleeder uit die afpersing € 90.756,- aan voordeel heeft genoten.

In totaal moet hij dus bijna 18 miljoen euro aan de Staat betalen. De rechtbank ziet geen aanleiding dit bedrag te matigen vanwege een overschrijding van de redelijke termijn, zoals door de raadsman bepleit. De zaak was daarvoor onder meer te ingewikkeld.'

13 juli
Verplicht pensioenontslag vliegers geen leeftijdsdiscriminatie

'Het verplichte pensioenontslag van verkeersvliegers op 56-jarige leeftijd is niet in strijd met het verbod van leeftijdsdiscriminatie. Dat heeft de Hoge Raad vandaag (13 juli 2012) geoordeeld.

Volgens art.5.4 van de KLM-cao moeten KLM-vliegers in beginsel op 56-jarige leeftijd, maar uiterlijk op 60-jarige leeftijd, met pensioen. De in deze zaak procederende KLM-vliegers zien in dat verplichte pensioenontslag een leeftijdsdiscriminatie die door de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (Wgbl) is verboden. KLM bestrijdt dat van een ontoelaatbare leeftijdsdiscriminatie sprake is. Zij wordt daarin gesteund door de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (VNV).

Onderscheid
Een verplicht pensioenontslag maakt een onderscheid naar leeftijd. Dat is in beginsel verboden, maar de Wgbl laat leeftijdsonderscheid toe als daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat. Daarvan is sprake wanneer met dat onderscheid een legitiem doel wordt nagestreefd. In deze zaak gaat het met name om de vraag of het doel van de cao-bepaling, te weten de instroom van jonge verkeersvliegers en een regelmatige en voorspelbare doorstroming van verkeersvliegers tussen de rangen, een legitiem doel is. De kantonrechteren het hof vonden dat dit het geval was.

De verkeersvliegers hebben tegen de uitspraak van het hof cassatie ingesteld bij de Hoge Raad (advocaat mr. J. van Duijvendijk-Brand in Den Haag). KLM en de VNV hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep (advocaten mrs. K.G.W. van Oven in Den Haag en P.A. Ruig in Den Haag).

Op 20 april 2012 heeft de advocaat-generaal mr. L. Keus de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van het hof in stand te laten.

De Hoge Raad volgt dit advies. Het hof heeft mogen oordelen dat wegens de aanwezigheid van een legitiem doel sprake is van een objectief gerechtvaardigd leeftijdsonderscheid als bedoeld in de Wgbl.

De zaak is hiermee geëindigd. De afwijzing van de vorderingen van de verkeersvliegers is onherroepelijkgeworden.'

13 juli
Taxatierapport WOZ-bezwaar vergoeden

'Als een taxatierapport nodig is om een bezwaarof beroep tegen een door de gemeente vastgestelde WOZ-(Wet waardering onroerende zaken)-waarde te onderbouwen, moeten de kosten van zo’n taxatierapport worden vergoed. Voorwaarde is wel dat het bezwaar of beroep ook geheel of gedeeltelijk gegrond moet zijn verklaard. Dat heeft de Hoge Raad vandaag bepaald.

De Hoge Raad heeft zich ook gebogen over de vraag wát er in zo’n geval zou moeten worden vergoed. Volgens de Hoge Raad is de wettelijke uurvergoeding van € 81,23 een maximumtarief. Hoeveel in een bepaald geval wordt vergoed, hangt niet af van het door de taxateur in rekening gebrachte bedrag en ook niet van de de gangbare uurtarieven voor een taxatierapport in een WOZ-procedure. De hoogte van het te vergoeden uurtarief wordt alleen bepaald door de aard van het getaxeerde object, aldus de Hoge Raad. Als de taxatie van een object zeer ingewikkeld is, kan het maximum uurtarief gerechtvaardigd zijn.

Omdat de vaststelling van de hoogte van de vergoeding voor het taxatieverslag in de praktijk regelmatig aanleiding geeft tot geschillen en omdat de beslissing over het te hanteren uurtarief vooral van feitelijke aard is, spoort de Hoge Raad gerechten aan beleid te ontwikkelen voor een uniforme toepassing van de te hanteren uurtarieven. Daarbij moet de aard van de te taxeren objecten het uitgangspunt zijn.'

12 juli
Straffen voor illegaal verwijderen asbest

'Een vastgoedbeheerder, een leidinggevende en een uitvoerder van die vastgoedbeheerder, een onderhoudsbedrijf en de directeur van dat bedrijf zijn veroordeeld voor het (laten) verwijderen van asbest uit een tweetal kantoorpanden. Dit gebeurde zonder dat beschermende maatregelen waren genomen voor de betrokken werknemers en zonder dat werd voldaan aan de wettelijke voorschriften. Bijvoorbeeld met betrekking tot het inventariseren van de asbestrisico’s en het aanvragen van een sloopvergunning.

Slopen met risico's
De rechtbank rekent het de veroordeelden in het bijzonder aan dat zij wisten dat de betrokken kantoorpanden asbesthoudende onderdelen bevatten, dat het onoordeelkundige slopen daarvan risico’s voor de betrokken werknemers oplevert en dat zij toch zijn overgegaan tot sloop zonder zich te bekommeren om de gezondheid van die werknemers en zonder te hebben voldaan aan de vereiste formaliteiten.

Boetes
De rechtbank heeft boetes opgelegd aan de beheermaatschappij (€50.000) en het onderhoudsbedrijf (€10.000).

De betrokken leidinggevenden en de uitvoerders hebben forse werkstraffen gekregen, uiteenlopend van 120 tot 240 uur.'

12 juli
Beroep Vlietland Ziekenhuis over extra vergoeding kapitaallasten slaagt

'Op 12 juli 2012 deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak in de zaak van Stichting Samenwerkende Schiedamse en Vlaardingse Ziekenhuizen (Vlietland Ziekenhuis) tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Het Vlietland Ziekenhuis stelde dat het nieuwe systeem van prestatiebekostiging voor ziekenhuizen onvoldoende financiële dekking biedt voor de kapitaallasten van zijn nieuwbouw en vroeg NZa daarom om € 20 miljoen versneld te mogen afschrijven. NZa wees dit verzoek af.

Volgens het College schoot NZa tekort in haar onderzoek naar de bijzondere omstandigheden van het Vlietland Ziekenhuis en de financiële gevolgen daarvan. Het College volgt NZa niet in de redenering dat het Vlietland Ziekenhuis een voor haar ongunstige uitkomst van de beleidswijziging heeft aanvaard door in 2002 belangrijke investeringsbeslissingen over de nieuwbouw te nemen. NZa maakte ook niet aannemelijk dat het Vlietland Ziekenhuis zich onvoldoende heeft ingespannen om haar bedrijfsvoering aan te passen aan het nieuwe systeem van prestatiebekostiging. NZa zal een nieuwe beslissing op het bezwaar van het Vlietland Ziekenhuis moeten nemen.'

12 juli
Geen extra vergoeding Orbis voor kapitaallasten

'Op 12 juli 2012 deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak in de zaak van Stichting Orbis Medisch en Zorgconcern (Orbis) tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Orbis stelde dat het nieuwe systeem van prestatiebekostiging voor ziekenhuizen onvoldoende financiële dekking voor de kapitaallasten van het oude Maaslandlandziekenhuis te Sittard biedt en verzocht NZa daarom om € 10,7 miljoen versneld te mogen afschrijven. NZa wees dit verzoek af.

Het College verklaart het beroep van Orbis ongegrond. Het overgangsbeleid is niet van toepassing. Bij het oude Maaslandziekenhuis gaat het naar het oordeel van het College namelijk niet om immateriële vaste activa als bedoeld in het overgangsbeleid van NZa.

De wel van toepassing zijnde Beleidsregel Afschrijving voorziet niet in de mogelijkheid van versnelde afschrijving. Orbis heeft geen feiten aangedragen die NZa reden hadden moeten geven om in het geval van Orbis af te wijken van haar beleid.'

11 juli
Langstudeerdersmaatregel buiten werking voor deeltijdstudenten die waren ingeschreven voor indiening wetsvoorstel

'Vandaag heeft de rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een civiele procedure tegen de Staat over de rechtsgeldigheid van de Wet verhoging collegegeld langstudeerders, de 'Wet langstudeerders', die op 1 september 2011 in werking is getreden. De procedure was aangespannen door drie studentenorganisaties, mede namens de bij hen aangesloten studenten.

De organisaties eisten dat de Wet langstudeerders onverbindend wordt verklaard, dan wel buiten werking wordt gesteld, omdat de wet jegens hen onrechtmatig zou zijn.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de langstudeerdersmaatregel uitsluitend als onrechtmatig kan worden gekwalificeerd ten aanzien van deeltijdstudenten die waren ingeschreven voor de indiening van het wetsvoorstel en hun studieprogramma zonder vertraging hebben doorlopen.

De wet
De Wet langstudeerders introduceert per 1 september 2012 twee tarieven voor het wettelijke collegegeld voor het hogerberoepsonderwijs (HBO) en het wetenschappelijk onderwijs (WO): het basistarief van € 1.771 en het verhoogde tarief van € 4.834, beide voor het collegejaar 2012/2013. Het verhoogde tarief geldt voor studenten die – kort samengevat – voor hun bachelor- respectievelijk masteropleiding meer dan een jaar langer dan de vaste, 'nominale', studieduur zijn ingeschreven.

Er gelden bepaalde uitzonderingen, namelijk voor studenten die na het behalen van hun bachelor- of mastergraad voor de eerste maal een opleiding gaan volgen op het gebied van onderwijs of gezondheidszorg en voor studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis. De onderwijsinstellingen kunnen daarenboven in bijzondere gevallen financiële ondersteuning bieden met gelden uit het zogeheten Profileringsfonds.

De vordering van de studentenorganisaties
De organisaties hebben betoogd dat de wet de toegang tot het hoger onderwijs ongerechtvaardigd en onevenredig beperkt en daarmee het recht op onderwijs, dat in diverse internationale verdragen is vastgelegd, frustreert. Een van die verdragen is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Volgens de studentenorganisaties leidt de wet tot een tweedeling tussen draagkrachtige en minder draagkrachtige studenten. Ook andere fundamentele rechten en rechtsbeginselen zijn in hun visie geschonden. Dit betreft het eigendomsrecht en het rechtszekerheids- en het evenredigheidsbeginsel. De maatregel was in hun ogen niet voorzienbaar, maar treft ook studenten die al met hun studie zijn begonnen. De wet maakt inbreuk op hun gerechtvaardigde verwachtingen. Ook het gelijkheidsbeginsel is volgens de organisaties geschonden. Zij betogen dat voltijd- en deeltijdstudenten ten onrechte over één kam worden geschoren. Voor de deeltijdstudenten geldt immers dezelfde nominale studieduur als voor de voltijdstudenten. De organisaties vorderen dat de rechtbank uitspreekt dat de Staat in strijd met de door hen bedoelde verdragen en daarmee ten opzichte van hen onrechtmatig handelt. Zij eisen ook dat de Wet langstudeerders onverbindend wordt verklaard, dan wel buiten werking wordt gesteld, in elk geval ten aanzien van voltijd- en/of deeltijdstudenten.

Het standpunt van de Staat
De Staat heeft aangevoerd dat geen van deze argumenten de wet onrechtmatig maakt. Volgens de Staat kan de rechter wetten niet in algemene zin toetsen aan fundamentele rechtsbeginselen. Dit is slechts anders als dergelijke beginselen zijn vastgelegd in internationale verdragen waarop burgers zich rechtstreeks tegenover de nationale overheden kunnen beroepen. De Staat stelt dat deze gevallen zich hier niet voordoen. Gegeven de vrije beoordelingsmarge van de nationale overheden is er geen strijd met hogere regels.

Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft als volgt geoordeeld. De Wet langstudeerders is vastgesteld door de regering en de Staten-Generaal. De inhoud van de wet is dus het resultaat van politieke besluitvorming, met de daarbij behorende afweging van belangen. De rechter dient terughoudend te zijn in zijn oordeel over de wijze waarop de wetgever de diverse belangen heeft afgewogen. Hij moet niet 'op de stoel van de wetgever gaan zitten'. Wel kan de rechter beoordelen of wetten in strijd komen met 'een ieder verbindende bepalingen van verdragen', zoals de Grondwet het formuleert.

Bij haar oordeel heeft de rechtbank zich georiënteerd op de rechtspraak van internationale gerechten, in het bijzonder van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het EHRM kent de nationale staten een zekere beoordelingsmarge ('margin of appreciation') toe. Slechts nationale bepalingen die berusten op afwegingen die buiten deze beoordelingsmarge vallen, mogen door de rechter terzijde worden gesteld.

Tegen deze achtergrond oordeelt de rechtbank dat de Wet langstudeerders, met de daarin opgenomen langstudeerdersmaatregel, voor een belangrijk deel niet als onrechtmatig kan worden gekwalificeerd.

Door het verhoogde collegegeld wordt de toegang tot het onderwijs, evenals de effectiviteit ervan, niet in zodanige mate beperkt dat daarmee het recht op onderwijs in de kern wordt aangetast. De wet maakt verder geen inbreuk op enig 'eigendomsrecht' van studenten; het is niet zo dat de studenten aanspraak kunnen maken op een vooraf vastgesteld wettelijk collegegeld dat blijft gelden totdat het diploma is behaald. Voor het overige respecteert de wet voor een belangrijk deel het gelijkheidsbeginsel in voldoende mate. De rechtbank acht zich niet bevoegd om de wet te toetsen aan het rechtszekerheids- en het evenredigheidsbeginsel.

Ten aanzien van een bepaalde groep deeltijdstudenten is de rechtbank echter wel tot het oordeel gekomen dat de langstudeerdersmaatregel onrechtmatig is wegens schending van het gelijkheidsbeginsel. Dit betreft, kort gezegd, deeltijdstudenten die zich uiterlijk op 1 februari 2011 hebben ingeschreven en die (vrijwel) zonder studievertraging het door hun onderwijsinstelling aangeboden studieprogramma hebben doorlopen en desondanks het verhoogd tarief verschuldigd zullen worden. Deeltijdstudenten die nominaal of vrijwel nominaal studeren zijn echter geen langstudeerders, en tot en met 1 februari 2011 – de dag waarop het wetsvoorstel is ingediend – was in redelijkheid niet te voorzien dat de Staat hen desondanks als zodanig zou aanmerken. Voor het op deze groep deeltijdstudenten van toepassing verklaren van de langstudeerdersmaatregel – en daarmee het over één kam scheren van die deeltijdstudenten met voltijdstudenten – bestaat geen objectieve en redelijke rechtvaardiging. De rechtbank stelt de langstudeerdersmaatregel dan ook buiten werking voor zover het deze groep deeltijdstudenten betreft, totdat de Staat ten behoeve van deze groep heeft voorzien in een adequate regeling.'

11 juli
Cel en tbs voor 20 messteken na seksafspraak

'Een 27-jarige man is veroordeeld tot 3 jaar cel en tbs met voorwaarden. De man bracht 20 messteken toe aan een andere man, waarmee hij op 22 november 2009 in Putten een seksafspraak had.

Nachtmerrie
“De seksdate veranderde voor het slachtoffer in een nachtmerrie omdat de verdachte hem totaal onverwachts met een mes te lijf ging. Het moet een huiveringwekkende ervaring zijn geweest. Volgens de medisch deskundigen is het een wonder dat het slachtoffer niet is overleden. Dit rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan”, zei de rechter.

De man is verminderd toerekeningsvatbaar.'

10 juli
Verdachte steekpartij verplicht om eigen zitting bij te wonen

'De verdachte van een steekpartij moet zijn eigen strafzaak bijwonen. Dat heeft de rechtbank onlangs besloten in een zaak van een 24-jarige verdachte die in januari van dit jaar in Bussum drie personen heeft neergestoken. De rechtbank vindt de waarheidsvinding en de maatschappelijke belangen zwaarder wegen dan het belang van de verdachte om zich door zijn raadsman te laten vertegenwoordigen.

Geen afwezigheidrecht
De verdachte was niet aanwezig tijdens de inhoudelijke behandeling van zijn zaak op 5 juli. De officier van justitie vroeg de rechters de verdachte te verplichten bij de rechtszitting aanwezig te zijn.

Volgens de rechtbank heeft een verdachte het recht bij zijn eigen rechtszitting aanwezig te zijn. Er bestaat echter geen afwezigheidrecht. De rechtbank weegt de belangen tegen elkaar af. In deze zaak, met zeer ernstige verdenkingen, vindt de rechtbank het maatschappelijk belang zwaarder wegen dan de belangen van de verdachte. Ook het belang van de slachtoffers speelt een rol. Verder vindt de rechtbank het belangrijk om te zien hoe de verdachte reageert op de verdenkingen en wil zijn visie horen.

In het proces-verbaal ter terechtzitting leest u de beslissing van de rechtbank.'

10 juli
Gevangenisstraffen voor oplichters Eco Wood

'Twee voormalige bestuurders van Eco Wood zijn vandaag voor de rechtbank in Zwolle veroordeeld tot gevangenisstraffen van 20 maanden. De mannen maakten zich samen schuldig aan oplichting, valsheid in geschrift en het overtreden van de wetgeving voor financieel toezicht. Een derde bestuurder werd vanwege verduistering veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf.

Beleggers opgelicht
Een veilige investering met hoge rendementen. Tientallen beleggers werd dit plaatje voorgespiegeld als ze zouden investeren in de houtplantages van Eco Wood in Zuid-Amerika. In werkelijkheid werd slechts een klein deel van het ingelegde geld daadwerkelijk geïnvesteerd. Door toepassing van een "piramideconstructie" werd inleggeld van nieuwe investeerders gebruikt voor de uitkeringen aan andere beleggers. Ongeveer 70 gedupeerden vertrouwden hun kapitaal aan Eco Wood toe en zagen hun ingelegde geld nooit terug.

Verder werd in de contracten ten onrechte een bepaald bedrijf als eigenaar van de plantages gepresenteerd en had Eco Wood geen vergunning om in effecten te handelen.

Gevangenisstraf
De rechtbank vindt een gevangenisstraf van 20 maanden voor twee voormalige bestuurders passend omdat de mannen op grote schaal particuliere beleggers hebben opgelicht. Zij maakten op geraffineerde wijze misbruik van het vertrouwen van hun slachtoffers. De twee mannen hebben zich alleen maar laten leiden door hun eigen verlangen naar gewin. Zij trokken zich niets aan van de grote financiële en emotionele gevolgen voor de slachtoffers, die hun beleggingen in rook hebben zien opgaan. Daar komt bij dat de slachtoffers - naar het zich laat aanzien - weinig reële verhaalsmogelijkheden hebben.

Ook heeft de handelwijze van de twee verdachten geleid tot concurrentievervalsing en is er een smet geworpen op de legale beleggingswereld. De integriteit van de financiële wereld is hierdoor aangetast.

De rechtbank ziet geen aanleiding om bij de strafoplegging onderscheid te maken tussen beide mannen.

Verstek
Een derde bestuurder van Eco Wood is bij verstek veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf. Hij verduisterde in totaal ruim $ 350.000. De straf is hoger dan de eis van de officier van justitie vanwege de grote geldbedragen die met dit misdrijf gemoeid zijn.

Slachtoffers
De vorderingen van de tientallen benadeelden kunnen niet zonder nader onderzoek worden toegewezen. Voor zo'n onderzoek is geen plaats in een strafprocedure. De slachtoffers kunnen alsnog een civiele procedure starten om te proberen (een deel van) hun geld terug te krijgen.'



10 juli
Celstraf voor oplichting en verduistering geld voor voetbalkamp

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 53-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden waarvan een maand voorwaardelijk voor verduistering en oplichting. Daarnaast moet de man bijna 24.000 euro aan materiële schadevergoeding aan de slachtoffers betalen.

De verdachte heeft in de periode van september 2008 tot mei 2009 geld verduisterd dat bestemd was voor een door hem te organiseren voetbalkamp in Zwitserland voor kinderen. De man heeft de Rabobank onder valse voorwendselen geld afhandig gemaakt en een door de bank overgemaakt geldbedrag voor de sponsoring van een schoolkrantje verduisterd. De rechtbank spreekt de man vrij van oplichting en verduistering van subsidiegelden van de gemeente Eindhoven.

De rechtbank is van oordeel dat de man door zijn gedragingen ernstig misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat de slachtoffers in hem stelden. De rechtbank neemt het de man met name kwalijk dat hij de gewekte verwachtingen van de jonge kinderen die zich op het voetbalkamp hadden verheugd, niet heeft waargemaakt. Hij heeft zijn eigen belang boven dat van de kinderen en hun ouders gesteld.

Bij het opleggen van de straf hield de rechtbank ermee rekening dat de verdachte eerder tot werkstraffen is veroordeeld voor soortgelijke delicten, dat hij de verduistering heeft gepleegd kort na de laatste veroordeling en in de daarbij opgelegde proeftijd. De man heeft de hem geboden kansen om zijn leven te beteren niet aangegrepen en daarom vindt de rechtbank een celstraf op zijn plaats.

De celstraf is lager dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank de man voor een feit vrijspreekt. De man krijgt tijdens de proeftijd van twee jaar reclasseringstoezicht opgelegd en moet een behandeling bij de GGZE voorzetten. De Eindhovenaar moet de kinderen en hun ouders in totaal 6.070 euro en aan de Rabobank 17.642,75 euro materiële schadevergoeding terugbetalen.'

10 juli
Tuinbouwster Someren moet door minister opgelegde boete betalen

'De bestuursrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft vandaag geoordeeld dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een tuinbouwster uit Someren een boete mocht opleggen van bijna 140.000 euro.

De minister legde enkele jaren terug een boete op van 261.300 euro aan de tuinbouwster voor 39 overtredingen van de wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Tijdens de beroepsprocedure heeft de minister de boete verlaagd naar 140.700 euro voor 21 personen die in 2007 aangetroffen waren in het tuinbouwbedrijf.

Volgens de minister toonde de vrouw geen of onvoldoende documenten waaruit de aard van de arbeidsrelatie, het door haar betaalde loon en de vakantiebijslag of het aantal gewerkte uren blijkt van de in haar onderneming aangetroffen personen. De vrouw stelde vervolgens beroep in bij de rechtbank en voerde onder meer aan dat ze wel voldoende informatie heeft overgelegd. Daarnaast vindt de vrouw de boete onevenredig hoog.

Volgens de rechtbank heeft de tuinbouwster geen documenten getoond waaruit blijkt wanneer en hoeveel uur die 21 werknemers hebben gewerkt. Daarom was de minister bevoegd haar voor die overtredingen een boete op te leggen. De omstandigheid dat ze vanwege het uitzitten van een celstraf geen inkomen kan genereren is voor de rechtbank onvoldoende de opgelegde boete te matigen. Daarnaast heeft de vrouw niet onderbouwd dat ze nu en in de toekomst geen vermogen heeft. Wel ziet de rechtbank aanleiding de boete te verminderen met 2.500 euro vanwege de overschrijding van de redelijke termijn door de minister. Dat betekent dat de vrouw 138.200 euro moet betalen.'



10 juli
Vijftien jaar celstraf voor poging moord ex-vriendin en poging doodslag stiefvader

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 22-jarige man uit Rosmalen veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf voor meerdere pogingen tot moord op zijn ex-vriendin in Zeeland en een poging tot doodslag op haar stiefvader. Daarnaast moet hij hen ruim 23.000 euro schadevergoeding betalen.

De ex-vriendin was in september 2011 aan het werk in het bedrijf van haar stiefvader in Zeeland. De verdachte kwam langs om zijn zoontje op te halen. Hij had een doorgeladen vuurwapen in de auto meegenomen. Direct nadat de vrouw haar zoontje achterin de auto zette, richtte de verdachte zijn vuurwapen op de vrouw en schoot haar in de borst. Toen de vrouw wegrende, kwam de verdachte haar achterna en schoot nogmaals. In de woning bij het bedrijf viel de vrouw op de grond, waarna de verdachte van dichtbij een schot loste. Vervolgens richtte hij het vuurwapen op haar hoofd en probeerde tevergeefs nog een schot af te vuren. De stiefvader van de vrouw kwam de woning binnen en nadat hij de verdachte een klap met een hard voorwerp had gegeven, schoot de verdachte vanaf maximaal twee meter afstand op de man. Naast de pogingen tot moord op de vrouw en poging tot doodslag op de man is de verdachte veroordeeld voor het bezit van verboden wapens en patronen en had hij in zijn eigen woning een hennepkwekerij.

Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank er rekening mee dat de verdachte meerdere keren van dichtbij op zijn ex-vriendin en een keer op haar stiefvader heeft geschoten. Dat de vrouw het heeft overleefd, is te danken aan haar wegrennen, het heldhaftige optreden van haar stiefvader en technische problemen met het wapen. Het schietincident heeft grote gevolgen gehad voor de ex-vriendin. Zo konden twee kogels niet verwijderd worden vanwege het grote risico op complicaties en zullen deze vrijwel zeker de rest van haar leven in haar lichaam moeten blijven zitten. De vrouw kan nog niet werken en heeft zich onder behandeling van een psycholoog en fysiotherapeut gesteld. Ook het schieten op haar stiefvader had slechter kunnen aflopen. Hij heeft zijn stiefdochter gered door zijn eigen leven op het spel te zetten en ondervindt psychische klachten. De rechtbank weegt onder meer ook mee dat het driejarige zoontje van de verdachte en zijn ex-vriendin getuige was van het schietincident en hij met de wetenschap moet leven dat zijn vader geprobeerd heeft zijn moeder te vermoorden. Ook andere familieleden, collega’s en buurtbewoners zijn getuige geweest. In het voordeel van de verdachte weegt mee dat uit rapporten van een psycholoog en psychiater blijkt dat de man licht verminderd toerekeningsvatbaar is.

De celstraf van vijftien jaren komt overeen met de straf die de officier van justitie eiste. Het bedrag dat de rechtbank toewijst aan immateriële schade is met ruim 10.000 euro de helft hoger dan geëist, gelet op de (blijvende) fysieke en psychische klachten van de vrouw. De door de man gevorderde schadevergoeding wijst de rechtbank in zijn geheel toe, te weten ruim 13.000 euro.'

10 juli
Straffen van 4 maanden tot 4,5 jaar voor geweldsincidenten Breda/Rijsbergen

'De Rechtbank Breda heeft vandaag uitspraak gedaan in 2 geweldsincidenten in Breda en Rijsbergen in augustus 2011. In totaal stonden daarvoor 10 mannen terecht. Voor de bedreiging van 2 portiers van café De Nachtwacht op 13 augustus 2011 werden 9 van de 10 verdachten vrijgesproken. Voor het aftuigen van 2 mannen in de omgeving van de camping Fort Oranje op 23 augustus werden die 9 wel veroordeeld. Er werden gevangenisstraffen opgelegd, variërend van 4 maanden tot 4,5 jaar.

Mishandeling Rijsbergen
De Rechtbank acht 9 verdachten schuldig aan poging tot zware mishandeling van 2 mannen, van wie er 1 naar zijn zeggen geld te goed had van de zoon van 1 van de verdachten. Het is tot een confrontatie gekomen tussen de "schuldeiser", vergezeld van 1 uit de kluiten gewassen man en de vader van de "schuldenaar", die zich liet bijstaan door 8 mannen. De Rechtbank acht bewezen, dat de 9 niet in een gemoedsopwelling hebben gehandeld maar met voorbedachten rade de 2 van het parkeerterrein bij Fort Oranje hebben meegenomen naar een afgelegen plek om hen daar te mishandelen. Die mishandeling is uitgevoerd op een manier die tot zeer ernstig letstel had kunnen leiden

Opgelegde straffen mishandeling
De rechtbank legt de negen verdachten een gevangenisstraf van 15 maanden op voor het mede plegen van twee pogingen tot zware mishandeling. De straf voor de verdachten van wie vast staat dat ze geweld hebben gebruikt is 1 tot 3 maanden hoger. De verdachten hebben de feiten gepleegd in een nauwe, bewuste samenwerking. Dat mogelijk één of meer verdachten niet daadwerkelijk hebben deelgenomen aan de mishandeling doet aan deze omstandigheden niet af.

In de zaken waarbij van verdachte vast is komen te staan dat naast de twee pogingen tot zware mishandeling, nog andere strafbare feiten zijn gepleegd, is een passende sanctie opgelegd. Zo veroordeelt de rechtbank de 38-jarig M.L. tot 4,5 jaar cel. De rechtbank acht bewezen dat verdachte de slachtoffers meerdere malen met een zware zaklamp (Maglite) op het hoofd heeft geslagen. Daarnaast is de man veroordeeld vanwege wapen- en drugsbezit (amfetamine) en heling. De 45-jarige J.K, die gezien wordt als de initiatiefnemer voor de ontmoeting met de latere slachtoffers, is veroordeeld tot 18 maanden cel. De 31-jarige G.A kreeg een straf van 16 maanden opgelegd, vanwege het daadwerkelijk gebruikte geweld. De 52-jarige F.D. en de 48-jarige J.H. hebben 16, respectievelijk 17 maanden gevangenisstraf opgelegd gekregen, vanwege de vuurwapens die bij hen zijn aangetroffen.

Bedreiging portiers De Nachtwacht in Breda
De rechtbank veroordeelde de tiende verdachte (de 43-jarige N.O) tot een gevangenisstraf van 4 maanden voor het bedreigen van een portier van een uitgaansgelegenheid in Breda in augustus 2011. Ook wordt verdachte veroordeeld voor het beledigen en zwaar bedreigen van politieagenten in september vorig jaar.

De rechtbank heeft de andere negen verdachten vrijgesproken van het bedreigen van deze portier in augustus 2011. Het optreden van de groep, bestaande uit en zichtbaar gekleed als leden van de motorclub Satudarah, kan voor een buitenstaander als dreigend zijn overgekomen. Het kan echter niet bewezen worden dat de verdachten vooraf op de hoogte waren van het eventuele plan van medeverdachte N.O. om de portier te bedreigen.'



10 juli
Voorlopige hechtenis twee verdachten A73-zaak opgeheven

'Het gerechtshof in Arnhem heeft vandaag (10 juli 2012) in de zaak van de twee verdachten van de moord op Hans van G. en de poging tot moord op Olaf van F., gepleegd op 10 september 2008 op de rijksweg A73 bij Nijmegen, besloten de voorlopige hechtenis op te heffen en hen voor deze zaak in vrijheid te stellen. Beide verdachten zaten sinds 21 april 2009 vast.

Alles overziend moet naar het oordeel van het gerechtshof worden aangenomen dat de ernstige bezwaren en gronden voor de voorlopige hechtenis niet langer bestaan.

Op 18 september 2012 zal het hof einduitspraak doen in de zaken tegen beide verdachten die ook nog van andere strafbare feiten, waaronder betrokkenheid bij de teelt van hennep, worden verdacht.

Daarnaast zal het hof op die datum uitspraak doen in de zaken van vijf medeverdachten. Deze verdachten wordt onder meer betrokkenheid bij de teelt van hennep en witwassen van crimineel geld verweten.'

9 juli
WOZ-waarde lopende jaar niet altijd doorslaggevend bij erfbelasting

'De huidige WOZ-waarde hoeft niet altijd beslissend te zijn bij het bepalen van de waarde van een erfenis. In deze zaak waar het hier om gaat hadden betrokkenen in het jaar 2010 een woning geërfd. Volgens de Successiewet 2010 moet een woning in een erfenis worden gewaardeerd op de WOZ-waarde die in het jaar van overlijden geldt. Deze WOZ-waarde is echter gebaseerd op de waarde van de woning per 1 januari van het voorafgaande jaar. Dus de WOZ-waarde 2010 is de waarde per 1 januari 2009 en de WOZ-waarde 2011 is de waarde per 1 januari 2010. De woning die in 2010 werd geërfd, moest voor de erfbelasting dus worden gewaardeerd op de waarde per 1 januari 2009. Doordat de prijs van de woning in de tussentijd was gedaald, was de WOZ-waarde per 1 januari 2010 € 77.500 lager dan die per 1 januari 2009. De erfgenamen moesten over de waarde per 1 januari 2009 belasting betalen, terwijl de waarde per 1 januari 2010, dat is veel dichter bij de overlijdensdatum, lager was.

Niet in strijd met Europees recht
Betrokkenen hebben de rechtbank gevraagd de Successiewet 2010 op dit punt te toetsen aan het Eerste Protocol bij het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Dat is mogelijk omdat belastingheffing wordt gezien als regulering van eigendom. De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse regeling op zich niet in strijd is met het Europees recht. Wel is de rechtbank van oordeel dat de regeling in deze zaak voor betrokkenen tot een onevenredig zware last leidt. De rechtbank houdt er rekening mee dat het voor ieder van de erfgenamen € 3.836 belastinggeld scheelde, terwijl zij dit zouden moeten betalen over vermogen wat ze niet daadwerkelijk erfden. Daarbij komt dat iemand die een woning erft, niet altijd direct liquide middelen krijgt om de erfbelasting te kunnen betalen.'



9 juli
Achttien jaar celstraf voor moord Son

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 51-jarige man veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf voor de moord op een man in Son.

De verdachte bracht in oktober 2002 bij visvijver Ekkersweijer een man uit Breda om het leven. Het slachtoffer werd in een bestelbus gevonden met een aantal schotwonden in zijn lichaam en zijn hoofd. Op grond van meerdere getuigenverklaringen en het DNA-profiel van de verdachte op een aangetroffen sigarettenpeuk is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de fatale schoten heeft gelost. De man liep in de vroege morgen van 8 oktober 2002 naar de bestelbus en begon vrijwel meteen nadat het portier was geopend te schieten op het slachtoffer. Op basis van forensisch onderzoek en verklaringen van getuigen komt het beeld naar voren van een liquidatie. De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de man met voorbedachte raad heeft geschoten en laat daarbij in het midden of hij (al dan niet tegen betaling) handelde in opdracht van een derde.

Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank er strafverzwarend rekening mee dat de verdachte van dichtbij meerdere kogels in het lichaam van het slachtoffer heeft geschoten. De moord draagt het karakter van een koelbloedige liquidatie. Een dergelijke bruut delict, op een voor iedereen toegankelijke plaats, schokt de rechtsorde en veroorzaakt in de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid. Voor de nabestaanden van het slachtoffer betekent zijn dood een onomkeerbaar verlies. Dat de verdachte geen inzicht heeft willen geven in zijn motieven, maakt het onbegrip voor de moord en daarmee het verdriet voor de nabestaanden des te groter. Verder weegt mee dat de verdachte in 2002 al een aanzienlijk strafblad had. De rechtbank oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn voor verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man en rekent hem de moord dan ook volledig toe. De opgelegde straf van achttien jaar cel komt overeen met de eis van de officier van justitie.'

9 juli
Vrijspraak voor man uit Weert door ontbreken dossier

'De meervoudige strafkamer van de rechtbank Roermond heeft vrijdag 6 juli 2012 een 24-jarige man uit Weert vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig bewijsmateriaal. De man uit Weert werd verdacht van poging tot doodslag en poging zware mishandeling van zijn vriendin in januari 2012.

Op 26 april 2012 is in deze zaak een proforma-zitting bij de rechtbank Roermond geweest. Op 21 mei 2012 is het dossier verzonden naar het Openbaar Ministerie in Roermond. Deze verzending naar het OM is bij de rechtbank geregistreerd in het digitale administratiesysteem, dat zowel door de rechtbank als het OM wordt gebruikt. Door het OM is niet geregistreerd dat het dossier aldaar is ontvangen.

Bij de voorbereiding van de inhoudelijke behandeling van deze zaak voor de zitting van vrijdag 6 juli 2012 bleek bij de rechtbank Roermond dat het dossier van deze verdachte er niet was. De rechtbank heeft vervolgens meerdere malen het OM gevraagd het dossier naar de strafgriffie te sturen. Daarop is geen positieve reactie ontvangen.

Omdat er van het originele dossier geen gewaarmerkte kopie bestond, heeft de rechtbank Roermond de man 6 juli vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig bewijsmateriaal.'



6 juli
Hogere celstraf voor aspergeteelster uit Someren

'Een 49-jarige aspergeteelster uit Someren is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar voor mensenhandel. Ook moet zij in totaal ruim 9.000 euro aan schadevergoedingen betalen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een aanzienlijk aantal werknemers heeft uitgebuit. De aspergeteelster heeft hen vrijwel zonder uitzondering zeven dagen per week en tien tot veertien uur per dag laten werken voor een lager salaris dan het minimumloon. Bovendien heeft zij dit salaris in veel gevallen niet uitbetaald. Daarbij is de vrouw volgens het hof actief en planmatig te werk gegaan. Zij heeft de meeste werknemers zelf geworven en verder voor alle werknemers de huisvesting verzorgd.

Huisvesting
De werknemers verbleven met twee of meer personen op een (zeer) kleine kamer, die in sommige gevallen niet gelucht kon worden. Ook was de huisvesting niet brandveilig en was het sanitair onhygiënisch. Daar kwam nog bij dat de verdachte uit het oogpunt van kostenbesparing ’s avonds de warmwatervoorziening afsloot. Verder beperkte zij de bewegingsvrijheid van haar werknemers, zij mochten hun verblijf na 22.00 uur niet meer verlaten.

Mensenhandel
Het hof vindt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De werknemers konden zich namelijk niet aan de situatie onttrekken, omdat zij hun loon pas aan het einde van het aspergeseizoen uitbetaald zouden krijgen. Daarnaast waren zij voor hun huisvesting en inkomen van de verdachte afhankelijk. Zij was zich hiervan bewust en maakte misbruik van haar overwicht op de werknemers en van de kwetsbare positie waarin zij zich bevonden. Op die manier heeft de aspergeteelster persoonlijk geldelijk gewin boven het welzijn van haar werknemers gesteld. Het kwalijke van dit handelen heeft zij volgens het hof nog altijd niet ingezien.

Hogere straf
De ernst van wat de teelster heeft gedaan, rechtvaardigt volgens het hof een hogere gevangenisstraf dan die de rechtbank heeft opgelegd. De rechtbank veroordeelde de verdachte op 4 oktober 2011 tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, waarvan zes voorwaardelijk. Het hof ziet echter geen aanleiding voor een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf. Het tuinbouwbedrijf van de verdachte is failliet gegaan en niets wijst erop dat de verdachte zich in de toekomst opnieuw zal gaan bezighouden in de land- of tuinbouw. Alles afwegende, is het hof van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaar passend en geboden is.

Schadevergoeding
Het gerechtshof heeft bepaald dat de verdachte aan vier werknemers een schadevergoeding van in totaal € 9.141,72 moet betalen. Dit bedrag is onder meer gebaseerd op wat deze werknemers - gelet op het destijds geldende wettelijk minimumloon - hadden moeten verdienen.

Achtergrond
Aanleiding voor het strafrechtelijk onderzoek naar de aspergeteelster was de situatie die naar voren kwam tijdens een bestuursrechtelijke handhavingsactie op 15 mei 2009 vanwege de brandveiligheid. Op het terrein van de verdachte werden in totaal 65 Roemeense, Poolse en Portugese werknemers aangetroffen. De meesten van hen lieten toen weten dat zij onder erbarmelijke omstandigheden leefden en dat zij naar huis wilden. Sommigen gaven echter aan niet terug te willen, omdat zij bang waren niet betaald te krijgen. Vijf dagen voor de actie waren er namelijk vier Portugezen vertrokken omdat zij zich slecht behandeld voelden, maar zij kregen geen salaris uitbetaald. Ook wilde de verdachte de paspoorten van de Portugezen niet teruggeven, hiervoor moest zelfs de politie worden ingeschakeld.'

5 juli
8 maanden voor het meermalen plegen van valsheid in geschrifte

'De rechtbank Haarlem heeft op 5 juli 2012 een verdachte veroordeeld voor het meermalen plegen van valsheid in geschrift. Volgens de rechtbank is zij onder een valse naam twee koopovereenkomsten aangegaan.

Aan de verdachte is een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden opgelegd. Dat is hoger dan de straf die de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat zij na een eerdere veroordeling voor oplichting in december 2011 wederom een vergelijkbaar strafbaar feit heeft gepleegd. Een deel van de straf (vijf maanden) wordt evenwel niet ten uitvoer gelegd onder de voorwaarde dat verdachte zich gedurende een proeftijd van 3 jaar zal laten begeleiden door Reclassering Nederland en zich psychiatrisch zal laten behandelen. Deze bijzondere voorwaarden zijn dadelijk uitvoerbaar, wat betekent dat een eventueel hoger beroep van verdachte de verplichting om de voorwaarden na te leven niet opschort.'



5 juli
Ex-directeur Gelredome veroordeeld tot twaalf jaar cel voor moord

'De rechtbank heeft vandaag een 47-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar voor de moord op zijn vrouw. De man is de ex-directeur van Gelredome.

Onherstelbaar leed
De man heeft zijn echtgenote om het leven gebracht. Met haar had hij een langdurige relatie en drie kinderen. Zij hadden sinds enkele maanden relatieproblemen. Hij heeft haar eerst met een honkbalknuppel op haar hoofd geslagen en vervolgens een kussen op haar hoofd gedrukt. Door zijn handelen heeft hij het slachtoffer haar meest dierbare bezit ontnomen, namelijk haar leven. Hij heeft de kinderen hun moeder afgenomen en familie en vrienden hun dierbare. Hij heeft hen onherstelbaar leed toegebracht.

Lagere straf dan eis
De rechtbank vindt dat moord bewezen kan worden omdat de verdachte op meerdere momenten tot bezinning had kunnen komen, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank houdt wel rekening met het feit dat het in deze zaak om moord gaat die grenst aan doodslag omdat niet is gebleken dat de moord ruim van te voren is beraamd en zorgvuldig is voorbereid. Verder houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte zwaar gebukt gaat onder wat hij heeft aangericht en dat zijn handelen zijn hele verdere leven een zware psychische last voor hem zal zijn. De rechtbank komt gelet hierop tot een lagere straf dan door de officier van justitie geëist.'

3 juli
Deel van Hofstadzaak moet weer over

'De zaken van twee vermeende leden van de zogenoemde Hofstadgroep, Mohamed F.B. en Yousef E., moeten over. De Hoge Raad vindt de bewijsvoering wat betreft deelneming aan een terroristische organisatie niet voldoende onderbouwd. Mohamed F.B. en Yousef E. werden in 2010 beiden veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf. De veroordelingen van Jason W., Ismail A. en Mohamed El M. en Nouriddin el F. blijven in stand.

Leden van de Hofstadgroep troffen elkaar in 2003 en 2004 in de woning van Mohammed B., de latere moordenaar van Theo van Gogh. Zij bespraken de gewelddadige jihad en wisselden daarover gegevens uit.

Organisatie
Het hof in Den Haag sprak in 2008 de verdachten van de Hofstadgroep vrij van deelneming aan een terroristische organisatie (LJN BC2576). De Hoge Raad vond dat het hof het begrip ‘organisatie’ te beperkt had opgevat en liet het hof Amsterdam de zaak over doen (LJN BK5182). Het hof Amsterdam oordeelde in 2010 dat de Hofstadgroep wel degelijk een terroristische organisatie was. Jason W. kreeg met 13 jaar cel de hoogste straf, onder meer voor het gooien in 2004 van een handgranaat naar leden van een arrestatieteam die hem kwamen oppakken. Daarbij raakten politiemensen ernstig gewond. De anderen kregen straffen van 38 maanden (Ismail A.) en 15 maanden cel (LJN BO7690).

Gedachtegoed
Het hof heeft vastgesteld dat verdachten Mohamed F.B. (advocaat B. Th. Nooitgedagt, Amsterdam) en Yousef E. (advocaat J. Kuijper, Amsterdam) bijeenkomsten rond Mohammed B. bijwoonden waar werd gesproken over de gewelddadige jihad, en waar gewelddadige films werden bekeken. Yousef E. had mailcontact over de jihad en verzamelde hierover informatie op internet. Mohamed F.B. heeft tijdens de eerder genoemde bijeenkomsten geprobeerd zijn gedachtegoed op anderen over te brengen en hij heeft geld ingezameld voor familieleden van geestverwanten in de gevangenis. Dit alles wil volgens de Hoge Raad niet zonder meer zeggen dat deze verdachten zelf daadwerkelijk een aandeel hebben gehad in het realiseren van terroristische doelen van de Hofstadgroep. Het hof waarnaar de zaak wordt verwezen moet dit opnieuw onderzoeken, vindt de Hoge Raad.

Betrokkenheid
Wat betreft Jason W. (advocaat Nooitgedagt, Amsterdam) en Ismail A. (advocaat R.A. van der Horst , Amsterdam) vindt de Hoge Raad dat het hof wel terecht heeft geoordeeld dat zij deel uit maakten van een terroristische organisatie. Zij hadden een grotere en actievere betrokkenheid. Zo sprak Jason W. in chatgesprekken over het afslachten van bepaalde politici - een volgens hem verheugend vooruitzicht - en riep hij anderen op tot het volgen van een training in Afghanistan of Pakistan. Ismail A. leverde beeldmateriaal voor de bijeenkomsten, o.a. over het afslachten van vrouwen en kinderen, en heeft meegewerkt aan de verspreiding van een pamflet waarin werd opgeroepen tot de gewapende jihad.

Omdat in de zaak van Jason W. de redelijke termijn is overschreden, wordt zijn straf verminderd van 13 jaar tot 12 jaar en 9 maanden gevangenisstraf.

De klachten van Mohamed El M. (advocaat M.L.M. van der Voet, Amsterdam) kunnen niet tot cassatie leiden en behoeven geen nadere motivering omdat ze geen rechtsvragen aan de orde stellen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De zaak van Nouriddin el F. heeft de Hoge Raad inhoudelijk niet bekeken omdat hij geen klachten had ingediend. Om die reden is hij niet-ontvankelijk verklaard in het cassatieberoep. Daarmee is ook zijn veroordeling definitief.'



3 juli
‘Vrijspraak ongehoorzame reiziger terecht’

'Een reiziger die weigerde mee te werken aan een (drugs-)controle op Schiphol is door het hof terecht vrijgesproken. Dat heeft de Hoge Raad vandaag (3 juli 2012) geoordeeld. De vrijspraak is daarmee definitief.

De betreffende reiziger weigerde de vragen van een douanebeambte te beantwoorden. Deze vragen werden hem gesteld in het kader van een zogeheten 100%-controle op de luchthaven Schiphol. Passagiers werden daarvoor bij de gate geselecteerd voor nader onderzoek. Toen de reiziger bij zijn weigering bleef, werd hij aangehouden vanwege het niet voldoen aan een ambtelijk bevel.

Deze aanhouding was niet terecht, oordeelde het gerechtshof Amsterdam in 2010 en sprak de reiziger vrij (LJN BO6489). Het OM stelde tegen deze uitspraak beroep in cassatie in.

Het hof heeft op de juiste gronden vrijgesproken, vindt de Hoge Raad. Het wettelijk voorschrift (art. 14 Communautair Douanewetboek) waarop het bevel volgens de aanklacht berustte, houdt namelijk niet met zoveel woorden in dat de douaneambtenaar gerechtigd is tot het geven van een bevel tot het verstrekken van inlichtingen.

In deze zaak gaat het dus niet om een toetsing van de rechtmatigheid van de 100%-controles. De vraag of de douaneambtenaar tot het geven van ’een bevel tot het verstrekken van inlichtingen' bevoegd is, is een andere dan de vraag of drugscontroles mogen worden uitgevoerd op passagiers van geselecteerde vluchten.

Als nadere toelichting: het niet voldoen aan de verplichting tot het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in art. 14 CDW is wel een strafbaar feit dat volgens art. 10:6 Algemene douanewet wordt bestraft met een geldboete.'



2 juli
Gevangenisstraf voor poging overval

'De rechtbank heeft een 30-jarige vrouw uit Tiel veroordeeld voor het plegen van een overval op een drogisterij in Tiel. De vrouw is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 52 weken, waarvan 46 weken voorwaardelijk. Als bijzondere voorwaarden heeft de rechtbank aan de vrouw een meldingsgebod bij de reclassering opgelegd, en daarnaast een behandelverplichting en een middelencontrole.

Behalve de gevangenisstraf heeft de rechtbank aan de vrouw ook de maximale werkstraf van 240 uur opgelegd.

De rechtbank benadrukt dat het om een ernstig feit gaat, dat zeer beangstigend voor het slachtoffer is geweest.

Brief slachtoffer
Het slachtoffer heeft – in een door de verdediging ter terechtzitting aan de rechtbank overhandigde – brief aan verdachte verwoord welke psychische gevolgen het delict voor haar heeft gehad en hoe zij daar nog mee worstelt. Daarnaast veroorzaken, zo is algemeen bekend, dergelijke brutale delicten gevoelens van angst en onveiligheid binnen de samenleving in het algemeen.

Hogere gevangenisstraf dan geëist
De rechtbank rekent verdachte in hoge mate aan dat zij bij haar behoefte om snel aan geld te komen – om welke reden dan ook – heeft geprobeerd iemand af te persen in plaats van het geld op legale wijze te vergaren. Dat het een ‘wanhoopsdaad’ was, zoals de raadsman heeft benadrukt, doet daaraan niet af. Met name gelet op de ernst van het feit en met verwijzing naar wat bij dit soort delicten aan straffen wordt opgelegd, heeft de rechtbank een hogere gevangenisstraf opgelegd dan door de officier van justitie is geëist.

Omdat het er echter op lijkt dat de vrouw een weg is ingeslagen waarbij zij haar leven probeert te beteren, heeft de rechtbank een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd met de bijzondere voorwaarden zoals boven genoemd.'



2 juli
Turnster Masela verliest kort geding Olympische Spelen

'Turnbond KNGU paste de regels juist toe bij het voordragen van turnster Céline van Gerner voor deelname aan de Olympische Spelen in Londen. Dat oordeelde de kort gedingrechter maandag 2 juli. Turnster Wyomi Masela verloor het kort geding dat ze aanspande tegen de KNGU om naar de Spelen te kunnen.

Zuur
De kort gedingrechter deed meteen mondeling uitspraak en sprak Masela toe: “Het is zuur voor je dat je door de KNGU op het verkeerde been bent gezet doordat ze eerst jou aanwezen voor de Spelen. Maar iedereen is gebonden aan de regels die door de KNGU samen met het NOC*NSF zijn opgesteld. Jij, ik, iedereen. Een sporter moest eerst een prestatie neerzetten en vervolgens vormbehoud tonen. Daarna kon de KNGU iemand aanwijzen.”

Eerdere zaken over selectie KNGU
Eerder dit jaar waren er twee kort gedingen van turners Jeffrey Wammes en Céline van Gerner tegen de KNGU over de uitleg van die selectieregels. De turnbond koos Epke Zonderland en Wyomi Masela om naar Londen af te reizen. De kort gedingrechter stelde Wammes en Van Gerner in het gelijk, zodat de KNGU opnieuw een keuze moest maken. 13 juni wees de turnbond Van Gerner en Zonderland aan voor de Olympische Spelen.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl