Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - mei 2012:


30 mei 2012
Celstraffen in West-Brabantse drugszaak

'Drie leden van een drugsbende uit West-Brabant hebben in hoger beroep celstraffen gekregen variërend van 28 maanden tot bijna 6 jaar. Het gaat om mannen uit Sint-Willebrord, Roosendaal en Rucphen. De drie zijn veroordeeld voor het produceren van synthetische drugs en lidmaatschap van een criminele organisatie.

Verschillende straffen
Vanwege hun leidende en coördinerende rol in de criminele organisatie zijn de mannen uit Roosendaal en Sint-Willebrord veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 4 jaar en 9 maanden en 5 jaar en 8 maanden. Omdat de man uit Sint-Willebrord zich ook nog schuldig gemaakt heeft aan het witwassen van geld en het in bezit hebben van munitie, heeft hij bijna een jaar meer gevangenisstraf gekregen. De derde verdachte had een meer ondersteunende rol en is daardoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en 4 maanden.

Getuige
Een getuige heeft verklaard dat hij in opdracht van de verdachten een vakantiehuis heeft gehuurd net over de grens bij Essen. Dit was met de bedoeling daarin een drugslaboratorium in te richten om XTC en amfetamine te produceren. Volgens de verdediging was deze getuige echter onbetrouwbaar en mocht zijn verklaring niet als bewijs worden gebruikt. Het hof is het hier echter, evenals de rechtbank, niet mee eens en heeft de verklaring wel gebruikt als bewijs.

Rechtbank
De rechtbank Breda heeft de twee mannen uit Sint-Willebrord en Roosendaal op 7 februari 2008 een gevangenisstraf van 6 jaar opgelegd. Voor de man uit Rucphen kwam de rechtbank tot een gevangenisstraf van 3 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.'

30 mei 2012
Alpro mag term ‘yoghurt’ niet gebruiken voor sojatoetje

'Producent van sojaproducten Alpro Nederland B.V. mag de term ‘yoghurt’ niet meer gebruiken om haar toetje Mild & Creamy aan te prijzen. Het gebruik van deze term voor sojaproducten is in strijd met Europese regelgeving. Dat heeft de rechter in Breda bepaald in een kort geding dat was aangespannen door de Nederlandse Zuivelorganisatie.

Alpro moet van de rechter binnen tien weken de vermelding ‘yoghurtculturen’ van de verpakkingen van het product Mild & Creamy halen. Ook mag Alpro de term ‘yoghurt’ en alle varianten daarop die suggereren dat sprake is van een zuivelproduct niet meer gebruiken in reclame-uitingen en andere publicaties. Ten slotte moet Alpro een rectificatie plaatsen op haar website.

Volgens een Europese verordening is het verboden om bij producten die geen melk bevatten de suggestie te wekken dat het zuivelproducten zijn. Die suggestie wordt volgens de rechter ook gewekt met termen als ‘yoghurtvariatie’ en ‘yoghurtcategorie’.'
29 mei 2012
Obvion mocht overeengekomen 'vaste opslag' niet tussentijds verhogen

'Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft vandaag, 29 mei 2012, in het hoger beroep van drie Obvion-zaken uitspraak gedaan over de verhoging van de vaste opslag bij een hypotheek met een variabele maandrente.

De eisers in deze zaken hadden geklaagd over de verhoging van de vaste opslag van 0,65% naar 1,35% die Obvion per 1 november 2008 heeft doorgevoerd. De verhoging heeft geleid tot een stijging van de maandlasten, terwijl de betrokkenen in de veronderstelling waren dat de vaste opslag niet gewijzigd kon worden.

Het hof heeft nu in deze zaken uitleg gegeven aan het begrip 'vaste opslag' in de bij Obvion afgesloten hypotheken en geoordeeld dat Obvion niet bevoegd was om de overeengekomen vaste opslag tussentijds te wijzigen.'

29 mei 2012
Vrijspraak van dodelijke aanrijding in ‘Nijmeegse scooterzaak’; hof noemt uitspraken onbevredigend

'Het gerechtshof te Arnhem heeft vandaag de verdachten El G. en A. in de 'Nijmeegse scooterzaak' vrijgesproken van het (mede)plegen van doodslag, dood door schuld in het verkeer en gevaarzetting op de weg. Het hof in Arnhem noemt de vrijspraak van het tweetal 'onbevredigend'.

Op 15 januari 2010 waren beide verdachten bezig met het voorbereiden van een gewapende overval op het Belvoir Hotel. Bij het zien van een onopvallende politieauto ter hoogte van dat hotel hebben zij zich met hoge snelheid op een motorscooter uit de voeten gemaakt, waarbij (onder meer) een rood verkeerslicht is genegeerd, tegen het verkeer in is gereden en zonder snelheid te minderen door rood licht een kruising op is gereden.

Op die kruising is een op het zebrapad overstekende voetganger door de motorscooter, met daarop nog steeds beide verdachten, aangereden en tengevolge van die aanrijding overleden. Beide verdachten ontkennen bestuurder van de motorscooter te zijn geweest.

Bij de rechtbank
In eerste aanleg heeft de officier van justitie gevorderd beide verdachten te veroordelen wegens (onder meer) medeplegen van doodslag. De rechtbank Arnhem heeft bij vonnis van 17 december 2010 verdachte El G. aangewezen als bestuurder van de motorscooter en hem wegens (onder meer) doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren. Daarnaast is hem een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 10 jaren opgelegd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat geen sprake was van medeplegen tussen de bestuurder en de bijrijder van de motorscooter. Verdachte A. is door de rechtbank vrijgesproken van dit feit. Door verdachte El. G. en de officier van justitie is hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank.

Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd beide verdachten te veroordelen wegens medeplegen van doodslag, waarbij El G. als bestuurder van de motorscooter dient te worden aangewezen en A. als passagier. Volgens de advocaat-generaal zijn beide verdachten strafrechtelijk aansprakelijk voor de dodelijke aanrijding. Het hof heeft geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden wie ten tijde van het feit de bestuurder is geweest van de motorscooter, nu daarvoor zowel technisch bewijs als betrouwbaar getuigenbewijs ontbreekt.

Dat de beide verdachten het feit hebben medegepleegd zoals door de advocaat-generaal is betoogd, kan niet bewezen worden verklaard, nu uit het dossier van enige samenwerking of overleg tussen de bestuurder en de bijrijder bij de vlucht voor de politie niets is gebleken en van volstrekte inwisselbaarheid van de rollen van bestuurder en bijrijder naar het oordeel van het hof geen sprake is.

Bij die stand van zaken is voor strafrechtelijke aansprakelijkheid daarom beslissend wie van beide verdachten de motorscooter bestuurd heeft. Nu het hof niet kan vaststellen wie van de beide verdachten de motorscooter heeft bestuurd, kan ook het alleen plegen van het tenlastegelegde niet bewezen worden verklaard.

Het hof realiseert zich dat deze vrijspraken in de samenleving in het algemeen en bij de nabestaanden van het slachtoffer in het bijzonder onbegrip en verontwaardiging kunnen oproepen. De vraag wie verantwoordelijk is voor de dood van het slachtoffer wordt immers niet beantwoord en die verantwoordelijke wordt niet bestraft. Ook het hof vindt dit een onbevredigende uitkomst.

Hierbij dient evenwel het volgende in ogenschouw te worden genomen. Ingevolge artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht worden als daders gestraft zij die het feit medeplegen. Medeplegen vereist een bewuste en nauwe samenwerking tussen de medeplegers.

Indien zonder meer aangenomen zou moeten worden dat degene die achterop een tweewielig motorrijtuig zit medepleger is van de wijze van rijden door de bestuurder en de gevolgen daarvan, wordt de strafrechtelijke aansprakelijkheid van die passagier onaanvaardbaar opgerekt.

Een bewezenverklaring van medeplegen zou dan immers betekenen dat die passagier louter op grond van die mogelijkheden in gelijke mate strafrechtelijk aansprakelijk is voor de wijze van rijden en de gevolgen daarvan als de bestuurder. Dat gaat naar het oordeel van het hof te ver.

De omschrijving van gedragingen in het Wetboek van Strafrecht strekt er niet alleen toe om nauwkeurig aan te geven wanneer strafrechtelijke aansprakelijkheid gevestigd wordt, maar ook om duidelijk te maken wanneer gedragingen niet tot strafrechtelijke aansprakelijkheid leiden.

Dat de verdachten op pad waren met de bedoeling om een overval op het Belvoir Hotel te plegen en er vervolgens voor de politie vandoor gingen, en dus in de ogen van sommigen toch al "criminelen" zijn, maakt dit niet anders.

Het hof heeft verdachte El G. wel veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden wegens het voorbereiden van een gewapende overval, heling, mishandeling, bedreiging en belediging, waarbij het hof in het bijzonder zwaar heeft getild aan de bedreiging door verdachte van een medewerker van het UMC Sint Radboud ziekenhuis in de nacht van 15 op 16 januari 2010.

Agressie tegen hulpverleners wekt gevoelens van woede en verontwaardiging op in de samenleving. Het gedrag van verdachte in het ziekenhuis tegenover een medewerker van het ziekenhuis en een politieambtenaar is een belangrijke aanzet geweest tot de maatschappelijke discussie over zwaardere straffen in geval van bedreiging en belediging van hulpverleners.

Verdachte A. is door het hof veroordeeld wegens het voorbereiden van een gewapende overval en heling van de motorscooter tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact.'
29 mei 2012
Hoge Raad handhaaft veroordeling Bredase overvaller

'De Hoge Raad laat de veroordeling van Ayoub E.M. wegens drie gewelddadige overvallen in Breda in stand. Het gerechtshof Den Bosch moet zich wel opnieuw buigen over de heling van een gestolen telefoon, waar de man ook schuldig aan is bevonden.

Veel geweld
De man is veroordeeld voor drietal overvallen op woningen in 2008 en 2009, waarbij veel geweld is gebruikt. Zo werd een vrouw die zeven maanden zwanger was met een mes bedreigd, haar mond werd dichtgeplakt en haar voeten bij elkaar gebonden. Het slachtoffer werd gedwongen op de vloer van haar schuur te liggen. De overvaller dreigde haar te doden als de pincode, die ze onder dwang had afgegeven, niet zou kloppen. Bij een ander slachtoffer, een chronisch zieke vrouw, zou de man ’s nachts de slaapkamer zijn binnengedrongen. Hij bedreigde haar en bond haar handen en voeten vast. En tijdens een overval op een hoogbejaard echtpaar zijn beide slachtoffers geduwd, waardoor de vrouw ten val kwam en letsel opliep.

Ontsnapt
Deze zaak kreeg veel publiciteit doordat de aangehouden verdachte begin 2009 ontsnapte, toen hij voor behandeling aan een gebroken pols naar het ziekenhuis werd gebracht. De politie verspreidde zijn signalement en hield hem na zes weken opnieuw aan. De rechtbank Breda veroordeelde de verdachte tot acht jaar gevangenisstraf. Het hof Den Bosch maakte daar in hoger beroep tien jaar cel van. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Hij vindt onder meer dat het hof ten onrechte een verweer over persoonsverwisseling en een alibiverweer heeft verworpen.

Telefoon
De Hoge Raad laat de veroordeling in stand, behalve waar het gaat om het in bezit hebben van een gestolen telefoon. De verdachte stelt dat hij niet kon weten dat hij zijn mobiele telefoon in zijn bezit had die eerder was gestolen. Op een aantal andere klachten gaat de Raad niet in, omdat die niet tot cassatie kunnen leiden en omdat geen rechtsvragen aan de orde zijn gesteld die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.'

25 mei 2012
Luchtverkeersleiding Nederland handelde onrechtmatig tegenover Chipshol

'De Hoge Raad heeft vandaag (25 mei 2012) geoordeeld dat Luchtverkeersleiding Nederland ten onrechte in de jaren 1998-2005 heeft geprobeerd plannen van Chipshol voor de ontwikkeling van het Groenenbergterrein bij Schiphol tegen te houden.

Ontwikkeling
Chipshol heeft in de jaren negentig van de vorige eeuw rond Schiphol terreinen verworven om daarop bedrijfsgebouwen en kantoren te ontwikkelen. Een daarvan was het Groenenbergterrein dat grenst aan de Aalsmeerbaan, een van de landingsbanen. Het landen op die baan bij slecht zicht wordt mogelijk gemaakt door een bij de baan geïnstalleerd Instrument Landing System (ILS). De werking van dat systeem kan door bebouwing van naburige terreinen ongunstig worden beïnvloed.

In de periode 1998 – 2005 was Chipshol bezig plannen uit te werken en bouwvergunningen te verkrijgen voor de ontwikkeling van het Groenenbergterrein. Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) is een onafhankelijk overheidsorgaan dat waakt over de luchtverkeersveiligheid bij Schiphol. Zij adviseert de desbetreffende overheden of bouwplannen verenigbaar zijn met de luchtverkeersveiligheid. In de genoemde periode heeft LVNL steeds als haar standpunt verkondigd dat op het Groenenbergterrein deels helemaal niet en deels niet hoger dan 3 meter mocht worden gebouwd. Anders zou het ILS van de Aalsmeerbaan zo nadelig worden beïnvloed dat die baan niet meer bruikbaar zou zijn bij landingen met slecht zicht (de 'degradatie' van de Aalsmeerbaan). Dat zou voor Schiphol onaanvaardbaar zijn. De plannen van Chipshol mochten daarom volgens LVNL niet worden gerealiseerd. Het standpunt van LVNL heeft er ook toe geleid dat de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat een bouwverbod heeft afgekondigd voor het Groenenbergterrein.

Een later door de minister ingestelde onafhankelijke commissie concludeerde echter in 2005 dat de plannen van Chipshol niet zulke nadelige gevolgen voor het gebruik van de Aalsmeerbaan zouden hebben als LVNL meende. Als gevolg hiervan is LVNL, nadat zij de bouwplannen van Chipshol opnieuw had getoetst, een positief standpunt ten aanzien daarvan gaan innemen.

Aansprakelijk
Chipshol vindt dat LVNL onrechtmatig heeft gehandeld door jarenlang ten onrechte de ontwikkeling van het Groenenbergterrein te dwarsbomen met haar uiteindelijk onjuist gebleken standpunt. LVNL had Chipshol moeten duidelijk maken hoe haar (bouw)plannen waren getoetst. Daardoor zou Chipshol in de gelegenheid zijn geweest haar plannen aan te passen met het oog op de luchtverkeersveiligheid. Volgens Chipshol is door een en ander de ontwikkeling van het Groenenbergterrein vertraagd en zij stelt LVNL aansprakelijk voor de schade als gevolg van die vertraging.

De vorderingen van Chipshol zijn door de rechtbank Haarlem afgewezen. De rechtbank was van oordeel dat zij het handelen van LVNL niet meer kon beoordelen omdat dit deel uitmaakt van de advisering door LVNL, op basis waarvan de desbetreffende overheden besluiten hebben genomen ten aanzien van de plannen van Chipshol.

Deskundige adviseur
In het door Chipshol bij het gerechtshof Amsterdam ingestelde hoger beroep heeft het hof anders beslist. De onjuist gebleken inlichtingen van LVNL met betrekking tot de degradatie van de Aalsmeerbaan bij realisering van de plannen van Chipshol kunnen volgens het hof wel door de civiele rechter worden getoetst. LVNL maakte namelijk geen deel uit van die overheden maar nam als bij uitstek deskundige adviseur op het gebied van de luchtverkeersbeveiliging een zelfstandige informatie- en adviespositie in, ook in haar overleg met Chipshol bij de voorbereiding en toetsing van haar plannen met betrekking tot de bebouwing van het Groenenbergterrein.

Belang
Wat betreft het aan LVNL verweten onrechtmatig handelen heeft het hof Chipshol voor een deel in het gelijk gesteld. Het hof is ervan uitgegaan dat LVNL de plannen niet op de verkeerde manier heeft getoetst. Wel heeft LVNL vanaf het moment dat Chipshol bouwaanvragen had ingediend (eerst in 1999 en vervolgens in 2002 en 2003), tegenover Chipshol onrechtmatig gehandeld door bij herhaling en zonder enig voorbehoud of nuancering het later onjuist gebleken standpunt uit te dragen dat de realisering van de bouwplannen tot degradatie van de Aalsmeerbaan zou leiden. LVNL had zich volgens het hof bewust moeten zijn van het belang van Chipshol bij realisering van de bouwplannen. Zij heeft ten onrechte nagelaten duidelijk te maken dat bij wijziging van de bouwplannen mogelijk wel ruimte was voor bebouwing, zodat Chipshol met het oog daarop met alternatieven had kunnen komen. Het hof heeft de vorderingen van Chipshol deels toegewezen en LVNL veroordeeld tot schadevergoeding.

Procedure
De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het hof dat en waarom de onjuist gebleken inlichtingen van LVNL niet worden gedekt door de overheidsbesluiten waarbij zij heeft geadviseerd. Het oordeel van het hof dat LVNL onrechtmatig heeft gehandeld heeft de Hoge Raad in stand gelaten.

Met deze uitspraak is de procedure geëindigd. De omvang van de schadevergoeding die LVNL aan Chipshol zal moeten betalen, behoefde in deze procedure niet worden vastgesteld. Indien partijen daar niet zelf in onderling overleg uitkomen, kunnen zij daarvoor een afzonderlijke gerechtelijke procedure (de 'schadestaatprocedure') beginnen.'
25 mei 2012
10 maanden cel en TBS voor ontucht met minderjarige

'De rechtbank Almelo acht bewezen dat verdachte Ronald van der V. in augustus 2011 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een destijds 12-jarige jongen op een camping in Frankrijk. Hij wordt veroordeeld tot 10 maanden gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging plus een schadevergoeding aan het slachtoffer. Verdachte wordt vrijgesproken van bezit van kinderporno.

Ontucht
Op 12 augustus 2011 heeft Ronald van der V. zich schuldig gemaakt aan een zedenmisdrijf. Hij heeft op een camping in Frankrijk bij het destijds 12-jarige slachtoffer in de sauna en onder de douche ontuchtige handelingen gepleegd. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van het slachtoffer, de getuigen en de verklaring van verdachte zelf voldoende bewijs vormen dat verdachte dit feit heeft gepleegd.

Bezit kinderporno
Bij onderzoek in de woning van Ronald van der V. zijn 14 afbeeldingen aangetroffen die kinderporno bevatten. De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen niet kan worden afgeleid dat Ronald van der V. zich ervan bewust was dat hij kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit had. De afbeeldingen zijn in beslag genomen en worden vernietigd.

Motivering strafoplegging
De officier van justitie eiste voor beide zaken een gevangenisstraf van twaalf maanden en TBS met dwangverpleging. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van bezit van kinderporno, maar legt 10 maanden gevangenisstraf op voor ontucht met een 12-jarige. Verdachte is eerder in aanraking geweest met justitie en heeft bij de commissie Deetman erkend met meer dan 20 jongens "ongeoorloofde contacten" te hebben gehad. Psychisch onderzoek wijst uit dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis, alsmede van een persoonlijkheidsstoornis. Uit het onderzoek blijkt ook dat de kans op terugval groot is. De rechtbank neemt de bevindingen en conclusies van de deskundigen over en is van oordeel dat een klinische behandeling in het kader van een TBS noodzakelijk is. Nu de verdachte niet langer mee heeft willen werken aan een klinisch behandeltraject en deze behandeling noodzakelijk is, heeft de rechtbank aan verdachte een TBS dwangverpleging opgelegd.'

25 mei 2012
Verzoek om voorlopige voorziening tentenkamp Ter Apel afgewezen

'De voorzieningenrechter te Groningen heeft het verzoek om voorlopige voorziening gericht tegen noodmaatregelen van de burgemeester van de gemeente Vlagtwedde afgewezen.

De burgemeester van Vlagtwedde heeft op 23 mei 2012 een noodbesluit genomen. Dat besluit is gericht op ontruiming van het terrein in Ter Apel waarop zich een tentenkamp bevond. De ontruiming heeft op 23 mei plaatsgevonden. Door die ontruiming heeft het noodbesluit zijn werking verloren.

In die situatie kan toewijzing van een voorlopige voorziening geen effect meer hebben. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af.

Het verzoek richtte zich tevens tegen de noodverordening die door de burgemeester van Vlagtwedde is uitgevaardigd. De noodverordening is een algemeen verbindend voorschrift, waartegen geen bezwaar of beroep mogelijk is. Om die reden is ook het verzoek gericht tegen de noodverordening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft wel als voorlopig oordeel gegeven dat het genomen noodbesluit disproportioneel was. Het staat onvoldoende vast dat brandgevaar en gevaar voor de volksgezondheid zodanig was dat ontruiming noodzakelijk was.'
25 mei 2012
College B&W mocht niet beslissen over uitbreiding Scheepswerf Grave

'Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grave moet het eerder afgewezen verzoek om mogelijke uitbreiding van de scheepswerf doorsturen naar de gemeenteraad. Het college verklaarde het bezwaar van de scheepswerf ten onrechte niet-ontvankelijk. Dat heeft de bestuursrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch vandaag bepaald.

In september 2010 heeft Scheepswerf Grave BV een verzoek ingediend om het bestemmingsplan te wijzigen om de locatie aan de Maaskade in Grave uit te breiden. Het college besloot in december 2010 geen medewerking te verlenen aan een mogelijke planologische uitbreiding. In december 2011 verklaarde het college het bezwaar van de scheepswerf niet-ontvankelijk. Daartegen stelde de Scheepswerf beroep in bij de bestuursrechter.

De rechtbank stelt voorop dat de scheepswerf, ondanks haar faillissement per 8 mei 2012, nog steeds belang heeft bij een uitspraak op het beroep. Tijdens de zitting op 16 mei jl. legde het college een bericht van de bewindvoerder van de scheepswerf voor waaruit blijkt dat een doorstart van het bedrijf wordt overwogen.

De rechtbank ziet de collegebeslissing van december 2010 - in tegenstelling tot het college van B&W - wel als een juridisch besluit. Dat betekent dat het bezwaar hiertegen ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Het beroep van de scheepswerf is daarom gegrond. Door zelf afwijzend op het verzoek van de scheepswerf te beslissen, is het college van B&W buiten zijn bevoegdheid getreden. Het is immers aan de gemeenteraad om te oordelen over verzoeken tot wijzigingen in het bestemmingsplan. De rechtbank herroept het collegebesluit van december 2010 en draagt het college op het verzoek om mogelijke planologische uitbreiding van de scheepswerf door te sturen naar de gemeenteraad.'

24 mei 2012
Hogere straffen voor heling Frans Hals Museum

'Drie Bosschenaren, waaronder een vader en zoon, zijn in hoger beroep veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van drie jaar en negen maanden tot vier jaar. De mannen zijn schuldig bevonden aan heling en witwassen van de opbrengst van vijf schilderijen die in 2002 waren gestolen uit het Frans Hals Museum.

Gevangenisstraffen
De 57-jarige vader voerde de regie over de heling en het witwassen. Hij krijgt hiervoor een gevangenisstraf van drie jaar en negen maanden. Zijn 26-jarige zoon krijgt dezelfde straf. Hij had een meer uitvoerende rol, maar is door het gerechtshof ook veroordeeld voor het bezit van wapens en munitie. De andere verdachte krijgt een gevangenisstraf van vier jaar omdat hij zich ook nog schuldig heeft gemaakt aan hennepteelt en diverse inbraakpogingen.

Op 14 april 2010 veroordeelde de rechtbank ’s-Hertogenbosch de zoon tot bijna twee jaar gevangenisstraf, de andere twee verdachten kregen toen beiden anderhalf jaar cel opgelegd. Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep gevangenisstraffen tot 42 maanden. Volgens het hof is echter sprake van een zeer ernstige én omvangrijke vorm van opzetheling en witwassen en legt daarom hogere straffen op.

Geen recht op vervolging
Tijdens de behandeling van de zaken is veel aandacht besteed aan de gang van zaken rondom de start van het politieonderzoek. Volgens de verdediging was er bij de politie en het Openbaar Ministerie sprake van ernstig vormverzuim. Hierdoor zou het OM zijn recht om de drie verdachten te vervolgen, hebben verspeeld. Het hof is het hier niet mee eens en heeft de verweren van de verdediging hierover verworpen.

Strafvermindering
De verdediging heeft ook aangevoerd dat een politieambtenaar in zijn verklaring heeft gelogen tegen de rechter-commissaris. Volgens het hof heeft de betreffende ambtenaar inderdaad niet overeenkomstig de waarheid verklaard. Daarom heeft het hof de straffen met tien procent verminderd.'
22 mei 2012
Veroordeling voor dood Jesse Dingemans definitief

'De Hoge Raad houdt de veroordeling van Julïen C. voor de gewelddadige dood van de 8-jarige Jesse Dingemans in stand.

Op 1 december 2006 wordt de 8-jarige Jesse Dingemans in een klaslokaal in zijn school in Hoogerheide, gemeente Woensdrecht, doodgestoken. De 22-jarige verdachte Juliën C. is die dag in de school op zoek naar zijn jongere broertje die in dezelfde klas als het slachtoffer zit. Een leerkracht komt hem tegen in de gang en wijst op zijn verzoek het klaslokaal van zijn broertje. Jesse is van de aula naar ditzelfde lokaal gelopen om een puzzel te halen. Hij is even alleen in het lokaal. Zijn juf is Jesse achterna gelopen. Op de trap komt zij de verdachte in tegengestelde richting tegen. Zij vertrouwt het niet, en licht direct de directeur in over deze ontmoeting. Als ze daarna bloed op de trap ziet, neemt ze met de directeur polshoogte in het lokaal. Ze treffen Jesse dood aan.

De rechtbank Breda veroordeelt de verdachte op 6 september 2007 tot 12 jaar gevangenisstraf plus tbs wegens doodslag. (LJN BB3032)

Op 26 februari 2008 oordeelt het hof Den Bosch dat sprake was van moord. Het hof veroordeelde de verdachte tot een levenslange gevangenisstraf. (LJN BC5105)

Eigen verdediging
De Hoge Raad beslist op 17 november 2009 dat de zaak over moet. De verdachte had bij de behandeling van zijn zaak zijn advocaat ontslagen en zijn eigen verdediging gevoerd. De Hoge Raad vond dat het hof onvoldoende heeft onderzocht of de verdachte zich bewust was van de gevolgen daarvan en dat het hof hem onvoldoende op die gevolgen heeft gewezen. De zaak wordt verwezen naar het hof Arnhem ( LJN BI2315)

Het hof Arnhem veroordeelt de verdachte op 18 mei 2011 wegens doodslag tot een gevangenisstraf van 12 jaar en tbs. (LJN BQ4981)

De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld. Hij is het niet eens met de oplegging van de tbs. Omdat hij medewerking aan het onderzoek heeft geweigerd, meent hij dat tbs achterwege moet blijven omdat bij hem niet een gebrekkige ontwikkeling of een psychische stoornis kan worden vastgesteld.

Adviezen
Advocaat-generaal Silvis heeft de Hoge Raad op 6 maart 2012 geadviseerd het beroep te verwerpen. Hij wijst er op dat het aan de rechter is om een gebrekkige geestelijke ontwikkeling of een psychische stoornis vast te stellen zonder dat hij gebonden is aan adviezen van deskundigen. Het feit dat een verdachte niet meewerkt aan het onderzoek, brengt nog niet mee dat deze daarmee een beslissing over zijn toerekeningsvatbaarheid kan voorkomen. Het hof kon naar het oordeel van de advocaat-generaal hier tot het oordeel komen dat de verdachte een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis had omdat het dossier rapporten en verklaringen van deskundigen en van anderen bevat die dat oordeel ondersteunen.

De Hoge Raad verwerpt het beroep met een zogenoemde verkorte motivering (art. 81RO). Dit betekent dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat geen nadere motivering nodig is omdat geen rechtsvragen aan de orde zijn gesteld die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Wegens overschrijding van de redelijke termijn heeft de Hoge Raad de straf verminderd tot 11 jaar en 7 maanden gevangenisstraf

De veroordeling is definitief en bedraagt 11 jaar en 7 maanden gevangenisstraf en tbs.'

22 mei 2012
Hoge Raad vernietigt vrijspraak doodsbedreiging tegen Wilders

'De Hoge Raad heeft vandaag (22 mei 2012) beslist in twee zaken waarin bedreigingen tegen het leven van PVV-leider Geert Wilders ten laste zijn gelegd. In de zaak waarin de maker van een raptekst was vrijgesproken van doodsbedreigingen tegen Wilders, vernietigt de Hoge Raad deze vrijspraak en laat de zaak opnieuw behandelen. In de zaak waarin het gaat om een Hyves-bericht aan Wilders, laat de Hoge Raad de veroordeling door het hof in stand.

Raptekst
De eerste zaak gaat over een videoclip met een aan Geert Wilders gerichte raptekst. Deze tekst staat in augustus 2007 op YouTube en gaat over een verwachte aanslag op het leven van Geert Wilders. Wilders krijgt de keuze tussen van het dak springen of kogels in zijn lijf. Wilders zou zijn uitspraken moeten terugnemen, als hij wil blijven leven, aldus de tekst. Er wordt gesproken over ‘kop afhakken’ en ‘als je zo blijft doorgaan, ben jij de volgende’. De tekst is gemaakt door de dan 18-jarige Mohammad B.

Hyves-bericht
De tweede zaak gaat over een Hyves-bericht dat de dan 15-jarige Giorgos N. stuurt aan Geert Wilders omstreeks 16 februari 2010. Hierin suggereert hij onder meer dat Geert Wilders van de Euromast zou moeten springen, hij beschrijft wat hij daarna met de overblijfselen van Wilders zou doen, betrekt diens moeder daarin en eindigt met de zinsnede: ,,…binnen een week liggen z’n hersenen op de grond.’’

Wilders heeft in beide zaken aangifte gedaan van bedreiging met de dood.

Combinatie
Het hof Den Haag heeft de verdachte Mohammad B. op 10 november 2010 vrijgesproken van bedreiging met de dood. Volgens het hof heeft de aangever Wilders juist de combinatie van de raptekst met beeld en geluid als bedreigend ervaren. Het staat echter niet vast dat de verdachte de tekst op YouTube heeft gezet. De bedreiging door beeld en geluid kan hem dus niet worden aangerekend. De enkele tekst acht het hof vervolgens onvoldoende voor een veroordeling wegens bedreiging met de dood. (BO3350)Tegen deze vrijspraak heeft het openbaar ministerie (OM) beroep in cassatie aangetekend. Het OM vindt de vrijspraak niet goed gemotiveerd omdat deze afwijkt van de tenlastelegging waarin de raptekst en niet het filmpje met beeld en geluid centraal staat.

Het hof Den Haag veroordeelde verdachte Giorgos N. op 1 april 2011 tot een taakstraf van 50 uur. (niet gepubliceerd)

De Hoge Raad stelt dat om iemand te kunnen veroordelen voor bedreiging met de dood, de bedreigde persoon op de hoogte moet zijn van de bedreiging en hij bij kennisneming van dat bericht in redelijkheid bevreesd moet zijn voor zijn leven.

In de zaak van de raptekst heeft het hof volgens de Hoge Raad onvoldoende uitgelegd waarom de verdachte niet uitsluitend op basis van de tekst kon worden veroordeeld. Verder is niet duidelijk waarom de verdachte uit die tekst niet heeft kunnen afleiden dat zijn rap bij Wilders in redelijkheid de vrees kon opwekken om het leven te worden gebracht. De Hoge Raad vernietigt dan ook de vrijspraak en laat de zaak opnieuw behandelen.

In de zaak van het Hyves-bericht kan de Hoge Raad zich met het oordeel van het hof verenigen dat hier sprake is van een doodsbedreiging. Dat oordeel heeft het hof voldoende gemotiveerd.

De zaak over de raptekst wordt terugverwezen en opnieuw behandeld. In de zaak over het Hyvesbericht is de veroordeling definitief.'

22 mei 2012
Peter R. de Vries mag programma over huurmoord uitzenden

'Peter R. de Vries mag met een verborgen camera gemaakte opnamen onder voorwaarden wel uitzenden in een programma over huurmoord. Dit heeft het gerechtshof Amsterdam vandaag (22 mei 2012) besloten.

Verborgen camera
Twee jonge mannen hebben aan De Vries opnamen op een USB-stick aangeboden die een van hen met een verborgen camera had gemaakt. De opnamen betreffen een gesprek met iemand die hem opdracht tot het plegen van een moord (tegen betaling) had gegeven. SBS heeft het gesprek van De Vries met de jonge mannen die hem de opnamen aanboden, heimelijk opgenomen. De Vries en SBS willen de opnamen op de USB-stick en de opnamen van SBS gebruiken in een televisieprogramma over huurmoord.

De twee jonge mannen hebben hier bezwaar tegen. Volgens het hof heeft De Vries door kennis te nemen van de opnamen op de USB–stick van de opdracht tot huurmoord ook kennis gekregen van een ernstige misstand die uitzending van die beelden rechtvaardigt. De in het geheim opgenomen gesprekken tussen De Vries en de jonge mannen, waarin naar voren komt hoe de twee jonge mannen de door hen gemaakte opnamen te gelde wilden maken, beschouwt het hof als een ‘matter of public interest’. Ook de opnamen van die gesprekken kunnen worden gebruikt in het programma over huurmoord.

Voorwaarden
Door het hof worden wel beperkingen aangebracht die gebaseerd zijn op de bescherming van de privacy van de jonge mannen. Het hof verbiedt de uitzending voor zover de jongemannen herkenbaar in beeld komen of hun werkelijke namen worden gebruikt. Met deze beslissing vernietigt het hof de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank verbood De Vries en SBS de beelden in het televisieprogramma te gebruiken, mede vanwege de veiligheid en privacy van de mannen. Het hof heeft in hoger beroep een andere afweging gemaakt tussen de privacy enerzijds en de vrijheid van meningsuiting van De Vries en SBS anderzijds.'

22 mei 2012
Werkstraf en voorwaardelijke celstraf voor ontucht met patiënt

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 67-jarige man uit Eindhoven vandaag (22 mei 2012) veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren en drie maanden voorwaardelijke celstraf. De man werkte als vrijwilliger in een zorginstelling en pleegde ontucht met een bewoner. Tijdens het eerste jaar van de proeftijd mag de man niet in de gezondheidszorg werken.

De verdachte werkte ruim 12,5 jaar als vrijwilliger bij een zorginstelling in Eindhoven. Hij hielp bij uitjes, vakanties en sportieve activiteiten en ondersteunde de bewoners bij reguliere dagelijkse zorgactiviteiten. Hij verrichte in 2011 twee keer ontuchtige handelingen bij een aan zijn hulp en zorg toevertrouwde patiënt.

Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank er rekening mee dat er geen sprake was van een gelijkwaardige relatie tussen de twee mannen. De patiënt woont in de instelling omdat hij door de gevolgen van opgelopen hersenletsel niet meer zelfstandig kan wonen. Hij kan zelfstandig geen activiteiten ondernemen en kreeg daarom begeleiding van de verdachte. De zeer actieve en ervaren vrijwilliger had zich bewust moeten zijn van de ongelijkheid in hun verhouding en de volstrekte ongepastheid van seksuele handelingen. Bovendien heeft de patiënt meerdere keren aangegeven dat hij daar niet van gediend was. In strafmatigende zin heeft de rechtbank er onder meer rekening mee gehouden dat de man de strafbare feiten heeft toegegeven en hij zijn vrijwilligerswerk bij de zorginstelling is kwijtgeraakt.

De man is overeenkomstig de eis van de officier van justitie veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren en een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk. De rechtbank legt daarbij een proeftijd op van twee jaren. Gedurende het eerste jaar van de proeftijd mag de man niet (als vrijwilliger) in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg werkzaam zijn.'

22 mei 2012
Ex-directeur schouwburg Nijmegen veroordeeld tot gevangenisstraf

'De rechtbank heeft de 65-jarige interim-manager en ex-directeur van de schouwburg Nijmegen, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, voor 'knevelarij'.

Misbruik positie
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat de ex-directeur aan de cateraar van de schouwburg en het concertgebouw heeft gevraagd hem persoonlijk een bedrag van € 10.799,97 te betalen. Dat bedrag was in feite niet verschuldigd, maar de vraag hield verband met de onderhandelingen over de verlenging van het voor de cateraar belangrijke contract. Verdachte heeft daarmee misbruik gemaakt van zijn positie als directeur van de gemeentelijke schouwburg en concertzaal. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden, geheel onvoorwaardelijk en een boete van € 25.000,- geëist. De rechtbank heeft echter, wegens het ontbreken van aantoonbaar financieel voordeel, geen aanleiding gezien om naast de gevangenisstraf ook een geldboete op te leggen. Gezien de leeftijd van verdachte en de omstandigheid dat het een strafbaar feit uit 2006 betreft, legt de rechtbank de helft van de straf voorwaardelijk op.

Verweer advocaat
De advocaat had het verweer gevoerd dat de cateraar het bedrag van € 10.799,97 wel aan de verdachte verschuldigd zou zijn wegens verrichtte advieswerkzaamheden voor die cateraar, en dat er goede gronden waren om het cateringcontract niet te verlengen die los zouden staan van het gevorderde bedrag. De rechtbank heeft dat verweer echter verworpen omdat het niet aannemelijk is geworden.'

21 mei 2012
18 jaar cel plus TBS Roberts M. in Amsterdamse zedenzaak

'Roberts M. krijgt achttien jaar gevangenisstraf en TBS wegens veelvuldig seksueel misbruik van zeer jonge kinderen. Zijn partner Richard van O. krijgt zes jaar gevangenisstraf wegens medeplichtigheid aan dit misbruik.

De rechtbank heeft Roberts M. schuldig bevonden aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno en het seksueel misbruiken van zeer vele zeer jonge kinderen – sommigen vele malen en gedurende een lange periode.

De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij het welzijn van de aan zijn zorg toevertrouwde kinderen volstrekt ondergeschikt heeft gemaakt aan de bevrediging van zijn seksuele behoeften. Daarbij ging de verdachte berekenend te werk. Bovendien lijkt hij tot op zekere hoogte trots op zijn op grote schaal gepleegde misbruik en nodigde hij anderen uit om samen met hem misbruik te plegen. Van het misbruik plaatste M. in veel gevallen foto- en filmbeelden op internet. Het is niet uitgesloten dat het misbruik gedurende lange tijd gevolgen voor kinderen, hun ouders en verdere omgeving zal hebben.

De rechtbank acht Roberts M. minder toerekeningsvatbaar: zij legt daarom de maatregel TBS met dwangverpleging op en een lagere straf dan het maximum van twintig jaar. De rechtbank acht de aanhouding van verdachte rechtmatig: na de vondst van kinderporno in de VS en de daarop volgende uitzending van Opsporing Verzocht was er voldoende reden voor een vermoeden van schuld. De rechtbank acht de woningdoorzoeking eveneens rechtmatig: de politie en het OM hebben verdachten op de juiste manier om toestemming voor huiszoeking gevraagd, welke toestemming verdachten hebben gegeven.

Richard van O.
De rechtbank heeft Richard van O. schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan het misbruik door Roberts M. in de echtelijke woning en op de oppasadressen. De rechtbank neemt als vaststaand aan dat Van O. vanaf 2006 op de hoogte was van (de aard en de omvang van) het seksueel misbruik door zijn partner. Omdat geen bewuste en nauwe samenwerking bestond tussen Van O. en M. (van een gezamenlijke planning, afstemming of uitvoering van de misdrijven is niet gebleken) is geen sprake van medeplegen, maar van medeplichtigheid. De rechtbank ziet de rol van Van O. als faciliterend. Hoewel de verdachte daartoe niet wettelijk verplicht was, vindt de rechtbank dat het Van O. wel valt te verwijten dat hij nooit heeft geprobeerd het misbruik te stoppen. Daarnaast acht de rechtbank bewezen dat verdachte ontucht had met een minderjarige en dat hij in het bezit was van kinderporno.

Schadevergoeding
De gevraagde vergoeding voor materiële schade door de (ouders van de) slachtoffers zijn te ingewikkeld om in een strafproces te behandelen. Een vergoeding voor immateriële schade aan de ouders kent de rechtbank niet toe. Zij zijn geen rechtstreeks slachtoffer. De rechtbank heeft wel een vergoeding voor immateriële schade toegekend aan de kinderen. Roberts M. dient in totaal een bedrag 466.592,68 euro te vergoeden en Richard van O. een bedrag van 364.604,00 euro.'

16 mei 2012
Vier jaar gevangenisstraf voor seksueel misbruik dochter

'Voor het vergaand en regelmatig seksueel misbruiken van zijn dochter heeft een 55-jarige vader uit Hoorn een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gekregen van vier jaar. Omstreeks haar zesde jaar begon het ernstige misbruik en dat duurde voort tot haar twaalfde. Het misbruik vond thuis plaats. Het meisje moest verschillende seksuele handelingen, waaronder vaak gemeenschap, ondergaan.

Aangifte
Op 24 maart 2011 deed het slachtoffer aangifte van seksueel misbruik dat begon omstreeks juni 1987 en voortduurde tot juni 1993. Deze aangifte werd ondersteund door de verklaringen van haar broer, de moeder en een jonger zusje van het slachtoffer. Op de terechtzitting heeft het slachtoffer een verklaring voorgelezen waarin op indringende wijze wordt verwoord wat het misbruik door haar vader voor haar heeft betekend en hoe het haar leven heeft beïnvloed en nog zal beïnvloeden. Het seksueel misbruik is begonnen toen zij nog heel klein was en bestond- toen al- uit vaginale penetratie. Dit gebeurde bij haar thuis, een plek waar zij zich bij uitstek veilig hoort te kunnen voelen.

Onvoorwaardelijke gevangenisstraf
De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar. Deze straf is lager dan de eis van vijf jaar celstraf van de officier van justitie. De strafbare feiten zijn echter meer dan twintig jaar geleden gepleegd. Daarom wordt de gevorderde gevangenisstraf enigszins gematigd, hoe ernstig de feiten ook zijn. De vader van het slachtoffer heeft verder een blanco strafblad, maar gezien de lange periode van misbruik is dit geen aanleiding om een lagere straf op te leggen. Omdat de vader ontkent schuldig te zijn, er geen sprake is van een psychische stoornis en hij geen hulp wil aanvaarden, wordt de gevangenisstraf onvoorwaardelijk opgelegd.'

16 mei 2012
Bejaarde mannen veroordeeld voor verkeersongevallen met dodelijke afloop

'Twee bejaarde mannen zijn op 16 mei berecht door de rechtbank Zwolle voor het veroorzaken van een ongeval met dodelijke afloop. Op 3 mei stonden zij afzonderlijk van elkaar terecht. Beide mannen zijn door de meervoudige strafkamer veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van twee jaar.

Dodelijk ongeval in Staphorst
Op 24 april 2011 verleende een toen 77-jarige man uit Staphorst geen voorrang aan een vijfjarige jongen. De jongen fietste achter zijn vader en tweelingbroertje aan toen hij werd aangereden op de Staphorster ‘Stovonde’. De bestuurder reed vervolgens nog 21 meter door voordat hij de auto tot stilstand bracht. De jongen overleed later die dag in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De rechtbank stelt vast dat door het zeer onoplettende en onvoorzichtige gedrag van de bestuurder een verkeersongeval met fatale gevolgen heeft plaatsgevonden.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging in het voordeel van de man laten meewegen dat de inmiddels bijna 79-jarige verdachte over een blanco strafblad beschikt en zich schuldbewust heeft opgesteld richting de nabestaanden. Ook tijdens de zitting bleek dat het ongeval diepe indruk heeft gemaakt op de man en dat hij er alles voor over zou hebben om de noodlottige gevolgen ongedaan te maken.

Dodelijk ongeval in Zwolle
Op 4 oktober 2011 verleende een toen 81-jarige Zwollenaar geen voorrang aan een 56-jarige man die het zebrapad op de Burgemeester van Roijensingel overstak. De voetganger overleed een dag later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

De rechtbank stelt vast dat door het aanmerkelijk onoplettende en onvoorzichtige gedrag van de bestuurder een verkeersongeval met fatale gevolgen heeft plaatsgevonden.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging in het voordeel van de man laten meewegen dat de inmiddels 82-jarige verdachte over een blanco strafblad beschikt.

Overwegingen beide verdachten
De rechtbank is van oordeel dat in beide gevallen het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid noodzakelijk is om daarmee de ernst van de bewezen verklaarde feiten tot uitdrukking te brengen. De rechtbank realiseert zich dat ontzegging van de rijbevoegdheid ingrijpende gevolgen zal kunnen hebben voor het dagelijks leven van de beide verdachten. Gelet op het onvoorzichtige en onoplettende rijgedrag van beide verdachten met fatale afloop acht de rechtbank het opleggen van deze maatregel echter noodzakelijk.

Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank gelet op de hoge leeftijd van de verdachten en de geldende landelijke oriëntatiepunten voor de straftoemeting bij verkeersmisdrijven.'

16 mei 2012
Uitzondering rookverbod voor kleine cafés niet onrechtmatig

'De rechtbank ’s-Gravenhage heeft vandaag de vordering van de Nederlandse Nietrokersvereniging CAN tegen de Staat afgewezen.

CAN had een verklaring voor recht gevorderd dat het maken van een uitzondering op het rookverbod voor kleine café’s met ingang van 6 juli 2011 onverbindend is. De rechtbank is van oordeel dat van strijd met de Tabakswet of met algemene rechtsbeginselen geen sprake is. Verder kan een beroep op de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (het WHO-Kaderverdrag) de vordering van CAN niet dragen omdat dit verdrag geen rechtstreekse werking heeft in de Nederlandse rechtssfeer.'

16 mei 2012
CZ hoeft declaraties EuroPsyche vooralsnog niet te vergoeden

'Zorgverzekeraar CZ hoeft 152 declaraties van stichting EuroPsyche voor tweedelijns psychische zorg niet uit te betalen. Dat heeft de rechter in Breda in kort geding bepaald.

Volgens de rechter mag CZ vergoeding van de declaraties weigeren omdat deze niet voldoen aan zijn polisvoorwaarden. Bij de bewuste declaraties gaat het om tweedelijns zorg die in strijd met de polisbepalingen niet is voorgeschreven en/of verleend door een psychiater, maar bijvoorbeeld door een verpleegkundige of psycholoog. Bij een deel van de declaraties is (ook) sprake van geen of een onjuiste verwijzing.

Strijd met wet
De stelling van EuroPsyche dat de polisvoorwaarden van CZ op dit punt in strijd zijn met de wet volgt de rechter niet. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft deze voorwaarden getoetst en uit een recent advies van de NZa blijkt dat zij weet dat zorgverzekeraars, hoewel de wettelijke mogelijkheden ruimer zijn, de categorieën hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg voor wie zij tweedelijns zorg vergoeden sterk inperken.

Proefkonijn
EuroPsyche heeft ook aangevoerd dat CZ haar gebruikt als proefkonijn, terwijl andere aanbieders net zo werken en in geen enkele GGZ-instelling alle cliënten worden gezien door een psychiater. Naar het oordeel van de rechter is hier geen sprake van ongelijke behandeling. CZ stelt de eisen aan alle zorgaanbieders maar mag zelf bepalen in welke volgorde hij aanbieders hierop gaat toetsen.

Goede gezondheidszorg
CZ weigert uitbetaling van declaraties tot een bedrag van ruim 700.000 euro, waardoor EuroPsyche nu in geldnood is. Het belang van CZ en het maatschappelijk belang bij een goede en betaalbare gezondheidszorg wegen volgens de rechter echter zwaarder dan dat van EuroPsyche als organisatie. Het ligt volgens de rechter ook niet op de weg van CZ maar eerder op die van de gecontracteerde hulpverleners om EuroPsyche eventueel financieel te steunen.

Stichting Europsyche declareert sinds 2008 namens vrij gevestigde hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg de geleverde zorg bij verschillende zorgverzekeraars, waaronder CZ. De Stichting heeft inmiddels 1200 hulpverleners onder contract. Dit jaar heeft CZ na signalen over de werkwijze van EuroPsyche de vergoedingen stopgezet en een onderzoek gestart, en op basis daarvan geconcludeerd dat de declaraties van Europsyche niet voldoen aan de polisvoorwaarden.'

15 mei 2012
Hof moet opnieuw bekijken of 'mierenneuker' strafbaar is

'Een veroordeling voor belediging door gebruik van het woord 'mierenneuker' moet door een rechter goed worden toegelicht. Het enkele gebruik van dat woord is in het algemeen niet beledigend. Of het beledigend is hangt af van de context waarin dit woord is gebruikt. In de zaak waarin een verdachte tegen een agent zei: "Jij bent een mierenneuker", heeft het hof onvoldoende duidelijk gemaakt wat de context precies inhoudt. Het hof moet de zaak daarom opnieuw bekijken.'

11 mei 2012
Mobiel toezicht onrechtmatig: drie verdachten vrijgesproken

'Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft 11 mei drie verdachten van strafbare feiten vrijgesproken omdat bewijs tegen hen was verkregen tijdens mobiel toezicht veiligheid, dat volgens het hof onrechtmatig is toegepast. Het gerechtshof vindt dat de MTV-controle in deze zaken hetzelfde effect heeft als een grenscontrole. Grenscontroles of controles die hetzelfde effect hebben, zijn volgens de Europese regelgeving (de zogenaamde Schengengrenscode) niet toegestaan. Als gevolg daarvan wordt het zo verkregen bewijs uitgesloten.

Controles
Mobiel toezicht heeft als doel criminaliteit en illegaal verblijf tegen te gaan. De Koninklijke Maresschaussee voert hiertoe steekproefsgewijs controles uit in het Nederlandse grensgebied. Per 1 juni 2011 is een wijziging doorgevoerd in het Vreemdelingenbesluit met als doel de Nederlandse wetgeving in overeenstemming te brengen met de eisen van het EU-recht.

Criteria
In de drie strafzaken zijn de verdachten aangehouden bij een MTV-controle. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van deze controle getoetst aan het Europees recht. Het hof heeft daarvoor criteria geformuleerd om de rechtmatigheid van een MTV-controle te kunnen beoordelen. De conclusie luidt dat de MTV-controles in deze zaken, weliswaar niet hetzelfde zijn als grenscontroles, maar wel hetzelfde effect hebben en dus in strijd zijn met de Schengengrenscode.

Bewijsuitsluiting
Over gevolgen die hieraan verbonden moeten worden, oordeelt het hof als volgt. Op basis van het Europees recht moeten de toegepaste controlevoorschriften ‘buiten toepassing’ blijven. Dit kan in het Nederlandse strafrecht leiden tot bewijsuitsluiting. In de drie strafzaken waarin het hof nu heeft geoordeeld, is dat inderdaad het geval. Daardoor komt het gerechtshof in deze drie zaken, net als de rechtbank, tot vrijspraak.'



11 mei 2012
Vijf jaar gevangenisstraf voor mensenhandel

'Een 28-jarige man uit Culemborg is 11 mei door de Arnhemse rechtbank veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf wegens mensenhandel. De rechtbank acht bewezen dat hij twee meisjes gedurende lange tijd heeft gedwongen als prostituee te werken.

Prostitutie
De man heeft misbruik gemaakt van de verliefdheid van zijn slachtoffers. Hij bracht ze onder in huizen waar ze klanten moesten ontvangen. Doordat ze werden mishandeld, vernederd en in hun bewegingsvrijheid beperkt, werden ze zo bang en afhankelijk van de verdachte dat ze zich niet uit de prostitutie konden terugtrekken.

Gebrek aan respect
Door het plegen van deze feiten heeft verdachte laten zien dat het leven en welzijn van deze meisjes voor hem van geen enkele waarde is. Zijn eigen geldelijke gewin stond voorop. Deze minachting en het gebrek aan respect voor een medemens rekent de rechtbank verdachte in ernstige mate aan.'

11 mei 2012
Celstraffen voor dwingen tot prostitutie

'De rechtbank Arnhem heeft vandaag uitspraak gedaan in vier van de acht zaken van het zogenaamde ‘Welp-onderzoek’. Dit betreft een onderzoek naar mensenhandel. Een 14-jarig en zwakbegaafd meisje, dat was weggelopen uit een instelling waar zij onder toezicht was gesteld, is door een aantal jongeren in de prostitutie gebracht en gehouden gedurende ten minste twee weken. Met sommigen heeft zij ook seks gehad. De gebeurtenissen hebben zich afgespeeld in februari en maart 2010.

Veroordelingen
Drie verdachten zijn veroordeeld voor deze mensenhandel. Twee van hen zijn ook veroordeeld voor het hebben van seks met het minderjarige meisje. Er zijn gevangenisstraffen opgelegd variërend van drie jaar tot acht maanden. De rechtbank heeft bij het bepalen van de gevangenisstraf onder meer rekening gehouden met de rol en de bijdrage van de iedere verdachte in het prostitueren van het meisje. Kort gezegd betekent dit: hoe groter de betrokkenheid, hoe hoger de straf.

Hoofdverdachten
De drie jaar gevangenisstraf werd opgelegd aan een 21-jarige verdachte uit Capelle aan den IJssel. De rechtbank ziet hem als één van de hoofdverdachten. Hij heeft het meisje daadwerkelijk in de prostitutie gebracht. Hij heeft ook geld verdiend aan haar werk als prostituee. De rechtbank acht het brengen en houden van een minderjarig meisje in de prostitutie een zeer ernstig feit. Toch is bij de strafmaat ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet wist dat zij minderjarig was. Hij is ook veroordeeld voor het hebben van seks met het minderjarige meisje. Daarvoor is namelijk in principe niet nodig dat iemand weet of zijn sekspartner minderjarig is.

Verminderd toerekeningsvatbaar
Een 26-jarige man uit Velp is veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, en tot 240 uur werkstraf. Het meisje heeft gedurende een aantal dagen in zijn huis verbleven, terwijl hij wist dat het meisje als prostituee moest werken. Deze verdachte wist wel dat ze minderjarig was. Daarom is hij ook veroordeeld voor het onttrekken van het meisje aan het wettelijk gezag. Bovendien heeft hij seks met het meisje gehad.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank laten meewegen dat de man ten minste één keer geweld heeft gebruikt. Aan de andere kant is in sterke mate meegewogen dat hij op zwakzinnig niveau functioneert en ten tijde van de gebeurtenissen mede daarom sterk verminderd toerekeningsvatbaar was.

Jeugddetentie
Aan een nu 19-jarige Arnhemmer is een jeugddetentie van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, opgelegd. Zijn bijdrage aan de strafbare gebeurtenissen bestond er in dat hij – in de wetenschap dat het meisje werd geprostitueerd – meerdere keren op haar heeft gepast. Hij was ten tijde van het feit minderjarig.

Tot slot is aan een 34-jarige man uit Arnhem een gevangenisstraf opgelegd van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk voor het hebben van seks met het minderjarige meisje. Hij was verder niet betrokken bij de mensenhandel.'



11 mei 2012
Negen jaar cel voor poging overval bank Driebergen

'Een 23-jarige man is vrijdag door de rechtbank Utrecht veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf voor een gewelddadige poging om de Rabobank in Driebergen te overvallen. De verdachte opereerde samen met een andere man, die voortvluchtig is.

Bij de mislukte bankoverval gebruikten de mannen meerdere vuurwapens en een stormram. Daarna volgde een woeste vlucht. Een passant die zag dat er een overval gaande was, probeerde de overvallers tegen te houden toen zij er vandoor gingen op een scooter. Hij ramde de scooter. De overvallers kwamen op zijn motorkap terecht, maar konden snel weer opstaan. Toen de getuige uit zijn auto stapte werd hij door één van de overvallers gericht beschoten. De kogel miste een buurtbewoner die voor haar raam stond maar net. Daarnaast werden nog twee andere passanten bedreigd en kreeg een andere automobilist een pistool op zijn borst gezet, in een poging hem zijn autosleutels afhandig te maken.

Uiteindelijk wisten de overvallers te ontkomen, maar met behulp van DNA-sporen die op onder meer een zonnebril en jas werden aangetroffen, kon één van de overvallers worden aangehouden.

De rechtbank hield er rekening mee dat de verdachte al eerder was veroordeeld wegens diefstal met geweld en een overval. De verdachte had zich kort voor de overval onttrokken aan elektronisch toezicht.

De opgelegde straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.'

11 mei 2012
Winnaar 'De Gouden Kooi' moet belasting betalen

'De winnaar van televisieprogramma De Gouden Kooi moet belasting betalen over de hoofdprijs die hij daar voor heeft gekregen. De Hoge Raad heeft die uitspraak van het gerechtshof ’s-Gravenhage op 11 mei bevestigd. De prijs moet beschouwd worden als loon uit dienstbetrekking, oordeelt de Raad. Dat betekent dat daarop terecht loonbelasting is ingehouden.

Sms-stemming
Belanghebbende nam in 2008 deel aan het televisieprogramma De Gouden Kooi. Hij woonde met andere deelnemers in een villa. Televisiebeelden van de bewoners waren 24 uur per dag via media voor het publiek toegankelijk. Talpa productions B.V., de producent van het programma, betaalde hem € 1000 voor iedere maand die hij in de Gouden Kooi doorbracht. Belanghebbende is via sms-stemming aangewezen als winnaar van het programma en heeft daarmee de hoofdprijs van € 1.351.000 gekregen. Talpa heeft op de prijs bijna € 454.000 loonbelasting ingehouden. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt.

Kansspel
Het hof ’s-Gravenhage oordeelde op 22 juni 2011 dat de arbeidsverhouding tussen Talpa en belanghebbende moet worden aangemerkt als een dienstbetrekking en het winnen van de hoofdprijs, in die context, als loon. Belanghebbende heeft cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad. Hij stelt zich op het standpunt dat hij de hoofdprijs niet heeft verkregen uit zijn dienstbetrekking bij Talpa, maar uit een kansspel waarbij de televisiekijkers de winnaar hebben aangewezen.

Loon
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond. De arbeidsverhouding tussen Talpa en belanghebbende moet aangemerkt worden als een dienstbetrekking en het hof heeft terecht geoordeeld dat de hoofdprijs door Talpa is verstrekt op grond van de overeenkomst. Daarom is sprake van loon uit dienstbetrekking. Hierbij doet het er volgens de Hoge Raad niet toe dat belanghebbende via een sms-stemming als winnaar is aangewezen.'



10 mei 2012
Uitspraak zaak bestorming Maasgebouw

'De politierechter heeft 8 mei uitspraak gedaan in zes zaken van mannen die verdacht werden van betrokkenheid bij de bestorming van het Maasgebouw op 17 september 2011.

De rechter heeft alle verdachten schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging en veroordeeld tot werkstraffen variërend van 100 uur tot 150 uur. Aan alle verdachten is daarbij een maand voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd met een proeftijd van 2 jaar, waaraan (onder meer) een verbod voor het Feyenoordstadion en voor uitwedstrijden van Feyenoord als voorwaarde is verbonden.

De politierechter heeft daarbij ondermeer geoordeeld dat het publiceren van de foto van de verdachten inbreuk heeft gemaakt op hun privacy en dat voor een dergelijke inbreuk onvoldoende wettelijke basis aanwezig is. Gezien de ernst van de feiten en omdat het Openbaar Ministerie en politie voldoende andere wegen hadden bewandeld om achter de identiteit van de verdachte te komen leidde dat oordeel in deze zaken niet tot bewijsuitsluiting.'



9 mei 2012
Gevangenisstraf voor koperdiefstal

'De rechtbank Arnhem heeft gisteren een 24-jarige man en een 35-jarige man uit Tiel veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden voor diefstal van koper. De rechtbank heeft hen vrijgesproken van een eerdere diefstal van koper en van het opzettelijk gevaar veroorzaken voor het spoorwegverkeer, meermalen gepleegd.

De uitspraak is lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank aanzienlijk minder bewezen acht dan de officier van justitie.'



9 mei 2012
Verdachte Nijmeegse scooterzaak voorlopig op vrije voeten

'Het gerechtshof Arnhem heeft vandaag (9 mei) de voorlopige hechtenis opgeheven van een man die op 8 mei 2012 in hoger beroep terecht stond voor het doodrijden van een Arnhemmer. Hij wordt niet langer vastgehouden omdat het gerechtshof er ernstig rekening mee houdt dat een eventuele gevangenisstraf – indien de verdachte wordt veroordeeld – niet hoger zal zijn dan het voorarrest dat hij al achter de rug heeft.

De man wordt ervan verdacht dat hij in januari 2010 samen met een medeverdachte een overval wilde plegen. Toen de twee mannen de politie zagen, sloegen ze met een scooter op de vlucht. Ze kwamen daarbij in botsing met een Arnhemmer, die om het leven kwam.

De verdachten beschuldigen elkaar van het besturen van de scooter. De medeverdachte is al vrij; hij heeft de straf uitgezeten die de rechtbank hem oplegde. Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep echter een hogere straf tegen hem geëist.'



8 mei 2012
16 jaar gevangenisstraf en TBS voor het overgieten van vriendin met zwavelzuur

'De rechtbank heeft vandaag de man die er van werd verdacht in augustus 2011 zijn vriendin met zwavelzuur te hebben overgoten, veroordeeld wegens poging moord, wederrechtelijke vrijheidsbeneming en mishandeling. De rechtbank heeft de man een gevangenisstraf van 16 jaar opgelegd en TBS met dwangverpleging bevolen.

Bewust risico
Volgens de rechtbank is sprake van voorbedachte raad. De man heeft zijn daad voorbereid en hij heeft op meerdere momenten van zijn voornemen kunnen afzien.

Door zijn vastgebonden vriendin met zwavelzuur te overgieten heeft hij in elk geval bewust het risico aanvaard, dat zij aan de gevolgen van de verwondingen zou komen te overlijden. Het is algemeen bekend dat de kans op inslikken en inademen van de vloeistof (inclusief de kans dat dit tot de dood leidt) toeneemt bij het in het gezicht gooien daarvan, terwijl (de complicaties van) ernstige brandwonden een potentieel dodelijk verloop kunnen hebben. Verdachte had zich op internet ook georiënteerd op de gevolgen van het gebruik van zwavelzuur.

Ondraaglijke pijn
Het slachtoffer is zwaar verminkt in haar gezicht en haar leven staat sinds 16 augustus 2011 – ondanks zware pijnstillende medicatie – in het teken van voortdurende en ondraaglijke pijn. Zij heeft talloze zeer pijnlijke behandelingen, wondverzorgingen, (mislukte) huidtransplantaties en operaties moeten ondergaan. Haar leven is als direct gevolg van het handelen van verdachte naar het oordeel van de rechtbank in sociaal en maatschappelijk opzicht min of meer “vermoord”. De nog jonge moeder van twee kinderen, zal nooit meer een leven kunnen leiden als voor het incident. Op het plegen van een dergelijk gruwelijk feit waarmee onbeschrijfelijk en onherstelbaar leed is toegebracht aan het slachtoffer, kan niet anders worden gereageerd dan met een zeer langdurige gevangenisstraf. De rechtbank ziet geen enkele aanleiding om te komen tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.

Persoonlijkheidsstoornis
Daarnaast ziet de rechtbank aanleiding voor de maatregel van TBS met dwangverpleging. De rapporterende psychiater en psycholoog menen beiden dat sprake is van een persoonlijkheidsstoornis en achten verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar. Gelet op wat door deze deskundigen is gerapporteerd over het gevaar voor herhaling wil de rechtbank een behandeling zeker stellen.

Ten slotte heeft de rechtbank de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer toegewezen tot een bedrag van € 150.000 (smartengeld) en tot een bedrag van € 112.915,70 wegens materiële schade.'



7 mei 2012
Gevangenisstraf voor bezit kinderporno en ontucht met kind

'De militaire kamer heeft een 32-jarige militair uit Monster veroordeeld voor het in het gewoonte maken van (meer dan incidenteel in het bezit hebben van) kinderpornografische afbeeldingen/multimediafiles. Daarnaast heeft de militair meermalen ontucht gepleegd met zijn zoontje, geboren op 24 november 2007, en heeft hij handelingen verricht bij zijn zoontje die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.

Voor deze feiten is de militair is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden waarvan 20 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 10 jaren, met aftrek van de tijd die de militair reeds in voorlopige hechtenisheeft doorgebracht. Als bijzondere voorwaarde heeft de militaire kamer een klinische opname voor maximaal drie jaren opgelegd. Daarnaast zal de militair zich gedurende de eerste vijf jaren van de proeftijd houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt controle op zijn internetgedrag.

De militaire kamer heeft zich ten aanzien van de periode dat de militair nog niet in dienst was, onbevoegd verklaard.

Daarnaast heeft de militaire kamer de tenlastelegging ten aanzien van de niet op de tenlastelegging uitgeschreven kinderpornografische afbeeldingen/multimediafiles gedeeltelijk nietig verklaard.'



4 mei 2012
TBS voor poging moord op echtgenote

'De Arnhemse rechtbank heeft een 51-jarige man tbs met dwangverpleging opgelegd. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot moord op zijn vrouw. De man handelde echter onder invloed van een psychotische stoornis. De rechtbank acht de verdachte ontoerekeningsvatbaar en heeft hem daarom ontslagen van alle rechtsvervolging.

Hoog recidiverisico
In afwijking van de uitgebrachte adviezen legt de rechtbank de tbs-maatregel op omdat verdachte bewezen heeft vanuit zijn stoornis zeer agressief te kunnen worden. Hij was al onder behandeling via een civielrechtelijke machtiging, maar dat heeft niet kunnen voorkomen dat het delict plaatsvond. Het ontbreekt de man aan ziektebesef en de kans dat hij recidiveert wordt groot geacht. Dit alles maakt dat terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege het meest in de rede ligt, vindt de rechtbank.'



4 mei 2012
28 jaar cel voor Tilburgse hotelmoord en schietpartij Marseille

'Een 44-jarige man uit Baarle-Hertog is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar voor moord, drie pogingen tot moord en een poging tot doodslag. Het gerechtshof vindt de levenslange gevangenisstraf, die was geëist door het OM en eerder ook door de rechtbank was opgelegd, niet noodzakelijk.

Moord in hotelkamer
Het gerechtshof heeft vastgesteld dat de verdachte in de nacht van 14 januari 2009 het 22-jarige slachtoffer, met wie hij een affaire had, heeft vermoord in een kamer van het Tilburgse Mercure Hotel. Toen het slachtoffer na een slaande ruzie naar de badkamer liep, heeft de verdachte een vuurwapen gepakt en dat, lopende naar de badkamer, doorgeladen. In de deuropening van de badkamer zag hij zijn vriendin op haar knieën voor het bad zitten. Daarna heeft hij het wapen gericht en haar door het hoofd geschoten. Het gerechtshof is van oordeel dat de verdachte niet in een drift of opwelling heeft gehandeld, vooral omdat het stel wel vaker heftige ruzies had. Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte zijn vriendin met voorbedachte raad om het leven heeft gebracht en dat er dus sprake is van moord.

Schietpartij Marseille
Het gerechtshof vindt eveneens bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een schietpartij in Marseille. Ondanks dat zijn DNA ter plaatse werd aangetroffen, heeft de verdachte zijn betrokkenheid steevast ontkend. De verklaringen van een vriend en vriendin van het slachtoffer en de resultaten van het telecommunicatieonderzoek zijn volgens het gerechtshof echter het bewijs van het tegendeel. Tegenover die vriend en vriendin had het latere slachtoffer gezegd dat de verdachte in Marseille had geschoten. Bovendien is gebleken dat er op tijdstippen rond de schietpartij met de telefoons van de verdachte vanuit Marseille sms-berichten zijn verzonden naar het latere slachtoffer, zijn ex-echtgenote en een vriend. Volgens het gerechtshof is de verklaring van de verdachte dat hij op het moment van de schietpartij niet in Marseille was, dan ook ongeloofwaardig. De schietpartij in Marseille levert volgens het gerechtshof drie pogingen tot moord en een poging tot doodslag op.

Tot slot is volgens het gerechtshof bewezen dat de verdachte een pistool, een geweer en munitie voorhanden heeft gehad en dat hij circa 54.000 euro van zijn voormalig werkgever heeft gestolen.

Strafoplegging
Hoewel het gerechtshof de feiten buitengewoon ernstig vindt, is dat niet in die mate dat de terugkeer van de verdachte in de samenleving voor altijd moet worden uitgesloten. Het gerechtshof heeft daarom, anders dan de rechtbank, geen levenslange gevangenisstraf opgelegd. Bij de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf heeft het hof vooral oog gehad voor het leed dat aan de nabestaanden van het slachtoffer is toegebracht. Het gerechtshof kwam tot het eindoordeel dat in dit geval een gevangenisstraf van 28 jaar passend is.'



4 mei 2012
18 jaar gevangenisstraf in hoger beroep voor 'moord zonder lijk

'Het gerechtshof Arnhem heeft Frans J. vandaag in hoger beroep alsnog veroordeeld voor de moord op Henk Peters uit Doorwerth. Het lichaam van het slachtoffer, hij was bekend als amateurfotograaf, is nooit gevonden. Omdat volgens de rechtbank 'direct bewijs' ontbrak was de verdachte in eerste aanleg vrijgesproken van moord dan wel doodslag. Het hof stelt, net als de rechtbank, vast dat het niet anders kan dan dat Henk Peters door geweld om het leven is gebracht.

Anders dan de rechtbank
Het gerechtshof leidt echter anders dan de rechtbank (LJN: BP3749) uit een groot aantal voor de verdachte zeer belastende feiten en omstandigheden af dat de verdachte rechtstreeks was betrokken bij de verdwijning van Henk Peters. Zo was verdachte zeer kort na de verdwijning van Henk Peters op de avond van Koninginnedag 2009 in het bezit van de auto van Peters. Verder werden in een ladenblok van verdachte dat hij bij een vriendin had verborgen, de persoonlijke bezittingen van Peters gevonden en ook geheugenkaartjes met daarop de foto's die Peters die avond had gemaakt van het concert van Kane in Arnhem.

In het ladenblok werd daarnaast onder andere een vuurwapen (Walther PPK) en munitie gevonden. In de achterbak van de auto van verdachte werd een bloedspoor aangetroffen dat na DNA-onderzoek van Henk Peters bleek te zijn. Al deze en een aantal andere belastende feiten in aanmerking nemend, acht het hof voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig.

Van belang is naar het oordeel van het hof dat voor zover mogelijk andere denkbare mogelijkheden zijn onderzocht. Verder heeft de verdachte zelf geen enkele opheldering gegeven over de voor hem belastende gegevens. Het hof acht daarom bewezen dat verdachte Henk Peters opzettelijk van het leven heeft beroofd.

Voorbedachte raad
De voorbedachte raad leidt het hof af uit het kennelijk van tevoren gemaakte plan om Henk Peters van het leven te beroven, zoals blijkt uit onder meer het van te voren zoeken op internet naar woorden als 'dood' en 'kogel door het hoofd'. Uit het feit dat de verdachte vrijwel onmiddellijk na de vermissing van Henk Peters probeerde een vervangend kentekenbewijs voor de auto van Peters te verkrijgen, leidt het hof een financieel motief af.

Behalve de moord op Henk Peters acht het hof ook het verbergen van het lijk van Peters bewezen en de diefstal van een valse kentekenplaat, die op de auto van Peters was gemonteerd. Op de achterkant van die kentekenplaat is een vingerafdruk van verdachte aangetroffen. Verder heeft de verdachte met gestolen passen aankopen gedaan.

Het hof heeft, conform de eis van de advocaat-generaal, een gevangenisstraf van achttien jaar opgelegd. Daarbij is het nog steeds zwijgen van de verdachte over de vindplaats van het lijk en het leed dat de familie van het slachtoffer daardoor nog extra is aangedaan, zwaar meegeteld.'



3 mei 2012
Gevangenisstraf voor overvallen Ochten en Tiel

'De rechtbank heeft vandaag een 24-jarige man uit Ochten, een 25-jarige man uit Dodewaard en een 21-jarige man uit Opheusden veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk 5 jaar, 5 jaar en 4 jaar waarvan een jaar voorwaardelijk. De 21-jarige moet zich tevens laten behandelen.

Overvallen in Ochten en Tiel
De mannen hadden op 31 december 2011 een supermarkt in Ochten overvallen met twee nepvuurwapens. Op 4 januari 2012 pleegden zij opnieuw een gewapende overval, dit keer op een tankstation in Tiel. Voor de overval werden gestolen kentekenplaten op de vluchtauto geschroefd. De mannen worden ook veroordeeld voor de diefstal en heling van de kentekenplaten. De Ochtenaar en de man uit Dodewaard zijn tevens veroordeeld voor het voorhanden hebben van wapens.

Hennepkwekerij
Daarnaast had de man uit Ochten een hennepkwekerij in zijn woning, waarbij illegaal stroom afgetapt werd. Door die hennepkwekerij ontstond brand waardoor de woning deels afbrandde en gevaar voor de naastgelegen woningen en hun bewoners ontstond.

Tot slot hebben de mannen uit Ochten en Opheusden hennep en speed voorhanden gehad.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 6 jaar en 6 maanden geëist voor de 24-jarige, 6 jaar voor de 25-jarige en 4 jaar waarvan een jaar voorwaardelijk voor de 21-jarige.

Schadevergoeding
In een psychologische rapportage is geconcludeerd dat de feiten aan de Ochtenaar in licht verminderde mate kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft daarmee rekening gehouden bij de strafoplegging. Bij de man uit Opheusden hield de rechtbank rekening met de jeugdige leeftijd van de man, zijn blanco strafblad en het feit dat zijn feitelijke gedragingen van minder ernstige aard waren dan die van zijn mededaders (bij de overvallen had hij in de auto gewacht).

De mannen moeten tevens een schadevergoeding betalen aan drie benadeelden.'



2 mei 2012
Voetballeuzen tegen Joden in principe strafbaar

'Het Openbaar Ministerie hoeft de voetbalclub ADO Den Haag en één van de voetbalspelers niet te vervolgen wegens belediging en aanzetten tot discriminatie en haat, omdat deze speler al tuchtrechtelijk zwaar is gestraft en spijt heeft betuigd. Dat heeft het Haagse gerechtshof bepaald in een art. 12 sv procedure die aangespannen was door Federatief Joods Nederland. De betreffende speler had na een gewonnen voetbalwedstrijd anti-Ajax leuzen met voor Joden beledigende teksten geuit. Het uiten van deze leuzen kan volgens het hof onder omstandigheden echter wel strafbaar zijn.

Nadat op 20 maart 2011 ADO Den Haag een voetbalwedstrijd van Ajax had gewonnen, riepen supporters tijdens een feest in het supportershome van ADO Den Haag leuzen tegen Joden. Eén van de voetbalspelers nam, staand op een verhoging en gebruikmakend van een microfoon, deel aan het scanderen van de leuzen. Hiervan zijn beelden op YouTube geplaatst.

Het Haagse hof is van oordeel dat de gebezigde uitlatingen een strafbaar feit kunnen opleveren, maar dat deze telkens beoordeeld moeten worden naar de omstandigheden waarin ze gedaan zijn. Het hof acht het aannemelijk dat de voetbalspeler niet de intentie had om Joden te beledigen of aan te zetten tot haat tegen het Joodse volk. Dit is echter niet doorslaggevend voor de beoordeling, omdat hij zich ervan bewust had moeten zijn dat dit door anderen wel zo opgevat had kunnen worden en zijn optreden als sterspeler door supporters als aanmoedigend zou worden ervaren.

Het hof heeft in de beoordeling meegewogen dat de voetbalspeler publiekelijk spijt heeft betuigd en dat tegen hem strafmaatregelen zijn getroffen door zijn werkgever en de KNVB. Betrokkene heeft een boete van een maandsalaris en vier wedstrijdpremies en daarnaast een schorsing voor vijf wedstrijden, waar van één voorwaardelijk, opgelegd gekregen. Daarnaast moet hij van zijn werkgever in het kader van een leerstraf op scholen voorlichting geven over pesten en discriminatie.

Het hof is van oordeel dat gelet op de omstandigheden en de strafmaatregelen die al tegen de voetbalspeler zijn genomen in deze zaak geen opdracht tot strafvervolging gegeven hoeft te worden.'



2 mei 2012
Gasopslag Bergermeer mag doorgaan

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het rijksinpassingsplan 'Gasopslag Bergermeer' in stand gelaten. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (2 mei 2012). De ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu stelden het plan eind april 2011 vast. Hiermee wordt gasopslag mogelijk gemaakt op de Bergermeerlocatie ten westen van Alkmaar. Ter uitvoering van het plan is ook een groot aantal vergunningen verleend. Onder meer de Stichting Gasalarm2, Milieudefensie, de Stichting Ondergrondse Opslag Bergermeer, de gemeente Bergen en een aantal particulieren hadden de Raad van State gevraagd het rijksinpassingsplan en de bijbehorende vergunningen te vernietigen. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

De tegenstanders van de gasopslag vinden dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de risico's voor aardbevingen als gevolg van de ondergrondse gasopslag. Zo zouden de onderzoeken onderling afwijken en is de schade als gevolg van aardbevingen onderschat. Verder vrezen de tegenstanders onder meer geluidsoverlast en twijfelen zij aan de veiligheid van de aardgasputten. De Raad van State heeft alle bezwaren tegen het plan en de vergunningen ongegrond verklaard.

De Raad van State is van oordeel dat aan de ondergrondse opslag van gas een aantal onduidelijkheden en onzekerheden zitten, maar dat dit niet betekent dat de ministers daarom van het rijksinpassingsplan hadden moeten afzien. Weliswaar kunnen deskundigen geen reële inschatting geven van de kans op een aardbeving, maar die kans wordt in elk geval niet groter geacht dan tijdens de periode dat op de Bergermeerlocatie gas werd gewonnen. Verder zal de maximale kracht van een beving volgens deskundigen niet groter zijn dan 3.9 op de schaal van Richter en is de kans op een beving met die kracht extreem klein. Op basis van deze onderzoeken mochten de ministers de gasopslag op de Bergermeerlocatie aanvaardbaar achten, aldus de hoogste bestuursrechter. Gelet op de belangen die met het project zijn gemoeid, geldt dat ook voor de schade die bij een beving zou kunnen optreden.

De Raad van State heeft het beroep van de gemeente Bergen niet-ontvankelijk verklaard. In de Crisis- en herstelwet, waar dit project onder valt, is bepaald dat overheden onderling niet tegen elkaars besluiten kunnen procederen. Daarom was het voor de gemeente Bergen niet mogelijk om beroep in te stellen tegen het rijksinpassingsplan en de vergunningen.

Het rijksinpassingsplan maakt het mogelijk om in het lege gasveld op de Bergermeerlocatie gas op te slaan. Daarvoor worden een nieuwe gasbehandelings- en compressie-installatie gebouwd, veertien nieuwe aardgasputten geboord en gasleidingen aangelegd. In het opslagplan dat onderdeel uitmaakt van het rijksinpassingsplan is verder bepaald dat de maximale druk in het gasreservoir op den duur 133 bar mag bedragen. Gasbedrijf Taqa Energy B.V. wil op de Bergermeerlocatie gas in de bodem opslaan, zodat het gas op een later moment geleverd kan worden. In 2003 is de gaswinning op deze locatie beëindigd.'



2 mei 2012
Gevangenis- en werkstraf voor hennepkwekerij in huis Elst

'De rechtbank veroordeelt een 46-jarige inwoner van Elst voor het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van hennep, van diefstal van elektriciteit en gewoontewitwassen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een werkstraf van 230 uur.

Een 45 jarige inwoonster van Elst is voor de dezelfde feiten veroordeelt tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een werkstraf van 200 uur. (volledige uitspraak volgt)

De voorwaardelijke gevangenisstraf dient om de ernst van het feit te benadrukken en als waarschuwing voor verdachten om zich voortaan van het plegen van dergelijke delicten te onthouden.

Beide verdachten
Verdachten hebben in de schuur van een hen gehuurde woning een hennepkwekerij aanwezig gehad. Hoewel de rechtbank niet bewezen acht dat verdachten zelf hennep hebben gekweekt, staat wel vast dat zij een hennepkwekerij voorhanden hebben gehad en dat zij daar financieel voordeel uit hebben genoten.

Lichtere straf
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank er rekening mee dat de vrouwelijke verdachte de zorg voor twee kinderen heeft. Daarom zal zij aan verdachte een lichtere straf opleggen dan aan haar medeverdachte.

Waarschuwing
De voorwaardelijke gevangenisstraf dient om de ernst van het feit te benadrukken en als waarschuwing voor verdachte om zich voortaan van het plegen van dergelijke delicten te onthouden.'



2 mei 2012
Uitspraak gerechtshof Arnhem in Apeldoornse moordzaak

'Het gerechtshof te Arnhem heeft vandaag drie verdachten veroordeeld voor de moord op Apeldoorner Gert Nijkamp op 29 mei 2007. Alle drie de verdachten worden als medeplegers aangemerkt. De feitelijke schutter M. kreeg (voor de moord en nog een aantal andere feiten) 18 jaar gevangenisstraf, de initiatiefnemer G. eveneens 18 jaar en de derde verdachte U., die een iets geringere rol vervulde, 16 jaar.

Bij de rechtbank
De rechtbank Zutphen heeft deze verdachten in februari 2010 veroordeeld tot gevangenisstraffen van 18 jaar (verdachte M. LJN BL1498), 20 jaar (verdachte G. LJN BL1518) en 17 jaar (verdachte U. LJN BL1516). Tegen hen waren door de officier van justitie gevangenisstraffen geëist van respectievelijk 18 jaar, 20 jaar en 20 jaar.

Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep geëist dat verdachten worden veroordeeld tot gevangenisstraffen van 18 jaar (verdachte M.), 24 jaar (verdachte G.) en 18 jaar (verdachte U.).

In hoger beroep heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in verband met onregelmatigheden in het onderzoek. Deze hadden betrekking op de overgang van het ene onderzoeksteam naar het andere, de zwaarte en de uitvoering van de ingezette dwangmiddelen en het onvoldoende onderzoeken van alternatieve scenario’s. Het hof heeft deze formele verweren verworpen.

Bij het bepalen van de straf heeft het hof naast de ernst van het feit in aanmerking genomen dat de moord is gepleegd op klaarlichte dag voor een basisschool. Verschillende ouders, die hun kinderen wegbrachten, waren daardoor getuige van de moord.'



2 mei 2012
Cel en tbs met voorwaarden voor ontucht in Uddel

'De rechtbank veroordeelt een 27-jarige man uit Uddel voor het plegen van ontuchtige handelingen en verkrachting van minderjarige jongens. De man krijgt hiervoor een gevangenisstraf van 2,5 jaar en tbs met voorwaarden opgelegd. Ook moet de man een schadevergoeding betalen aan één van de slachtoffers.

Als een meisje op MSN
De verdachte leerde de slachtoffers kennen via de lokale voetbalclub. Hij deed zich op MSN voor als een meisje en liet de jongens zich aftrekken voor de webcam. In een latere periode dwong hij de jongens om seksuele handelingen bij hem te verrichten door hen te chanteren. Hij dreigde de beelden van de webcam openbaar te maken.

Lagere gevangenisstraf
De rechtbank legt een lagere gevangenisstraf op dan door de officier van justitie is gevraagd. Niet is bewezen dat de verdachte een van de slachtoffers anaal heeft verkracht. Daarnaast kijkt de rechtbank naar andere straffen in vergelijkbare zaken en houdt het rekening met de geadviseerde behandeling, en de duur daarvan, van de verdachte.

Vrijspraak in oudere strafzaak
In een andere en oudere strafzaak die tegelijk met deze werd behandeld is deze verdachte vrijgesproken van het plegen ontuchtige handelingen in een periode van 1999 tot en met 2001. Verdachte en het slachtoffer waren destijds minderjarig.

Hoewel de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar zijn, worden deze niet ondersteund door ander bewijs in het dossier. Dit betekent dat de rechtbank, ook gelet op het geringe leeftijdsverschil tussen het slachtoffer en verdachte, niet het ontuchtig karakter kan vaststellen van de handelingen die gepleegd zouden zijn.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl