Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - maart 2017:


31 maart 2017
Gedeeltelijke vrijspraak voor wapenhandel

'Vandaag heeft de rechtbank Noord-Holland in het onderzoek Breda in vrijwel alle zaken verdachten gedeeltelijk vrijgesproken, maar daarnaast zijn 9 verdachten veroordeeld tot (voorwaardelijke) gevangenisstraffen in combinatie met taakstraffen.

Lager dan geëist
De rechtbank is tot lagere dan geëiste straffen gekomen omdat zij meer gewicht heeft toegekend aan het feit dat het lang heeft geduurd voordat deze zaken op zitting konden worden behandeld.

Onderzoek
Dit onderzoek ging over het bezit en verhandelen van met name alarmpistolen in de periode van 2012- 2014. Deze wapenhandel is aan het licht gekomen doordat een bestellijst bij een wapenfabriek in Bulgarije opdook.

Verder onderzoek heeft uitgewezen dat de verdachten in meer of mindere mate betrokken zijn geweest bij de invoer, het verder verhandelen en bezitten van deze (omgebouwde) alarmpistolen met bijbehorende munitie.

Uiteindelijk zijn 10 verdachten door het Openbaar ministerie vervolgd.'



31 maart 2017
Nabestaanden van Mitch Henriquez krijgen namen van agenten niet

'Via de voorzieningenrechter kan niet een beslissing van een andere rechter worden aangevochten

Vier nabestaanden van Mitch Henriquez eisten in kort geding de namen van vijf agenten. Deze agenten waren betrokken bij de aanhouding van Henriquez tijdens een muziekfestival in Den Haag in juni 2015. Henriquez is na die aanhouding overleden. Volgens eisers is de wijze waarop het strafproces tegen twee van deze agenten wordt gevoerd, waarbij deze agenten anoniem blijven, in strijd met de wet. Ook kunnen zij hierdoor hun (slachtoffer)rechten niet goed uitoefenen.

Strafprocedures tegen twee agenten
De voorzieningenrechter wijst de vordering van eisers af omdat de rechtbank in de strafprocedures al afwijzend heeft beslist op het gelijkluidende verzoek van eisers. Via de voorzieningenrechter kan niet een beslissing van een andere rechter worden aangevochten.

Drie agenten die niet worden vervolgd
De Staat hoeft eisers ook niet de namen te verstrekken van de drie agenten die niet worden vervolgd. Die vordering en het (spoedeisend) belang van eisers daarbij is door eisers onvoldoende onderbouwd.

Wens om agenten te zien
De voorzieningenrechter acht de wens van eisers om de vijf agenten in ieder geval een keer te kunnen zien begrijpelijk. De vraag of hieraan tegemoet gekomen kan worden valt echter buiten deze procedure.'



30 maart 2017
Tibetaanse Mastiff Luna mag onder strenge voorwaarden terug naar eigenaren

'De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de Tibetaanse Mastiff Luna voorlopig terug mag naar haar eigenaren. Daarbij gelden strenge voorwaarden als een aanlijn- en muilkorfgebod. Daarnaast moet het huis en de tuin van de eigenaren zodanig worden afgeschermd dat de hond niet zonder begeleiding op de openbare weg kan komen. Verder moet de hond een training volgen en de eigenaren de hondenbrigade van de gemeente Nunspeet op de hoogte houden van de resultaten van de training.

Bijtincidenten
Op 21 maart jongstleden heeft de behandeling plaatsgevonden van het verzoek om een voorlopige voorziening dat door de eigenaren van Luna was ingediend naar aanleiding van het besluit van de burgemeester van de gemeente Nunspeet Luna niet aan hen terug te geven maar te herplaatsen. Bij een eerder besluit van 27 oktober 2016 had de burgemeester de hond in beslaggenomen vanwege 2 ernstige bijtincidenten: op 1 oktober 2016 beet Luna een buurtbewoonster die op haar fiets voorbijkwam en op 25 oktober 2016 beet Luna een andere hond die aan haar verwondingen kwam te overlijden.

Testresultaten positiever dan conclusie
Tijdens het verblijf van Luna in een opvanglocatie werd door een gedragsbioloog van de Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht een onderzoek gedaan naar het gevaar dat Luna bij terugkeer naar haar eigenaren zou vormen voor verstoring van de openbare orde.

De burgemeester concludeerde op basis van het rapport van de gedragsbioloog dat Luna niet terug kan keren naar haar eigenaren. De eigenaren vonden dat de testresultaten die in het rapport werden vermeld veel positiever waren dan de conclusie van de gedragsbioloog, namelijk dat de prognose dat het met Luna nog goed kan komen - ook na training - als zeer slecht moet worden ingeschat.

Maatregelen niet geprobeerd
Ook de voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester zijn besluit niet zonder meer op het (deskundigen)rapport mocht baseren. Des te meer omdat een bij de gemeente werkzame hondenbegeleider na het incident van 1 oktober 2016. bij de eigenaren thuis op bezoek was geweest. Daarbij heeft de hondenbegeleider Luna geobserveerd. In het daarna door de politie opgemaakte rapport werd geadviseerd Luna als gevaarlijk aan te merken en een kort aanlijn- en muilkorfgebod te geven. Daarnaast werd de eigenaren opgedragen maatregelen te treffen om te voorkomen dat Luna zonder begeleiding uit de woning en de tuin kan ontsnappen. Ook de door de eigenaren van Luna ingeschakelde gedragsdeskundige wees er in zijn rapport op dat minder vergaande maatregelen dan een herplaatsing zeker mogelijk waren. Maar dat deze maatregelen nog niet waren geprobeerd.

Onvoldoende gemotiveerd
Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter was het besluit van de burgemeester dan ook niet voorbereid met de vereiste zorgvuldigheid, omdat niet was voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en onvoldoende gemotiveerd omdat de burgemeester niet zonder meer van de conclusie van de gedragsbioloog uit mocht gaan.'



30 maart 2017
Geen nieuw oordeel over geheimhouden identiteit tipgever

'De geheimhoudingskamer van het gerechtshof zal zich niet opnieuw buigen over de vraag of de naam van de tipgever in een belastingzaak tegen vermeende zwartspaarders geheim mag worden gehouden. De Belastingdienst had hierom verzocht, maar de geheimhoudingskamer wijst dit verzoek af.

Vraag is al beantwoord
De geheimhoudingskamer van het hof vindt dat de geheimhoudingskamer van de rechtbank Arnhem deze vraag al heeft beantwoord. Die besliste op 7 februari 2012 dat de naam van de tipgever niet geheim mocht blijven en dat het contract met de tipgever ongeschoond (met de naam van de tipgever) aan de rechtbank en de wederpartij moest worden gegeven. De Belastingdienst moet zich hier aan houden, zegt de geheimhoudingskamer van het hof vandaag in zijn tussenuitspraak.

Hoge Raad verwijst zaak
In deze zaak heeft een tipgever tegen beloning informatie aan de FIOD gegeven over bankrekeningen van Nederlandse ingezetenen bij in Luxemburg gevestigde banken. Op basis van deze informatie zijn belastingaanslagen opgelegd aan vermeende zwartspaarders. Belanghebbenden wilden de naam van de tipgever weten om de tipgever als getuige te kunnen laten horen. De belastinginspecteur en getuigen werkzaam bij de Belastingdienst weigerden die naam te geven. Voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was dat reden om de belastingaanslagen te vernietigen. Maar de Hoge Raad vond de onderbouwing van het hof daarvoor onvoldoende en heeft de zaak verwezen naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep.

Inhoudelijk behandeling
Nu de geheimhoudingskamer van het hof het verzoek heeft afgewezen wordt de zaak verwezen naar een meervoudige belastingkamer van het hof. Deze zal de zaak nu inhoudelijk behandelen en daarna uitspraak doen. Indien deze kamer alsnog tot het oordeel zou komen dat Belastingdienst zich niet hoeft te houden aan de beslissing van de geheimhoudingskamer van de rechtbank Arnhem, kan de zaak worden teruggewezen naar de geheimhoudingskamer van het hof.'



30 maart 2017
4 mannen veroordeeld voor hennephandel Eibergen

'De rechtbank Gelderland veroordeelde 4 mannen voor onder meer hennephandel in Eibergen en/of Enschede. De mannen kregen straffen opgelegd die variëren van een werkstraf van 180 uur tot 15 maanden gevangenisstraf.

Op 5 april 2016 ontmantelde de politie een hennepstekkerij en 3 hennepkwekerijen in Twente en de Achterhoek. Vanuit de hennepstekkerij in Eibergen werden op andere locaties kwekerijen opgezet.

organisator
Een 27-jarige man uit Haaksbergen kreeg de maximale werkstraf van 240 uur opgelegd. Daarnaast kreeg hij een onvoorwaardelijke celstraf die gelijk is aan het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd. Ook moet hij ruim 94.000 euro aan de staat terugbetalen. De man zette – samen met anderen – begin 2015 een hennepstekkerij op in een pand in Eibergen. Uit verklaringen van de mededaders bleek dat de man daarbij een grote rol had. Hij zorgde voor spullen en betalingen en moet als organisator worden beschouwd. Ook had hij enkele busjes pepperspray in bezit.

15 maanden cel
Een andere 27-jarige man uit Haaksbergen moet 15 maanden de cel in. Hij maakte zich schuldig aan hennepteelt in Enschede en diefstal van stroom. Daarnaast werd de man veroordeeld voor het in bezit hebben van harddrugs en een stroomstootwapen. Ook moet hij ruim 3.300 euro terug betalen aan de benadeelde partij.

200 uur werkstraf
Een 21-jarige man uit Westendorp moet 200 uur taakstraf uitvoeren en 5.700 euro aan de Staat terugbetalen. Hij is ruim een jaar betrokken geweest bij de hennepstekkerij in Eibergen. Ook had hij verboden wapens in bezit.

180 uur taakstraf
Een 23-jarige man uit Den Haag kreeg een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden en taakstraf van 180 uur voor zijn aandeel in de hennepstekkerij in Eibergen. Daarbij werd ook illegaal stroom afgetapt. Verder moet hij ruim 9.750 euro terugbetalen aan de staat.'



30 maart 2017
2 jaar cel voor voormalig bewindvoerder voor verduistering

'Een 59-jarige voormalig bewindvoerder uit Putten is veroordeeld voor verduistering en valsheid in geschrifte. Hij kreeg een gevangenisstraf van 2 jaar opgelegd.

Geld
Als bewindvoerder heeft de man over een periode van ruim 5 jaar ongeveer 500.000 euro van zijn cliënten voor eigen gebruik aangewend. Daarnaast heeft de man een deel van het bedrag tegenover de rechtbank willen verantwoorden door gebruik te maken van valse en vervalste documenten. De man heeft hiermee misbruik gemaakt van zijn positie en het vertrouwen dat zijn toch al kwetsbare cliënten en de rechtbank in hem hadden gesteld.

Schadevergoedingen
De man moet aan een aantal van zijn slachtoffers – degenen die zich in het strafproces als benadeelde partij hebben gevoegd – een schadevergoeding betalen ter hoogte van het per slachtoffer verduisterde bedrag. In totaal moet de voormalig bewindvoerder een bedrag van ruim 115.000 euro betalen.

Wederrechtelijk verkregen voordeel
Tot slot ontneemt de staat de man een bedrag van ruim 376.000 euro dat hij daarnaast nog als wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.'



30 maart 2017
Oud-agent krijgt weer tijdelijk toestemming om als beveiliger te werken

'De korpschef van de politie moet een man uit Eindhoven tijdelijk toestemming geven om beveiligingswerk te kunnen doen. Dit besliste de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De man kreeg bij zijn aanstelling bij de politie in 2012 verschillende goederen, waaronder een trainingspak met daarop het logo van de politie. In juli 2015 vertrok hij bij de politie en zocht de man zelf contact met zijn voormalig leidinggevende om te vragen welke bedrijfskleding hij moest inleveren. Hij stuurde zijn uniform en andere politiekleding terug. Het trainingspak stuurde hij niet terug; daar was ook niet naar gevraagd. In oktober vorig jaar bood hij het trainingspak te koop aan via Marktplaats. De politie stelde daarop een onderzoek in waarbij de man werd verdacht van verduistering van het trainingspak. De officier van justitie seponeerde de strafzaak uiteindelijk vanwege gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. Volgens de korpschef van de politie was het bestuursrechtelijk wel voldoende aannemelijk dat er sprake was van verduistering. Hij trok daarop in januari jl. de toestemming in van de man om beveiligingswerk te doen. De man maakte hiertegen bezwaar en verzocht de rechtbank een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij zijn huidige werk als beveiliger kan behouden.

De korpschef voerde aan dat de man niet langer voldoet aan het vereiste van betrouwbaarheid. Volgens hem had de man er voldoende van doordrongen moeten zijn dat goederen waarop het politielogo staat, altijd eigendom van de politie blijven. Dit staat volgens de korpschef ook in de Kledingregeling van de politie. De man was zich er naar eigen zeggen niet van bewust dat hij nog een trainingspak had van de politie toen hij zijn kleding inleverde. Daar kwam hij pas later achter. Volgens hem is van belang dat daar vanuit de politie ook niet meer naar is gevraagd. Bovendien was hij eerder in dienst van de Koninklijke Marechaussee (Kmar) en hoefde hij toen zijn trainingspak met logo niet in te leveren. Hij ging er daarom vanuit dat dat ook het geval was met het trainingspak van de politie. Verder zegt de man er nooit op gewezen te zijn dat het pak eigendom blijft van de politie en is er volgens hem geen regelgeving over. Ook vindt hij de beslissing van de korpschef disproportioneel, omdat hij zijn werk als beveiliger zal kwijtraken.

Oordeel
De voorzieningenrechter oordeelt dat de korpschef de toestemming om beveiligingswerk te doen, mag intrekken als er - ondanks dat de strafzaak is geseponeerd - niet langer sprake is van de vereiste betrouwbaarheid. Daarvoor is echter wel vereist dat de man een concrete rechtsregel heeft geschonden. De rechter oordeelt dat de korpschef onvoldoende heeft gemotiveerd dat sprake is van verduistering en daarmee dat de man een rechtsregel naast zich heeft neergelegd. In de Kledingregeling staat niet dat alle goederen met een politielogo eigendom blijven van de politie. Volgens de rechter kan dit hier ook niet uit worden afgeleid. Daarbij komt dat de man zelf initiatief nam de goederen in te leveren en dat hij zelfs heeft gevraagd om een inleverlijst, die er niet bleek te zijn. Ook is het van belang dat hij zijn trainingspak van de Kmar wel mocht houden en dat vanuit de politie niet is gezegd dat hij zijn trainingspak ook nog moest inleveren. De rechter oordeelt al met al dat de man geen verstandige beslissing heeft genomen door het trainingspak van de politie te koop aan te bieden, maar dat is onvoldoende om te kunnen spreken van verduistering en het naast zich neerleggen van rechtsregels. De korpschef moet hem daarom weer toestemming geven om beveiligingswerk te doen en hem daartoe een beveiligingspas geven totdat op zijn bezwaar is beslist.'



23 maart 2017
Strafzaak tegen 10 terreurverdachten aangehouden

'De rechtbank in Rotterdam heeft vandaag tijdens een regiezitting besloten de strafzaak tegen 10 terreurverdachten aan te houden tot 22 juni 2017. Geen van de verdachten, van wie wordt gesteld dat ze in een strijdgebied in Syrië en/of Irak verblijven, was tijdens de zitting aanwezig. De rechtbank stelde vast dat er een relatief kort tijdsbestek tussen het moment van dagvaarden en de zitting is, terwijl het om ernstige beschuldigingen gaat.

Het recht van een verdachte om bij zijn berechting aanwezig te zijn, is een fundamenteel recht. De rechtbank kan niet nu al iets zeggen over de vraag of de verdachten dat recht vrijwillig hebben prijsgegeven. Er is dan ook meer tijd nodig om de verdachten te informeren over de vervolging en de zittingsdatum. Daarnaast moeten de verdachten voldoende tijd hebben om hun verdediging voor te bereiden.

Ook moeten de verdachten de gelegenheid hebben om te beslissen of ze gebruik willen maken van het recht om bij hun strafzaak aanwezig te zijn.'



23 maart 2017
Zutphenaar bestraft voor woninginbraken, heling en bedreiging

'De rechtbank veroordeelde een 24-jarige man uit Zutphen voor het plegen van een woninginbraak, heling en het bedreigen van een vijftal personen. Hij kreeg een gevangenisstraf van 210 dagen, waarvan 104 voorwaardelijk opgelegd. Ook kreeg de man de maximale werkstraf van 240 uur.

De strafbare feiten vonden plaats tussen mei 2016 en september 2016. De politie kwam de man onder andere via een DNA-match op het spoor.

Bijzondere voorwaarden
Aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo heeft de man een meldplicht bij de reclassering en het verplicht volgen van een ambulante behandeling. Ook mag de man geen alcohol of drugs gebruiken zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt.

Schadevergoeding
Tot slot moet de Zutphenaar een schadevergoeding aan 2 benadeelden betalen. Deze vergoeding bedraagt in totaal 400 euro. '



23 maart 2017
Maximale taakstraf voor veroorzaken fataal verkeersongeval Vaassen

'Een 23-jarige man uit Vaassen veroorzaakte op 19 februari 2016 als bestuurder van een personenauto een fataal verkeersongeval in zijn woonplaats. De rechtbank veroordeelde hem tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 12 maanden, met een proeftijd van 3 jaar.

De man is, terwijl sprake was van een felle deels in zijn richting schijnende zon, zonder voldoende af te remmen, een kruispunt opgereden. Hij heeft daarbij de binnenbocht genomen. Daardoor is een aanrijding ontstaan met een fietser. De fietser is als gevolg van de aanrijding overleden.

Voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid
De rechtbank vindt de eis van de officier van justitie passend en wijkt daar niet van af. De rechtbank heeft de ontzegging van de rijbevoegdheid geheel voorwaardelijk opgelegd. De werkgever van de man heeft namelijk aangegeven dat de man zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk als kraanmachinist. Daarnaast dient deze voorwaardelijke straf ook als middel om de man zich extra bewust te laten zijn van de in het verkeer in acht te nemen benodigde voorzichtigheid en oplettendheid om herhaling te voorkomen.'



23 maart 2017
200 uur taakstraf voor veroorzaken fataal verkeersongeval Harderwijk

'De rechtbank veroordeelde een 72-jarige man uit Harderwijk voor het veroorzaken van een fataal verkeersongeval in zijn woonplaats. Hij kreeg een taakstraf van 200 uur opgelegd. Ook mag de man 6 maanden niet autorijden.

Op 23 maart 2017 veroorzaakte de Harderwijker als bestuurder van een personenauto een verkeersongeval. De man zag de voor hem kruisende fietser over het hoofd en gaf haar ten onrechte geen voorrang, waardoor een aanrijding is ontstaan. De fietser is als gevolg van de aanrijding overleden.

De officier van justitie eiste naaste een taakstraf ook dat de man 12 maanden geen motorrijtuigen mag besturen. De rechtbank bepaalde dat van deze 12 maanden, 6 maanden voorwaardelijk zullen worden opgelegd. Aan die 6 maanden wordt een proeftijd van 2 jaar gekoppeld.'



23 maart 2017
Hogere straf voor veroorzaken dodelijk ongeval Eindhoven door lid arrestatieteam

'Ook in hoger beroep is een politieagent van een arrestatieteam veroordeeld voor het veroorzaken van een dodelijk ongeval. Een 18-jarige vrouw kwam hierbij om het leven. Het gerechtshof veroordeelt de man tot een taakstraf van 80 uren en een rijontzegging van 6 maanden. De rechtbank Oost-Brabant legde hem eerder alleen een voorwaardelijke rijontzegging op van 6 maanden.

Inzet arrestatieteam
De politieagent ging op 15 maart 2013 met een arrestatieteam, in verschillende auto’s, op weg naar een mogelijk levensbedreigende situatie in Bergeijk. Hij reed met zijn auto op de busbaan in Eindhoven en maakte deel uit van een formatie van politievoertuigen. Onderweg, op een kruispunt in Eindhoven, botste hij met een overstekende snorfiets. De 18-jarige vrouw die op die snorfiets reed is als gevolg daarvan overleden.

Andere verkeersregels en gedragsnormen
Omdat de man als bestuurder van een politieauto met zwaailichten en sirene op weg was naar een mogelijk levensbedreigende situatie, golden voor hem andere verkeersregels en gedragsnormen dan voor het normale verkeer. Hij moest echter wel extra aandacht en zorg hebben voor onvoorzien en onvoorspelbaar gedrag van andere weggebruikers. De opdracht van zijn commandant was om met spoed, maar ook zo veilig mogelijk naar Bergeijk te rijden.

Schuld aan het verkeersongeval
Het hof vindt, evenals de rechtbank, dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag. Hij is met een disproportioneel hoge snelheid (meer dan 90 km/u) de ongevalskruising genaderd en opgereden, terwijl op de busbaan het verkeerslicht op rood stond. Daardoor heeft hij niet meer op tijd kunnen reageren op onvoorzien of onberekenbaar gedrag van andere verkeersdeelnemers, zoals in dit geval de overstekende snorfietster.

Eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid
De verdediging vindt dat de man niet schuldig is en vrijgesproken zou moeten worden. De agent heeft volgens zijn advocaat gehandeld conform de opdracht van zijn commandant en niet anders gereden dan zijn collega’s van het arrestatieteam waarmee hij naar Bergeijk ging. De advocaat-generaal is eveneens van mening dat de man moet worden vrijgesproken. Het gerechtshof is het daar echter niet mee eens. Ook wanneer je als bestuurder van een politieauto mag afwijken van de reguliere verkeersregels, blijf je strafrechtelijk verantwoordelijk voor je eigen beslissingen en rijgedrag. Daarbij luidde de opdracht ook dat zo veilig mogelijk moest worden gereden.

Hogere straf dan de rechtbank
Bij de strafoplegging heeft het hof onder meer rekening gehouden met de ernst van het feit en het grote leed dat aan de familie en naaste omgeving van het jonge slachtoffer is toegebracht. Aan de andere kant heeft het hof rekening gehouden met het feit dat de agent het ongeval heeft veroorzaakt, terwijl hij in de uitoefening was van zijn functie als lid van een arrestatieteam. In die hoedanigheid was hij met spoed en gevaar voor zijn eigen veiligheid, op weg was naar een voor anderen mogelijk levensbedreigende situatie. Het hof vindt de straf die de rechtbank oplegde, een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden, niet toereikend. Alles overziend komt het hof tot een taakstraf van 80 uur en een onvoorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden.

Beklagprocedure
Het Openbaar Ministerie had aanvankelijk besloten om de agent niet te vervolgen voor het veroorzaken van dit ongeval. De nabestaanden van het slachtoffer waren het hier niet mee eens en dienden een klacht in bij het gerechtshof. Het hof besliste vervolgens dat de klacht gegrond was en gaf het bevel aan het Openbaar Ministerie om de agent alsnog te vervolgen.'



23 maart 2017
Geldboetes voor brand op rangeerterrein Kijfhoek

'Het gerechtshof in Den Haag heeft vandaag 2 bedrijven veroordeeld tot geldboetes in verband met een brand op 14 januari 2011 op het rangeerterrein Kijfhoek in Zwijndrecht. De brand was ontstaan doordat bij het rangeren een aantal goederenwagons, deels gevuld met gevaarlijke stoffen, tegen elkaar gebotst was.

Het hof legt de bedrijven boetes op van €250.000,-- (waarvan €100.000,-- voorwaardelijk) en van €150.000,--. De boetes verschillen in hoogte, omdat één van de bedrijven zich reeds eerder aan soortgelijke strafbare feiten schuldig had gemaakt.

De rechtbank had de boetes bepaald op € 100.000,--. De in hoger beroep opgelegde boetes zijn hoger, omdat het Haagse hof in tegenstelling tot de rechtbank oordeelt dat de Wet vervoer gevaarlijke stoffen wel is overtreden. Daarnaast vindt het hof, vanwege de gevaarlijke situatie, de feiten ernstig.'



22 maart 2017
Bedrijf uit Gilze veroordeeld voor overlijden van werknemer

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een bedrijf uit Gilze veroordeeld tot een geldboete van 40.000 euro. De werkgever had schuld aan het overlijden van één van haar werknemers en overtrad de Arbo-regels.

De medewerker was in februari 2015 bezig zonnepanelen te plaatsen op een koeienstal in Gilze. Hij zakte door het dak en overleed aan de gevolgen van die val. Het dak van de stal bestond uit golfplaten en de werkzaamheden werden uitgevoerd op meer dan 2,5 meter boven de grond. Volgens de Arbo mocht er onder dergelijke omstandigheden alleen op het dak worden gelopen als er gebruik werd gemaakt van loopplanken, een verreiker met een werkbak of van een vangnet. Volgens het bedrijf waren deze 3 veiligheidsmaatregelen in dit geval om uiteenlopende redenen echter geen optie. Het bedrijf koos er daarom voor te werken met een zogenaamd valstopapparaat.

De rechtbank oordeelt dat het bedrijf de verplichting om te zorgen voor een zo veilig mogelijke werkomgeving grovelijk heeft geschonden. Het bedrijf had voorafgaande aan het uitvoeren van het werk niet de verplichte schriftelijke risicotaxatie opgemaakt. Ook liet zij haar werknemers werk verrichten op een hellend en niet-mandragend dak, terwijl daarbij alleen een valstopapparaat werd aangeboden. Het nadeel van dat apparaat is dat het juiste gebruik daarvan geheel voor risico van de werknemer komt. Bij gebruik van bijvoorbeeld een loopplank of verreiker met werkbak is dat niet zo. Volgens de rechtbank is de dood van de werknemer daarom aan het bedrijf te wijten. Het bedrijf was op de hoogte van de gevaren die waren verbonden aan het werken op het betreffende dak en had voldoende maatregelen moeten en kunnen treffen om een arbeidsongeval te voorkomen. Zij is hierin in ernstige mate tekort geschoten. Door op een dergelijke wijze om te gaan met de veiligheid van de werknemers en geen risicotaxatie op te stellen heeft het bedrijf volgens de rechtbank aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en onzorgvuldig gehandeld. Ook overtrad het bedrijf hiermee de Arbo-regels.

Het tragische ongeval heeft voor de weduwe en de dochter van het slachtoffer een niet op te vullen emotionele leegte achtergelaten. De rechtbank beseft dat een strafoplegging, in welke vorm of omvang dan ook, dit leed niet ongedaan zal kunnen maken. Niettemin zal zij deze tragische gevolgen bij de strafoplegging betrekken. De rechtbank slaat verder acht op straffen die eerder in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en komt tot het oordeel dat een geldboete van 40.000 euro passend is. Het bedrijf moet ook een schadevergoeding van 3.200 euro aan de nabestaanden betalen.'



22 maart 2017
Celstraf en locatieverbod voor weghouden dochter bij moeder

'De rechtbank heeft een 54-jarige man uit Knegsel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 159 dagen voorwaardelijk. Ook mag hij 2 jaar niet in Kaatsheuvel komen. De man nam zijn 5-jarige dochter bijna 2 maanden mee naar het buitenland zonder dat hij daarvoor toestemming had van haar moeder.

De moeder verhuisde in 2012 naar een andere woning toen haar relatie met de verdachte werd verbroken. De dochter bleef bij haar vader wonen. Over het gezag over, de omgang met, de ondertoezichtstelling en het hoofdverblijf van het meisje zijn sindsdien vele civielrechtelijke procedures gevoerd. De rechtbank besliste in juli 2016 dat het hoofdverblijf van het meisje bij haar moeder is en dat de verdachte zijn dochter aan haar moest overdragen. Een dag vóór deze uitspraak vertrok de verdachte echter met zijn dochter naar het buitenland. Hij ging met haar naar Indonesië, Frankrijk en werd uiteindelijk bijna 2 maanden na vertrek aangehouden in München. Het meisje werd vervolgens overgedragen aan haar moeder. De rechtbank stelt vast dat de moeder geen toestemming heeft gegeven om hun dochter mee naar het buitenland te nemen Ook wist zij niet waar het meisje was. De rechtbank oordeelt dat uit de gang van zaken blijkt dat de verdachte niet mee wilde werken aan de overdracht van het meisje aan haar moeder, omdat hij het er niet mee eens was dat zijn dochter bij haar moeder zou gaan wonen. Hij verklaarde dit al bij de behandeling van de civiele zaak over het hoofdverblijf. Daarnaast was hij niet bij aanvang van het nieuwe schooljaar met zijn leerplichtige dochter terug in Nederland en gaf hij geen antwoord op de door de moeder en de politie gestelde vragen over de verblijfplaats van het meisje. De rechtbank concludeert hieruit dat de verdachte niet slechts op zomervakantie was, zoals hij zelf stelt, maar dat hij zijn dochter onttrok aan het wettig gezag van de moeder. Hij is daarvoor strafbaar.

De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte het voor de moeder onmogelijk heeft gemaakt voor haar dochter te zorgen door haar zonder toestemming mee te nemen. Dit heeft de moeder emotioneel zeer aangegrepen. De verdachte handelde hiermee in strijd met het belang van het meisje. Door verschillende instanties is de man er op gewezen dat het voor de ontwikkeling van het meisje van belang is dat zij contact heeft met beide ouders. De verdachte hield haar echter weg bij zowel haar moeder als de hulpverlenende instanties. Toen na vele civielrechtelijke procedures de rechtbank bepaalde dat zij bij haar moeder moest gaan wonen, frustreerde de verdachte ook de naleving van deze rechterlijke uitspraak door het meisje mee te nemen naar het buitenland. De rechtbank legt een grotendeels voorwaardelijke celstraf op om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Daarbij houdt de rechtbank tevens rekening met de tijd die de man tijdens de overleveringsprocedure in Duitsland en in voorlopige hechtenis in Nederland heeft doorgebracht. Daarnaast legt de rechtbank de man een locatieverbod op van 2 jaar (het maximum).'



22 maart 2017
Celstraf voor seksuele uitbuiting minderjarig meisje

'Een 28-jarige man uit Rotterdam heeft zich in 2016 schuldig gemaakt aan mensenhandel door een 16-jarig meisje in de prostitutie te brengen. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 26 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

Minderjarig en kwetsbaar slachtoffer
De man was op de hoogte van de leeftijd van het slachtoffer. Hij is een relatie met haar aangegaan en heeft haar zo geworven om in de prostitutie te werken. Of het slachtoffer in deze zaak het allemaal goed vond, of dat er mogelijk zelfs van haar de nodige initiatieven uit zijn gegaan, doet niet ter zake. Het gaat hier om een minderjarig meisje. Mensenhandel waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht is een buitensporige en ontluisterende manier van uitbuiting, zo oordeelt de rechtbank.

Contactverbod
De rechtbank legt een gevangenisstraf op die gelijk is aan de eis van de officier van justitie. Daarnaast vindt de rechtbank het van groot belang dat de man geen contact opneemt met het slachtoffer. Daarom legt de rechtbank een zogenaamde ‘maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid op’. De man mag 2 jaar lang geen contact opnemen met het slachtoffer. Bij elke overtreding moet hij twee weken gevangenisstraf uitzitten.'



20 maart 2017
Defensie mocht voormalig klokkenluider tijdelijk uitroosteren als vlieger

'Defensie mocht de voormalig klokkenluider tijdelijk uitroosteren als vlieger, vanwege de veiligheid. Dat heeft de Haagse voorzieningenrechter geoordeeld in de rechtszaak die hij had aangespannen. Naar aanleiding van de inhoud en het verloop van een gesprek op 3 februari 2017 in combinatie met uitlatingen op sociale media door de voormalig klokkenluider, heeft de commandant van Vliegbasis Eindhoven in redelijkheid kunnen twijfelen of de man in staat was zijn taken als vlieger veilig uit te voeren.

Voorgeschiedenis
De man die de rechtszaak aanspande is sinds 1997 beroepsmilitair. Hij was van 2000 tot 2006 werkzaam als F16 piloot. Hij is halverwege 2006 is overgestapt naar onderdeel luchttranssport op vliegbasis Eindhoven waar hij een aanstelling kreeg als kapitein vlieger. In 2011 heeft hij een melding gemaakt van een vermoeden van een misstand. In 2015 heeft de Onderzoeksraad Integriteit Overheid advies uitgebracht over deze melding. Daarin kwam onder andere naar voren dat Defensie op verschillende punten onjuist gehandeld heeft. Naar aanleiding van het advies van de Onderzoeksraad is de man met terugwerkende kracht bevorderd tot majoor en eind 2016 als vlieger geplaatst bij de Kustwachteenheid, standplaats Schiphol, ressorterend onder 334 squadron op Eindhoven.

?Berichten op sociale media
Begin 2017 heeft de commandant van de Vliegbasis Eindhoven met de man een gesprek gevoerd, waarin zij heeft aangegeven dat zijn uitingen van boosheid, strijdbaarheid en frustratie op sociale media haar zorgen baarde. De sociaal-emotionele druk zou zijn “mental fitness” te veel kunnen belasten. Zij heeft medegedeeld dat zij hem voor een week niet zou inroosteren als vlieger en voorgesteld na een week weer met elkaar te spreken.

Vliegerpsycholoog
Verzoeker heeft meermalen - ook ter zitting - gemeld niet bereid te zijn een gesprek te voeren met een vliegerpsycholoog. Hij meent dat er geen enkele reden is te twijfelen aan zijn geschiktheid om te vliegen. Door de gebeurtenissen in het verleden is zijn vertrouwen geschaad in de medische dienst van verweerder.

De voorzieningenrechter erkent dat het niet in het belang is van de vlieger om tegen zijn zin niet te worden ingeroosterd als vlieger, maar de commandant heeft bij afweging van alle betrokken belangen meer belang mogen hechten aan het zeker stellen van de vliegveiligheid. Ook mocht zij om die reden de opdracht geven voor een gesprek met een vliegerpsycholoog.'



20 maart 2017
Boete voor verladen vlees bij te hoge temperatuur terecht

'Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) laat in hoger beroep door de Staatssecretaris van Economische Zaken aan een kalverenslachterij opgelegde boetes in stand.

De boetes waren opgelegd wegens het verladen van vlees met een te hoge temperatuur. Europese regels verplichten vlees tot ten minste 7 graden Celsius af te koelen, voordat het mag worden vervoerd. De slachterij laadde het vlees bij een temperatuur van 7 tot 11 graden Celsius en koelde het vlees in de koelwagen vervolgens door naar 7 graden Celsius. Het CBb wijst die werkwijze af, want met het verladen van het vlees begint het vervoer en op dat moment moet het vlees tot ten minste 7 graden Celsius zijn afgekoeld.

Het CBb wijkt hiermee af van de uitspraak van de rechtbank.'



17 maart 2017
Celstraffen van 30 en 48 maanden voor drugssmokkel Eindhoven Airport

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een Brit en een Amsterdammer (28 en 43 jaar) veroordeeld tot gevangenisstraffen van 48 maanden en een 24-jarige man uit Groot-Brittannië tot een celstraf van 30 maanden. De verdachten smokkelden onder meer harddrugs via Eindhoven Airport het land uit.

De Brit van 24 jaar werd in september vorig jaar op de Eindhovense luchthaven aangehouden, nadat in zijn koffer drugs werden aangetroffen. In totaal zaten er ruim 2,8 kilo xtc-pillen en 843 gram cocaïne in de koffer. De verdachte had de geprepareerde koffer ontvangen van de beide medeverdachten. Ondanks dat deze verdachten niet zelf de drugs het land uit hebben gesmokkeld, werkten ze volgens de rechtbank nauw en bewust samen met de Britse koerier. Zo boden zij de koerier onderdak, betaalden zijn verblijf in Nederland en de heen- en terugreis en gaven hem de geprepareerde koffer. Ook vertelden ze hem dat er drugs in de koffer verstopt zaten. De rechtbank oordeelt dat de zij de drugssmokkel faciliteerden. Zij worden daarom veroordeeld als medeplegers.

Vuurwapens, munitie en meer drugs
In de woning van de Amsterdammers trof de politie 4 verboden vuurwapens en munitie aan. Ook lag er ruim 3,8 kilo aan xtc-pillen verborgen op een zolderkamer. De rechtbank veroordeelt alleen de 43-jarige verdachte voor bezit van deze drugs, omdat zijn DNA werd aangetroffen in de koffer waarin de pillen zaten en hij de enige was die een sleutel van die kamer had. Voor het bezit van de vuurwapens en munitie worden beide verdachten veroordeeld, omdat van de Brit DNA werd aangetroffen op een vuurwapen en de Amsterdammer de sleutel had van de zolder.

Straffen
De verdachten maakten zich schuldig aan de smokkel van een grote hoeveelheid harddrugs. Volgens de rechtbank was de voorraad zo groot dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. Dit gaat gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder de door gebruikers gepleegde strafbare feiten om hun drugs te kunnen betalen. De rechtbank legt de 28-jarige Brit en de 43-jarige Amsterdammer dezelfde straf op, ondanks dat de 43-jarige verdachte voor meer feiten is veroordeeld. De rechtbank acht de straffen passend, omdat de 28-jarige man al 19 keer eerder is veroordeeld. Bij de koerier houdt de rechtbank er in diens voordeel onder meer rekening mee dat hij relatief jong was, deels openheid van zaken heeft gegeven en oprecht spijt heeft getoond.'



17 maart 2017
Man veroordeeld voor oproepen tot geweld tegen Armeniërs

'Een 52-jarige man uit Den Haag is door de rechtbank Overijssel veroordeeld voor het aanzetten tot geweld tegen Armeniërs tijdens een demonstratie op 1 juni 2014 in Almelo. Die dag demonstreerden zo’n 4.000 mensen tegen de komst van het ‘Armeens Genocide Monument’ bij de Armeense kerk in Almelo. De rechtbank legt de man een taakstraf op van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van een maand met een proeftijd van twee jaar.

Almelo
Oproepen tot geweld tegen Armeniërs
De man is schuldig aan het oproepen tot geweld tegen Armeniërs op grond van hun ras. Hij sprak tijdens de demonstratie de menigte toe en scandeerde daarbij de woorden ‘Karabach zal het graf van de Armeniërs worden’. Zijn tekst bevat een duidelijke verwijzing naar de dood. De strekking van de uitlating is naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar gewelddadig. Daarmee overschreed hij op grove wijze de grens van het toelaatbare van de vrijheid van meningsuiting, één van de fundamentele rechten binnen onze democratische samenleving.

Groot spreekkoor
De uitlatingen waren voor Armeense mensen bijzonder pijnlijk vanwege de oorlog in het gebied Nagorno Karabach in Azerbeidzjan. Ook was het zeer angstaanjagend omdat de man een deel van zijn woorden door de duizenden aanwezigen als een groot spreekkoor meermalen liet herhalen.

Geen vreedzame oproep
Er was geen sprake van een vreedzame oproep aan de Armeniërs tot vertrek uit Karabach, zoals de verdediging stelde. Dat blijkt ten eerste uit wat de man feitelijk zei, daar zat geen enkele verwijzing in naar een geografische verplaatsing van de Armeniërs. Verder blijkt dat uit de intensiteit waarmee en de toon waarop hij deze woorden uitsprak en dat hij de menigte het enkele keren liet naschreeuwen.

Aanzien door rol en functie
De man is de voorzitter van de Nederlandse Azerbeidjaanse Turkse Culturele Vereniging en was contactpersoon en medeorganisator van de demonstratie. Zijn woorden worden serieus genomen omdat hij gezien zijn functie en rol een bepaald aanzien geniet binnen zijn gemeenschap. De uitlatingen bereikten een groot publiek, zeker ook nu de demonstratie en de rol van de man daarin op televisie zijn vertoond.

Hogere straf
De rechtbank legt de man een hogere straf op dan was geëist door de officier van justitie. Een lagere straf is niet op zijn plaats gezien de ernst van het feit en de manier waarop het is gebeurd. De man heeft duidelijk gemaakt dat hij achter die woorden staat en heeft geen inzicht in wat hij daarmee strafrechtelijk verkeerd deed. Hierdoor is een herhaling niet uitgesloten. Omdat de rechtbank de man wil weerhouden om zoiets nog eens te doen is een taakstraf van 120 uur met een voorwaardelijke celstraf van een maand en een proeftijd van twee jaar nodig.'



16 maart 2017
Gevangenisstraf voor brandstichting Maastricht

'Rechtbank Limburg heeft vandaag een 29-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank acht bewezen dat verdachte samen met anderen brand heeft gesticht in een leegstaand pand in Maastricht. In het pand zouden asielzoekers gaan wonen.

Wat is er gebeurd?
In de nacht van 29 mei 2016 werd er brand gesticht in het leegstaande pand. Er zijn meerdere molotovcocktails naar binnen gegooid. Kort na de brandstichting kreeg de politie een melding dat iemand met brandwonden onder de douche stond. Dat bleek de verdachte te zijn. De verdachte heeft ontkend dat hij zelf brand heeft gesticht. Hij zegt juist slachtoffer te zijn; in een poging de daders tegen te houden is hij zelf in brand komen te staan.

Geen slachtoffer, maar dader
De rechtbank vindt deze verklaring, gelet op een getuigenverklaring, het gedrag van verdachte vlak na de brand en het sporenonderzoek op de plaats delict, niet geloofwaardig. Deze verklaring kan enkel worden gezien als een poging om het aandeel van de verdachte in de brandstichting te maskeren. De rechtbank acht bewezen dat verdachte samen met anderen brand heeft gesticht, waardoor gevaar voor goederen is ontstaan.

Verdachte heeft op deze manier kennelijk de komst van asielzoekers willen voorkomen. Dat is een vorm van eigenrichting die in inbreuk maakt op de democratie.

Zonder afbreuk te willen doen aan de ernst van het feit, heeft de rechtbank bij de strafoplegging rekening gehouden met het feit dat het pand leeg stond en er daarom geen mensenlevens in gevaar zijn geweest.'



16 maart 2017
Maximale straf voor webcamafperser

'De 38-jarige Aydin C. uit Tilburg krijgt tien jaar en 243 dagen gevangenisstraf voor oplichting en chantage via internet. Dat is de maximale straf die de rechtbank kan opleggen.

C. lichtte huurders van woningen op, pleegde computervredebreuk en chanteerde een man door zich via internet voor te doen als een jongen die seksuele contacten zocht.

Maar bovenal heeft C. misbruik gemaakt van tientallen jonge meisjes. Hij won hun vertrouwen door chatcontacten met ze aan te gaan, waarbij hij zich als jongen of meisje voordeed. Dat vertrouwen misbruikte C. vervolgens. In veel gevallen wist hij die meisjes ertoe te brengen voor de webcam seksuele handelingen te verrichten.

Grote impact
Later legde C. dan weer contact met de meisjes en eiste nieuwe ‘shows’ voor de webcam. Als ze dat niet wilden doen, dreigde hij mensen in hun omgeving beeldmateriaal toe te sturen of de beelden op pornosites te plaatsen. Soms lukte het C. om de meisjes op die manier te misbruiken.

Het bleef niet bij dreigen alleen: als een meisje niet op zijn eisen inging, deinsde C. er niet voor terug daadwerkelijk seksuele beelden aan de familie en vrienden van het slachtoffer te sturen of op het web te plaatsen. Het is duidelijk dat dit grote impact kan hebben op de persoonlijke ontwikkeling van jonge meisjes.

Maximale gevangenisstraf
De rechtbank noemt het gedrag van C. verbijsterend. Omdat Aydin C. niet heeft meegewerkt aan psychiatrisch onderzoek, en er dus geen stoornis kan worden vastgesteld, kan de rechtbank hem geen Tbs-maatregel opleggen.

Vanwege de verwoestende gevolgen die zijn handelen heeft op het jonge leven van de meisjes en omdat de rechtbank vreest dat C. nieuwe ernstige delicten zal plegen als hij vrijkomt, legt de rechtbank hem de maximale gevangenisstraf op.'



15 maart 2017
Tot 14 jaar cel in strafzaak Focus

'De rechtbank in Rotterdam heeft zojuist 8 mannen veroordeeld voor betrokkenheid bij de illegale invoer van grote hoeveelheden cocaine via de Rotterdamse haven. 6 van de verdachten kregen straffen die varieren van 2 tot 6 jaar.

De hoofverdachte in deze zaak moet 14 jaar de gevangenis in. Hij werd al eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Een andere verdachte moet eveneens 14 jaar naar de gevangenis. Vast is komen te staan dat hij heeft geprobeerd om een man- die verdachte is een andere grote drugszaak- te liquideren.'



15 maart 2017
Half jaar cel voor ABC-constructie, notaris vrijgesproken

'Een man die de belastingdienst heeft opgelicht, krijgt zes maanden gevangenisstraf. De notaris die ervan werd verdacht de man te hebben geholpen bij diens frauduleuze vastgoedtransactie wordt vrijgesproken.

Stroman
De rechtbank acht bewezen dat de man in 2004 een bedrijfspand aan de Gilles van Ledenberchstraat in Amsterdam op één en dezelfde dag voor één miljoen euro kocht en daarna verkocht voor 1,85 miljoen euro: een zogeheten ABC-constructie. De man maakte daarbij gebruik van een stroman. Bij de aangifte inkomstenbelasting gaf de man de gemaakte winst niet op, maar bij de aangifte vennootschapsbelasting gaf hij wel de hogere aankoopprijs op. De straf is lager dan het Openbaar Ministerie had geëist, onder meer omdat het erg lang heeft geduurd voordat de zaak op zitting kwam.

Vrijspraak
De notaris die meewerkte aan de dubieuze vastgoedtransactie wordt vrijgesproken. De rechtbank acht niet bewezen dat de notaris wist (of bewust de kans aanvaardde) dat er een stroman in het spel was en dat de transactie dus was bedoeld om de belasting te ontduiken.'



14 maart 2017
Arnhemmer veroordeeld voor mishandeling ex-vriendin en medecliënt zorginstelling

'De rechtbank veroordeelde een 21-jarige man uit Arnhem voor het mishandelen van zijn ex-vriendin. Daarnaast mishandelde de Arnhemmer een medecliënt van een zorginstelling waarin hij verbleef. Hij kreeg hiervoor een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.

De man heeft zijn medebewoner met een schroevendraaier in zijn rug gestoken waardoor het slachtoffer pijn en letsel opliep.

Geen noodweer
Door de verdediging is een beroep gedaan op noodweer of noodweerexces. De advocaat van de Arnhemmer heeft gesteld dat de man deze medebewoner uit levensdrang instinctief zou hebben gestoken.

Volgens de rechtbank is noodweer of noodweerexces niet aan de orde. Een getuige heeft gezien dat de man op de rug van de medebewoner zat toen hij hem met de schroevendraaier stak. De rechtbank is er niet van overtuigd dat de man niet op een andere manier had kunnen wegkomen van de mogelijke dreiging van de medebewoner. Daarom is een beroep op noodweer niet aan de orde. Nu er geen sprake was van noodweersituatie is er ook geen beroep op noodweerexces mogelijk.

Klinische behandeling
De rechtbank heeft het advies van de psycholoog en de reclassering opgevolgd en de Arnhemmer naast een gevangenisstraf een klinische behandeling opgelegd om te werken aan zijn problematiek.'



14 maart 2017
Man veroordeeld voor seks met minderjarige prostituee

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 43-jarige man uit Waalwijk veroordeeld voor betaalde seks met een minderjarige prostituee. De rechtbank legt hem een celstraf op van 1 dag en een maximale taakstraf van 240 uur.

De verdachte had in 2013 tegen betaling op 2 momenten seks met een destijds minderjarige prostituee. Er was onder meer sprake van het seksueel binnendringen van haar lichaam, waarbij de verdachte geen condoom gebruikte. Het meisje werkte destijds voor een man die hiervoor in juli 2015 is veroordeeld. In januari 2017 veroordeelde de rechtbank 4 mannen voor betaalde seks met hetzelfde meisje. De zaak tegen de Waalwijker is toen niet inhoudelijk behandeld.

De rechtbank weegt bij de strafoplegging van de man mee dat de hij heeft verklaard dat hij vond dat het meisje er jong uitzag. Om die reden vroeg hij de man voor wie het meisje werkte of ze 18 jaar was. Deze zou dat bevestigd hebben, maar de verdachte liet echter na dit te checken. Ondanks zijn indruk met een jong meisje te maken te hebben, heeft hij toch 2 keer seks met haar gehad. Daarmee heeft hij een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het meisje en haar lichamelijke integriteit aangetast. Ze verklaarde dat het voor haar ingrijpende gebeurtenissen zijn geweest.

De rechtbank houdt bij de strafoplegging er verder rekening mee dat het bewezenverklaarde meer dan drie jaar geleden is gebeurd. Sinds een paar jaar is bij het Openbaar Ministerie (OM) de opsporing en vervolging van ‘de klant’ een belangrijk speerpunt in de bestrijding van mensenhandel, in het bijzonder de bestrijding van kinder- en jeugdprostitutie. Dit heeft ervoor gezorgd dat er de afgelopen tijd diverse vergelijkbare strafzaken hun weg hebben gevonden naar verschillende rechtbanken. Deze zaken hebben veel mediabelangstelling gegenereerd. De rechtbank is van oordeel dat inmiddels ook bij het publiek duidelijk is geworden in welke kwetsbare positie deze minderjarigen zich bevinden en in welke schimmige wereld van veelal illegale prostitutie zij hun seksuele diensten aanbieden. De klant van ‘vandaag’ is daarnaast nog meer dan de klant ‘in vroeger tijden’ op de hoogte aan welke mogelijke strafrechtelijke consequenties hij zich blootstelt: haar minderjarige leeftijd is voor zijn risico en hij kan zich niet verschuilen achter het niet weten.

Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf doet dan recht aan de ernst van het delict. De feiten in deze zaak gebeurden meer dan drie jaar geleden in een tijd waarin het besef voor de consequenties bij het publiek en ook bij deze verdachte, minder prominent aanwezig was. De rechtbank legt nu 1 dag gevangenisstraf (en daarnaast de maximale werkstraf) op, ook omdat de kans op herhaling door de reclassering als laag wordt ingeschat en een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf nadelige gevolgen zal hebben voor het werk en gezin van de verdachte. Deze straf sluit aan bij vergelijkbare zaken waarover de rechtbank onlangs besliste. De man moet het meisje ook een schadevergoeding betalen van 866,64 euro.'



14 maart 2017
6 maanden celstraf voor vernieling en mishandeling in ziekenhuis Leyenburg

'De 32-jarige man die op 11 juni 2016 in het ziekenhuis Leyenburg in Den Haag opzettelijk brand heeft gesticht, een beveiliger heeft mishandeld en een kamer heeft vernield, krijgt van de rechtbank Den Haag een celstraf van 6 maanden.

Wat is er gebeurd in het ziekenhuis?
De man werd door een ambulance afgeleverd bij het Leyenburg Ziekenhuis te Den Haag, nadat hij in totaal verwarde toestand op straat was aangetroffen. Het medisch personeel heeft hem, toen hij rustig werd, daar onderzocht. Toen hij op een brancard van de ene afdeling naar de andere werd vervoerd, sprong hij opeens van de brancard af en rende een behandelkamer voor kinderen in. Voordat hij zichzelf daarin opsloot, heeft een beveiliger van het ziekenhuis, die verdachte wilde tegenhouden, de deur van die kamer tegen zijn hoofd gekregen. In die kamer zijn – nadat de man daar door een speciaal opgeroepen arrestatieteam van de politie Den Haag was aangehouden – ernstige vernielingen aangetroffen en bleek dat daar brand was gesticht.

Waarom deze straf?
Bij de straf heeft de rechtbank betrokken dat de man door drank- en drugsgebruik niet volledig toerekeningsvatbaar was, maar rekent hem wel aan dat hij zichzelf in die toestand heeft gebracht. Hij had cocaïne, amfetamine en alcohol door elkaar heen gebruikt, terwijl hij naar eigen zeggen die drugs nooit eerder had gebruikt.

Zelf heeft hij ook schade ondervonden van zijn onverantwoorde drugsgebruik; hij heeft hierna nog dagenlang in een coma gelegen, er is tijdelijk nierfalen geconstateerd en er is zelfs even aan levensgevaar gedacht. Op de strafzitting heeft hij verklaard dat hij ook zelf heel erg is geschrokken van wat er gebeurd is, en gezegd dat hij zich nooit meer met het gebruik van deze drugs zal wagen.

Deze straf is gelijk aan het voorarrest, dus de man hoeft niet terug de cel in.'



14 maart 2017
Zeer strenge eisen aan hulp bij zelfdoding door niet-arts

'Hulp bij zelfdoding en het toepassen van euthanasie is wettelijk uitsluitend voorbehouden aan artsen die zich houden aan de strikte zorgvuldigheidseisen die hiervoor gelden. Hulp bij zelfdoding en het toepassen van euthanasie door een niet-arts kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden straffeloos zijn. Een ander hof moet opnieuw onderzoeken of Heringa die zijn 99-jarige moeder hielp overlijden zich terecht op zo’n uitzonderlijke situatie beroept.

De 99-jarige moeder van Heringa verbleef in een verzorgingstehuis, leed aan hartfalen, had ernstige rugklachten en was nagenoeg blind. In juni 2008 heeft Heringa haar op haar uitdrukkelijke verzoek medicijnen verstrekt die zij heeft ingenomen, waarna ze is overleden. Heringa heeft het hele proces op video opgenomen, waaronder een gesprek waarin zijn moeder zei dat ze klaar was met het leven. De beeldopnamen zijn op 8 februari 2010 in de documentaire ‘De laatste wens van Moek. Een zelf geregisseerde dood’ uitgezonden in het programma Netwerk. Daarop is Heringa vervolgd wegens strafbare hulp bij zelfdoding. Heringa heeft zich in de strafzaak beroepen op noodtoestand, een vorm van overmacht. Een dergelijk beroep kan worden gedaan bij een conflict van plichten, waarbij een strafbaar feit wordt gepleegd en dus de plicht om de strafwet na te leven niet wordt opgevolgd om aan een moreel zwaarder wegende plicht voorrang te geven. Volgens Heringa was er voor hem zo’n noodtoestand, omdat de huisarts had geweigerd medewerking te verlenen aan euthanasie en hij zich moreel verplicht voelde zijn moeder te helpen bij het realiseren van de door haar uitdrukkelijk gewenste pijnloze, vredige en waardige dood. Als dit beroep op noodtoestand slaagt, is de hulp bij zelfdoding straffeloos.

De rechtbank achtte Heringa strafbaar omdat onvoldoende duidelijk was geworden dat geen andere arts gevonden kon worden om hulp aan zijn moeder te bieden. Het hof in Arnhem oordeelde anders. Het accepteerde dat er geen andere redelijke oplossing was voor Heringa en zijn moeder. Volgens het hof was het handelen van Heringa zorgvuldig en transparant en daarom niet strafbaar.

Het Openbaar Ministerie stelde tegen deze uitspraak cassatie in. Het Openbaar Ministerie vindt de eisen die het hof heeft gesteld aan het handelen van Heringa niet streng genoeg.

Volgens de Hoge Raad kan bij hulp bij zelfdoding door iemand die geen arts is een beroep op noodtoestand slechts bij hoge uitzondering worden geaccepteerd. Die terughoudendheid bij het aanvaarden van een beroep op noodtoestand is ook nodig in het licht van het maatschappelijke en politieke debat over levensbeëindiging op verzoek dat nu volop wordt gevoerd. De Hoge Raad oordeelt dat het hof het beroep van Heringa op zo’n uitzonderlijke noodtoestand hier veel te gemakkelijk heeft gehonoreerd.

Het hof Den Bosch moet opnieuw beoordelen of het handelen van Heringa strafbaar is.'



14 maart 2017
Dader steekpartij The Movies ontoerekeningsvatbaar

'De 25-jarige man die drie personen in de Amsterdamse bioscoop The Movies met een mes heeft gestoken, moet voor één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis worden behandeld. De rechtbank oordeelt dat de man ontoerekeningsvatbaar is.

Zichtbaar
De man heeft vorig jaar augustus drie personen voor de ingang van bioscoop The Movies gestoken en is met het mes zichtbaar in de hand de bioscoop binnengelopen. Daar was op dat moment een feest aan de gang. Binnen heeft hij een vierde persoon bedreigd.

Psychose
Deskundigen hebben vastgesteld dat de man op het moment van de steekpartij en bedreiging in een psychose verkeerde. Hij kan zich van de gebeurtenis niets herinneren. De deskundigen hebben daarom onvoldoende kunnen onderzoeken of hij geheel vanuit de psychose heeft gehandeld. De rechtbank vindt dat wel aannemelijk en acht hem daarom ontoerekeningsvatbaar. Volgens getuigen heeft de man zonder concrete aanleiding op de slachtoffers ingestoken, had hij een verwarde, verwilderde blik in zijn ogen, sprak geen woord tijdens en na de steekpartij, likte aan het bebloede mes en is na zijn daden niet weggevlucht.

Geen straf
De rechtbank acht drie pogingen tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewezen en daarnaast bedreiging met zware mishandeling. Er kan vanwege de ontoerekeningsvatbaarheid geen straf worden opgelegd. De rechtbank is wel van oordeel dat de man een gevaar vormt voor de algemene veiligheid van personen. Daarom is ter bescherming van de maatschappij een behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk.'



14 maart 2017
AIVD en MIVD mogen gegevens blijven uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten

'De Nederlandse inlichtingendiensten (AIVD en MIVD) mogen doorgaan met het uitwisselen van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten. Het gaat hierbij met name over inlichtingendiensten uit de VS en het Verenigd Koninkrijk. Dat heeft het gerechtshof Den Haag vandaag in hoger beroep bepaald.

De Algemene inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) mogen op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 gegevens uitwisselen met buitenlandse inlichtingendiensten. Dit betekent bijvoorbeeld dat de AIVD inlichtingen kan ontvangen die de Amerikaanse National Security Agency (NSA) heeft verzameld. Een aantal partijen is van mening dat na de ‘Snowden-onthullingen’ niet meer onverkort met deze uitwisseling kan worden doorgegaan. Zij hebben de Staat gedagvaard en eisen dat de rechter beperkingen stelt aan de uitwisseling van gegevens met buitenlandse inlichtingendiensten.

Eisers in deze zaak zijn onder meer belangenorganisaties die zich de persvrijheid en de privacy aantrekken, maar ook natuurlijke personen zoals een advocaat en een journalist. Deze eisers stellen zich op het standpunt dat uit de ‘Snowden-onthullingen’ blijkt dat de NSA bij het verzamelen van inlichtingen ongeoorloofde methoden hanteert. De NSA zou met het verzamelen van gegevens veel te ver gaan en de grondrechten van burgers schenden. Onder meer zou de NSA stelselmatig en ongericht zogenoemde kabelgebonden verkeersgegevens ‘in bulk’ verzamelen, wat in Nederland (momenteel) niet is toegestaan. Verkeergegevens (of ‘metadata’) zijn details over wie met wie op welk tijdstip en vanuit welke plaats langs elektronische weg heeft gecommuniceerd, maar niet de inhoud van deze communicatie. Hier kunnen ook gegevens tussen zitten van Nederlandse ingezetenen, die bijvoorbeeld gebruik maken van Facebook of Google.

De eisers willen dat de rechter de AIVD en de MIVD verbiedt dit soort gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten, zoals de NSA, te ontvangen. Op zijn minst zouden de AIVD en de MIVD, voordat zij dergelijke gegevens ontvangen, moeten verifiëren of deze niet op ongeoorloofde wijze zijn verkregen. Volgens de Staat is dat alleen al om die reden niet mogelijk, nu inlichtingendiensten elkaar geen inzage geven in de bij het verzamelen van inlichtingen gehanteerde methoden.

Het hof heeft de eis afgewezen, zoals eerder ook al de rechtbank had gedaan. Volgens het hof zijn er onvoldoende concrete aanwijzingen dat de NSA en de Britse geheime dienst de grondrechten schenden. De omstandigheid dat buitenlandse inlichtingendiensten soms meer bevoegdheden hebben dan de Nederlandse inlichtingendiensten, heeft niet tot gevolg dat de AIVD en de MIVD geen gegevens van deze buitenlandse inlichtingendiensten mogen ontvangen. Dat zou anders kunnen liggen indien de Nederlandse inlichtingendiensten bewust de eigen wettelijke beperkingen zouden omzeilen door te profiteren van de ruimere bevoegdheden van de buitenlandse inlichtingendiensten. Van dergelijk misbruik is het hof in dit geval echter niet gebleken.'



10 maart 2017
Geen straf voor onjuiste urenregistratie door politieman

'Rechtbank Limburg heeft vandaag geoordeeld dat een 57-jarige man uit Kerkrade schuldig is aan valsheid in geschifte, maar de rechtbank legt hem geen straf op. De rechtbank vindt dat de politieman door zijn ontslag al zwaar is gestraft.

Valsheid in geschrifte
De rechtbank oordeelt dat deze politieman in 2014 gewerkte uren – veelal in het weekend - onjuist heeft geregistreerd met als doel een hogere toelage voor onregelmatig werk. Daarmee heeft hij zich meerdere malen schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. Als gevolg daarvan is hij – ondanks vele dienstjaren - ontslagen. Uit het reclasseringsrapport blijkt dat het ontslag grote emotionele impact heeft.

Bij de behandeling van deze strafzaak bleek dat het voorkomt dat bij de politie wel vaker uren op andere tijdstippen worden geregistreerd, echter niet – zoals in dit geval – in afwijking van het werkelijke aantal gewerkte uren.

Wel schuldig, geen straf
De officier van justitie wilde dat de rechtbank een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf zou opleggen. De rechtbank vindt echter dat de politieman door zijn ontslag al zwaar is gestraft. Om die reden verklaart de rechtbank hem schuldig, maar legt zij geen straf op.'



9 maart 2017
Celstraf voor meerdere omvangrijke oplichtingen

'Een 59-jarige man uit Utrecht is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden. Ook moet hij nog 7 maanden gevangenisstraf uitzitten omdat hij tijdens zijn proeftijd opnieuw strafbare feiten heeft gepleegd. De man lichtte vorig jaar 6 personen en bedrijven op door zich voor te doen als een betrouwbare klant. Hij moet in totaal ruim 13.000 euro terugbetalen.

Oplichtingen
De man deed zich voor als eigenaar van een juridisch adviesbureau in Amersfoort en bestelde goederen en diensten uit naam van dat bedrijf. Hij boekte bijvoorbeeld vliegtickets via een zakelijk reisbureau, maar betaalde de tickets nooit. Ook bestelde hij voor de opening van het bedrijf onder andere flessen wijn en wijnglazen. De man gaf ook opdracht voor het maken en ontwerpen van een huisstijl en website. De verschuldigde bedragen werden niet betaald.

Financiële schade groot
De man heeft zich opnieuw schuldig gemaakt aan meerdere, omvangrijke oplichtingen. Hij heeft hierbij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zijn opdrachtnemers in hem hadden gesteld dat hij de rekeningen zou voldoen. Zulk vertrouwen is essentieel voor een goed verloop van het handelsverkeer. De financiële schade die hij heeft toegebracht is groot.

Geen behandeling
De rechtbank ziet geen aanleiding om een behandeling op te leggen. De man is beperkt bereid, en in staat gebleken, om mee te werken aan enige vorm van behandeling. Hij heeft een uit zijn stoornis voortkomende behoefte aan aandacht en bijzondere zorg. Door delicten te plegen en stoornissen voor te wenden krijgt de man deze aandacht en zorg. Een eventuele behandeling is dus niet recidivebeperkerkend. De rechtbank is dan ook van oordeel dat een gevangenisstraf passend en geboden is. De straf is lager dan de eis van de officier van justitie omdat de rechtbank de man van 4 verdenkingen vrijspreekt. '



9 maart 2017
Celstraf en 5 jaar rijontzegging voor veroorzaken dodelijk ongeval Berlicum

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 49-jarige Amsterdammer veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een rijontzegging van 5 jaar. De verdachte veroorzaakte in april 2016 een verkeersongeval in Berlicum waarbij een wielrenner zwaargewond raakte en later overleed.

De verdachte reed in de middag bij de Hooghei in Berlicum. Op enig moment raakte hij met zijn auto in een flauwe bocht op de verkeerde weghelft en reed tegen een tegemoetkomende wielrenner. Het slachtoffer raakte door de botsing in coma en overleed in oktober vorig jaar als gevolg van de aanrijding. De verdachte weigerde direct na het ongeval mee te werken aan een ademanalyse en bloedonderzoek. Er is volgens de rechtbank, anders dan de officier van justitie stelt, onvoldoende objectief bewijs dat de verdachte meer alcohol had gedronken dan maximaal was toegestaan. Wel oordeelt de rechtbank op basis van de processen-verbaal van 3 politieagenten dat de verdachte tijdens het incident onder invloed van alcohol verkeerde. Zo was hij onvast ter been, liep wankelend en rook hij naar alcohol. Gelet hierop en dat hij op de verkeerde weghelft zat, oordeelt de rechtbank dat er sprake is van zeer onoplettend en onvoorzichtig rijgedrag en dat het aan de verdachte te wijten is dat de botsing ontstond.

De rechtbank neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij weloverwogen en doelbewust weigerde mee te werken aan de ademanalyse. De man deelde de medewerkers van de crisisdienst namelijk mee dat hij bewust niet wilde meewerken, zodat er geen bewijs tegen hem zou zijn van het rijden onder invloed. Dit duidt op een berekenende houding. De verdachte bracht door zijn rijgedrag zeer ingrijpend en onherstelbaar leed toe aan de nabestaanden van het slachtoffer. De rechtbank weegt mee dat de verdachte onder meer een autistische en bipolaire stoornis heeft. Zijn stoornissen, alcoholgebruik en echtscheiding kunnen een ontwrichtende werking hebben en tot stress leiden waardoor gevaar is voor recidive. Dit risico kan worden beperkt wanneer de verdachte geholpen wordt bij het vinden van woonruimte en regelen van zijn financiën. De rechtbank legt de verdachte een deels voorwaardelijke celstraf en koppelt daaraan een aantal bijzondere voorwaarden. Zo moet hij zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering en moet hij meewerken aan een behandeling bij de GGZ.'



9 maart 2017
Tot ruim 5 jaar cel voor deelname aan criminele organisatie

'Vijf mannen tussen 27 en 66 jaar zijn door de rechtbank veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie en wapenhandel. De mannen kregen gevangenisstraffen opgelegd tot 5 jaar en 7 maanden.

Spoor startte bij liquidatie Staatsliedenbuurt
De politie kwam de groep op het spoor in het onderzoek naar de schietpartij in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt in december 2012. Hierbij werden twee personen op straat geliquideerd. DNA op wapens die in het huis van een van de verdachten werden gevonden, leidde naar de nu 39- en 61-jarige verdachten.

De 39-jarige bleek de leider van een criminele organisatie die, opererend in en vanuit Amsterdam, Gilze en Rijen en Turnhout in België, professioneel en goed georganiseerd te werk ging. In ieder geval gedurende het eerste kwartaal van 2015 hadden de mannen vrijwel dagelijks intensief contact met elkaar over de aanschaf en verkoop van wapens. Elk groepslid had daarbij een specifieke rol. Naast de leider, die coördinerend optrad en alle beslissingen nam, waren er nog een wapenleverancier, een inkoper, een chauffeur en een ondersteunend groepslid. Bij de aanhouding van twee van de mannen werden vele wapens aangetroffen, waaronder automatische geweren en handgranaten. Daarnaast trof de politie dozen vol munitie, tientallen geluidsdempers en een grote hoeveelheid harddrugs aan.

Strafoplegging
De leider van de organisatie kreeg van de rechter een gevangenisstraf van 5 jaar opgelegd. De 66-jarige wapenleverancier kreeg de maximaal mogelijke straf van 5 jaar en 7 maanden. De wapeninkoper en de vaste chauffeur van de groep moeten respectievelijk 4 jaar en 2 jaar (waarvan 6 maanden voorwaardelijk) de gevangenis in. Een 27-jarige Amsterdammer die ondersteunende werkzaamheden verrichtte kreeg een gevangenisstraf van 1 jaar, waarvan 317 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur.

Handel tijdens liquidatiegolf
Bij de strafoplegging heeft de rechter mee laten wegen dat in de periode dat de criminele organisatie actief was, Amsterdam werd geteisterd door een golf van liquidaties. Hierbij werden de slachtoffers meestal met vuurwapens in de openbare ruimte doodgeschoten. Hoewel niet is vastgesteld dat de door de mannen geleverde wapens bij liquidaties zijn gebruikt, neemt de rechtbank het de mannen kwalijk dat zij wapens de stad in brachten en daardoor op zijn minst hebben bijgedragen aan de beschikbaarheid van illegale wapens in een periode van liquidaties.'



9 maart 2017
Voormalig wethouder van gemeente Aalten en zijn bedrijf veroordeeld voor mestbassin zonder benodigde vergunning

'De rechtbank veroordeelde een voormalig wethouder van Aalten en zijn melkveehouderij (een maatschap) voor het in werking hebben van een mestbassin zonder de daarvoor benodigde omgevingsvergunning. De man zelf kreeg een voorwaardelijke geldboete van 1.500 euro en zijn melkveehouderij kreeg een onvoorwaardelijke geldboete van 3.000 euro.

Mest met kruiwagen
De man ging af op mededelingen van een ambtenaar bij de gemeente Aalten, maar deze ambtenaar was door hem niet volledig geïnformeerd. Bovendien mocht de wethouder ook niet afgaan op de mededelingen van deze ambtenaar, omdat deze niet de bevoegdheid had om te beslissen op een aanvraag van een omgevingsvergunning.

Voorbeeldfunctie
Tijdens de aanleg van het mestbassin was de man wethouder bij de gemeente Aalten. Hij had onder meer handhaving, milieu en omgevingsvergunningen in zijn portefeuille. De man had dus een voorbeeldfunctie. Bovendien was hij als bestuurder van een melkveehouderij verplicht zich op de hoogte te stellen van toepasselijke milieuwetgeving en de geldende vergunningsvoorschriften. Dit heeft hij onvoldoende gedaan.

Grote gevolgen
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf aan de ene kant rekening met zijn voorbeeldfunctie, maar aan de andere kant met het feit dat de gevolgen voor hem - zowel persoonlijk als in politiek opzicht - groot zijn geweest. Zo heeft hij, mede naar aanleiding van een gestart integriteitsonderzoek, zijn functie als wethouder neergelegd. De rechtbank ziet in dit alles aanleiding de door de officier van justitie geëiste geldboete van 1.500 euro geheel voorwaardelijk op te leggen.

Voordeel gehad van mestbassin
De melkveehouderij kreeg een onvoorwaardelijke geldboete van 3.000 euro opgelegd, zoals ook geëist werd door de officier van justitie. Het is niet duidelijk geworden of de nadelige gevolgen die het feit voor de man persoonlijk hebben gehad, ook van invloed zijn geweest op de melkveehouderij. Integendeel, van de aanleg van het mestbassin heeft de melkveehouderij voordeel gehad. '



9 maart 2017
18 jaar cel voor moord op ex-partner

'De man die vorig jaar februari in Amsterdam-Noord zijn ex-vrouw doodstak krijgt 18 jaar gevangenisstraf

Voorbedachte rade
De rechtbank acht bewezen dat de man met voorbedachte rade (moord) zijn ex-vrouw doodstak: dat blijkt onder meer uit de manier waarop de man de vrouw gericht heeft gezocht, haar plotseling op straat is aangevallen met een meegenomen mes en doorging met steken terwijl de vrouw al op de grond lag.

Enorme Impact
Een afschuwelijk moord, aldus de rechtbank, op klaarlichte dag gepleegd op zijn ex-partner en moeder van zijn kinderen, vlakbij de school waar de vrouw haar kinderen zou ophalen. De moord heeft enorme impact gehad op de nabestaanden, maar ook op anderen die in de buurt wonen of hiervan kennis hebben genomen via de media. Een verklaring is uitgebleven. Verdachte koos ervoor te ontkennen en niet uit te leggen wat er is gebeurd en waarom hij heeft gedaan wat hij heeft gedaan. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.'



8 maart 2017
Taakstraf en voorwaardelijke celstraf voor bezit en bewerken kinderporno

'Een 71-jarige man uit Woerden is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot 180 dagen gevangenisstraf, waarvan 177 dagen voorwaardelijk en de maximale taakstraf van 240 uur. De man had 785 kinderpornografische bestanden in zijn bezit, waaronder door hem met een fotoprogramma op zijn computer bewerkte foto’s.

Bevrediging van eigen behoefte
De man heeft sinds de doorzoeking in zijn woning openheid van zaken gegeven. Hij verklaart dat hij zich aangetrokken voelt tot jongens en dat hij in de jaren ’90 op internet heeft gezocht naar kinderporno. De aangetroffen bestanden had hij sindsdien in bezit. Er bestaan geen aanwijzingen dat hij de kinderporno heeft verspreid. De man hield de verzameling van afbeeldingen aan om in de bevrediging van zijn eigen behoefte kunnen voorzien. De rechtbank oordeelt dat hij hierdoor heeft bijgedragen aan het in stand houden van de productie van kinderporno.

Veroordeling in Cambodja
De verdachte heeft in Nederland een blanco strafblad, maar is in 2011 in Cambodja veroordeeld voor ontucht met een minderjarige. De man heeft de veroordeling consequent betwist. De officier van justitie vindt dat de veroordeling moet worden meegenomen in de strafoplegging. De rechtbank ziet in hetgeen verdachte heeft aangevoerd met betrekking tot de Cambodjaanse procedure aanleiding om deze veroordeling niet te betrekken bij de straftoemeting.

Strafmaat
De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf gekeken naar straffen in vergelijkbare zaken. Ook is gekeken naar de soort, en het aantal afbeeldingen. De deskundige concludeert dat de man een pedofiele stoornis heeft, maar dat hij zijn gevoelens kan sturen en beheersen. Door de hoge leeftijd van de man is de kans op herhaling klein, stelt de psycholoog. De rechtbank oordeelt dat het belangrijk is dat zijn behandeling wordt voortgezet en legt hem dat ook op. Ook legt de rechtbank een forse voorwaardelijke celstraf op als stok achter de deur, met een proeftijd van drie jaar.'



3 maart 2017
Werkstraf voor veroorzaken verkeersongeval Heteren

'De rechtbank veroordeelde een 42-jarige man uit Rheden voor het veroorzaken van een verkeersongeval in Heteren. De man kreeg een taakstraf van 160 uur en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 9 maanden opgelegd.

De man is bij het doorkomen van een bocht naar rechts op het niet voor hem bestemde weggedeelte terecht gekomen. Vervolgens heeft hij de daarop volgende bocht naar links afgesneden. Ter hoogte van deze bocht reed het slachtoffer de man tegemoet op haar fiets. De man uit Rheden heeft haar in het geheel niet gezien en is met haar in aanrijding gekomen. Het slachtoffer heeft hierbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen.

Hogere straf dan in vergelijkbare zaken
De rechtbank legde een geheel voorwaardelijke rijontzegging op voor 9 maanden. De reden hiervoor is dat de man kostwinner is van een gezin en hij zonder rijbewijs niet op zijn werk kan komen. Bij het bepalen van de hoogte van de werkstraf hield de rechtbank rekening met het feit dat geen onvoorwaardelijke rijontzegging werd opgelegd. Daarom legde de rechtbank een hogere werkstraf op dan in vergelijkbare zaken. De opgelegde straf komt overeen met de eis van de officier van justitie.'



3 maart 2017
5 jaar cel en tbs voor brute woningoverval in ’s-Hertogenbosch

'Een 26-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en tbs met dwangverpleging. Dat besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De man pleegde onder meer een woningoverval en gebruikte daarbij bruut geweld tegen de bewoonster.

De verdachte klom in mei 2016 een woning in 's-Hertogenbosch binnen via een openstaand raam op de eerste verdieping. Toen de bewoonster thuiskwam, wachtte hij haar op in haar slaapkamer. De vrouw kleedde zich op de overloop uit en ging haar slaapkamer binnen, waar de verdachte achter de deur stond en haar op haar achterhoofd sloeg. Vervolgens bond de verdachte met een riem de armen van het slachtoffer vast en duwde hij een prop kleding in haar mond. De verdachte sleepte de vrouw daarna aan haar haren mee naar beneden om geld uit haar portemonnee te halen. Ondertussen dreigde hij het slachtoffer te vermoorden als zij niet meewerkte. Hij sleepte de vrouw vervolgens weer aan haar haren de trap op naar haar slaapkamer, waar hij haar op bed duwde en haar enkels vastbond met een riem. Ook deed hij een kledingstuk om de hals van het slachtoffer met daar omheen een riem. De verdachte trok zo hard aan die riem dat de vrouw korte tijd geen lucht kreeg. Terwijl het slachtoffer gebonden op bed lag, doorzocht de verdachte de woning en kwam meerdere keren terug om de vrouw te bedreigen. Nadat hij zeker een half uur binnen was geweest, ging hij er vandoor met geld, een telefoon, sleutels, sieraden en een horloge.

Diefstallen, wapenbezit en belediging
De rechtbank veroordeelde de verdachte vandaag ook voor een aantal andere delicten die hij vorig jaar pleegde. In april haalde hij samen met anderen onder meer spelcomputers, een horloge, camera’s en geld weg uit een woning in Eindhoven. In januari maakte hij zich schuldig aan diefstal van een laptop, sleutelbos en een auto. Daarnaast had de verdachte een verboden nepvuurwapen in bezit en beledigde hij in februari een politieagent in Tilburg.

Bruut geweld
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij bij de woningoverval een kwetsbaar persoon als slachtoffer koos; een oudere vrouw die naakt in haar kamer werd overvallen. Het brute geweld dat hij hierbij gebruikte, laat zien dat hij er niet voor terugschrikt geweld tegen anderen te gebruiken. De man trok zich niets van het slachtoffer aan en wilde alleen snel geld hebben. De rechtbank betrekt hierbij ook dat - hoewel de officier van justitie dat niet ten laste heeft gelegd - het slachtoffer tijdens de woningoverval zeker een half uur van haar vrijheid is beroofd. Verder weegt mee dat de verdachte al meerdere keren is veroordeeld voor diefstal met geweld. Gezien dit alles zou een langere celstraf dan 5 jaar passend zijn. De rechtbank houdt er in strafverlagende zin echter rekening mee dat de man een antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft een daarom verminderd toerekeningsvatbaar is. Wel legt de rechtbank hem tbs met dwangverpleging op. Volgens de rechtbank is het vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord dat de verdachte na de celstraf onbehandeld terugkeert in de maatschappij. Ook moet de verdachte het slachtoffer van de woningoverval een schadevergoeding betalen van ruim 8.300 euro.

De verwijzing naar de uitspraak werkt zo spoedig mogelijk.'



3 maart 2017
Café-restaurant uit Nijmegen mag doorgaan met activiteiten

'De voorzieningenrechter bepaalde dat ‘Restaurant en Brouwerscafé De Hemel’ in Nijmegen voorlopig mag blijven doorgaan met al haar activiteiten.

De gemeente Nijmegen had op 25 januari 2017 – onder last van een dwangsom - een handhavingsbesluit tegen het café-restaurant genomen, omdat er activiteiten zouden plaatsvinden die in strijd zijn met het bestemmingsplan ‘Nijmegen Centrum-Binnenstad’. Zo zouden er in de horecagelegenheid onder andere regelmatig besloten feesten plaatvinden.

Schorsing handhavingsbesluit
De voorzieningenrechter schorste het handhavingsbesluit. Dit betekent dat het café-restaurant - tot 6 weken na bekendmaking van de beslissing van de gemeente op de door omwonenden ingediende bezwaren - mag doorgaan met al haar activiteiten.

De motivering van de uitspraak zal in de loop van volgende week aan partijen worden toegezonden en daarna via rechtspraak.nl bekend worden gemaakt.'



2 maart 2017
Maximale werkstraf voor bezit kinderporno

'De rechtbank veroordeelde een 49-jarige man uit Apeldoorn voor het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno. De man kreeg de maximale werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, met een proeftijd van 3 jaar.

Rechtbank Zutphen
De man had ruim 3000 foto’s en ruim 270 video’s in zijn bezit. Het grootste deel hiervan betrof virtuele kinderporno, waarbij geen sprake is van het daadwerkelijk misbruiken van kinderen.'



2 maart 2017
Weertenaar krijgt TBS voor moord op 73-jarige buurtgenoot

'De rechtbank Limburg heeft vandaag TBS met verpleging van overheidswege opgelegd aan een 51-jarige man uit Weert. Hij heeft in zijn woonplaats op 29 augustus 2016 zijn 73-jarige buurtgenoot met een mes om het leven gebracht. De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van moord.

Voorbedachte raad
De advocaat heeft bepleit dat verdachte zou hebben gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling waardoor er geen sprake is van moord, maar van doodslag. Volgens de raadsman werd verdachte gestuurd door wanen en hebben de gebeurtenissen zich in hele korte tijd afgespeeld. Daardoor was verdachte niet in staat om na te denken over wat hij ging doen en over de gevolgen daarvan.

De rechtbank is echter van oordeel dat verdachte heeft gehandeld met ‘voorbedachte raad’ en dat er dus sprake is van moord. De rechtbank leidt dat onder andere af uit de verklaringen van verdachte. De man heeft verteld dat hij oorspronkelijk van plan was om een andere buurman neer te steken. Toen deze de deur niet opendeed, is hij naar de woning van het slachtoffer gelopen. Op camerabeelden is vervolgens te zien dat hij het mes al in zijn hand heeft en houdt als hij naar de voordeur van het slachtoffer loopt. Nadat hij aanbelt en het slachtoffer ongeveer een minuut later de deur opent, steekt verdachte hem onmiddellijk neer.

Uit deze omstandigheden leidt de rechtbank af dat verdachte het bewuste en vooropgezette plan had om iemand neer te steken en dat hij dat plan gaandeweg heeft bijgesteld met betrekking tot het uiteindelijke slachtoffer. Ook is er voor verdachte tussen het aanbellen bij de eerste buurman en het steken met het mes voldoende tijd geweest om na te denken over zijn daad. Tot slot blijkt niet dat verdachte geen enkel inzicht in zijn handelen had omdat hij na zijn daad een automobiliste aanhield en haar vroeg een ambulance te bellen omdat hij iemand had neergestoken.

TBS met verpleging
Deskundigen hebben onderzoek gedaan naar de geestvermogens van verdachte en geadviseerd om hem volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Verdachte is ernstig ziek en heeft behandeling nodig in een kliniek met een hoog beveiligingsniveau. De rechtbank heeft dit advies overgenomen. Een verdachte die volledig ontoerekeningsvatbaar is, is niet strafbaar en kan geen straf opgelegd krijgen. Met de officier van justitie en de advocaat is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte TBS met verpleging van overheidswege moet worden opgelegd. De rechtbank heeft daarbij de ernst van het strafbare feit meegewogen - het gaat om moord op een geliefde buurtgenoot -, verdachte’s stoornis en het daarmee samenhangende risico op herhaling.'



2 maart 2017
Celstraf voor bedreiging met een vuurwapen in Utrecht

'Een 26-jarige man uit Bilthoven is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden voor een ernstige bedreiging en het voorhanden hebben van een wapen en munitie. De man bedreigde in mei 2016 in de Utrechtse wijk Overvecht zijn broer en daarbij zijn ook schoten gelost.

Grote onrust en angst in de wijk
De rechtbank neemt het de man in het bijzonder kwalijk dat de bedreiging aan de openbare weg voor een flatgebouw heeft plaatsgevonden. Dit is niet alleen een schokkende ervaring geweest voor het slachtoffer, maar hij heeft hiermee ook het gevoel van veiligheid in de samenleving aangetast. De schietpartij heeft bij de directe omwonenden tot grote onrust en angst geleid. De rechtbank acht een gevangenisstraf dan ook passend.

Geen poging doodslag
De man heeft grote risico’s genomen door, in een woonwijk en in de nabijheid van het slachtoffer, te schieten. Uit getuigenverklaringen en de verklaring van de verdachte blijkt dat hij niet gericht heeft geschoten. Hij schoot één keer naar de grond en tijdens het wegrennen loste hij een tweede en een derde schot. De rechtbank oordeelt dat de man niet de opzet had om zijn broer te doden en spreekt hem daarom vrij van poging tot doodslag.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl