Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - maart 2012:


21 maart 2012
OM niet ontvankelijk in zaak naaktfoto's Manon Thomas

'De Hoge Raad verklaart het openbaar ministerie(OM) niet ontvankelijk in de vervolging van de verdachte die naaktfoto’s en een naaktfilmpje van tv-presentatrice Manon Thomas openbaar maakte door ze op internet te zetten. Het OM heeft een fout gemaakt bij het aanvullen van feiten op de dagvaarding.

Computer
De toenmalige buurman van Manon Thomas heeft zonder toestemming een filmpje en foto’s gekopieerd van de computer van haar partner. Dit filmpje, waarop Thomas naakt is te zien, heeft hij vervolgens openbaar gemaakt door het op YouTube te plaatsen. Enkele naaktfoto’s van Thomas zette hij in gedeelde MSN-mappen. Dit gebeurde in de periode van 1 november 2005 tot en met 19 november 2007.

Auteursrecht
In eerste instantie werd de verdachte vervolgd voor computervredebreuk en belediging. Dat heeft het OM door middel van een vordering tot wijziging willen aanvullen met inbreuk op auteursrecht van de partner van Thomas die het filmpje en de foto’s had gemaakt en het onrechtmatig openbaar maken van portretten. Deze aanvullende feiten stonden ter informatie in de oorspronkelijke dagvaarding. Het OM wil ze alsnog zelfstandig opvoeren. De rechtbank stond dat toe.

Nieuwe dagvaarding
Het hof Leeuwarden stelt dat aanvullen van de dagvaarding met inbreuk op auteursrecht van de partner van Thomas en het onrechtmatig openbaar maken van portretten niet mogelijk is zonder de oorspronkelijke dagvaarding aan te passen. Het hof vat de vordering tot aanvulling van de tenlastelegging van het OM daarom op als een nieuwe dagvaarding. Het veroordeelt de verdachte op 4 mei 2010 alleen voor de in de ‘nieuwe’ dagvaarding toegevoegde feiten (inbreuk op het auteursrecht en het onrechtmatig openbaar maken van portretten) tot een taakstraf van 30 uur en een boete van 250 euro. Ook moet de verdachte Manon Thomas een schadevergoeding betalen van 3000 euro (LJN BM3169). Voor de oorspronkelijk ten laste gelegde feiten komt het niet tot een veroordeling.

Cassatie
De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld. Hij klaagt over het oordeel van het hof dat een vordering tot wijziging van de tenlastelegging kan worden beschouwd als een nieuwe dagvaarding. De toegevoegde feiten zouden te ver af staan van de oorspronkelijke dagvaarding en andere verwijten betreffen.

Strijdig met wet
Het oordeel van het hof dat de officier van justitiemet een vordering tot wijziging de oorspronkelijke dagvaarding heeft ingetrokken en vervangen door een nieuwe met twee extra feiten, is in strijd met de wet. Voor intrekking van de dagvaarding was het te laat omdat het onderzoek van de zaak al op de zitting was aangevangen.

De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en doet de zaak zelf af. Hij verklaart het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van de twee aan de dagvaarding toegevoegde feiten, namelijk inbreuk op auteursrecht en het onrechtmatig openbaar maken van portretten.'



16 maart 2012
Hof legt in hoger beroep tot 7 jaar cel op in strafzaak Zuil

'Het gerechtshof in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep gevangenisstraffen tot 7 jaar opgelegd tegen zeven verdachten in de strafzaak Zuil. Zes verdachten zijn veroordeeld wegens deelneming aan een criminele organisatie al dan niet in combinatie met diverse overtredingen van de Opiumwet, één verdachte wegens voorbereiding van cocaïne-invoer.

Criminele organisatie
Volgens het hof is er sprake van een internationaal opererende drugsorganisatie die zich op zeer systematische en professionele wijze in Nederland en het buitenland bezig hield met de handel in verdovende middelen. De verdachten hebben er volgens het hof blijk van gegeven bereid te zijn een substantiële bijdrage te leveren aan de instandhouding van het criminele drugscircuit in Nederland en daarbij uit winstbejag gehandeld.

Feiten in de visie van het hof
De organisatie is in het begin van de jaren negentig begonnen met het transporteren van grote hoeveelheden hasj naar het buitenland. Rond 2002 werd overgegaan op meer winstgevende transporten van harddrugs. Aldus werden gedurende vele jaren grote hoeveelheden drugs naar verschillende Europese landen getransporteerd. Het ging daarbij om hasj, cocaïne, heroïne en XTC.

Rol van de verdachten
Het hof ziet een belangrijke rol weggelegd voor de inmiddels 51-jarige hoofdverdachte als opdrachtgever en financier binnen de organisatie. Deze verdachte is voor deelname aan een criminele organisatie, uitvoer van hasj, afleveren van heroïne, witwassen en valsheid in geschrifte veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf. Tegen de zes medeverdachten werden gevangenisstraffen opgelegd van respectievelijk 42 maanden, 30 maanden, 2 jaar, 12 maanden voorwaardelijk en 240 uur taakstraf in combinatie met 6 maanden voorwaardelijk. Deze verdachten waren bij de drugshandel betrokken als investeerder, leverancier, chauffeur of verkoper. Een rol bij de strafoplegging speelde dat de feiten zich al weer langere tijd geleden afspeelden.

Rechtbank
De Rechtbank Haarlem veroordeelde de hoofdverdachte eerder tot een gevangenisstraf van 8 jaar. Zowel het OM als de hoofdverdachte stelden hoger beroep in tegen de beslissing van de rechtbank. De advocaat-generaal had ook een gevangenisstraf van 8 jaar geëist. De hoofdverdachte werd echter vrijgesproken van uitvoer van XTC en vuurwapenbezit.

Daarnaast moet de hoofdverdachte een bedrag van ruim 1.000.000 (een miljoen) euro terugbetalen als wederrechtelijk verkregen vermogen. Twee andere verdachten moeten bedragen terugbetalen van respectievelijk ruim 56.000 euro en 4.600 euro.'



6 maart 2012
Veroordeling voor moord op 85-jarige Amsterdamse in stand

'De Hoge Raad laat de veroordeling voor onder meer doodslag op een 85-jarige vrouw in de Amsterdamse Rivierenbuurt in stand. Dat het hof tijdens de zitting een vriendin van het overleden slachtoffer heeft aangehoord terwijl zij volgens de wet geen spreekrecht heeft, doet in dit geval geen afbreuk aan de veroordeling. De Hoge Raad stelt wel dat de rechter tijdens de zitting geen personen mag horen die volgens de wet geen spreekrecht hebben.

Kennis
Het 85-jarige slachtoffer werd op 7 december 2007 in haar woning in de Amsterdamse Rivierenbuurt doodgeslagen. De verdachte is een goede kennis van het slachtoffer. De man heeft na het overlijden van het slachtoffer geprobeerd te pinnen met de van het slachtoffer gestolen pinpas.

Leegte
Een vriendin van het slachtoffer heeft tijdens de zitting een verklaring afgelegd over ‘de leegte die de dood van het slachtoffer heeft achtergelaten en over het verdriet en het onbegrip over haar gruwelijke dood'. De verdachte vindt dat het hof ten onrechte deze vriendin van het slachtoffer heeft gehoord terwijl zij wettelijk geen spreekrecht heeft. Daarom zou de behandeling van de zaak over moeten.

Verklaring
Dat ziet de Hoge Raad anders. Wanneer iemand zonder wettelijk spreekrecht in een strafproces toch het woord heeft gekregen – zoals in deze zaak – betekent dat niet dat de zaak opnieuw moet worden behandeld. Zo’n mondelinge verklaring kan worden vergeleken met een schriftelijke verklaring die is toegevoegd aan de processtukken.

Wel stelt de Hoge Raad dat strikte toepassing van de wettelijke regeling alle partijen duidelijkheid verschaft en discussie voorkomt over op grond waarvan iemand spreekrecht zou moeten hebben en welke invloed dit spreekrecht heeft op het proces.

Bloedverwanten
De wet geeft een beperkte groep nauw betrokkenen spreekrecht in het strafproces. Dit zijn echtgenoten of partners van slachtoffers en bloedverwanten tot en met de eerste graad of, als zij van dit spreekrecht niet kunnen of willen gebruikmaken, bloedverwanten tot en met de tweede graad. Het is aan de wetgever en niet aan de rechter om te beslissen over een eventuele uitbreiding van de categorie nabestaanden met spreekrecht. De rechter moet daarom een verzoek tot spreekrecht van iemand die dat wettelijk niet toekomt, afwijzen.

Ondergeschikt
Het hof heeft de betreffende verklaring van de vriendin van het slachtoffer betrokken bij de strafmotivering. Volgens de Hoge Raad is het gebruik van deze verklaring in de strafmotivering van ondergeschikte betekenis en geeft dit geen aanleiding om de zaak over te doen.

Definitief
De veroordeling is definitief maar wordt door overschrijding van de redelijke termijn teruggebracht van 15 jaar tot 14 jaar en 6 maanden. De zaak wordt alleen nog naar het hof Amsterdam teruggewezen voor een beslissing over eventuele teruggave van in beslag genomen voorwerpen van de verdachte.'



6 maart 2012
Vonnis in verdrinkingszaak Hellevoetsluis gehandhaafd

'Een woonbootbewoner uit Hellevoetsluis die in 2009 twee indringers in het koude water gooide, waarop één van de mannen verdronk, is definitief veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft dat vonnis van het Haagse gerechtshof bekrachtigd.

De verdachte werd 8 februari 2009 ’s nachts wakker op zijn boot in de haven van Hellevoetsluis en zag een man op het dek staan. Hij schopte tegen de deur en zag hem tegen de kade oprennen, naar een andere man. De verdachte zette de achtervolging in met de bedoeling de twee te zoeken en ze een lesje te leren.

Twee graden
Hij trof de mannen aan op de loopplank van een boot aan de andere kant van de haven, ging op ze af en gooide ze beiden het water in, dat die nacht een temperatuur had van zo’n twee graden Celsius. Hij zag een van de mannen naar een kiezelstrandje zwemmen en dacht dat zijn eerste slachtoffer toen ook al uit het water was gekomen, verklaarde hij later. De volgende ochtend zag hij iemand in het water drijven en belde hij de politie. Sam S. (25) bleek te zijn verdronken.

Doodslag
De rechtbank Rotterdam veroordeelde de verdachte eerder wegens doodslag en mishandeling tot vier jaar gevangenisstraf. Het hof in Den Haag sprak hem vrij van doodslag en gaf hem vier maanden gevangenisstraf voor mishandeling met de dood tot gevolg, en mishandeling van de tweede man. Het hof achtte niet bewezen dat de verdachte de opzet had het slachtoffer van het leven te beroven.

Lesje leren
Volgens het hof wilde de verdachte de slachtoffers slechts een lesje leren; een fatale afloop van zijn actie kwam niet bij hem op. Dat plotselinge onderdompeling in zeer koud water altijd een aanmerkelijke kans op overlijden inhoudt, is niet algemeen bekend, aldus het hof. Daarom kon de man denken dat ook Sam S. zich in veiligheid had weten te brengen.

Bekrachtigd
Het openbaar ministerie(OM) was het met die redenering niet eens en stelde tegen de uitspraak van het hof beroep in cassatie in. De Hoge Raad heeft het vonnis echter bekrachtigd. Het hof hoefde er volgens de Hoge Raad niet van uit te gaan dat een ijskoud bad ‘altíjd’ een grote kans op overlijden geeft.'



6 maart 2012
Opheffing beslag op woning vermoord echtpaar Vollenhove

'De Rabobank moet het beslag opheffen op de woning van het eind 2009 vermoorde echtpaar uit Vollenhove. Dit heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad op 6 maart beslist op de vordering van één van de erfgenamen van het echtpaar. Een belangrijk argument is een betere verkoopbaarheid van de woning.

Lastig te verkopen
De bank had beslag gelegd op de woning omdat zij mogelijk een vordering op één van de erven heeft. Het gaat om een van de zonen van het echtpaar, tegen wie een onderzoek loopt naar zijn betrokkenheid bij de moord (zie hiervoor de persberichten van 15-02-'12 en 29-02-'12). De andere zoon, die optreedt als vereffenaar van de nalatenschap, vond dat het beslag van de woning af moet. Hij voerde aan dat de woning al geruime tijd te koop staat nu de erfgenamen er zelf niet in willen wonen. De woning is lastig te verkopen omdat zijn ouders daar zijn vermoord. Het beslag op de woning, dat zichtbaar is in de openbare registers, blokkeert volgens hem de verkoop en leidt tot een opbrengst die ver onder de vraagprijs zal liggen.

Rabobank handhaaft beslag
Deze erfgenaam is bereid mee te werken aan een oplossing waarbij de rechten van de bank veilig gesteld kunnen worden. Bijvoorbeeld door het maken van afspraken, of het op andere wijze leggen van beslag. De Rabobank wilde het beslag, ondanks haar begrip voor de situatie, handhaven. De bank is slechts bereid mee te werken aan opheffing van het beslag bij verkoop van de woning. Ook wil zij het beslag opheffen als blijkt dat de zoon op wie zij een vordering heeft niets krijgt van de nalatenschap.

Opheffing beslag
De rechter wijst de vordering tot opheffing van het beslag toe. De zoon die de vordering indiende, heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de woning met het beslag moeilijk verkoopbaar is en daardoor een lagere verkoopprijs zal opleveren. De Rabobank heeft gesteld dat zij een vordering heeft op één van de erven, maar heeft dat niet concreet gemaakt. Daar komt bij dat de Rabobank, als zij wel een vordering mocht hebben, ook belang heeft bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. Bovendien kunnen de rechten van de Rabobank op een minder bezwaarlijke wijze worden gewaarborgd. Bijvoorbeeld door het sluiten van een overeenkomst met de vereffenaar, die zich daartoe nadrukkelijk bereid heeft verklaard.'



6 maart 2012
Negen jaar cel voor doden baby

'Een 29-jarige man uit Bergen op Zoom is veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest, voor doodslag op de baby van zijn toenmalige vriendin in december 2009. De rechtbank Breda acht bewezen dat de man opzettelijk zodanig geweld op het hoofd van het zes maanden oude meisje heeft toegepast dat zij als gevolg daarvan is overleden.

De rechtbank komt tot haar oordeel vooral op basis van technisch bewijs en de verklaring van de man op de zitting van 21 februari jl. Over de betrouwbaarheid van eerdere wisselende verklaringen bij de politie bestaat twijfel. Deskundigen hebben ook aangegeven dat de man kenmerken heeft van een pathologisch leugenaar.

De man heeft in een reconstructie aangegeven dat hij de baby per ongeluk had laten vallen. De rechtbank acht deze gang van zaken ongeloofwaardig, gelet op het ernstige letsel van de baby. Ook vindt de rechtbank het niet aannemelijk dat de man, zoals zijn raadsman heeft betoogd, op dat moment onder invloed was van het medicijn Tramadol.

Voor het bewijs is onder meer gebruik gemaakt van een rapport van forensisch arts R. Bilo. Tijdens een vorige zitting voerde de raadsman aan dat hij Bilo door fouten eerder in de behandeling van de zaak niet geheel blanco en onvoorbereid heeft kunnen horen. Deze fout is volgens de rechtbank echter voldoende gecompenseerd door een later verhoor van Bilo bij de rechter-commissaris. De raadsman is op dit punt in zijn pleidooi ook niet meer teruggekomen.

De door de officier van justitie geëiste 10 jaar gevangenisstraf acht de rechtbank op zichzelf passend. Het gaat hier om een zeer ernstig misdrijf, te meer nu het slachtoffer een hulpeloze baby was waar de man mede de zorg voor had. Voor de nabestaanden betekent het overlijden van het meisje een enorm verlies. De man is volgens deskundigen van het Pieter Baan Centrum volledig toerekeningsvatbaar, en heeft door zijn ontkenning geen inzicht gegeven in zijn handelen.

De rechtbank heeft echter een strafvermindering van één jaar toegepast in verband met de in de behandeling van de zaak gemaakte fouten en de daardoor veroorzaakte vertraging. In maart 2011 is er buiten de zitting om contact geweest tussen eerder bij de zaak betrokken rechters en de officier van justitie op een wijze die niet had gemogen en die niet ter zitting is verantwoord. Bovendien is later, bij de behandeling van een wraking, evenmin openheid van zaken gegeven.

De rechtbank heeft in deze strafprocedure bepaald dat de man aan de moeder van het meisje een schadevergoeding van 5.319 euro moet betalen. Een nadere vordering kan zij in een aparte procedure voorleggen aan de burgerlijke rechter.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl