Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - oktober 2015:


30 oktober 2015
Overlevering voor 'bagateldelict' toegestaan

'De Nederlandse autoriteiten mogen een man overleveren aan België die daar tot vijf jaar gevangenisstraf is veroordeeld onder meer voor een gering strafbaar feit. Dat heeft de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam bepaald na raadpleging van het Europese Hof.

Europese wetgeving
Volgens de wet mag Nederland een persoon pas overleveren aan een ander EU-lidstaat als op het strafbare feit volgens de Nederlandse wet twaalf maanden gevangenisstraf of meer staat. Overlevering voor ‘bagateldelicten’ is volgens de Nederlandse wet dus niet mogelijk, maar volgens de Europese wetgeving moet de overlevering voor dit soort zaken juist wel.

Naar aanleiding van deze zaak heeft de IRK de kwestie voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie. Op basis van het antwoord van het Hof heeft de IRK de Nederlandse Overleveringswet zo uitgelegd, dat de overlevering voor ‘bagatel’-delicten toch moet worden toegestaan. Zie uitspraak ECLI:NL:RBAMS:2015:7460

Internationale Rechtshulpkamer
Op basis van het Europees aanhoudingsbevel (EAB) kunnen Europese lidstaten een verzoek doen tot overlevering van verdachten en veroordeelden. Die verzoeken worden in Nederland beoordeeld door de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de rechtbank Amsterdam. Die toetst of een EAB voldoet aan de eisen en of er gronden zijn om de overlevering te weigeren. '



30 oktober 2015
Bedreiging van medewerkers spoedeisende hulp bestraft

'De rechtbank heeft een 29-jarige man uit Apeldoorn veroordeeld die in juli 2015 op de eerste hulp van het Gelre Ziekenhuis in Apeldoorn een arts en een verpleger heeft bedreigd en vernielingen heeft aangericht. Aan hem is een gevangenisstraf van 120 dagen opgelegd, waarvan 43 dagen voorwaardelijk. Ook moet de verdachte schade vergoeden die het ziekenhuis niet door de verzekering vergoed heeft gekregen.

Hulpverleners
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat naar de ervaring leert, delicten als het onderhavige veelal de oorzaak zijn van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij de directe slachtoffers. Zij dragen bovendien bij aan in de samenleving levende gevoelens van onveiligheid. Des te kwalijker vindt de rechtbank het dat de door verdachte geuite bedreiging was gericht tegen hulpverleners die hem de nodige zorg wilden verlenen en op een voor velen toegankelijke plaats namelijk de spoedeisende hulp van een ziekenhuis; een plaats bovendien waar zich kwetsbare personen (patiënten) bevinden.'



29 oktober 2015
Hogere gevangenisstraf voor Badr Hari

'Badr Hari is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk wegens geweldsdelicten, waaronder de zware mishandeling van Koen Everink op Sensation White in de Amsterdam ArenA in 2012. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. De rechtbank had de verdachte wegens grotendeels dezelfde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie stelden tegen dit vonnis hoger beroep in.

Het hof heeft de medeverdachte Ferhat Y. vrijgesproken. De rechtbank had hem ook vrijgesproken.

Vijf geweldsincidenten
Het hof vindt bewezen dat Hari in 2011 en 2012 5 maal geweld tegen iemand heeft gebruikt in Amsterdamse uitgaansgelegenheden. Het gaat om een zware mishandeling, 2 pogingen tot zware mishandeling en 2 mishandelingen. De rechtbank sprak de verdachte eerder vrij van een poging tot zware mishandeling in Jimmy Woo, maar het hof acht dit feit wel bewezen.

Hogere straf
Het hof heeft een hogere straf opgelegd dan de rechtbank, omdat het de ernst van de feiten anders heeft gewogen. De raadsvrouw had verzocht om een gevangenisstraf die gelijk was aan het voorarrest met een werkstraf. Het hof vond dat niet toereikend gezien de ernst van het geweld en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd. De meeste slachtoffers hebben letsel opgelopen. De enkelbreuk van Everink is nog steeds niet helemaal genezen.

Alle geweldsdelicten vonden plaats in openbare gelegenheden waar veel omstanders getuige waren. Bijna steeds was een onbeduidende woordenwisseling aanleiding voor heftig geweld door de verdachte, dat zo onverwachts kwam dat de slachtoffers zich daar niet tegen konden verweren. Dat de verdachte als professioneel kickbokser zijn fysieke overwicht heeft misbruikt, ziet het hof ook als strafverzwarend.

Gevangenisstraf
De raadsvrouw heeft ook aangevoerd dat de carrière van de verdachte mogelijk in gevaar kan komen bij het opleggen van een gevangenisstraf. Het hof gaat daar niet in mee. Het vindt dat dit voor Hari een voorzienbaar risico was toen hij deze feiten pleegde. Het hof ziet in de media-aandacht evenmin een reden om geen of een lagere gevangenisstraf op te leggen. De verdachte was landelijk bekend en hij had er rekening mee kunnen houden dat het plegen van een ernstig feit zoals in de ArenA de nodige media-aandacht zou opleveren. Bovendien heeft hij de media zelf actief benaderd.

Benadeelde partijen
Het hof heeft de vorderingen van de drie benadeelde partijen deels toegewezen, in totaal tot een bedrag van ongeveer 45.000 euro.'



29 oktober 2015
Gevangenisstraf voor bezit en verspreiden van kinderporno

'Het gerechtshof in Den Haag heeft in hoger beroep een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, opgelegd aan een 77-jarige man. Deze man heeft zich – nadat hij eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld – in de periode van begin 2006 tot en met begin 2011 onder andere schuldig gemaakt aan het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno.

Naast de oplegging van een gevangenisstraf heeft het hof net als de rechtbank bepaald dat de verdachte gedurende vijf jaar verplicht contact zal hebben met de reclassering. Ook moet hij in die vijf jaar de afdeling zeden van de politie in de gelegenheid stellen om zijn computers, harde schijven, dvd's en andere gegevensdragers te controleren op de aanwezigheid van kinderporno.

Het hof heeft bij het bepalen van de straf meer dan de rechtbank rekening gehouden met de leeftijd van de verdachte. Ook is er veel tijd verstreken sinds de verdachte de feiten heeft gepleegd en sinds hij daarvoor door de rechtbank is veroordeeld. Verder heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte - nadat hij door de rechtbank is veroordeeld - tweemaal de afdeling zeden van de politie in de gelegenheid heeft gesteld om zijn computers, harde schijven, dvd’s en andere gegevensdragers te controleren op de aanwezigheid van kinderporno en dat er bij die controles geen kinderporno is aangetroffen. Een en ander heeft er toe geleid dat het hof aan de verdachte een lagere straf heeft opgelegd dan de rechtbank, die in 2012 oordeelde dat aan de verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, diende te op worden gelegd.'



29 oktober 2015
Amsterdammer veroordeeld voor ontucht met 13-jarige

'De rechtbank heeft een 35-jarige man uit Amsterdam veroordeeld voor ontucht tot een gevangenisstraf van 182 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast legt de rechtbank de man een werkstraf op voor de duur van 240 uren. Aan de voorwaardelijke straf zijn de voorwaarden verbonden van een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling.

WhatsApp
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte in februari 2014 met het toen 13-jarige slachtoffer ontucht heeft gepleegd en orale en anale seks heeft gehad. De verklaring van het slachtoffer hierover wordt in voldoende mate ondersteund door WhatsApp-berichten tussen verdachte en het slachtoffer. Verdachte had, als meerderjarige man en vanwege het grote leeftijdsverschil, zijn verantwoordelijkheid moeten kennen en het slachtoffer tegen zichzelf in bescherming moeten nemen.

Eis
De officier van justitie had een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk geëist. Verdachte heeft twee dagen in voorarrest doorgebracht. De rechtbank heeft verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd dan deze twee dagen omdat het feit dateert van ruim 1,5 jaar geleden, het bij één keer is gebleven, het slachtoffer een uitnodigende rol heeft gespeeld, er geen dwang is toegepast en verdachte niet eerder veroordeeld is voor het plegen van een strafbaar feit.

Schadevergoeding
Het slachtoffer had aan schadevergoeding ruim € 15.500,- gevraagd, waarvan € 10.000,- smartengeld. De rechtbank heeft ruim € 1.800,- toegewezen, waarvan € 1.500,- smartengeld. Dit is minder dan verzocht gelet op de omstandigheden van het feit en omdat de behandeling van de vordering voor het meerdere een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.

De volledige uitspraak is via onderstaand ECLI-nummer te lezen.'



28 oktober 2015
Taakstraf en rijontzegging voor veroorzaken dodelijk ongeval

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, veroordeelt een 22-jarige man uit Bergen op Zoom tot 180 uur taakstraf en een rijontzegging van 6 maanden. De rechtbank vindt bewezen dat de man een verkeersongeluk heeft veroorzaakt waarbij een automobiliste om het leven is gekomen.

Onvoldoende rust
De man reed op 21 juni 2014 in Tholen als bestuurder van een personenauto. Hij reed harder dan de toegestane snelheid. Uit onderzoek blijkt dat de auto van de man zich tijdens het ongeval op de andere weghelft bevond. Hij heeft de doorgetrokken streep overschreden waardoor hij in botsing is gekomen met de auto van het slachtoffer.

Uit het dossier en de behandeling tijdens de zitting is duidelijk geworden dat de aandacht van de verdachte kort voor het ongeluk is verslapt. De rechtbank is van oordeel dat de man door gedurende ongeveer 21 uur onvoldoende rust te nemen en daarna toch in zijn auto te gaan rijden het onnodige risico heeft genomen dat zijn aandacht tijdens het rijden zou verslappen. Hierbij komt dat de snelheid te hoog was en de man weinig rijervaring had.

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de ernst van het feit en de gevolgen daarvan. Verdachte heeft door zijn schuld een verkeersongeluk veroorzaakt waarbij een persoon om het leven is gekomen. Hij heeft daardoor veel leed veroorzaakt aan de nabestaanden van het slachtoffer, zoals ook blijkt uit de slachtofferverklaringen die tijdens de zitting zijn voorgelezen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank ook rekening met de jonge leeftijd van de verdachte, het oprechte berouw van verdachte, de mate van schuld en de omstandigheid dat de man zelf ook letsel heeft opgelopen. Vanwege de ernst van het feit vindt de rechtbank dat een geheel voorwaardelijke taakstraf niet voldoende is en moet ook een onvoorwaardelijke rijontzegging worden opgelegd.

De officier van justitie eiste een taakstraf van 240 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een rijontzegging van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.'



28 oktober 2015
Vereniging Woekerpolis.nl deels niet-ontvankelijk in collectieve actie tegen Aegon

'De vereniging Woekerpolis.nl had bij de rechtbank Den Haag een collectieve actie ingesteld tegen verzekeraar Aegon over 115 beleggingsverzekeringen. De rechtbank heeft geoordeeld dat voor 112 daarvan onvoldoende vaststaat dat de vereniging voldoet aan de in de wet neergelegde eisen voor het voeren van een collectieve actie. Hiervoor is nodig dat de door de vereniging ingestelde vorderingen de bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen als doel hebben.

Summiere toelichting van producten
Het oordeel van de rechtbank betekent dat de procedure voor 112 van de 115 producten eindigt. Dit oordeel is gebaseerd op het volgende. De vereniging had van 2 van deze 112 producten alleen een summiere toelichting gegeven. Van 110 producten kent de rechtbank alleen de naam die wordt genoemd in een door de Vereniging vervaardigd overzicht. Daarmee is niet duidelijk of deze 112 producten dezelfde, althans zeer vergelijkbare productkenmerken hebben en of zij op dezelfde, althans vergelijkbare wijze tot stand zijn gekomen. Evenmin is duidelijk of de vereniging opkomt voor personen die stellen schade te hebben geleden door de handelwijze van Aegon bij het aanbieden en uitvoeren van deze 112 producten. Dat geldt eens temeer nu volgens de eigen stellingen van de vereniging sprake is van – niet nader door haar aangeduide of toegelichte – mogelijke verschillen in de kostenstructuur van de producten en de informatievoorziening aangaande de kosten en de kostenrisico’s.

Wel ontvankelijk voor 3 producten
Ten aanzien van 3 van de 115 beleggingsverzekeringen is de Vereniging wel ontvankelijk in haar collectieve actie tegen Aegon. Dat zijn: Fundplan, VermogensPlan en KoersPlan. Dat zijn ook de beleggingsverzekeringen die waren afgesloten door de 3 individuele eisers die tezamen met de vereniging de vordering hadden ingesteld tegen Aegon.

Tussenvonnis en instructie voor verdere procedure
Dit vonnis is geen eindvonnis, maar een tussenvonnis met een instructie voor de verdere procedure. De vereniging had haar verwijten aan Aegon namelijk onderbouwd met de contractdocumentatie van de beleggingsverzekeringen van de drie individuele eisers, uit 1991, 1993 en 1995. De vorderingen van de vereniging strekken zich echter uit over de gehele periode dat Aegon deze 3 producten aanbood en het staat vast dat Aegon de contractdocumentatie in de loop der tijd heeft gewijzigd. De rechtbank heeft de vereniging daarom bevolen om alle relevante contractdocumentatie met betrekking tot Fundplan, VermogensPlan en KoersPlan over de relevante periode in het geding te brengen en haar verwijten te concretiseren per periode waarop de contractdocumentatie voor het desbetreffende product werd gebruikt. Aegon zal hierop mogen reageren.'



28 oktober 2015
Evenementenvergunning monstertruck Haaksbergen onterecht verleend

'De gemeente Haaksbergen heeft onterecht de vergunning afgegeven voor het evenement waar het ongeluk met een monstertruck gebeurde. Tijdens het evenement op 28 september 2014 reed de monstertruck het publiek in. Hierbij vielen 3 doden en 28 gewonden.

De rechtbank Overijssel oordeelt dat er vooraf door de gemeente Haaksbergen helemaal geen risico-inschatting is geweest voor de stunt met de monstertruck. Er was geen concreet beeld van wat er tijdens de stunt zou gebeuren en welke risico’s er waren. Dit was bij de aanvraag niet toegelicht en daar is ook geen navraag naar gedaan. Ook in de latere bezwaarprocedure is de vergunning onterecht gehandhaafd.

Geen inschatting van veiligheidsrisico’s
De rechtbank oordeelt dat niet slechts sprake is geweest van een te beperkte of onzorgvuldige beoordeling van het evenement, maar dat voorafgaand aan de verlening van de evenementenvergunning helemaal geen risico-inschatting ten aanzien van de stunt met de monstertruck heeft plaatsgevonden.

De burgemeester had op dat moment geen concreet beeld van wat tijdens de stunt met de monstertruck zou plaatsvinden. Dit was bij de aanvraag niet toegelicht en de burgemeester heeft daar ook geen navraag naar gedaan. Er is geen inschatting gemaakt van de veiligheidsrisico’s die de stunt met zich brengt en de burgemeester heeft zich geen oordeel gevormd met betrekking tot de vraag welke opstelling van het publiek onder die omstandigheden verantwoord was. Dit had met het oog op de veiligheid van toeschouwers wel gemoeten.

Bezwaarprocedure
In de bezwaarprocedure, die na het ongeluk plaatsvond, erkende de burgemeester dat het verlenen van de evenementen-vergunning onzorgvuldig was, omdat niet elk onderdeel van het evenement, waaronder de stunt met de monstertruck, is beoordeeld in het licht van de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid. Haaksbergen handhaafde echter de evenementenvergunning, omdat deze volgens de burgemeester, ook achteraf gezien, onder dezelfde voorwaarden zou zijn verleend.

Inschatting achteraf niet aanvaardbaar
Een dergelijke risico-inschatting achteraf, in de bezwaarprocedure, waarbij het ongeluk met de monstertruck buiten beschouwing is gebleven, acht de rechtbank te laat en niet aanvaardbaar. De rechtbank oordeelt dat de aanvankelijke gebreken, met betrekking tot de besluitvorming, tot herroeping van de evenementenvergunning hadden moeten leiden.'



28 oktober 2015
Ontwikkeling voormalig kazerneterrein Venlo mag doorgaan

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het in november 2014 gewijzigde bestemmingsplan 'Aanpassing Kazernekwartier' van de gemeenteraad van Venlo bijna helemaal in stand gelaten.

Dit blijkt uit een einduitspraak van vandaag (28 oktober 2015). Dit betekent dat de gemeente Venlo meerdere grootschalige leisure-concepten mag ontwikkelen op het terrein van de voormalige Frederik Hendrik Kazerne. Een aantal bezwaarmakers uit Venlo was tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Tussenuitspraak
Uit het bestemmingsplan bleek dat een nieuw stadion voor voetbalclub VVV een belangrijk onderdeel vormde voor de ontwikkeling van het voormalige kazerneterrein. VVV trok zich echter terug uit het project. In augustus 2014 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak in een tussenuitspraak dat de gemeenteraad daarom de behoefte aan grootschalige leisure-functies en de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan beter moest onderbouwen. Daarop schrapte de gemeenteraad eind november 2014 het voetbalstadion uit het bestemmingsplan en deed hij aanvullend onderzoek naar de behoefte aan leisure-functies op het voormalige kazerneterrein.

Einduitspraak
De gemeenteraad heeft naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak met dit aanvullende onderzoek toereikend gemotiveerd dat ook zonder het voetbalstadion verschillende relatief grootschalige leisure-concepten kunnen worden ontwikkeld. Daarbij heeft zij van belang geacht dat er volgens de gemeenteraad concrete gegadigden zijn om het bestemmingsplan uit te voeren. Dat het bestemmingsplan zal leiden tot een overaanbod in een bepaalde branche betekent nog niet dat het bestemmingsplan daarom 'uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening' niet aanvaardbaar is, aldus de hoogste algemene bestuursrechter.'



26 oktober 2015
Referendum Associatieovereenkomst Oekraïne kan doorgaan

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het beroep van De Kreek tegen het besluit van de Kiesraad om een referendum te houden over de Associatieovereenkomst met Oekraïne, niet ontvankelijk verklaard. Dit blijkt uit een uitspraak van vandaag (26 oktober 2015). Dit betekent dat het referendum kan worden gehouden. Er is geen hoger beroep mogelijk tegen deze uitspraak.

Belanghebbende
In het algemeen kunnen alleen belanghebbenden tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. Daarvan kan afgeweken worden. In de Wet raadgevend referendum is echter niet van deze algemene regel afgeweken, anders dan bijvoorbeeld in de Kieswet is gebeurd. Daarom stond de Afdeling bestuursrechtspraak allereerst voor de vraag of De Kreek belanghebbende is bij het besluit van de Kiesraad.

Onderscheidend belang
De Kreek is geen belanghebbende, omdat hij "geen objectief en actueel, eigen persoonlijk belang heeft dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het besluit". Dat De Kreek wenst op te komen voor het algemeen belang van de bescherming van de democratie en het voorkomen van fraude, betekent niet dat hij een belang heeft bij het besluit dat hem "in voldoende mate onderscheidt van grote aantallen anderen", aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. Omdat het beroep niet-ontvankelijk is, gaat de Afdeling bestuursrechtspraak in de uitspraak niet inhoudelijk in op de bezwaren van De Kreek.

Raadgevend referendum
Op 1 juli 2015 is de Wet raadgevend referendum in werking getreden. Op grond van de wet zijn bijna alle door het parlement aangenomen wetten en goedgekeurde verdragen 'referendabel'. Dit betekent dat er verzocht kan worden om een referendum te houden. Daarvoor moeten minimaal 300.000 ondersteuningsverklaringen worden ingediend bij de Kiesraad. De Kiesraad stelde op woensdag 14 oktober jl. vast dat er 427.939 geldige ondersteuningsverklaringen waren ingediend voor het houden van een referendum over een Associatieovereenkomst met Oekraïne.'



26 oktober 2015
8 jaar cel voor poging moord en doodslag op echtgenoot

'De rechtbank heeft 8 jaar gevangenisstraf opgelegd aan een 30-jarige vrouw uit Hoorn. De rechtbank acht bewezen dat zij op 3 oktober 2014 in hun eigen woning heeft geprobeerd haar echtgenoot van het leven te beroven. De vrouw heeft haar echtgenoot die bewuste dag geblinddoekt en geboeid, wat paste bij een seksspel dat zij wel vaker speelden. Volgens de rechtbank is er voldoende bewijs dat zij haar echtgenoot daarna - terwijl hij weerloos was - eerst met een buigveer op het hoofd heeft geslagen en vervolgens meermalen met een mes in de borst gestoken.

Poging moord en poging doodslag
De rechtbank heeft het slaan met de buigveer juridisch als poging tot doodslag beoordeeld en het daarna door de vrouw steken van haar echtgenoot met het mes, als poging tot moord. De rechtbank maakt dat onderscheid omdat bij het slaan met de buigveer nog sprake kan zijn geweest van een heftige gemoedsopwelling. Daarna is de vrouw echter, terwijl haar echtgenoot inmiddels bewusteloos was, een mes gaan halen en heeft zij hem meermalen gestoken in de borst. Tussen die gebeurtenissen was er voldoende tijd om te rade te gaan bij zichzelf en bijvoorbeeld te stoppen met wat zij deed, aldus de rechtbank.

Geheugenverlies
Bij de beoordeling van de zaak speelt een rol dat verdachte zich nagenoeg niets meer kan herinneren van de gebeurtenissen. Deskundigenonderzoek en observatie in het Pieter Baan Centrum hebben geen uitsluitsel kunnen geven over de vraag of de vrouw daadwerkelijk aan geheugenverlies lijdt of dat fingeert. Evenmin is gebleken van ernstige psychische problematiek bij de vrouw: zij is volledig toerekeningsvatbaar en dus verantwoordelijk voor wat er is gebeurd.

Strafmaat
De rechtbank legt een lagere straf op dan de 12 jaar die is gevorderd door de officier van justitie omdat de rechtbank uitkomt op een andere bewezenverklaring. De officier van justitie ging er vanuit dat het beide keren een poging tot moord betrof. Uit de strafmotivering blijkt dat de rechtbank zwaar tilt aan de ernst van het delict dat de vrouw heeft begaan jegens haar echtgenoot, waardoor hij zéér ernstig letsel heeft opgelopen. Voorts rekent de rechtbank haar aan dat zij heeft nagelaten hulp voor hem te halen of een ambulance te bellen. In haar voordeel is meegewogen haar jonge leeftijd en blanco strafblad. Tevens heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat het dossier aanknopingspunten bevat dat de vrouw heeft gehandeld uit gevoelens van angst, vernedering en wanhoop (mede) veroorzaakt door het gedrag van haar echtgenoot.

Schadevergoeding
De vrouw moet van de rechtbank aan de man een bedrag van 360 euro aan materiele en 7.500 euro aan immateriële schadevergoeding betalen.'



26 oktober 2015
CBb: AFM-boetes voor aanbieden van effecten zonder prospectus terecht vernietigd

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) doet vandaag uitspraak in een door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aangespannen hoger beroep over boetes, die de AFM had opgelegd aan Floresteca B.V., wegens schending van de prospectusplicht bij het aanbieden van effecten. Deze boetebesluiten had de rechtbank Rotterdam vernietigd.

De Wet financieel toezicht verplicht de aanbieder van effecten om bij zijn aanbieding gebruik te maken van een door de AFM goedgekeurde prospectus. Deze prospectusplicht geldt niet voor effectenpakketten van minimaal 50.000 euro. Volgens de AFM had een aantal beleggers minder dan 50.000 euro betaald. Dit had te maken met het feit dat zij (gedeeltelijk) in natura hadden betaald. Dat gedeelte van de inbreng was volgens de AFM te hoog gewaardeerd en om die reden kon de aanbieder, Floresteca, zich niet beroepen op de uitzondering op de prospectusplicht.

Het CBb is met de rechtbank van oordeel dat de effecten wel onder de betreffende uitzondering op de prospectusplicht vallen. Aankoop van de effecten was alleen mogelijk in een pakket met een minimale tegenwaarde van 50.000 euro. Dat een deel van de betaling in natura gebeurde, verandert dit gegeven niet. Het staat partijen, mede gelet op de beginselen van de partijautonomie en de contractsvrijheid, in principe vrij om in overleg aan de inbreng in natura een waarde toe te kennen. De waarde van deze inbreng, het betrof hier participaties in teakplantages, is in het onderhavige geval bepaald op basis van de oorspronkelijk daarvoor door de beleggers betaalde prijs, vermeerderd met een opslag.

Er is geen reden om aan te nemen dat de waarde niet het resultaat is van normale onderhandelingen en geen reëel beeld geven van de marktwaarde op het moment van de aankoop van de effecten.

Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



26 oktober 2015
Verdachte van mensenhandel en bezit kinderporno veroordeeld volgens adolescentenstrafrecht

'De rechtbank heeft vandaag een 21-jarige man uit Zevenaar veroordeeld tot 6 maanden en 3 dagen jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast is hij veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren. De man is veroordeeld voor mensenhandel en bezit van kinderporno. Ook moet hij een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen. Het slachtoffer was zijn vriendin.

Bezit kinderporno
De man was ten tijde van de relatie 19 jaar, het slachtoffer was 15 jaar. Hij had een overwicht op het slachtoffer dat geen ‘nee’ durfde te zeggen. Bovendien wilde het slachtoffer de man niet kwijt en deed zij wat hij haar zei. Op initiatief van de man gingen ze naar seksshops, een sekssauna en een seksbioscoop. Ook vroeg de man aan het slachtoffer om seks met anderen te hebben (tegen betaling). De man maakte foto’s van het slachtoffer voor advertenties op internet. Omdat het meisje 15 jaar was, levert dit (onder meer) bezit van kinderporno op. De man maakte de afspraken met klanten en bracht het slachtoffer naar de klanten/locaties. Mensenhandel is een ernstige vorm van criminaliteit. Het leed en de gevolgen voor de slachtoffers zijn groot.

Adolescentenstrafrecht
Na psychologische onderzoek is gebleken dat de man een zwakbegaafde jongvolwassene is die achterloopt in zijn ontwikkeling. In zijn optiek was de relatie gelijkwaardig en waren hij en het slachtoffer samen aan het experimenteren. De man is -overeenkomstig het advies in de rapporten- als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd en volgens het adolescentenstrafrecht veroordeeld.

De volledige uitspraak is via onderstaand ECLI-nummer te lezen.'



23 oktober 2015
Celstraf voor uitbuiting in ‘rehabilitatiecentrum’

'Een 51-jarige man uit Nijkerk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor mensenhandel (uitbuiting) en faillissementsfraude.

De man heeft onder het mom van het bieden van dagbesteding en begeleiding aan personen met psychosociale en/of verslavingsproblemen naar Bijbelse normen, mensen volledige werkdagen (en soms meer) fysiek zware arbeid laten verrichten zonder hen hiervoor te betalen. De personen accepteerden dit, omdat zij zich in een volstrekt ongelijkwaardige positie bevonden door hun verslavingsproblematiek, schulden en leefsituatie. De personen werden bij een ‘rehabilitatie’-stichting ondergebracht. Zij moesten daar intern wonen, hun geld laten beheren, een zorgprogramma volgen en werden afgeschermd van de buitenwereld. Hierdoor ontstond een afhankelijkheidssituatie waaraan het voor de personen in redelijkheid niet mogelijk was om zich te onttrekken. Wie weigerde om het programma van de stichting te volgen en te werken bij de keukenbladenfabriek of winkel voor vloeren van de man kon vertrekken en stond feitelijk op straat. Zonder onderdak of contacten buiten de stichting, met schulden en geen enkel inzicht in of grip op de persoonlijke (financiële) situatie. De man heeft op deze wijze misbruik gemaakt van het hierdoor ontstane overwicht en van de kwetsbare positie van deze personen.

Faillissementsfraude
De man heeft zich ook schuldig gemaakt aan faillissementsfraude. De man heeft in de periode vlak voor het faillissement van zijn keukenbladenfabriek een behoorlijke afwikkeling van het faillissement gefrustreerd, waardoor de schuldeisers van de fabriek zijn benadeeld.

Vrijspraak PGB-fraude
De rechtbank heeft de man vrijgesproken van de feiten die zagen op de fraude met de Persoonsgebonden Budgetten en Bijstandsuitkeringen. Op basis van de stukken uit het dossier kan niet worden vastgesteld dat PGB-formulieren valselijk waren ingevuld. Daarnaast is niet gebleken dat de man zelf of als leidinggevende van de stichting bemoeienis had met het (valselijk) invullen van bijstandsuitkeringsformulieren.

Ook heeft de rechtbank hem vrijgesproken van het bezit van een op een echt vuurwapen gelijkend neppistool. In het voordeel van de man heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat hij nog niet eerder is veroordeeld voor dit soort feiten en met het feit dat de zaak heeft geleid tot veel publiciteit rondom de man. Hoewel hij die publiciteit mede door zijn eigen handelwijze over zichzelf heeft afgeroepen, maar aan de andere kant is de man in zekere zin gebrandmerkt, ook aangaande verwijten die de rechtbank niet heeft kunnen bewijzen. De impact van deze ernstige beschuldigingen op de man en zijn privéleven heeft de rechtbank meegewogen.

Lagere straf dan eis
De rechtbank heeft een aanzienlijk lichtere straf opgelegd dan de gevangenisstraf van 3,5 jaar die door de officier van justitie was geëist, ook omdat de rechtbank de man van een deel van de feiten heeft vrijgesproken.'



22 oktober 2015
Ook in hoger beroep 10 jaar cel voor poging tot doodslag en brandstichting Uden

'In hoger beroep is een 31-jarige man uit Oss veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor een poging tot doodslag op een man in Uden en brandstichting in zijn woning. Het gerechtshof bevestigt hiermee de uitspraak die de rechtbank Oost-Brabant op 20 augustus 2013 deed.

Worsteling en brand
In september 2012 bracht de Ossenaar een bezoek aan het slachtoffer in Uden. Toen het slachtoffer op de bank aan het chatten was, kwam de verdachte achter hem staan en zette een mes op zijn keel. Vervolgens ontstond er een worsteling. Hierbij is het slachtoffer tientallen keren gestoken in zijn buik en billen. Na brand in de slaapkamer van het slachtoffer te hebben gesticht, heeft verdachte de woning verlaten.

Hoger beroep
Tijdens het hoger beroep heeft de verdediging verzocht om een reconstructie van de worsteling tussen verdachte en het slachtoffer om de feitelijke toedracht te achterhalen. Het hof heeft dat verzoek afgewezen onder meer omdat verdachte zich weinig meer kan herinneren van die worsteling en een reconstructie daardoor zinloos zal zijn.

Verder is er in het hoger beroep nader onderzoek gedaan door een forensisch arts. Hij bevestigt de conclusie van de rechtbank dat het letsel bij verdachte geen afweerletsel is. De verklaring van de verdachte dat hij zich moest verdedigen tegen een aanval van het slachtoffer, vindt het hof dan ook niet aannemelijk.

Dat verdachte opzettelijk brand heeft gesticht in de woning, leidt het hof onder meer af uit het feit dat verdachte de gaspitten van het gasfornuis in de keuken van het slachtoffer had gehaald en de gaskranen had opengedraaid.

Celstraf en schadevergoeding
De verdachte heeft zich niet bekommerd om het slachtoffer en liet hem voor dood achter. Daarna stichtte hij brand in het appartement van het slachtoffer. Op die manier bracht hij nog meer mensen in gevaar. Net als de rechtbank, vindt het hof een celstraf van 10 jaar dan ook passend en geboden.

Naast de gevangenisstraf moet de verdachte in totaal bijna 14.000 euro aan schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.'



21 oktober 2015
Amsterdam moet nieuwe islamitische scholengemeenschap huisvesting verstrekken

'Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam moet uiterlijk 1 augustus 2017 een gebouw ter beschikking stellen voor de brugklassen van een nieuwe islamitische scholengemeenschap. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (21 oktober 2015). Hiermee heeft zij definitief een einde heeft gemaakt aan een langlopend geschil tussen het gemeentebestuur en de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam en Omstreken. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Voorgeschiedenis
De stichting vroeg het gemeentebestuur om huisvesting voor een nieuwe islamitische scholengemeenschap aan de Jacob Geelstraat, waar eerder het Islamitisch College Amsterdam was gevestigd. Het gemeentebestuur wees dit verzoek af in november 2012 en verklaarde het bezwaar van de stichting tegen deze afwijzing tot twee maal toe ongegrond. In eerste instantie vond het gemeentebestuur dat de stichting geen belang meer had bij een inhoudelijk besluit, omdat het schooljaar waarvoor de huisvesting was aangevraagd inmiddels was verstreken. Later vond het gemeentebestuur dat de stichting hem te weinig informatie zou hebben gegeven over de zogenoemde leerlingenprognose van de nieuwe islamitische scholengemeenschap.

Wel belang
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat de stichting wel belang heeft bij een inhoudelijk besluit en dat het gemeentebestuur "aan dat besluit geen inhoudelijke bezwaren tegen de stichting zelf ten grondslag mag leggen". Tot dat oordeel kwam de rechtbank Amsterdam, die zich eerder over de zaak boog, ook. Het gemeentebestuur mocht de stichting wel vragen om "nadere gegevens over het aantal leerlingen dat de school zal bezoeken in het jaar van oprichting en over het aantal dat zal instromen in de tweede en hogere klassen", aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.

Geschil definitief beslecht
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft het geschil vervolgens "definitief beslecht" door te bepalen dat het gemeentebestuur uiterlijk 1 augustus 2017 voor huisvesting moet zorgen voor de brugklassen van mavo, havo en vwo. De stichting heeft met de ingediende prognose aannemelijk gemaakt dat naar verwachting 186 brugklassers de school zullen gaan bezoeken, aldus de hoogste algemene bestuursrechter. Het gemeentebestuur hoeft echter niet voor huisvesting te zorgen met een capaciteit van 1.000 leerlingen, zoals de stichting wil. De stichting heeft niet duidelijk gemaakt dat en hoeveel leerlingen vanuit andere scholen zouden 'instromen' in de tweede en hogere klassen.'



20 oktober 2015
Verdenking genocide onvoldoende onderbouwd

'De rechtbank heeft uitspraak gedaan in een zaak over de intrekking van de Nederlandse nationaliteit van een uit Rwanda afkomstige man.

Volgens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is de man betrokken geweest bij de genocide in Rwanda in 1994 zonder dit te melden bij het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. De staatssecretaris baseert deze betrokkenheid voornamelijk op een rapport uit 2010 van de mensenrechtenorganisatie African Rights.

Onvoldoende onderzoek
De rechtbank vindt dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de bronnen die in het rapport van African Rights zijn gebruikt. Ook de andere bronnen waarop de verdenking van betrokkenheid waarop de genocide zijn gebaseerd zijn onvoldoende. Dit betekent dat de staatssecretaris een uitgebreider onderzoek moet doen naar de beschuldigingen over de deelname aan de Rwandese genocide. Het beroep is daarom gegrond verklaard. '



20 oktober 2015
Gevangenisstraf voor inkopen en uitgeven vals geld

'Een 25-jarige man uit Denekamp moet voor het bezitten en uitgeven van vals geld 9 maanden de gevangenis in, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank Overijssel verplicht hem daarnaast om een behandeling te ondergaan. De man werd gepakt nadat hij 2 broden had gekocht op het Dickens Festijn in Deventer. Hij betaalde met een vals biljet van 50 euro. Na zijn arrestatie bleek dat hij al vaker grote hoeveelheden valse bankbiljetten had ingekocht.

Waardeloos stukje papier
Met het uitgeven van valse bankbiljetten heeft de man de ontvangers gedupeerd. Verkopers gaven hem spullen en vaak ook wisselgeld, en kregen daarvoor een waardeloos stukje papier terug. Het in omloop brengen van vals geld werkt daarnaast ontwrichtend voor de economie. Alles bij elkaar genomen vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend. Op advies van de reclassering moet de verdachte daarnaast een verplichte behandeling ondergaan. Als hij de behandeling niet afmaakt of opnieuw de fout in gaat moet hij nog eens zes maanden naar de gevangenis. Tot slot moet hij de bakker van wie hij de broden kocht een schadevergoeding van 250 euro betalen.'



19 oktober 2015
Opnieuw 8 jaar cel voor doodslag op 74-jarige vrouw

'Een 81-jarige man uit Hilversum is ook in hoger beroep door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf voor doodslag op een 74-jarig slachtoffer. Tevens moet hij de nabestaanden van het slachtoffer een schadevergoeding betalen van bijna 12.000 euro.

Bij de rechtbank
In eerste aanleg heeft de officier van justitie gevorderd verdachte wegens doodslag te veroordelen tot een gevangenisstraf van 8 jaar. De rechtbank Midden-Nederland heeft verdachte bij vonnis van 6 februari 2015 (ECLI:NL:RBMNE:2015:644) wegens doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar. Door verdachte is hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.

Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd verdachte wegens doodslag te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren.

Ruzie
De echtgenote van verdachte is in 2013, na een huwelijk van 45 jaar, overleden. Vervolgens ontmoette verdachte het slachtoffer, met wie hij een relatie opbouwde. Op 30 juli 2014 kwam het slachtoffer bij verdachte langs in zijn woning. Verdachte heeft verklaard dat het slachtoffer de relatie wilde beëindigen en dat zij ruzie kregen over het bezoek van de dochter van verdachte.

Wijnfles en mes
Nadat verdachte tegen het slachtoffer heeft gezegd dat hij een einde aan zijn leven wilde maken wanneer zij de relatie zou beëindigen en het slachtoffer vervolgens zei dat hij dat moest doen, heeft verdachte het slachtoffer met een wijnfles op haar hoofd geslagen. Vervolgens heeft verdachte een mes gepakt en haar meermalen met het mes gestoken. Door de patholoog is geconcludeerd dat het overlijden van het slachtoffer kan worden verklaard als gevolg van de steekverwondingen waarbij het slaan met de wijnfles aan het overlijden heeft bijgedragen.

Doodslag
Evenals de rechtbank vindt het hof dat er geen sprake is van voorbedachte raad en daarmee dus ook niet van moord. Het hof acht de doodslag bewezen.

Verminderd dan wel enigszins verminderd toerekeningsvatbaar
De verdachte is onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Zij constateerden onder meer dat na het overlijden van zijn vrouw bij verdachte enkele persoonlijkheidskenmerken, zoals krenkbaarheid en een neiging tot afhankelijkheid, lijken te zijn versterkt. De gevoelens van teleurstelling, krenking en woede die hij in de relatie met het slachtoffer heeft ervaren en de manier waarop de relatie werd beëindigd, hebben bij verdachte geleid tot een uit zeer bedreigende gevoelens van krenking, woede en angst voorkomende agressieve impulsdoorbraak. De persoonlijkheidskenmerken hebben een rol gespeeld bij de totstandkoming van het tenlastegelegde. Beide deskundigen hebben geconcludeerd dat verdachte verminderd dan wel enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was. Het hof volgt hen hierin.

Strafoplegging
Verdachte heeft het slachtoffer aldus op zeer gewelddadige wijze van het leven beroofd. Hij heeft onbeschrijfelijk veel leed toegebracht aan de kinderen, kleinkinderen en de overige familieleden van het slachtoffer, alsmede aan anderen die haar lief hadden. Het hof heeft tevens de leeftijd van verdachte en zijn medische situatie in ogenschouw genomen en ook het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft. Het hof heeft verdachte, evenals de rechtbank, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar.

Schadevergoeding
De nabestaanden van het slachtoffer hebben als gevolg van het tenlastegelegde materiële schade geleden. De rechtbank heeft de schadevergoeding grotendeels toegewezen. Anders dan de rechtbank, wijst het hof de schadevergoeding geheel toe, inclusief de kosten die in rekening zijn gebracht door de notaris.'



16 oktober 2015
Geen vergoeding van huurder als bureau optreedt namens verhuurder

'Wanneer een bemiddelingsbureau voor woonruimte een woning, die door een verhuurder wordt aangeboden, op zijn website plaatst, treedt het daarmee op als bemiddelaar voor de verhuurder. Dat is ook zo als de verhuurder het bureau daar niet voor betaalt. In dat geval mag het bureau geen vergoeding van de particuliere huurder van die woonruimte vragen. Heeft het bureau dat toch met de huurder afgesproken, dan is die afspraak ongeldig. Zo’n afspraak mag wél worden gemaakt wanneer de website alleen als ‘elektronisch prikbord’ functioneert, dat wil zeggen dat de aspirant-verhuurder en -huurder rechtstreeks met elkaar in contact kunnen treden. Dit heeft de Hoge Raad vandaag beslist in antwoord op een prejudiciële vraag van de kantonrechter in Den Haag.

Het ging in deze zaak om een bemiddelingsbureau dat woonruimte te huur heeft aangeboden op haar website. De verhuurder van de woonruimte hoefde daarvoor niets te betalen. Op de website was niet het precieze adres van de woonruimte vermeld. Wie belangstelling had voor de woning, kon de woning pas bezichtigen als hij zich als woningzoekende bij het bureau inschreef. Hij moest dan de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van het bureau aanvaarden. Daarin staat onder meer dat als een huurovereenkomst tot stand komt, de huurder aan het bureau een courtage is verschuldigd, gelijk aan één maand huur.

De kantonrechter had de Hoge Raad gevraagd of die courtageafspraak rechtsgeldig is. Volgens de wet mag men in beginsel namelijk niet tegelijkertijd ‘twee heren te dienen’. Gaat het om koop of huur van onroerend goed en is de huurder een consument, dan kan laatstgenoemde zich bij overtreding van het verbod erop beroepen dat een met hem gemaakte courtageafspraak ongeldig is. Gevolg daarvan is dat, als het bureau toch aan de bemiddeling wil verdienen, het een bijdrage moet vragen aan de verhuurder.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft met toestemming van de Hoge Raad ingesproken in deze zaak. De ACM heeft in zaken zoals deze een eigen verantwoordelijkheid, die meebrengt dat zij een boete kan opleggen bij schending van een verbod om dit soort praktijken te blijven voortzetten.'



15 oktober 2015
Jarenlange celstraf voor woningoverval in Asten

'Een 40-jarige Arnhemmer is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. De man pleegde in maart van dit jaar een woningoverval in Asten.

De verdachte belde aan bij de woning van een 62-jarige vrouw, duwde haar vervolgens naar binnen en riep dat het om een overval ging. Hij trok het slachtoffer op een bed, bond haar handen en voeten vast met tape en plakte ook tape over haar mond. Ook gooide de man een dekbed over het hoofd van de vrouw en doorzocht hij de woning. Voordat hij er met onder meer een portemonnee en 2 telefoons vandoor ging, sloot de man het slachtoffer op in een kamer. Diezelfde dag haalde hij met de pinpas van de vrouw 1.250 euro van haar rekening.

De rechtbank oordeelt dat het om een ernstig strafbaar feit gaat. De eigen woning is bij uitstek een plek waar iemand zich veilig moet kunnen voelen. Een woningoverval draagt bij aan een onveilig gevoel in de maatschappij en in het bijzonder bij het slachtoffer. De man hield hier geen rekening mee toen hij snel aan geld wilde komen. Tijdens de zitting gaf de vrouw aan dat zij nog dagelijks last heeft van de overval. In het voordeel van de man weegt de rechtbank mee dat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft en daardoor enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is voor zijn daden. Bovendien betuigde de man spijt en verklaarde hij alle schade aan het slachtoffer te willen vergoeden. De rechtbank wees de gevorderde schade van 847,41 euro toe.'



14 oktober 2015
Gevangenisstraf voor hockeytrainer

'Een 46-jarige man is vandaag door het gerechtshof Amsterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast moet hij een behandeling ondergaan.

De verdachte was trainer bij hockeyverenigingen in Den Haag en Wassenaar. Daar heeft hij gedurende een groot aantal jaren heimelijk filmopnames gemaakt in dameskleedkamers, door zijn camera in een locker te verbergen. Op die manier kreeg hij vele malen te zien dat hockeyspeelsters zich na een wedstrijd uit- en aankleedden. Een flink deel van deze speelsters was minderjarig. Daarnaast had hij een grote collectie kinderporno en een hoeveelheid dierenporno en beschikte hij over films die door hem in het geniep van zijn buurmeisjes waren gemaakt.

Kleedkamerfilms als kinderporno
De rechtbank had de verdachte afgelopen maart veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Daarbij bestempelde de rechtbank het maken van de opnames in kleedkamers wel als een strafbare vorm van heimelijk filmen, maar vond dat de films van blote minderjarige speelsters niet konden worden gezien als kinderporno. Het Openbaar Ministerie was het daarmee niet eens en ging in hoger beroep. Het hof heeft het Openbaar Ministerie vandaag daarin gelijk gegeven. De opnames van naakte minderjarige speelsters moeten wettelijk gezien ook als kinderporno worden aangemerkt. Het hof maakte echter ook duidelijk dat de kleedkamerfilms van een heel andere orde zijn dan wat in het normale spraakgebruik onder kinderporno wordt verstaan; van seksueel misbruik van jeugdigen door de verdachte is hier geen sprake.

Zwaardere straf dan de rechtbank
Het hof heeft de verdachte een iets zwaardere straf opgelegd dan de rechtbank. De eerste reden hiervoor is dat de verdachte door het heimelijk filmen van de ontkleedde hockeyspeelsters op onaanvaardbare wijze inbreuk gemaakt op hun privacy, met alle gevolge van dien. Hij heeft ook het vertrouwen beschaamd dat hij als trainer van speelsters, ouders en verenigingen had gekregen. Verder heeft de omvang van de kinderpornocollectie van de verdachte en de ernst van het misbruik dat daarop is te zien bijgedragen aan de hogere straf.

Het enkele feit dat het maken van films van blote minderjarige speelsters, naast strafbaar heimelijk filmen, wettelijk gezien ook als het vervaardigen van kinderporno moeten worden beschouwd, leidde niet tot oplegging van een nog hogere straf. Dit omdat het niet om ‘regulier’ kinderpornografisch materiaal gaat. Het Openbaar Ministerie had in hoger beroep een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan 1 jaar voorwaardelijk geëist. Het hof heeft het OM daarin niet gevolgd. Die eis was onder meer gebaseerd op de veel hogere straffen die worden opgelegd voor het vaardigen van ‘reguliere’ kinderporno, waarbij kinderen vaak worden misbruikt.

Verplichte behandeling
Volgens een geraadpleegde psycholoog lijdt de verdachte aan voyeurisme en heeft hij een seksuele belangstelling voor meisjes vanaf 13 à 14 jaar. Zoals de psycholoog had geadviseerd, heeft het hof de verdachte verplicht tot het ondergaan van een behandeling. Daarnaast heeft het hof hem de komende 3 jaar verboden met minderjarigen te werken of om zich op de Nederlandse hockeyvelden te bevinden.'



14 oktober 2015
Straffen voor voormalig directeuren PWS en Wooninvest

'De rechtbank in Rotterdam heeft vandaag de voormalig directeur van woningstichting PWS veroordeeld voor omkoping, belastingfraude en valsheid in geschrift. De rechtbank acht bewezen dat hij zich liet betalen om onder andere zakelijke relaties in stand te houden en contracten te gunnen. Deze betalingen zijn buiten het zicht van de fiscus gehouden. In totaal ontving hij ruim € 850.000,00 aan smeergeld.

De straf die de voormalig directeur is opgelegd, is in ruime mate bekort, omdat de redelijke termijn waarbinnen het onderzoek in de strafzaak moet worden afgerond, met bijna 8 jaar is overschreden. Toch is nog een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd van 9 maanden, vanwege de ernst van de feiten.

Afgelopen maandag werd in hetzelfde onderzoek al de voormalig directeur van Wooninvest veroordeeld. In die zaak ging het alleen om belastingfraude waardoor de fiscus voor ruim 1 miljoen euro benadeeld werd. Vanwege de uitzonderlijk lange en onnodige vertraging van het onderzoek werd in deze zaak een gevangenisstraf niet meer passend geacht. Daarom is de maximale taakstraf opgelegd.'



14 oktober 2015
Veroordelingen '6 van Breda' blijven in stand

'Het gerechtshof Den Haag heeft op 14 oktober 2015 in de herzieningsprocedure de veroordelingen van alle verdachten in de zaak de ‘6 van Breda’ in stand gelaten. De verdachten zijn respectievelijk in 1994 en 1995 veroordeeld voor betrokkenheid bij de doodslag op een vrouw, nadat zij onder dwang was meegenomen met de bedoeling om geld te stelen.

De Hoge Raad heeft de vordering tot herziening in alle zaken gegrond verklaard en de zaken verwezen naar het Haagse hof. Het novum, dat de directe aanleiding was voor de herziening, is onderzocht en heeft geen nieuw licht op de zaken geworpen. Na grondig onderzoek zijn de bekentenissen en belastende verklaringen van de drie vrouwelijke verdachten, die de eerdere rechters hebben gebruikt om tot een bewezenverklaring te komen, niet vals en wel bruikbaar gebleken.'



14 oktober 2015
Decathlon mag zich in Rijnhal in Arnhem vestigen

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het beroep van Wereldhave Nederland ongegrond verklaard tegen het bestemmingsplan 'Rijnhal – Decathlon' en de omgevingsvergunning voor de verbouwing van de Rijnhal tot een filiaal van Decathlon.

Dit blijkt uit een uitspraak van vandaag (14 oktober 2015). Dit betekent dat het bestemmingsplan en de vergunning definitief zijn geworden en dat een filiaal van sportwinkel Decathlon zich mag vestigen in de Rijnhal aan het Olympus in Arnhem. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Bezwaren
Wereldhave Nederland is eigenaar en verhuurder van winkelcentrum Kronenburg in Arnhem-Zuid. Het bedrijf vreest concurrentie van het Decathlonfiliaal. Ook is het bang voor daling van zijn inkomsten, doordat de huurprijzen van de winkels in zijn winkelcentrum onder druk komen te staan. Bovendien vreest Wereldhave parkeeroverlast in de buurt van Kronenburg waardoor het winkelcentrum slechter bereikbaar zal zijn.

Oordeel Afdeling bestuursrechtspraak
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak leidt het bestemmingsplan niet tot 'duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau'. Ook na de vestiging van het filiaal van Decathlon kunnen inwoners van Arnhem op aanvaardbare afstand van hun woningen hun dagelijkse boodschappen blijven doen. Verder 'valt niet in te zien dat het bestemmingsplan zal leiden tot een toename van de bestaande parkeeroverlast rond het winkelcentrum Kronenburg', aldus de hoogste algemene bestuursrechter. In de buurt van de Rijnhal zullen voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn'



14 oktober 2015
Arnhemmer krijgt celstraf voor doodslag

'Een 62-jarige man uit Arnhem heeft een gevangenisstraf van 10 jaar met aftrek van het voorarrest gekregen.

Doodslag
De man heeft in oktober 2014 onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol zijn 72-jarige vriendin in zijn woning gedood. Hij stak haar met een mes in de hals/nek. De Arnhemmer wordt veroordeeld voor doodslag. Dat de man met voorbedachte raad heeft gehandeld acht de rechtbank niet bewezen.

Geen medelijden of berouw
Volgens de rechtbank heeft dat de man niet alleen een vrouw het leven heeft beroofd, maar ook haar familie onherstelbaar leed toegebracht. Daarnaast heeft de man geen openheid gegeven over de wijze waarop hij zijn vriendin heeft gedood en waarom hij dit heeft gedaan. Hij heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daad. Ook heeft hij op geen enkele wijze medeleven aan de nabestaanden getoond of berouw voor zijn daad.

Schadevergoeding
Nu er verder geen advies tot behandeling van de man mogelijk was, heeft de rechtbank alleen een langdurige gevangenisstraf opgelegd. Tot slot moet de man een schadevergoeding aan de nabestaanden betalen.

De volledige uitspraak wordt later gepubliceerd.'



13 oktober 2015
Circus Herman Renz failliet verklaard

'Het Nederlands Nationaal Circus Herman Renz B.V. uit Helmond is failliet. De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist het faillissement uitgesproken.

Als curatoren heeft de rechtbank de heer S.H.F. Hoppenbrouwers van Holla Advocaten uit 's-Hertogenbosch en de heer M.J.G.A. Filemon van TRC advocaten uit Veldhoven aangesteld.'



13 oktober 2015
OM mag opnamen van geweldsincidenten tonen om daders te vinden

'Het Openbaar Ministerie mag in de openbare ruimte opgenomen camerabeelden van ernstige publieke geweldincidenten in het openbaar tonen om zo dader(s) van dit geweld te kunnen opsporen. In het algemeen vormt dat geen ontoelaatbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. Dat kan anders liggen als ook voor een lichter opsporingsmiddel had kunnen worden gekozen om het doel te bereiken. In zo’n geval kan dat gevolgen hebben voor de op te leggen straf. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld in de zaak van een minderjarige verdachte die samen met anderen in Eindhoven in 2013 meermalen tegen het hoofd van een weerloos slachtoffer schopte.

In deze zaak had het OM bewegende beelden van het ernstige geweldsincident op de lokale televisie laten uitzenden om achter de identiteit van de daders te komen. Door deze uitzending en de daarop volgende landelijke verspreiding daarvan ontstond veel negatieve (media-) aandacht, werd verdachte belaagd door media, werd hij op straat herkend en heeft hij zich zeer bedreigd gevoeld door reacties via de sociale media. Het hof had geoordeeld dat met het uitzenden van de bewegende beelden van de opname inbreuk was gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. Dit omdat het OM de identiteit van de daders ook had kunnen achterhalen met minder vergaande middelen, zoals de openbaarmaking van zogenoemde ‘stills’ i.p.v. bewegende beelden. Tijdens het geding heeft het OM zich ook zelf in die zin uitgelaten. Het hof kon en mocht daarmee rekening houden door een lagere straf op te leggen dan het anders zou hebben gedaan.

Bij de strafoplegging kan altijd rekening worden gehouden met de negatieve gevolgen van media-aandacht, maar een verdachte heeft geen recht op zo’n matiging van de straf, aldus de Hoge Raad.'



12 oktober 2015
19 en 15 jaar cel voor eerwraakmoord

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, heeft twee mannen van 52 en 26 jaar veroordeeld wegens de moord langs de N61 te IJzendijke. De rechtbank acht bewezen dat de 26-jarige man het slachtoffer heeft doodgeschoten, waarna hij is gevlucht, en dat de 52-jarige man het pistool van de schutter heeft overgenomen en zich heeft gemeld als degene die het slachtoffer had doodgeschoten.

Eerwraak
De rechtbank komt op basis van het dossier tot de conclusie dat het motief van de moord was gelegen in eerwraak. De dochter van de 52-jarige man had een relatie met het slachtoffer. De 48-jarige broer van de oudste verdachte is vrijgesproken van betrokkenheid bij de moord. Hij is wel veroordeeld wegens bedreiging van de dochter van de oudste verdachte.

De rechtbank is van oordeel dat de moord vanzelfsprekend een enorme schok en onherstelbaar leed teweeg heeft gebracht bij de nabestaanden. De verdachten hebben geen enkel respect voor het leven van het slachtoffer getoond, dat wordt hen zwaar aangerekend, aldus de rechtbank.

De officier van justitie had tegen zowel de 52-jarige als de 26-jarige man een gevangenisstraf van 19 jaar geëist.'



9 oktober 2015
Celstraf voor man uit Apeldoorn na inrijden op politieagent

'Een 30-jarige man uit Apeldoorn heeft een gevangenisstraf gekregen van 6 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk voor poging tot zware mishandeling van een politieagent.

Inrijden op politieagent
De politie had in september 2014 een melding gekregen dat een bestuurder van een auto op de A50 opvallend rijgedrag zou hebben vertoond. Zo zou de bestuurder op een vluchtstrook hebben stilgestaan. Agenten zijn ter plaatse gegaan om poolshoogte te nemen. Toen zij naar de auto van de man toeliepen, hoorden zij dat de auto werd gestart. De man reed vervolgens op 1 van de agenten af. Hij moest opzij springen om niet te worden geraakt.

De rechtbank vindt verder bewezen dat de Apeldoorner na zijn aanhouding beledigende woorden heeft gebruikt tegen 1 van de agenten.

Rijbewijs kwijt
Naast de celstraf moet de man zijn rijbewijs inleveren voor de periode van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Ook moet de man een schadevergoeding aan de betreffende agent betalen.'



9 oktober 2015
Willem II-supporters krijgen taakstraffen voor belagen Vitesse-stewards

'Voor het belagen van een aantal Vitesse-stewards hebben 4 Willem II-supporters uit Tilburg een werkstraf gekregen. De werkstraffen variëren van 25 uur tot 50 uur. Ook moeten zij alle 4 een schadevergoeding betalen.

Wildplassen aanleiding tot vechtpartij
Op 28 januari 2013 tijdens de wedstrijd Vitesse-Willem II ging het mis. De bussen van de Willem II-supporters stonden voor het begin van deze wedstrijd geparkeerd aan de noordzijde van stadion Gelredome. Enkele supporters liepen vanaf de bus direct naar de stadionmuur toe en plasten tegen deze muur. Toen een Vitesse-steward hier iets van zei, ontstond er een vechtpartij. Daarbij werd de steward meerdere malen getrapt en geslagen. Ook een toegesnelde steward die zijn collega te hulp schoot ontving daarbij enkele trappen. Toen een andere groep supporters van Willem II richting de vechtpartij liep, heeft een aantal stewards van Vitesse geprobeerd te voorkomen dat zij zich met de vechtpartij gingen bemoeien. Ze probeerden een linie te vormen. De Willem II supporters zijn door deze linie gebroken en vielen er weer enkele rake klappen.

Voorbeeldfunctie
De rechtbank verweet de supporters dat ook zij een voorbeeldfunctie hebben. Het is kwalijk dat een kleine groep mensen het plezier van andere mensen – waaronder ouders met vaak jonge kinderen - verpest. Daarnaast krijgt zowel de voetbalsport als hun eigen voetbalclub te maken met negatieve publiciteit.'



9 oktober 2015
Collectieve actie stuit verjaring van individuele rechtsvorderingen

'Wanneer een collectieve vordering wordt ingesteld namens een bepaalde groep burgers hoeven deze niet bang te zijn dat hun individuele vorderingen tijdens deze collectieve actie verjaren. Het moet dan wel gaan om individuele vorderingen die aansluiten op wat in de collectieve actie wordt gevraagd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een collectieve actie waarin wordt gevraagd voor recht te verklaren dat eerder gesloten effectenlease-overeenkomsten ongeldig zijn omdat de echtgenoot niet heeft meegetekend: de echtgenoot van degene die zo’n overeenkomst heeft afgesloten kan dan de uitkomst van die collectieve actie afwachten voordat hij of zij een beroep doet op de ongeldigheid. Dat laatste kan dan ook nog door middel van een buitengerechtelijke verklaring, dat wil zeggen bijvoorbeeld per brief aan de wederpartij.

Dit heeft de Hoge Raad vandaag beslist in antwoord op een prejudiciële vraag van het gerechtshof Amsterdam.'



9 oktober 2015
Kindgebonden budget vermindert niet behoefte kind aan alimentatie

'Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde alimentatie voor hun minderjarige kinderen moet het kindgebonden budget, inclusief ‘alleenstaande ouderkop’, niet in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind. Het kindgebonden budget moet worden meegeteld in de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Dat heeft de Hoge Raad vandaag beslist in antwoord op een prejudiciële vraag van het gerechtshof Den Haag.

Wet
Op 1 januari 2015 is de Wet Hervorming Kindregelingen in werking getreden. Bij deze wet zijn de regelingen met betrekking tot de bijdrage van de overheid in de kosten van verzorging en opvoeding van kinderen herzien. In dat kader is de ‘alleenstaande ouderkop’ geïntroduceerd als onderdeel van het kindgebonden budget. De alleenstaande ouderkop vervangt de voorheen bestaande alleenstaande oudertoeslag en alleenstaande ouderkorting. Dat zijn (inkomensafhankelijke) toeslagen waarop een alleenstaande ouder aanspraak kan maken wanneer hij of zij één of meer kinderen verzorgt.

Expertgroep
In verband met een uitlating van de minister bij de totstandkoming van de wet had de landelijke expertgroep van familierechters die richtlijnen opstelt voor de berekening van alimentatie, geadviseerd het kindgebonden budget af te trekken van het bedrag dat nodig is om in de kosten van de kinderen te voorzien (de behoefte van het kind). Dat kon ertoe leiden dat de alimentatieplichtige ouder niets of bijna niets meer hoefde te betalen. In latere berichten had de minister al vermeld dat zijn eerdere uitlating verkeerd was begrepen.

Uitspraak
De Hoge Raad heeft nu dus beslist dat bij de berekening van kinderalimentatie wel rekening moet worden gehouden met de ontvangst van het kindgebonden budget, maar alleen bij de vaststelling van de inkomsten van de alleenstaande ouder die het kind verzorgt. Dit antwoord schept duidelijkheid in een groot aantal lopende procedures.'



8 oktober 2015
Acht jaar cel en TBS met dwangverpleging voor doden huisgenoot

'De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, heeft een 23-jarige man veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging. De rechtbank acht bewezen dat de man zijn huisgenoot in Tilburg meerdere malen met een mes heeft gestoken, waarna de huisgenoot is overleden.

Moord of doodslag
Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om voorbedachte raad wettig en overtuigend te bewijzen. Daarom spreekt de rechtbank de verdachte vrij van moord. De doodslag acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank oordeelt dat de man de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed en verdriet heeft aangedaan door het slachtoffer het recht op leven te ontnemen. Daarnaast brengt deze daad gevoelens van angst en onveiligheid met zich mee voor de samenleving in het algemeen.

Verminderd toerekeningsvatbaar
In het nadeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat het gaat om een zeer ernstig feit waarbij de man zijn huisgenoot zonder enige reden op een gruwelijke manier heeft gedood. In het voordeel van de man is rekening gehouden met zijn jonge leeftijd. Ook weegt de rechtbank mee dat uit onderzoek is gebleken dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is. De officier van justitie ging uit van moord en eiste tien jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.'



8 oktober 2015
Rechtbank verklaart OM niet-ontvankelijk in zaak Soufiane Z.

'Het oordeel van de rechtbank
Met het Openbaar Ministerie is de rechtbank van oordeel dat een enkel bericht in een krant waarin gemeld wordt dat een verdachte is overleden, uiteraard volstrekt onvoldoende is om dit voor waar aan te nemen. Ook fotokopieën van (buitenlandse) documenten, inhoudende een verklaring omtrent het overlijden van een verdachte zullen in de regel onvoldoende zijn om diens dood aan te nemen (zie in dit verband HR 7 oktober 2014, ECLI:HR:2014:2911).

De rechtbank onderkent dat in deze zaak geen absolute zekerheid bestaat dat verdachte is overleden. Zij acht dit op grond van het volgende – in onderling verband en samenhang beschouwd - echter wel zeer waarschijnlijk:
(i) Verdachte is eind december 2013 uitgereisd naar Syrië om daar deel te nemen aan de gewapende strijd. Vast staat ook dat hij daar daadwerkelijk actief aan de strijd heeft deelgenomen.
(ii) In deze strijd zijn talloze doden gevallen, waaronder inmiddels ook enkele tientallen uit Nederland afkomstige strijders.
(iii) Reeds hierom is het dus heel wel mogelijk dat ook verdachte in deze strijd om het leven is gekomen.
(iv) Verdachte is tijdens zijn verblijf in Syrië steeds zeer actief geweest op diverse sociale media, zoals Twitter en YouTube; hij noemde zich zelfs een fighting journalist. Sinds eind januari 2015 is van hem op geen enkele wijze ook maar iets vernomen op de sociale media waarop hij tevoren zo actief was.
(v) Op 7 april 2015 heeft de vader van verdachte gesproken met een verbalisant. Volgens de mutatie hiervan was de vader erg open en medewerkend en vertelde hij de verbalisant dat hij niets van Soufiane had vernomen, maar dat hij wel wist dat een aantal ISIS-aanhangers die bij Soufiane waren geweest aan zijn andere in Syrië verblijvende zoon, [A], hadden verteld dat Soufiane was overleden en dat zij bij hem waren geweest toen hij stierf.
(vi) Een zus van verdachte heeft op 24 juni 2015 gesproken met twee verbalisanten. Zij heeft hen bij die gelegenheid medegedeeld dat:
(a) Zij een hechte band had met Soufiane;
(b) Zij via Twitter en WhatsApp regelmatig contact met hem had toen hij in Syrië verbleef;
(c) Het klopt dat Soufiane bij een bombardement in de stad Kobani is overleden op 22 januari 2015;
(d) [A] haar via WhatsApp een berichtje had gestuurd met de tekst: “Ik moet je wat vertellen, niet schrikken. Soufiane is overleden” en haar had verzocht dit door te geven aan haar vader, wat zij niet deed omdat zij bang was dat vader (wederom) een hartaanval zou krijgen;
(e) [A] de volgende dag haar vader had gebeld en hem zelf via Skype het overlijden van Soufiane had meegedeeld (de verbalisanten vermelden dat zij moest huilen toen zij dit vertelde);
(f) [A] haar gezegd had dat hij Soufiane niet zelf had gezien, dat Soufiane met vrienden was en die vrienden het hem hadden verteld; die vrienden hadden tegen [A] gezegd dat er bombardementen waren, dat iedereen voor zijn leven rende, maar dat Soufiane was achtergebleven;
(g) Zij geen foto’s had gezien van Soufiane en denkt dat hij niet is begraven maar ergens onder het puin van Kobani ligt;
(h) De echtgenote van Soufiane tegen haar had gezegd: “We moeten ermee leven dat Soufiane is overleden”.
(vii) De raadsman van verdachte heeft ter zitting van 6 oktober 2015 meegedeeld
- en het is een goed gebruik dat een raadsman ten aanzien van dit soort mededelingen op zijn woord wordt geloofd – dat hij medio januari 2015 voor het laatst contact had gehad met zijn cliënt; bij die gelegenheid had zijn cliënt hem gezegd dat hij in de komende weken niet in de gelegenheid was om contact met hem te hebben; daarna is er geen enkel contact meer geweest. Pogingen van de raadsman om nog contact met zijn cliënt op te nemen, bleken vruchteloos.
(viii) De politie heeft sinds eind januari 2015 geen melding gemaakt van enig levensteken van verdachte, hoewel aangenomen mag worden dat zij haar interesse in het doen en laten van verdachte niet was verloren;
(ix) Op de sociale media is geen enkel betrouwbaar bericht geplaatst waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat verdachte nog in leven is.

De rechtbank merkt hierbij wel op dat de AIVD en de MIVD desgevraagd het overlijden van verdachte, anders dan het geval is geweest bij sommige (andere) in de strijd in Syrië omgekomen Nederlanders, niet hebben kunnen bevestigen. De landelijk terreurofficier heeft op 10 april 2015 laten weten dat hij de vraag of Soufiane […] was overleden had voorgelegd aan de AIVD en de MIVD en dat deze beide diensten hem hadden gemeld diens overlijden te kunnen bevestigen noch ontkennen. Op 18 juni 2015 deelde deze officier van justitie mee dat hij wederom navraag had gedaan bij de AIVD en de MIVD en dat geen nadere informatie beschikbaar was over het overlijden van Soufiane [...] “en evenmin contra-indicaties”. De rechtbank merkt hierbij op dat een verklaring voor de antwoorden van de beide diensten zou kunnen zijn dat er geen foto’s van de overleden Soufiane zijn, om de - plausibele - reden die zijn zus heeft genoemd. Opvallend is wel dat de diensten ook aangeven geen indicaties te hebben dat Soufiane nog in leven is.

Niet valt uit te sluiten dat verdachte met kwade bedoelingen zijn dood in scène heeft gezet. De rechtbank acht dit alternatieve scenario echter onwaarschijnlijk omdat het veronderstelt dat verdachte via zijn broer zijn zieke vader, zussen, echtgenote en kinderen heeft laten voorliegen, zich schuil heeft gehouden voor zijn raadsman, zich in flagrante tegenstelling met zijn gedrag tot dan toe consequent heeft stilgehouden op de sociale media en er in is geslaagd onzichtbaar te blijven voor de Nederlandse politie en inlichtingendiensten.

De rechtbank houdt het er dus voor dat verdachte is overleden. Daarom is het Openbaar Ministerie op grond van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht niet ontvankelijk in zijn vervolging. Dit betekent niet dat vervolging van verdachte onmogelijk is indien hij, onverwacht, tóch in leven zou blijken te zijn. Dan staat niets een nieuwe vervolging van verdachte in de weg. In dat geval zou bovendien een strafproces gevoerd kunnen worden waarbij verdachte zelf aanwezig kan zijn dan wel zich laat verdedigen door een uitdrukkelijk gemachtigde advocaat. Het belang dat verdachte aan dit laatste toekende, blijkt uit de omstandigheid dat hij al voor zijn dagvaarding een advocaat had benaderd om hem in een mogelijk komend proces te verdedigen.

De beslissing
De rechtbank verklaart de officieren van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.'



8 oktober 2015
ACM wijst klacht Chipshol tegen Schiphol terecht af

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) deed vandaag uitspraak in een door Chipshol aangespannen hoger beroep over de afwijzing door ACM van een klacht van Chipshol tegen Schiphol. Het hoger beroep van Chipshol slaagt niet.

Chipshol diende bij ACM een klacht in, omdat Schiphol haar economische machtspositie door hinderlijk procesgedrag zou hebben misbruikt. Met de rechtbank Rotterdam is het CBb van oordeel dat ACM die klacht terecht afwees. Aanwijzingen dat Schiphol met haar betrokkenheid bij verschillende procedures over de bebouwing van het Groenenbergterrein andere dan haar luchtvaartbelangen behartigde, ontbreken. Daarnaast stond het Schiphol vrij om haar standpunt over (de hoogte van) een door haar te betalen schadevergoeding te bepleiten.

Chipshol heeft niet aangetoond dat de procesvoering door Schiphol alleen was bedoeld om haar te tergen. De beïnvloeding van overheidsbesluitvorming vormt op zich geen misbruik van een economische machtspositie.

Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.
De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



8 oktober 2015
CBb laat eenmalige bijdragen Sky Radio, Q-Music en Radio 538 in stand

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) deed vandaag uitspraak in een aantal hoger beroepen over vergunningen voor commerciële radio-omroep. De vergunningen voor Sky Radio, Q-Music en Radio 538 zijn in 2011 verlengd onder de oplegging van een eenmalig bedrag. De radiostations vinden het opgelegde bedrag te hoog.

Hun kritiek betreft in de eerste plaats de systematiek voor de berekening van het bedrag. Deze kritiek slaagt niet. Omdat de vergunningen werden verlengd en niet worden geveild, kan de waarde van de vergunningverlening niet via marktwerking tot stand komen, en moest de minister de te betalen bedragen berekenen aan de hand van een economisch model. Hierbij zijn verschillende keuzes denkbaar. De rechter treedt niet in de vraag welke keuzes het beste zijn, maar kijkt of de keuzes juridisch houdbaar zijn. De keuzes van de minister doorstaan deze juridische toets.

Verder vinden de radiostations dat het gelijke speelveld op de markt is verstoord doordat Radio 10 voor kavel A7 in 2013 een lager bedrag betaalde dan dat zij hebben betaald. Ook dit slaagt niet. Het te betalen bedrag voor de verlengde vergunningen is berekend op basis van de situatie in 2011. De radiostations hebben hun vergunningen vanaf 2011 kunnen exploiteren. Kavel A7 is in 2013 geveild en kon pas vanaf 2013 worden geëxploiteerd. Het College concludeert dat geen sprake is van een verstoring of beperking van de concurrentie door de bijdrage voor de radiostations te baseren op de situatie in 2011 en voor kavel A7 op de situatie in 2013.

De radiostations zijn ook opgekomen tegen de vergunningverlening voor kavel A7. Ook hier hebben ze aangevoerd dat de vergunningverlening voor kavel A7 had moeten leiden tot verlaging van de door hen te betalen bedragen. Het College komt aan de behandeling van dit standpunt niet toe, omdat de radiostations dit standpunt naar voren hadden moeten brengen in een procedure tegen het besluit waarbij bekend werd gemaakt op welke manier de vergunning voor kavel A7 zou worden verdeeld en niet, zoals nu is gebeurd, bij de daadwerkelijke vergunningverlening aan Radio 10.

Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.'



7 oktober 2015
Opnieuw gevangenisstraffen voor ramkraken, inbraken en diefstallen Oss

'In hoger beroep zijn 2 mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen voor het plegen van ruim 20 vermogensdelicten. Zij hebben zich schuldig gemaakt aan ramkraken, inbraken en autodiefstallen. De ene man, een 45-jarige Rijkevoorter, heeft 9 jaar gevangenisstraf opgelegd gekregen. De ander, een 26-jarige Ossenaar, krijgt 42 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Ook moeten zij verschillende slachtoffers schadevergoedingen betalen. Een 3e verdachte, de 48-jarige echtgenote van de oudste man, krijgt een taakstaf opgelegd vanwege heling.

Ramkraken, inbraken en diefstallen
De 2 mannen pleegden van april 2012 tot en met februari 2013 ramkraken, inbraken en diefstallen bij winkels en tankstations in Oss en omgeving. Voor de ramkraken gebruikten ze gestolen auto’s. Ook een 3de man was hierbij betrokken. Hij is hiervoor door de rechtbank veroordeeld, maar heeft geen hoger beroep ingesteld. De 48-jarige vrouw van de oudste verdachte had merkkleding en schoenen in bezit die haar man had gestolen. Zij krijgt hiervoor een taakstraf van 30 uur.

Woningoverval
In december 2012 zou het koppel een gewapende woningoverval hebben gepleegd in Berghem. Het hof spreekt de jongste verdachte hiervan vrij. Het hof vindt namelijk, in tegenstelling tot de rechtbank, dat hiervoor onvoldoende bewijs is. De 45-jarige man wordt wel veroordeeld voor de woningoverval.

Minachting
De vermogensdelicten waaraan de mannen zich schuldig hebben gemaakt, hebben veel schade en overlast voor de slachtoffers veroorzaakt. Ook hebben deze gezorgd voor gevoelens van onrust en onveiligheid. De verdachten hebben zich hier niets van aangetrokken en zich enkel laten leiden door financieel gewin. Hieruit spreekt minachting voor andermans eigendom.

Eerdere veroordelingen
Bij het opleggen van de straf heeft het hof meegewogen dat de man uit Rijkevoort al eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Hij werd in het kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling vervroegd vrijgelaten, maar ging na enkele maanden alweer de fout in. Daarom moet hij naast zijn nieuwe celstraf ook nog de resterende 669 dagen van zijn eerdere veroordeling uitzitten.

De 26-jarige Ossenaar is ook eerder veroordeeld en zat nog in zijn proeftijd. Van die straf moet de man nu nog 3 maanden celstraf uitzitten. Dat komt bovenop zijn nieuwe straf.

Vonnis rechtbank
De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde de man uit Rijkevoort op 14 maart 2014 ook tot 9 jaar gevangenisstraf. De Ossenaar kreeg toen 6 jaar celstraf opgelegd. Ook werden zij allebei veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen. Tot slot moesten zij van de rechtbank 3500 euro aan de Staat betalen voor de winst die zij uit de delicten hadden verkregen. Die ontnemingsmaatregelen zijn intussen onherroepelijk geworden.'



2 oktober 2015
Man krijgt 10 jaar cel voor doodsteken partners ex-vriend

'De rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag een 31-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar. De man stak in Budel de voormalige vriend van zijn partner dood.

De verdachte ging op 19 december vorig jaar naar de woning van zijn ex-vrouw, met wie hij inmiddels weer een relatie had. Daar wachtte hij de voormalige vriend van haar op. Toen die man bij de woning kwam, liep de verdachte op hem af en ontstond er midden op straat een gevecht waarbij de verdachte eenmaal met een mes in de lever van het slachtoffer stak. Het slachtoffer overleed op 7 januari in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

De verdachte verklaarde dat hij de man alleen had willen bedreigen. Beide mannen hebben een dochtertje met de vrouw en het slachtoffer had een procedure aangespannen bij de rechtbank om voor elkaar te krijgen dat zijn dochter aan hem zou worden toegewezen. De verdachte zei dat hij wilde voorkomen dat beide meisjes uit elkaar zouden gaan en zocht daarom de confrontatie met de man.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte een ander het leven ontnam. Hij deed de nabestaanden hiermee onherstelbaar leed aan. De verdachte ging de confrontatie aan terwijl hij een groot mes bij zich had. Ook was hij onder invloed van een grote hoeveelheid amfetamine en een mix van MDMA en alcohol. De verdachte wilde naar eigen zeggen het beste voor de meisjes, maar bereikte met zijn handelen het tegenovergestelde. De meisjes groeien nu (lange tijd) op zonder vaderfiguur in hun leven. De rechtbank houdt er daarnaast rekening mee dat de man licht verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij het delict pleegde. Deskundigen stelden namelijk vast dat er bij hem onder meer sprake is van zwakbegaafdheid. Daarnaast heeft de man ADHD en een amfetamineverslaving in combinatie met misbruik van alcohol en xtc.

Naast de celstraf moet de man een schadevergoeding van 13.844,60 euro betalen aan de nabestaanden.'



1 oktober 2015
FNV verliest kort geding over pensioenafspraken overheidspersoneel

'De Haagse kortgedingrechter wijst de eis van de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) om de in de Pensioenkamer ten aanzien van de pensioenen genomen besluiten in te trekken, af.

Achtergrond
Op 10 juli 2015 is tussen de betrokken ministers, de overheidswerkgevers en de overige vakcentrales voor overheidspersoneel een onderhandelingsakkoord bereikt over loonruimte voor de publieke sector. Daarbij zijn zowel loon- als pensioenafspraken gemaakt, die – voor wat betreft de pensioenafspraken – 1 op 1 zijn bekrachtigd in de daarvoor speciaal ingestelde overlegstructuur, de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP). Op basis van deze bekrachtigde afspraken wordt binnenkort de ABP-pensioenregeling aangepast en vinden CAO-onderhandelingen plaats.

Wat wilde FNV?
FNV heeft aan haar eis ten grondslag gelegd dat zij zich buitenspel gezet voelt bij de totstandkoming van de ten aanzien van de pensioenen genomen besluiten. Zij is bij het onderhandelingsakkoord niet aanwezig geweest en stelde bij de kortgedingrechter dat over de pensioenafspraken in de Pensioenkamer geen open en reëel overleg heeft plaatsgevonden. Hierdoor is volgens de FNV het grondrecht op collectief onderhandelen met voeten getreden. Volgens de FNV hebben de pensioenafspraken grote gevolgen voor de pensioenen van het overheidspersoneel.

De overwegingen van de kortgedingrechter
Over de in het onderhandelingsakkoord neergelegde pensioenafspraken heeft volgens de kortgedingrechter tussen alle werkgevers- en werknemerscentrales open en reëel overleg plaatsgevonden. FNV is bij het aan het onderhandelingsakkoord voorafgaande overleg aanwezig geweest, maar heeft er zelf voor gekozen om het overleg op 9 juli te verlaten, waardoor zij bij het sluiten van het akkoord op 10 juli niet aanwezig is geweest. Het besluit over het onderhandelingsakkoord is desalniettemin met de vereiste meerderheid van stemmen genomen en de daarbij gemaakte pensioenafspraken zijn vervolgens in de Pensioenkamer bekrachtigd. Anders dan FNV stelt, kan niet gezegd worden dat hierdoor gehandeld is in strijd met haar recht op collectieve onderhandelingen.'



1 oktober 2015
Vierde jongen veroordeeld voor vechtpartij Kalanderstraat Enschede

'De rechtbank Overijssel veroordeelt een 17-jarige jongen voor zijn aandeel in een vechtpartij in het centrum van Enschede. Hij krijgt wegens een dubbele poging tot doodslag 203 dagen jeugddetentie opgelegd. Dat staat gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Ook moet hij zich laten behandelen om het risico op agressie in de toekomst te verkleinen en legt de rechtbank voorwaardelijk plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) aan hem op. Daarnaast moet hij een schadevergoeding aan de slachtoffers betalen. In april veroordeelde de rechtbank al drie mededaders voor hun rol in de vechtpartij.

Pogingen doodslag
De rechtbank oordeelt dat de jongen zich schuldig heeft gemaakt aan twee pogingen tot doodslag. De verdachte heeft, samen met de andere jongens, de slachtoffers meerdere malen tegen het hoofd en lichaam geslagen en geschopt. Daarmee heeft ook hij bewust de kans aanvaard dat de mannen zouden overlijden.

Voorwaardelijke PIJ-maatregel
Deskundigen die de jongen onderzocht hebben oordelen dat er een grote kans is dat hij opnieuw agressief gedrag zal vertonen. Zij adviseren daarom om hem te laten behandelen. De rechtbank neemt dit advies van hen over. Als stok achter de deur legt de rechtbank een voorwaardelijke PIJ-maatregel aan de jongen op. Dat betekent dat hij als hij niet voldoende meewerkt aan zijn behandeling alsnog gedwongen zal worden opgenomen in een inrichting voor jeugdigen.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl