Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - februari 2018:


28 februari 2017
Seks, maar geen ontucht: vrijspraak

'De rechtbank in Rotterdam heeft een medewerkster van zorgboerderij de Neshoeve vandaag vrijgesproken. Zij werd verdacht van ontucht met een van de cliënten, die daar ook medewerkster was. Het staat vast dat de cliënte en de medewerkster seks hebben gehad, samen met een medeverdachte (trioseks). De rechtbank is echter van oordeel dat er geen sprake is geweest van ontucht door de verdachte.

Geen misbruik van gezag
Er is sprake van ontucht wanneer een hulpverlener met opzet seksueel misbruik maakt van een cliënt(e) die aan zijn of haar zorg en hulp is toevertrouwd. In dit geval heeft de verdachte geen misbruik gemaakt van haar gezag als hulpverlener. De medewerkster en de cliënte waren goed met elkaar bevriend. Zij zagen elkaar zelfs als hartsvriendinnen.

Vrijwillig
Het staat vast dat de cliënte, de medewerkster en een medeverdachte trioseks hebben gehad. De cliënte heeft zich hiertegen niet verzet en de indruk kon bij de verdachte ontstaan dat de cliënte vrijwillig aan de seks deelnam. Er zijn ook geen aanwijzingen dat de verdachte het initiatief tot de seks heeft genomen. Het heeft er alle schijn van dat de verdachte de seksuele handelingen heeft verricht onder invloed van de medeverdachte met wie zij een relatie had. '



28 februari 2017
Bestuurders ROC Leiden niet aansprakelijk

'De bestuurders en toezichthouders van ROC Leiden kan geen ernstig verwijt gemaakt worden rondom de bouw van twee panden in Leiden. Dat heeft de rechtbank Midden-Nederland vandaag beslist in een civiele procedure die werd aangespannen door ROC Leiden.

Financiële problemen
ROC Leiden wilde een gedeelte van de twee gebouwen gebruiken voor eigen onderwijs. Een ander gedeelte wilde zij gaan verhuren, met name aan leerwerkbedrijven. De panden zijn omstreeks 2012 in gebruik genomen. Eind 2011 is ROC Leiden in financiële moeilijkheden geraakt. Door leningen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van in totaal 40 miljoen euro kon de onderwijsinstelling overeind blijven. De leningen zijn inmiddels omgezet in een subsidie. Daardoor is ROC Leiden nu weer financieel gezond.

Onderzoek
In opdracht van de minister heeft de Commissie Meurs in 2015 onderzoek gedaan naar de gang van zaken en de rol van bestuurders en toezichthouders. Die concludeerde dat er aanleiding was om te onderzoeken of de bestuurders aansprakelijk zijn voor onbehoorlijk bestuur. Volgens de commissie was er geen aanleiding voor onderzoek naar aansprakelijkheid van de toezichthouders. Hierna heeft ROC Leiden zowel de voormalige bestuurders als een aantal toezichthouders voor de rechter gedaagd.

Aansprakelijkheid
Voor aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders is vereist dat zij ernstig verwijtbaar hebben gehandeld. De beoordeling daarvan hangt af van alle omstandigheden van het geval. Volgens de rechtbank kan aan de bestuurders en toezichthouders geen ernstig verwijt worden gemaakt. Van belang daarbij is dat het bouwproject paste in de geest van die tijd, waarbij mbo-instellingen werden gestimuleerd tot concurrentie en tot het ontwikkelen van leerwerkparken. ROC Leiden heeft haar verwijten onvoldoende hard gemaakt. De rechtbank heeft ook haar verbazing uitgesproken over het feit dat ROC Leiden de toezichthouders heeft gedagvaard, ondanks de conclusie van de Commissie Meurs over hun rol.'



28 februari 2017
Hugo Klynstra krijgt achternaam De Bourbon de Parme en de titel 'prins'

'De toenmalig minister van Veiligheid en Justitie heeft het verzoek om de achternaam van Klynstra te wijzigen in De Bourbon de Parme terecht ingewilligd. Dat blijkt uit een uitspraak van vandaag (28 februari 2018) van de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dat betekent dat Klynstra de achternaam van zijn vader Carlos prins de Bourbon de Parme krijgt. Ook mag hij de titel 'prins' en het predicaat 'Koninklijke Hoogheid' voeren. Om de naamswijziging officieel door te voeren, is eerst nog wel een zogenoemd koninklijk besluit nodig.

Om twee redenen heeft Klynstra recht op de wijziging van zijn achternaam in De Bourbon de Parme en de bijbehorende titel en het bijbehorende predicaat.

Wijziging van de achternaam
In het Burgerlijk Wetboek staan de voorwaarden voor een wijziging van de achternaam. De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat de minister terecht heeft besloten dat Klynstra aan die voorwaarden voldoet. De rechtbank in Zutphen heeft in 1999 het vaderschap van Carlos prins de Bourbon de Parme 'gerechtelijk vastgesteld'. Dat hij het vaderschap niet heeft erkend, is niet van belang.

Titel en koninklijk predicaat
Uit het Nederlandse adelsrecht volgt dat wijziging van de achternaam automatisch tot gevolg heeft dat adeldom overgaat. Klynstra mag door de naamswijziging dan ook de titel 'prins' en het predicaat 'Koninklijke Hoogheid' voeren. Carlos prins de Bourbon de Parme is in 1996 ingelijfd in de Nederlandse adel. Hierbij zijn de prinselijke titel en het koninklijk predicaat toegekend aan hem en zijn mannelijke nakomelingen. Daardoor geldt het Nederlandse adelsrecht en gaan de titel en het predicaat met de naamswijziging automatisch over op Klynstra. Voor de Nederlandse Wet op de adeldom maakt de manier waarop het vaderschap van het kind is vast komen te staan niet uit, oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak.

Geen lid van het Koninklijk Huis De Bourbon de Parme
De naamswijziging heeft niet tot gevolg dat Klynstra nu ook lid wordt van het Koninklijk Huis De Bourbon de Parme. Dat is een privéaangelegenheid van het Huis zelf. En daar gaat het Nederlandse adelsrecht niet over.

Achtergrond
Hugo Klynstra is geboren in 1997. Hij is de buitenechtelijke zoon van Carlos prins de Bourbon de Parme. Bij zijn geboorte kreeg hij de achternaam van zijn moeder, Klynstra. Toen hij meerderjarig werd, verzocht hij de toenmalige minister van Veiligheid en Justitie om de naamswijziging. De minister willigde dat verzoek in 2015 in. De rechtbank Den Haag bepaalde in november 2016 dat de bezwaren van Carlos prins de Bourbon de Parme en het Koninklijk Huis De Bourbon de Parme tegen de naamswijziging niet konden slagen. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt dat oordeel van de rechtbank in de uitspraak van vandaag.'



27 februari 2017
Ook in hoger beroep gevangenisstraf voor gooien molotovcocktails tegen muur moskee in Enschede

'Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag twee mannen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan 10 voorwaardelijk en twee mannen tot een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 6 voorwaardelijk voor hun betrokkenheid bij het gooien van twee molotovcocktails tegen de moskee in Enschede in 2016. Het hof acht ook bewezen dat de mannen dit deden met een terroristisch oogmerk. Ze wilden het Islamitische deel van de bevolking bang maken en tegelijkertijd de gemeente ertoe bewegen geen asielzoekerscentrum te realiseren.

Vijfde verdachte
Er was nog een vijfde verdachte betrokken bij deze zaak. Die is veroordeeld door de rechtbank Overijssel en heeft geen hoger beroep ingesteld. In deze strafzaak stonden de overige vier verdachten terecht.

Terroristisch oogmerk; geen gevaar voor personen
Net als de rechtbank (ECLI:NL:RBOVE:2016:4134) acht het hof bewezen dat de vier verdachten zich hebben schuldig gemaakt aan een poging tot brandstichting en een brandstichting bij een moskee in Enschede met daarbij een terroristisch oogmerk. Anders dan de rechtbank achtte het hof echter niet bewezen dat er door het gooien van twee molotovcocktails gevaar voor personen in en buiten de moskee is ontstaan. Op het buitenterrein waren op dat moment geen personen aanwezig. Aan en op de moskee is geen brandschade vastgesteld. De ramen van de moskee waren bovendien beschermd met tralies met smeedijzeren sierwerk waardoor het onaannemelijk is, ook gelet op de afstand tot de plek van het gooien, de hoge muur en de omvang van de ramen, dat de molotovcocktails door een raam naar binnen zouden zijn gegaan om vervolgens in de moskee brand te veroorzaken. Het gevaar dat er was betreft gevaar voor goederen, in dit geval de buitenmuur van de moskee en het grasveld voor de moskee. Doordat het hof geen gevaar voor personen heeft bewezenverklaard zijn de opgelegde gevangenisstraffen lager dan door de rechtbank opgelegd. De rechtbank had de verdachten veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf waarvan een jaar voorwaardelijk.

Strafmaat
Bij het bepalen van de straf heeft het hof meegewogen dat deze feiten, in het bijzonder vanwege het doelwit van de actie en het terroristisch oogmerk, veel onrust hebben veroorzaakt. Met het gooien van de molotovcocktails naar de moskee hebben de verdachten de bedoeling gehad om de gemeente te dwingen af te zien van het realiseren van een asielzoekerscentrum en om de moslimgemeenschap angst aan te jagen. Aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf heeft het hof onder meer de voorwaarde verbonden dat de verdachten na afloop van hun gevangenisstraf tijdens een periode van drie jaren geen contact met elkaar mogen hebben.'



27 februari 2017
Ontslag van rechtsvervolging na poging doodslag; beroep op noodweer slaagt

'De rechtbank heeft een 57-jarige verdachte uit Purmerend ontslagen van rechtsvervolging. Hij werd verdacht van een poging doodslag. De verdachte zou op 5 augustus 2017 in Purmerend het slachtoffer met een stalen buis met een scherp uiteinde in de nek hebben gestoken of geslagen en daar is ook voldoende bewijs voor vindt de rechtbank. Maar nu de verdachte zélf met een vuurwapen werd bedreigd door het slachtoffer is sprake geweest van een noodweersituatie waarin hij zich moest verdedigen. Om die reden krijgt de verdachte geen straf.

Gang van zaken die nacht
De rechtbank is op basis van het bewijs uitgegaan van het volgende scenario. De verdachte is die nacht bij de woning geweest van zijn ex-partner maar is – toen er niet werd opengedaan – weer naar huis vertrokken. Vervolgens werd hij gebeld door het slachtoffer (de vriend van zijn ex-partner) die zei dat hij direct moest komen met onder meer de woorden "als je niet bij me komt kom ik bij jou en schiet ik je voor je kop". De verdachte heeft een kogelvrij vest aangetrokken omdat hij een vuurwapen verwachtte, heeft een stalen buis in zijn mouw gedaan en is teruggefietst naar de woning van zijn ex. Daar wachtte het slachtoffer hem op, trok een vuurwapen en richtte dat van dichtbij op hem. Diverse getuigen hebben de verdachte horen roepen: "Waarom richt je een wapen op mij?". De verdachte heeft geprobeerd het vuurwapen af te pakken, waardoor een worsteling ontstond. Hij heeft daarbij de stalen buis gebruikt en het slachtoffer verwond in de nek.

Geslaagd beroep op noodweer
De rechtbank moest de vraag beantwoorden of er sprake was van een noodweersituatie en zo ja, of de verdachte zich op gepaste wijze heeft verdedigd. Naar het oordeel van de rechtbank bevond de verdachte zich die nacht in een hoogst bedreigende situatie nu van dichtbij een vuurwapen op hem werd gericht. De verdachte werd geconfronteerd met een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding waartegen hij zich mocht verweren, zoals vereist voor noodweer. Had de verdachte ondanks die noodweersituatie een andere uitweg kunnen kiezen dan het slachtoffer te steken? De rechtbank vindt dat onder de gegeven omstandigheden - het slachtoffer stond dichtbij met een pistool dat elk moment zou kunnen afgaan - de verdachte geen andere keuze had dan zich verweren. Dat hij daarvoor de stalen buis heeft gebruikt en heeft gestoken vindt de rechtbank proportioneel. Het feit dat de verdachte is teruggefietst en daardoor mogelijk het conflict heeft opgezocht maakt de uitkomst niet anders.

Conclusie
Er is wél sprake van een strafbaar feit, namelijk poging doodslag, maar de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Dat betekent dat geen straf of maatregel volgt.

De vordering van de benadeelde partij wordt om die reden niet-ontvankelijk verklaard.

Voorarrest
De verdachte heeft geruime tijd in voorarrest gezeten terwijl hij uiteindelijk niet tot gevangenisstraf is veroordeeld. De voorlopige hechtenis is op 14 februari 2018, de dag na de terechtzitting, opgeheven.'



27 februari 2017
16 jaar cel voor fatale schietpartij Ten Katestraat

'Een 34-jarige man moet 16 jaar de gevangenis in voor zijn rol in een fatale schietpartij in de Ten Katestraat, op 11 november 2016. Ook moet hij alsnog ruim 3 jaar uitzitten van een eerder opgelegde straf. Bij de schietpartij kwam een 18-jarige omstander om het leven, twee andere mannen raakten gewond.

Ruzie in shisha-lounge
De verdachte stapte aan het eind van de middag gewapend met een pistool shisha-lounge Obba in de Ten Katestraat binnen. Dat wapen liet hij zien aan een van de twee eigenaren van de zaak, waarna hij weer naar buiten liep. De twee eigenaren, broers van elkaar, renden achter de verdachte aan. Op straat ontstond een worsteling tussen de twee broers en de verdachte. Hierbij trok de verdachte zijn wapen en vuurde meerdere kogels af in de richting van de wegrennende broers. Zij raakten beiden gewond aan hun armen. Eén van de kogels raakte een 18-jarige man, die verder niet bij de ruzie betrokken was. Hij overleed korte tijd later aan zijn verwondingen.

Veel mensen op straat
De schietpartij vond plaats op een druk moment: de marktkramen werden afgebouwd en vanwege Sint Maarten waren er veel kinderen op straat. De rechtbank rekent het de man dan ook zeer zwaar aan dat hij een 18-jarige onschuldige omstander van het leven heeft beroofd en dat hij bovendien het risico heeft genomen nog meer onschuldige slachtoffers te maken.

Al eerder veroordeeld voor doodslag
De man werd in 2008 ook al veroordeeld voor doodslag. Hij kreeg hiervoor een gevangenisstraf van 8 jaar opgelegd. Op het moment van de schietpartij in de Ten Katestraat was hij voorwaardelijk vrij. Daarom moet hij nu ook het restant van zijn straf uit 2008 uitzitten.

Geen TBS
De officier van justitie had tegen de man 14 jaar cel en TBS geëist. De rechter oordeelt dat er voor het opleggen van TBS te weinig grond is. De man weigert mee te werken aan psychologisch onderzoek. In 2007 is weliswaar geconstateerd dat de man zwakbegaafd is, maar deze informatie vindt de rechtbank van te lang geleden om op basis daarvan nu TBS op te kunnen leggen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat ook met het opleggen van een zeer lange gevangenisstraf wordt bereikt dat de samenleving langdurig tegen de man wordt beschermd. '



26 februari 2017
Veroordeling voor veroorzaken verkeersongeval A18 bij Wehl

'De rechtbank veroordeelt een 21-jarige man uit Hengelo voor het veroorzaken van een verkeersongeval op de A18 bij Wehl op 17 november 2016. Bij het ongeluk liepen een 83-jarige man en een 81-jarige vrouw zwaar lichamelijk letsel op. De man krijgt een taakstraf van 90 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden, waarvan 5 voorwaardelijk, opgelegd.

Zwaar lichamelijk letsel
De man uit Hengelo anticipeerde niet op de verkeerssituatie en weeromstandigheden waarin hij zich bevond. Hij heeft de voor hem rijdende auto niet opgemerkt en is met volle snelheid achter op de auto gebotst. Juist op een autosnelweg waarbij mensen met wisselende snelheden rijden is voortdurende alertheid vereist. Het leven van de man en vrouw in de andere auto is door het ongeval op dramatische wijze veranderd, als gevolg van de beperkingen die niet meer verdwijnen.

Strafbepaling
In het voordeel van de man weegt de rechtbank mee dat hij niet eerder voor verkeersdelicten met justitie in aanraking is gekomen. Ook is hij schuldbewust en realiseert hij zich - naar de indruk van de rechtbank - heel goed welke gevolgen zijn onvoorzichtig rijgedrag heeft gehad.

De rechtbank vindt – mede gelet op de gevolgen die het ongeval voor de slachtoffers heeft gehad - een taakstraf zoals door de officier van justitie geëist op zijn plaats. Daarnaast vindt de rechtbank een ontzegging van de rijbevoegdheid zonder meer passend, maar in dit geval legt zij het merendeel van deze bijkomende straf voorwaardelijk op. Niettemin vindt de rechtbank dat de man, ook al is het maar kort, aan den lijve moet ondervinden wat de waarde van een rijbewijs kan zijn. Het voorwaardelijk strafdeel heeft ook als doel dat de man zich bewust moet blijven van de verantwoordelijkheden die hij als verkeersdeelnemer heeft.'



26 februari 2017
Apeldoorner 4 jaar cel in voor witwassen en valsheid in geschrift

'De rechtbank veroordeelt een 48-jarige man uit Apeldoorn voor witwassen en valsheid in geschrift. Hij krijgt een celstraf van 4 jaar opgelegd.

De man maakte zich tussen 1 januari 2007 en 17 juni 2012 schuldig – al dan niet samen met een ander of anderen - aan het witwassen van bijna 5 miljoen euro. Van dit geldbedrag kon op basis van het dossier geen legale herkomst worden aangetoond. Ook gaf de man geen aannemelijke verklaring waar dit geld vandaan kwam. Volgens de rechtbank is sprake van contant geld met een criminele herkomst.

Valse facturen
De man liet door middel van valse facturen het contante geld in zijn bedrijf vloeien. Daarnaast loste hij giraal verstrekte geldleningen contant af en deed contante stortingen op zijn privé en bedrijfsbankrekening. Verder deed de man privé nog andere contante uitgaven, zo kocht hij bijvoorbeeld dure horloges en auto’s. Om voor de buitenwereld te verhullen hoeveel (crimineel) geld hij had, heeft de man, al dan niet met anderen, allerlei schijnconstructies - zoals het maken van valse facturen - opgezet. Hiermee maakte hij zich ook schuldig aan valsheid in geschrift. Daarnaast lag er een gaspistool met bijbehorende munitie in de woning van de man.

Andere straf
De officier van justitie eiste een celstraf van 6 jaar. De rechtbank komt tot een andere straf. Zij heeft een lagere straf als uitgangspunt genomen, namelijk 5 jaar gevangenisstraf. Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank in het voordeel van de man mee dat het om een oude zaak gaat. Daarnaast heeft de zaak (en daarmee de man in kwestie) veel media-aandacht gehad. Dit leidt tot strafvermindering.'



23 februari 2017
Tot 12 jaar cel voor meerdere gewapende overvallen

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 29-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar voor een overval op een supermarkt en een vakantiepark en een poging om een winkel te overvallen. Een 19-jarige Amsterdammer krijgt voor zijn aandeel bij de overval op de supermarkt en een overval op een snackbar 9 maanden jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen).

De 29-jarige verdachte zat in december 2016 in detentie, maar had in het kader van zijn resocialisatietraject enkele privileges zodat hij af en toe “naar buiten” mocht. Tijdens een van die verloven ging hij op Eerste Kerstdag samen met de Amsterdammer naar een supermarkt in Geleen en richtte een vuurwapen op in totaal 3 medewerkers. Hij laadde in het bijzijn van twee van die medewerkers zijn wapen door waardoor er een kogel op de grond viel en zei: “Zie je dat het een echte is, zie je dat ik geen grappen maak”. De Amsterdammer leidde in de tussentijd het overige winkelpersoneel af door onder meer te veinzen dat hij onwel werd. Bij de overval werd 57.832,50 euro buitgemaakt.
In januari 2017 overviel de verdachte samen met een ander een vakantiepark in Overloon. Beide verdachten waren gewapend met op vuurwapen gelijkende voorwerpen. Een aantal medewerkers en gasten van het vakantiepark werd daarmee bedreigd. Eén van de gasten in het park werd door een verdachte bovendien nog in het gezicht geslagen met het handvat van een wapen. Bij deze overval werd 200 euro en waardecheques van in totaal 550 euro buitgemaakt.
In diezelfde maand wilde de verdachte samen met een medeverdachte ook nog een overval plegen op een winkel in Someren. Daarbij werd een vuurwapen op het hoofd van een medewerker gezet. Bij dit incident zijn de verdachten er uiteindelijk zonder buit vandoor gegaan.
Bij zijn aanhouding in februari vorig jaar werd een revolver en munitie in zijn cel aangetroffen. In de kofferbak van zijn auto lag een machinegeweer met bijbehorende munitie.
De rechtbank veroordeelt de Amsterdammer – naast zijn aandeel in de overval op de supermarkt – ook voor een gewapende overval op een snackbar in november 2016 in zijn woonplaats. Die overval pleegde hij samen met een andere verdachte en bij die overval werden de twee medewerkers van de snackbar met een mes bedreigd.

Zware criminaliteit
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank gelet op de berekenende handelwijze van de 29-jarige verdachte, door de overvallen te plegen in de ochtend of juist tegen sluitingstijd. Op die tijdstippen is normaal gesproken niet veel publiek op de been. De 29-jarige verdachte verkende de locaties vooraf ook steeds. De verdachten maakten zich schuldig aan een zware vorm van criminaliteit, die niet alleen zeer bedreigend is en traumatiserend kan zijn voor de slachtoffers, maar ook onrust veroorzaakt in de samenleving. Daarnaast hebben ze locaties uitgezocht waar vaak jonge medewerkers werken.
De rechtbank weegt ook mee dat de eerdere opgelegde detentie en detentiefasering met op resocialisatie gerichte privileges de 29-jarige verdachte er niet van hebben weerhouden meerdere ernstige delicten te plegen. Daarom kan de rechtbank niet anders dan een lange celstraf opleggen. De 29-jarige verdachte moet de slachtoffers daarnaast een schadevergoeding betalen van in totaal 16.746,83 euro.

Laatste kans jonge verdachte
Bij de Amsterdammer is volgens een psycholoog en een psychiater sprake van een ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. De rechtbank neemt het advies van de deskundigen over om de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen en het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank volstaat met het opleggen van de voorwaarde dat de verdachte zich onder behandeling laat stellen van een forensische zorginstelling en zich onder meer laat behandelen voor zijn gokverslaving. Mocht hij niet verder meewerken aan de noodzakelijke en reeds ingezette behandeling, dan dient de voorwaardelijke PIJ-maatregel ertoe om te zorgen dat behandeling en onderzoek toch kunnen gebeuren, maar dan in een gedwongen kader. De rechtbank biedt de verdachte in feite een laatste kans op gedragsverbetering. Het is aan hem deze kans te grijpen.'



23 februari 2017
Gevangenisstraffen tot 15 jaar in martelzaak

'De rechtbank heeft vandaag uitspraak gedaan in de strafzaak over de marteling, verkrachting en afpersing van drie slachtoffers in de zomer van 2016. De rechtbank legt aan de twee hoofdverdachten, die bij alle drie de zaken betrokken waren, een gevangenisstraf op van 15 jaar. Een andere verdachte krijgt een gevangenisstraf van 6 jaar voor zijn betrokkenheid bij twee zaken.

Een verdachte die heeft meegedaan aan de mishandeling en seksuele vernedering van een slachtoffer en daarvan ook filmpjes heeft gemaakt, krijgt een gevangenisstraf van 35 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk.

Aan twee verdachten die een kleinere rol hebben gespeeld, worden taakstraffen opgelegd; één van hen krijgt daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Extreem geweldadig
De drie slachtoffers zijn niet alleen vernederd en gedurende langere tijd van hun vrijheid beroofd maar ook ernstig mishandeld en verkracht. Die mishandelingen bestonden onder andere uit waterboarding, slaan en schoppen. Ook werden er haren uitgetrokken en werden twee slachtoffers met een airsoftwapen beschoten en met een stroomstootwapen bewerkt. Mishandelingen die te bizar zijn om voor te stellen. Mede omdat dit zich allemaal heeft afgespeeld in een kring van vrienden en goede kennissen.

Motief onduidelijk
Het motief voor dit buitensporige geweld is nog steeds onduidelijk. Het lijkt er op, dat de verdachten elkaar hebben opgehitst. Bij twee van de slachtoffers speelde volgens de verdachten mee dat zij ‘pedo’s’ zouden zijn, die aan kinderen zouden hebben gezeten of kinderporno zouden hebben gehad. Beide slachtoffers werden met geweld gedwongen tot een ‘bekentenis’. Of daar verder bewijs voor was, deed kennelijk niet ter zake. Eén van de slachtoffers is ooit door de rechtbank vrijgesproken van ontucht. Kinderporno was er niet.

Het is volstrekt onaanvaardbaar dat de verdachten voor eigen rechter gingen spelen.'



19 februari 2017
Verkeersbesluit Heyendaalseweg Nijmegen onvoldoende gemotiveerd

'Het verkeersbesluit tot het instellen van een 30 kilometerzone op de Heyendaalseweg in Nijmegen is niet goed gemotiveerd. Ook is dit besluit niet zorgvuldig voorbereid. Dat oordeelt de rechtbank.

Het verkeersbesluit houdt verband met de bouw van een basisschool aan de Heyendaalseweg. Burgemeester en wethouders hebben in verband met de komst van de school een maximumsnelheid van 30 km per uur ingesteld op een gedeelte van de Heyendaalseweg. Ook zijn de fietsstroken op dat weggedeelte opgeheven. De bezwaren die tegen dat besluit zijn ingediend zijn door burgemeester en wethouders ongegrond verklaard. Tegen dit besluit is een groot aantal personen in beroep gegaan.

Niet-ontvankelijk
De rechtbank stelt vast dat niet alle eisers tegen het verkeersbesluit kunnen opkomen. Een aantal eisers heeft ten onrechte niet eerst een bezwaarschrift bij het college van burgemeester en wethouders ingediend, voordat ze beroep hebben ingesteld. Een aantal andere eisers hebben onvoldoende belang bij een procedure. Deze eisers hadden door burgemeester en wethouders niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.

Onvoldoende onderzoek verricht
Over het verkeersbesluit zelf stelt de rechtbank vast dat is gekozen voor een 30 kilometerzone over een gedeelte van de Heyendaalseweg, zonder extra maatregelen te treffen die ervoor zorgen dat de weg goed kan worden overgestoken. In een verkeersanalyse die in opdracht van de gemeente Nijmegen is uitgevoerd, was op de noodzaak van zulke maatregelen gewezen. De gemeente heeft niet goed uitgelegd waarom ze geen extra maatregelen treffen. Ook is volgens de rechtbank onvoldoende onderzoek verricht naar de bestaande en toekomstige verkeerssituatie. Onder meer is niet gekeken naar de verkeersintensiteit van het fietsverkeer op de Heyendaalseweg. Dit is met name van belang bij het besluit om de fietsstroken op te heffen. Ook is de gemeente met zijn besluit afgeweken van zijn eigen verkeersbeleid, zonder dit te motiveren. Inmiddels is een tweede verkeersbesluit met aanvullende maatregelen genomen. Uit dat besluit blijkt niet dat met deze maatregelen alsnog de verlaging van de maximumsnelheid en het opheffen van de fietsstroken is afgestemd op de verkeerssituatie

Beroepen gegrond
De rechtbank heeft de beroepen die ontvankelijk zijn gegrond verklaard. De gemeente zal een nieuw besluit op bezwaar moeten nemen. Zij mogen er van uit gaan dat geen bezwaar bestaat tegen het instellen van een 30 kilometerzone, maar moeten alsnog duidelijk maken dat het besluit om op het weggedeelte een 30 km/u zone in te stellen - en niet op een langer deel van de Heyendaalseweg - en het verwijderen van de fietsstroken voldoende is afgestemd op de verkeerssituatie ter plaatse. '



16 februari 2017
Automobilist vrijgesproken van veroorzaken dodelijk ongeval op kruising Veghel

'Een 41-jarige man uit Veghel is door de rechtbank Oost-Brabant vrijgesproken van het veroorzaken van een verkeersongeval met dodelijke afloop. De man veroorzaakte met zijn rijgedrag wel gevaar op de weg en krijgt daarvoor een geldboete van 500 euro.

De man reed in maart 2015 met zijn bestelbus een kruising in Veghel op en zag plots een andere auto aankomen. Ondanks krachtig remmen en wegsturen, kon hij een botsing niet voorkomen. De passagier van de andere auto overleed 11 dagen later in het ziekenhuis aan haar verwondingen.

Te hard gereden
Beide auto’s zijn voordat ze de kruising opreden een verkeerslicht gepasseerd. Het dossier bevat aanwijzingen dat het verkeerslicht van de verdachte op groen stond, maar dit kan niet met zekerheid worden vastgesteld. Wel stelt de rechtbank vast dat de man de kruising te hard opreed. Uit zijn eigen verklaring en de snelheidsbepaling van een deskundige van het NFI leidt de rechtbank af dat de man rond de 50 kilometer per uur zal hebben gereden waar maximaal 30 kilometer per uur is toegestaan. De rechtbank oordeelt – net als de officier van justitie – dat dit in juridische zin onvoldoende is om te spreken van schuld aan het veroorzaken van het ongeval. De rechtbank spreekt hem daarvan dan ook vrij. De man veroorzaakte met zijn rijgedrag wel gevaar op de weg en wordt dan ook veroordeeld voor een verkeersovertreding.

Grote impact
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke verkeersovertredingen worden opgelegd. De rechtbank wijkt hiervan in het voordeel van de man af omdat hij niet eerder met politie of justitie in aanraking is geweest en hij zocht na het ongeval meerdere keren contact met de slachtoffers en nabestaanden. Daarnaast hebben de gevolgen van het ongeval ook een zeer grote impact gehad op het leven van de man en zijn gezin. Tot slot weegt mee dat het lange tijd heeft geduurd voordat het Openbaar Ministerie de zaak voor de rechter heeft gebracht en de man al die tijd in onzekerheid zat over de strafrechtelijke gevolgen van het incident.'



16 februari 2017
Geldboete en ontzegging rijbevoegdheid voor veroorzaken dodelijk verkeersongeval Waddinxveen

'De rechtbank in Den Haag heeft vandaag een 22-jarige man uit Boskoop veroordeeld tot een geldboete van 1400 euro en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 6 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk (met een proeftijd van 2 jaar) voor het veroorzaken van een verkeersongeval. Hierbij kwam een 47-jarige motorrijder om het leven.

Verkeersfout
De man wordt kwalijk genomen dat hij onvoldoende aandacht had voor het tegemoet-komende verkeer en dat hij het slachtoffer geen voorrang verleende waardoor hij met hem in botsing kwam.

Achtergrond
Op 4 juni 2015 reed de toen 19-jarige man op het Noordeinde in Waddinxveen. Ter hoogte van het Lindelaantje sloeg hij linksaf. Hierbij liet hij de tegemoetkomende motorrijder niet voorgaan. Bij de daarop volgende aanrijding kwam de motorrijder om het leven.'



16 februari 2017
Vrijspraak van sexting om technische redenen

'De rechtbank spreekt een 60-jarige man uit Doetinchem om technische redenen vrij van sexting met een 14-jarig meisje.

Volgens de rechtbank staat vast dat het meisje een selfie met ontblote borsten heeft gestuurd via de chatfunctie van Facebook Messenger. Deze gedraging staat niet op de tenlastelegging en de rechtbank is gebonden aan de tenlastelegging. Wat wel op de tenlastelegging staat, namelijk het tonen door het meisje van haar blote borsten via de videofunctie van Facebook Messenger, kan niet worden bewezen. De man had er wel om gevraagd, maar het meisje weigerde dat te doen. Omdat dit feit niet bewezen kan worden, spreekt de rechtbank de man hiervan vrij. '



14 februari 2017
Succes Awards moet bijna 3 miljoen euro terugbetalen aan deelnemers

'De Stichting Nationale Business Succes Awards Instituut moet samen met TV Media Partners B.V. in totaal ongeveer 3 miljoen euro terugbetalen aan bedrijven die deelnamen aan wedstrijden voor succesvolle ondernemingen.

Dwaling
De Stichting benaderde actief bedrijven om aan de verkiezingen deel te nemen. Als zij in hun branche de hoofdprijs zouden winnen moesten ze een inleg van ongeveer 15.000 euro betalen. In ruil daarvoor zouden zij een mediapakket ter waarde van zo’n 80.000 euro krijgen.

De rechtbank Rotterdam is van oordeel dat de deelnemers een heel andere gang van zaken kregen voorgespiegeld dan in werkelijkheid het geval was. Zo werden er bedrijven winnaar in een andere (sub) branche dan waarvoor ze waren ingeschreven. In andere gevallen bleken bedrijven de enige deelnemer in die branche en werden automatisch winnaar.

Rambam
Deze dwaling werd aan het licht gebracht door undercover programma RamBam. Zij kregen een tip en schreven zich met een niet bestaand bedrijf in voor de Succes Awards. Vervolgens werden zij net als veel andere deelnemers winnaar in een van de vele branches.

In totaal moet de Stichting samen met TV Media Partners aan 182 deelnemers de inleg terugbetalen.'



14 februari 2017
30 jaar cel en tbs voor dubbele moord in hotel Rembrandt Arnhem

'De rechtbank veroordeelt een 48-jarige man uit Almere tot een gevangenisstraf van 30 jaar en een tbs-maatregel met dwangverpleging. Zij vindt bewezen dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan een dubbele moord.

Op 15 maart 2017 keerde de man niet terug naar de tbs-kliniek waar hij werd behandeld. Hij kampte al jaren met gewelddadige fantasieën. Tijdens de onttrekking besloot de man deze fantasieën in de praktijk te brengen. Op 23 maart 2017 bracht de man 2 slachtoffers door vele messteken om het leven. Hij koos daarbij voor hem gemakkelijke slachtoffers, namelijk de 2 andere aanwezigen in het verder verlaten hotel Rembrandt in Arnhem, waar hij verbleef. De rechtbank concludeert dat de slachtoffers zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevonden.

Strafbepaling
De rechtbank komt tot moord omdat zij bewezen vindt dat de man met voorbedachte raad de beide slachtoffers heeft gedood. Op moord staat een strafmaximum van 30 jaar of levenslang. De rechtbank vindt dat het gaat om zulke ernstige feiten dat – ondanks de problematiek van de man – uit oogpunt van vergelding een zeer lange gevangenisstraf op zijn plaats is. Het planmatige karakter van de feiten, de berekenende houding van de man en de omstandigheid dat hij de moorden tijdens een onttrekking aan zijn tbs-maatregel pleegde, maakt dat de rechtbank een kortere gevangenisstraf dan 30 jaar niet aan de orde vindt.

Samenleving beschermen
Daarnaast legt de rechtbank een tbs-maatregel met dwangverpleging op. Het gevaar voor de samenleving kan het beste worden ingeperkt met een lange gevangenisstraf in combinatie met een nieuwe tbs-maatregel.'



14 februari 2017
Geurverwijderingsrendement van 90 procent blijft in stand

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg heeft vandaag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk kort geding die veevoederfabriek De Heus B.V. te Maasbracht had aangespannen tegen een door het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg verleende omgevingsvergunning.

De Heus heeft een verzoek om voorlopige voorziening ingediend omdat een aan die vergunning verbonden voorschrift volgens de ondernemer te streng is. De zogeheten Aerox-installatie die de geuremissie van het bedrijf moet reduceren, moet volgens dat voorschrift een geurverwijderingsrendement hebben van 90 procent, terwijl de fabrieksgarantie 80 procent bedraagt.

Oordeel van de rechter
De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit verrichte onderzoeken blijkt dat die 90 procent haalbaar is, als en zolang de Aerox-installatie volledig en optimaal functioneert, en dat is de bedoeling van het voorschrift en ook in het belang van de ondernemer. Bovendien zal bij eventuele handhaving naar aanleiding van geurklachten het onderzoek primair gericht zijn op de gestelde en niet aangevochten geurnorm en niet op het geurverwijderingsrendement van de Aerox-installatie.

Het verzoek om het voorschrift over het geurverwijderingsrendement te schorsen is daarom afgewezen.'



14 februari 2017
Telegraafartikelen over ‘postbode van de penoze’ onrechtmatig

'Een serie artikelen van misdaadjournalist John van den Heuvel in De Telegraaf en Metro waarin strafrechtadvocaat Stijn Franken onder meer ‘postbode van de penoze’ werd genoemd, is onjuist en misleidend. Uitgever TMG moet in beide kranten een rectificatie plaatsen. Ook moeten TMG en Van den Heuvel de advocaat ten minste 10.000 euro schadevergoeding betalen.

‘Boodschappenjongen voor Holleeder’
Franken werd er op 22 en 23 februari 2017 in de twee dagbladen van beschuldigd dat hij voor zijn toenmalige cliënt Willem Holleeder brieven de gevangenis zou hebben binnengesmokkeld. Daarbij werd bovendien de suggestie gewekt dat Holleeder op die manier mensen buiten de gevangenis had kunnen bedreigen. Justitie zou woest zijn op de advocaat, zo schreven de kranten.

Onvoldoende wederhoor
Via Franken zijn inderdaad enkele brieven van een vriendin van Holleeder in de gevangenis terechtgekomen. Deze brieven waren echter door een vergissing op het kantoor van Franken tussen de stukken van de advocaat beland. Franken had dit zelf al begin 2016 gemeld bij de Orde van Advocaten. In het onderzoek dat daarop volgde, bleek dat er inderdaad van opzettelijk binnensmokkelen geen sprake was. Dit onderzoek kwam echter pas na de publicaties in De Telegraaf en Metro aan het licht. De rechter concludeert dat dit komt doordat Van den Heuvel onvoldoende wederhoor heeft gepleegd. In plaats van de beschuldiging voorafgaand aan de publicatie uitgebreid aan Franken voor te leggen, handelde Van den Heuvel de wederhoor slechts af als een formaliteit, in een telefoongesprek van hoogstens twee minuten.

Onvoldoende bewijs
Daar komt nog bij dat de journalist onvoldoende bewijs had om zijn beschuldiging hard te maken. Dat brieven via Franken bij Holleeder terecht waren gekomen stond in een proces-verbaal dat deel uitmaakte van het onderzoek van de Landelijke Recherche naar Holleeder. Deze stelling werd daarin echter verder niet onderbouwd. Gezien de ernst van de beschuldiging had Van den Heuvel meer bewijs moeten verzamelen voordat hij zijn artikelen publiceerde. Ook voor de stellingen dat er in de brieven geheime boodschappen stonden en dat Franken behulpzaam is geweest bij het naar buiten brengen van bedreigingen, hebben TMG en Van den Heuvel geen bewijzen kunnen aanleveren.

Rectificatie en schadevergoeding
TMG moet op de voorpagina’s en de websites van De Telegraaf en Metro een rectificatie plaatsen waarin wordt aangegeven dat de kranten de advocaat ten onrechte hebben beschuldigd. Bovendien moeten TMG en Van den Heuvel Franken 10.000 euro immateriële schadevergoeding betalen. Ook zal de materiële schade van Franken moeten worden vergoed. De hoogte hiervan wordt in een latere procedure vastgesteld.'



14 februari 2017
Voormalig penningmeester veroordeeld voor seksueel misbruik en geweld en het verduisteren van geld

'De rechtbank Den Haag heeft vandaag een voormalig penningmeester van de Kerkenraad van de Christelijke Gereformeerde Kerk Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Hij had seks tegen betaling met twee minderjarige meisjes, mishandelde twee vrouwen, pleegde valsheid in geschrifte en verduisterde grote geldbedragen van de kerk. Verder moet de 46-jarige man, om de kans op herhaling te beperken, zich verplicht laten behandelen voor de bij hem vastgestelde stoornissen en moet hij zijn slachtoffers schadevergoeding betalen.

Verduistering en zedenmisdrijven
Als penningmeester stal hij ruim negen jaar lang in totaal zeker 400.000 euro door valse rekeningoverzichten op te maken. Het geld bestond voor een groot deel uit donaties van particulieren aan de kerk. Hiermee betaalde hij onder andere voor seks met twee meisjes waarvan hij wist dat ze minderjarig waren. Ook mishandelde hij twee vrouwen met wie hij een sm-relatie had. Hij heeft de grenzen van toelaatbaar geweld binnen een sm-relatie in ernstige mate en in één geval ook gedurende langere tijd overschreden.

Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt het gedrag van de veroordeelde zeer verwerpelijk. Met het plegen van de zeden- en geweldsfeiten maakte de veroordeelde op grove wijze inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn slachtoffers. Ook heeft hij gedurende een zeer lange periode ernstig misbruik gemaakt van zijn functie en het in hem gestelde vertrouwen.'



9 februari 2017
Oud-rechter Irak veroordeeld om valse arrestatiebevelen in familieruzie

'De rechtbank Den Haag heeft vandaag een oud-rechter van het Hoge Iraakse Strafhof veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5,5 jaar. In die functie misbruikte de 70-jarige man zijn macht door valse arrestatiebevelen te laten opmaken tegen zijn voormalige schoonzoon en diens broer. Zij werden daarin beschuldigd van zeer ernstige misdrijven die zij in Irak zouden hebben gepleegd tijdens het regime van Saddam Hoessein.

Dwingen
Met de valse arrestatiebevelen wilde hij zijn schoonzoon dwingen tot een scheidingsregeling en betaling van een geldbedrag. De schoonzoon is daardoor ook in Nederland aangehouden geweest. Zijn broer zat korte tijd vast in Irak.

Gevangenneming
De man moet zijn gewezen schoonzoon een schadevergoeding betalen.Verder heeft de rechtbank zijn gevangenneming bevolen om te voorkomen dat hij naar Irak vlucht.'



9 februari 2017
5 jaar gevangenisstraf voor dodelijk steekincident Marknesse

'Een 28-jarige vrouw die vorig jaar in Marknesse na een verjaardagsfeest haar partner doodstak is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf.

Alcohol
Tijdens het feest werd zowel door de verdachte als het slachtoffer een aanzienlijke hoeveelheid alcohol gedronken. Aan het einde van de avond kreeg het stel ruzie, waarbij geweld gebruikt werd tegen de vrouw. Zij heeft toen een mes gepakt en haar partner eenmaal in zijn lies gestoken. Hij is door verbloeding overleden.

Noodweer
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van noodweer. De vrouw verklaarde op zitting dat zij de bewuste avond geslagen werd en aan haar haren werd getrokken en dat zij zich met het mes mocht verdedigen. De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich mocht verdedigen, maar niet op deze manier.

Strafmaat
De rechtbank wijkt af van de eis van de officier van justitie. Bij het bepalen van de straf is meegewogen dat de vrouw een blanco strafblad heeft. Ook weegt de rechtbank mee dat zij moet leven met het feit dat zij verantwoordelijk is voor de dood van haar partner met wie zij toekomstplannen had.'



9 februari 2017
Man krijgt cel voor bedreigen neef met vuurwapen

'Een 26-jarige man uit Vinkel is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 186 dagen. Hij bedreigde zijn neef met een vuurwapen. Het beroep van de verdediging op – onder meer – schending van het recht op een eerlijk proces is verworpen.

De verdachte zocht in april vorig jaar in ’s-Hertogenbosch de confrontatie met zijn neef. Hij hield op enig moment een doorgeladen vuurwapen in de richting van zijn neef en dreigde daarmee te schieten. De rechtbank oordeelt net als de officier van justitie dat er geen bewijs is dat de verdachte ook daadwerkelijk heeft geschoten, wat de neef wel had verklaard. Wel wordt hij veroordeeld voor bedreiging en bezit van een verboden vuurwapen en munitie.

DNA-onderzoek
De verdediging had aangevoerd dat de verdachte niet meer vervolgd mocht worden, omdat zijn recht op een eerlijk proces zou zijn geschonden door het handelen van de officier van justitie. Zij had een bevel van de rechter-commissaris om de auto van de verdachte te onderzoeken op DNA niet uitgevoerd en volgens de verdediging had zij de rechter-commissaris verkeerd voorgelicht over de (on)mogelijkheid om dat onderzoek uit te voeren. Na een getuigenverhoor van de rechter-commissaris is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de officier van justitie de rechter-commissaris inderdaad niet op alle relevante onderdelen volledig heeft voorgelicht. Met name is de rechter-commissaris niet meegedeeld dat DNA-onderzoek wel mogelijk zou zijn, maar hooguit DNA-mengprofielen zou kunnen opleveren. De rechtbank heeft beslist dat hoewel de verdediging hierdoor in haar belangen is geschaad, dit niet leidt tot niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie. De officier heeft niet moedwillig een bevel genegeerd, maar gemeend dat daaraan geen uitvoering kon worden gegeven. Ook had de verdediging zelf een verzoek kunnen doen aan de rechter-commissaris om alsnog een DNA-onderzoek uit te voeren. De verdediging is dus niet op een onoverbrugbare achterstand gezet door de fout van de officier van justitie. Dit betekent dat de verdachte kan worden vervolgd.

Grote indruk
De bedreiging heeft grote indruk gemaakt op het slachtoffer. Slachtoffers van dergelijke ernstige feiten ondervinden daar vaak nog jarenlang last van en de herinnering eraan hindert hen in hun dagelijks bestaan. Bovendien had de verdachte een verboden vuurwapen en munitie in bezit. Volgens de rechtbank moet streng worden opgetreden tegen het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen. De rechtbank acht uit het oogpunt van vergelding een celstraf van 186 dagen op zijn plaats. Daarnaast legt de rechtbank de verdachte een contactverbod van 12 maanden op met zijn neef.'



9 februari 2017
Kassamedewerkster veroordeeld voor verduistering tienduizenden euro’s van supermarkt

'Een 30-jarige vrouw uit ’s-Hertogenbosch is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld tot een maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden. Ook moet ze het geld dat ze verduisterde terugbetalen aan haar voormalig werkgever.

De vrouw werkte bij een supermarkt in 's-Hertogenbosch en was vanwege haar functie als kassamedewerkster bevoegd de kluis te openen en de kassa op te maken. Van die bevoegdheid maakte ze tussen januari 2012 en juni 2015 misbruik door veelvuldig geld uit de kluis te halen. Ze maakte in ieder geval 54.850 euro buit.

De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de lange periode waarbinnen de verduisteringen plaatsvonden en met de hoogte van het totaal weggenomen bedrag. Het handelen van de verdachte veroorzaakte grote financiële schade. De eigenaar van de supermarkt moest 4 medewerkers ontslaan om te voorkomen dat het bedrijf door de verduistering failliet zou gaan. De vrouw handelde uit puur winstbejag en hield daarbij geen rekening met de belangen van haar werkgever. Ze beschaamde op grove wijze en gedurende lange tijd het vertrouwen van haar werkgever en haar collega's.

De vrouw betuigde tijdens de zitting spijt en gaf aan de (financiële) consequenties van haar gedrag te aanvaarden. In dat licht valt het de rechtbank tegen dat zij nooit zelf naar haar voormalige werkgever is gestapt om de verduisteringen op te biechten en te proberen tot een regeling te komen. Verder weegt mee dat de vrouw de schade tot 54.850 euro moet vergoeden en zij in het kader van de nog aanhangige ontnemingsprocedure mogelijk veroordeeld zal worden tot betaling van een nog groter bedrag.'



9 februari 2017
Taxichauffeur veroordeeld voor veroorzaken dodelijk verkeersongeval Nijmegen

'De rechtbank veroordeelt een 30-jarige man uit Nijmegen voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval in zijn woonplaats. Hij krijgt een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Als bijkomende straf legt de rechtbank een rijontzegging van 3 jaar op, waarvan 2 jaar voorwaardelijk.

Op 22 januari 2017 vond op de Graafseweg ter hoogte van de verbindingsweg in Nijmegen een aanrijding plaats tussen een personenauto en een fietser. Op de fiets zat een 31-jarige vrouw. De vrouw is door die aanrijding overleden.

Zeer onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam gereden
De rechtbank stelt vast dat de man te hard reed. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de man een Whatsapp-bericht verstuurde vlak voor de aanrijding. De man verklaarde dat hij op een gegeven moment iets in zijn linkerooghoek zag, maar dat hij niet wist wat. De rechtbank vindt dat de man niet of in onvoldoende mate heeft gelet of is blijven letten op de weg voor hem. Op alle verkeersdeelnemers rust een zorgplicht ten opzichte van andere verkeersdeelnemers. Voor een taxichauffeur geldt als beroepsbeoefenaar zelfs een verhoogde zorgplicht. De man heeft zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de veiligheid van zijn medeweggebruikers grof verwaarloosd. De rechtbank verwijt de man dan ook dat hij door zijn gedragingen zeer onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam heeft gereden.

Stok achter de deur
De rechtbank vindt een lange voorwaardelijke straf belangrijk als stok achter de deur voor de man om nooit meer tijdens het besturen van een motorrijtuig een mobiele telefoon te bedienen. De rechtbank houdt bij deze strafoplegging rekening met het feit dat de man geen relevant strafblad heeft en dat hij als gevolg van het ongeval zijn beroep van taxichauffeur niet meer kan uitoefenen.

De volledige uitspraak wordt binnenkort gepubliceerd.'



9 februari 2017
Boxmeer mag juriste toegang tot gemeentehuis niet weigeren

'De gemeente Boxmeer mag een juriste de toegang tot het gemeentehuis niet weigeren. Zij moet gewoon weer haar werk kunnen doen. Bovendien moet de vrouw de door haar geleden schade vergoed krijgen. Dit bepaalde de rechtbank Oost-Brabant.

De vrouw staat al enige jaren een cliënt bij die regelmatig contact heeft met de gemeente Boxmeer over uiteenlopende klachten. In november 2016 was er in het gemeentehuis een ambtelijke hoorzitting waarbij bezwaren van haar cliënt werden behandeld. Tijdens de hoorzitting ontstond een discussie tussen de voorzitter, een ambtenaar van de gemeente, en de juriste over de wijze van ambtelijk horen door de gemeente. De juriste noemde de ambtenaar daarbij 2 keer “pias”.

De gemeente deelde de juriste diezelfde dag via een brief mee dat zij met haar uitspraak de norm had overschreden en de integriteit van de voorzitter heeft aangetast. De gemeente eiste dat de juriste haar uitspraak zou terugnemen en excuses zou aanbieden en een verklaring zou ondertekenen om de verdere dienstverlening aan haar en haar cliënt te waarborgen. Dit deed zij niet. Toen de juriste voor een andere zaak in het gemeentehuis was, werd zij op de brief aangesproken door een medewerker van de gemeente. De juriste weigerde aan de eisen te voldoen en moest vervolgens het gemeentehuis verlaten. Diezelfde dag stuurde de gemeente haar een brief waarin stond dat zij voor onbepaalde tijd niet meer welkom was in het gemeentehuis en dat de dienstverlening voor onbepaalde tijd aan haar werd opgeschort. De juriste sommeerde de gemeente de maatregelen per direct op te heffen en opgeheven te houden.

In december 2016 vond een gesprek plaats tussen haar en de gemeente. De juriste verklaarde bereid te zijn haar excuses te maken, maar dan alleen als de genomen maatregelen per direct zouden worden ingetrokken en dat zij financieel gecompenseerd zou worden voor geleden schade. Een week na dit gesprek besloot het college van burgemeester en wethouders van de gemeente de maatregelen niet in te trekken. De juriste verzocht de rechtbank vervolgens een voorlopige voorziening te treffen. Op 5 april 2017 werden de opgelegde maatregelen door de rechter in afwachting van de huidige zaak opgeschort.

Standpunten
De juriste vindt dat zij onrechtmatig is behandeld en zij wil dat de gemeente de maatregelen opheft en opgeheven houdt en haar een schadevergoeding betaalt. De gemeente betwist dat zij onrechtmatig handelde. Zij stelt dat zij het woord “pias” hoog heeft opgenomen, omdat de vrouw een professionele rechtshulpverlener is. Ook stelt de gemeente al jarenlang alles in het werk om de verhoudingen met de cliënt van de vrouw te normaliseren. De gemeente vindt dat het woord “pias” in dit geval een negatieve betekenis had. Volgens de gemeente zijn de opgelegde maatregelen tegen die achtergrond in lijn met het agressieprotocol dat door de burgemeester en wethouders van de gemeente is vastgesteld.

Oordeel
Het college van de gemeente heeft een agressieprotocol vastgesteld en de gemeente is uit een oogpunt van rechtszekerheid verplicht om hiernaar te handelen. De rechtbank moet daarom de vraag beantwoorden of het opleggen van de maatregelen in overeenstemming is met dit protocol. Volgens de rechtbank kan het uitmaken van een ambtenaar voor “pias” door de juriste inderdaad worden aangemerkt als normoverschrijdend gedrag zoals in het protocol is vastgelegd. In het agressieprotocol is echter ook een escalatiemodel beschreven dat moet worden gevolgd bij een dergelijke overschrijding. De rechtbank oordeelt dat de gemeente zich niet aan het escalatiemodel heeft gehouden. Er is niet eerst een ordegesprek geweest waarin de toegangsbeperking met licht regime is opgelegd. De gemeente heeft in dit geval direct zware maatregelen opgelegd door de juriste voor onbepaalde tijd de toegang tot het gemeentehuis te ontzeggen en de dienstverlening voor onbepaalde tijd aan haar op te schorten. Die maatregelen zijn in strijd met het agressieprotocol. Bovendien zijn deze maatregelen volgens de rechtbank onevenredig zwaar in verhouding tot de ernst van het normoverschrijdende gedrag. Dit betekent dat de gemeente de maatregelen moet opheffen en opgeheven moet houden en dat zij aansprakelijk is voor de geleden schade. Hoe hoog de schade is, zal in het vervolg van deze procedure moeten worden vastgesteld. De juriste krijgt nu de kans haar vermeende schade (bestaande uit juridische kosten, imagoschade en omzetderving) bij de rechtbank te onderbouwen, waarna de schade zal worden begroot door de rechtbank. Hierbij zal in ieder geval rekening worden gehouden met de omstandigheid dat de gemeente in een aantal zaken voor ontheffing van de maatregelen heeft gezorgd, zodat de juriste haar cliënten heeft kunnen bijstaan, en dat de maatregelen voor een bepaalde periode zijn opgeschort. '



8 februari 2017
Man uit Apeldoorn veroordeeld voor drugs in kelderbox Apeldoorn

'De rechtbank heeft een 23-jarige man uit Apeldoorn veroordeeld voor het samen met anderen aanwezig hebben van drugs. De man krijgt hiervoor een celstraf van 141 dagen.

De drugs lagen in een kelderbox in Apeldoorn die de man in zijn gebruik had. De man zei dat hij niet wist dat de drugs daar lagen en dat ze vlak voor het aantreffen door iemand anders waren neergelegd. De rechtbank vindt dat er wel bewijs was voor het feit dat de man wist dat er drugs lagen. Zo had de man toegang tot de kelderbox en kwam hij er regelmatig. Behalve de drugs lagen er verspreid door de kelderbox ook spullen die gebruikt worden om drugs te bereiden voor verkoop. Het zag er niet naar uit dat die spullen er pas waren neergelegd. De rechtbank vindt de verklaring van de man hierover dan ook niet aannemelijk.

Bepaling straf
De opgelegde straf is gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten. De hoogte van de straf is bepaald aan de hand van de hoeveelheid drugs en de landelijke oriëntatiepunten die hiervoor zijn opgesteld.

Vrijspraak
De rechtbank vindt niet bewezen dat de man zich heeft schuldig gemaakt aan drugshandel. Daarom is de man hiervan vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie had voor de drugshandel ook vrijspraak geëist.'



8 februari 2017
1 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging voor verkrachting

'De rechtbank veroordeelt een 51-jarige man uit Ulft voor verkrachting, meerdere keren gepleegd. De man krijgt een gevangenisstraf van 1 jaar en tbs met dwangverpleging opgelegd. Ook moet de man aan het slachtoffer een schadevergoeding betalen van 2.500 euro.

De man heeft het slachtoffer over een periode van meerdere maanden gedwongen vrijwel wekelijks meerdere keren seks met hem te hebben. Het deed dit door haar langdurig en veelvuldig te bedreigen via Whatsapp. Hij dreigde naaktfoto’s en een filmpje van haar openbaar te maken. En hij stelde haar voorwaarden over hoe vaak zij nog seks moest hebben met hem voor zij van hem af was. Hij heeft zich daarbij laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften. Hij heeft misbruik gemaakt van een kwetsbare, jonge vrouw en haar gemanipuleerd.

Narcistische persoonlijkheidsstoornis
De man heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Daardoor kijkt hij vooral naar zijn eigen belang en houdt hij geen rekening met de behoefte van anderen. De rechtbank vindt daarom dat de man de feiten verminderd moeten worden toegerekend.

Tbs met dwangverpleging
De man is 2 keer eerder veroordeeld voor zedenfeiten en de kans dat hij opnieuw de fout ingaat is hoog. Daarom is behandeling noodzakelijk. In het verleden heeft de man ambulante behandeling gehad, maar dit heeft nieuwe zedenfeiten niet kunnen voorkomen. Opnieuw ambulante behandeling heeft alleen kans van slagen als de man inziet dat hij verkeerd bezig is en dat hij wil praten over waarom hij de feiten pleegt. Dit heeft hij echter tot nu toe geweigerd. Ook weigerde hij mee te werken aan het opstellen van een rapport dat nodig is om hem een voorwaardelijke tbs te geven. Deze houding van de man zal deels het gevolg zijn van zijn persoonlijkheidsstoornis. Daarvan mag echter niet een nieuw slachtoffer de dupe worden. Om die reden heeft de rechtbank de meest beveiligende afdoeningsvorm opgelegd, namelijk de tbs met dwangverpleging.

Vergelding
Omdat de man 2 keer eerder is veroordeeld voor zedenfeiten en sprake is van structureel misbruik van een kwetsbaar persoon, moet ook vergelding plaatsvinden. Daarom krijgt de man naast de tbs met dwangverpleging ook 1 jaar gevangenisstraf opgelegd.'



7 februari 2017
'Op de rol: ‘Ze moest vernederd worden en lelijk zijn voor jongens’

'Hoe deden wij dat vroeger, als we ons oog hadden laten vallen op een klas-of schoolgenoot? Een propje, een briefje, via-via. Maar wel uit de buurt van pa en ma. Wat niet weet, wat niet deert. En hoe doet de bloem der natie dat nu? Die appt, Facebookt en Instagramt naar hartenlust onder de neus van pa en ma, die toch ook de hele dag boven hun eigen smartphone hangen. Maar ze laten in hun jeugdige nonchalance wel een enorm digitaal spoor achter. Zo kun je als hedendaagse ouder zien wat er speelt in het leven van je kroost, maar word je óók met je neus op de ongekuiste feiten gedrukt. Kun je dat aan?

Afspraakjes
Henk (53)* uit Lelystad kan dat op 1 november 2017 niet. Zijn 12-jarige dochter Amber* appt al langer met een 15-jarige schoolgenoot en maakt (seksueel getinte) afspraakjes. ‘Ze gingen naar de speeltuin; er gebeurde van alles. Ze rommelt met jongens. En daar hou ik niet van’, zegt Henk tegen politierechter Kees van de Streek in zaal F van het gerechtsgebouw in Lelystad. Henk zet zwaar geschut in: als Amber niet stopt met dat geapp, dan knipt hij haar haar af. Als hij een paar dagen later merkt dat zijn dochter haar eigen plan trekt en doorappt, slaan bij Henk ‘de stoppen door’. Hij slaat zijn dochter in de huiskamer zeker 5 keer in het gezicht. En zoals ‘beloofd’ knipt hij Ambers haar af. ‘Het stomste wat ik ooit heb gedaan’, zegt Henk tegen politierechter Van de Streek. Dat had hij ook al tegen de politie gezegd, die dezelfde dag poolshoogte was komen nemen. Niet omdat Amber 112 had gebeld, maar omdat Henk dat had gedaan. ‘Want u wilde dat die jongen zou worden aangepakt, hè?’, merkt de politierechter op. Maar in plaats van het schoolvriendje, nemen de agenten Hénk mee naar het politiebureau. Hij mag er zelfs overnachten.

Huilen
Henk zegt zich niet te herinneren dat hij zijn dochter in blinde woede heeft geslagen. ‘Maar als zij zegt dat het zo is, dan is het zo. Hoe komt ze anders aan dat rode en dikke gezicht.’ Amber zit op de bank te huilen als de politieagenten binnenkomen. Ze zien dat ze is geslagen. ‘Ik vind het stom wat er is gebeurd. Stom van mijzelf, want ik had het anders moeten doen met die jongens, en stom dat mijn vader mij heeft geslagen. Het is nog nooit eerder gebeurd. Het was de eerste keer’, zegt Amber tegen de agenten. Om ervoor te zorgen dat het bij die ene keer blijft, maakt Henk via de huisarts een afspraak bij het centrum voor ambulante forensische geestelijke gezondheidszorg De Waag in Almere. ‘Ik moet weten waar die woede-uitbarsting vandaan kwam. Ik ben weleens boos, maar niet zo dat ik niet meer weet wat er is gebeurd. De behandeling is inmiddels begonnen’. Om berouw te tonen, heeft Henk ook zijn snor half afgeknipt.

Pubertijd
De reclassering is zeer te spreken over Henks inspanningen bij De Waag. In een rapportage melden ze dat hij enorm is geschrokken van zijn woede-uitbarsting en dat het thuis in Lelystad veilig is. De reclassering schat de kans dat het weer misgaat laag in en adviseert daarom een deels voorwaardelijke werkstraf. Een onbegrijpelijk advies, meent officier van justitie Lieke Renckens. Hoewel Amber geen aangifte heeft gedaan, heeft het OM niet voor niets besloten om haar vader ambtshalve te vervolgen. ‘De mishandeling verliep planmatig. Mijnheer sloeg zijn dochter en knipte haar haar af. Ze moest vernederd worden en lelijk zijn voor jongens.’ Officier Renckens vervolgt: ‘Tegenover de politie schoof mijnheer alle schuld in de schoenen van zijn dochter. De reclassering heeft daar geen last van, maar ik maak mij wel zorgen om haar lichamelijke en geestelijke welzijn. Het gedrag dat Amber heeft laten zien, is heel normaal in de pubertijd. Ze ontdekt het andere geslacht en verkent haar grenzen. Maar in plaats van zijn dochter te helpen bij het stellen van de seksuele grenzen, vernedert hij haar. Hij knipt haar hoofdhaar af. Amber moet aan iedereen uitleggen wat er is gebeurd.’

Kompas
Henk was nota bene verbolgen dat de agenten meenden dat híj de boosdoener was en niet het vriendje van Amber. ‘Dat gaat er bij mij niet in. Dan mis je een moreel kompas’, meent de officier. En zonder dat kompas wordt het volgens justitie Renckens penibel voor Amber in het ouderlijk huis. ‘Want ze zit nog wel een paar jaar in de puberteit. Ze zal vaker niet naar haar ouders luisteren en haar eigen pad kiezen. Dat gebeurt gewoon in een gezin.’ Voor de planmatigheid van de mishandeling en de vernedering van Amber zou Henk volgens de officier van justitie een onvoorwaardelijke taakstraf van 120 uur moeten krijgen, minus de 8 uur die hij in de politiecel heeft doorgebracht. Omdat Henk in haar ogen een moreel kompas ontbeert en nieuwe escalatie op de loer ligt, vindt officier Renckens daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken als stok achter de deur op zijn plaats.

Gezin
Ja, Amber is mishandeld en vernederd, ‘maar ik kijk toch anders dan de officier van justitie naar de manier waarop u hiermee bent omgegaan’, zegt politierechter Van de Streek tegen Henk. ‘In het reclasseringsrapport lees ik wat er voor positiefs na die mishandeling met u en uw gezin is gebeurd. In tegenstelling tot de officier van justitie, houd ik daar wel rekening mee bij de straf die ik u ga opleggen. De gezinssituatie lijkt er beter op geworden. Ik vind het ook positief dat u zich laat behandelen. Ik denk dat u daarmee de consequentie van uw gedrag hebt aanvaard. Ik ga het anders doen dan de officier voorstelt. Ik leg u een geheel voorwaardelijke werkstraf op van 80 uur, met een proeftijd van 2 jaar.’'



7 februari 2017
Tbs met dwangverpleging voor doodslag met spade Wageningen

'De rechtbank heeft tbs met dwangverpleging opgelegd aan een 22-jarige man uit Wageningen. Hij bracht op 7 juni 2017 zijn collega bij de groenvoorziening opzettelijk om het leven met een spade.

Volledig ontoerekeningsvatbaar
Volgens gedragsonderzoekers was de man tijdens het delict volledig ontoerekeningsvatbaar. De rechtbank is het hier mee eens en ontslaat de man daarom van alle rechtsvervolging. De rechtbank legt de man dan ook geen straf op. Wel wordt een tbs-maatregel met dwangverpleging opgelegd, omdat langdurige begeleiding en behandeling van de man noodzakelijk is. Daarna moet de maatschappij tegen de man worden beschermd.

Schadevergoeding nabestaanden
De nabestaanden van het slachtoffer hebben vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Deze vorderingen zijn voor slechts een klein gedeelte toegewezen, omdat het overgrote deel van de vorderingen bestond uit zogenoemde affectieschade. In het huidige Nederlandse recht kan deze vorm van schadevergoeding niet worden toegewezen.'



6 februari 2017
Man uit Lochem ontslagen van alle rechtsvervolging

'De rechtbank ontslaat een 23-jarige man uit Lochem van alle rechtsvervolging. Hoewel de man zich schuldig maakte aan een aantal strafbare feiten, is hij niet strafbaar. Dat komt omdat de man als volledig ontoerekeningsvatbaar wordt beschouwd.

De man maakte zich tussen juni en augustus 2017 schuldig aan 3 strafbare feiten. Zo bedreigde hij een politieagent en vernielde een bloempot. Ook probeerde hij een bestelbus van PostNL te stelen.

Volledig ontoerekeningsvatbaar
Volgens deskundigen moet de man als volledig ontoerekeningsvatbaar worden beschouwd. De rechtbank sluit zich aan bij deze bevindingen. Hierdoor is de man niet strafbaar, zodat de rechtbank hem ontslaat van alle rechtsvervolging.

Geen maatregel opgelegd
Volgens de rechtbank kan - mede op basis van de terechtzitting - de conclusie worden getrokken dat de door de deskundigen uitgebrachte adviezen met betrekking tot de wijze van afdoening niet meer actueel zijn door het tijdsverloop en de recente ontwikkelingen. De rechtbank vindt daarom dat plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis een belemmering kan vormen voor het behandelingstraject dat de man nu volgt. De rechtbank ziet daarom af van het opleggen van deze of een andere maatregel.'



5 februari 2017
In hoger beroep 20 jaar cel voor moord op vriendin in Kaatsheuvel

'Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft vandaag een 42-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar omdat hij in 2010 zijn toenmalige vriendin heeft vermoord in Kaatsheuvel. Hij heeft de moord bekend tijdens een undercoveractie van het OM. De opgelegde straf is hoger dan de celstraf van 18 jaar die de rechtbank eerder oplegde en die het OM had geëist.

Undercoveractie
In de nacht van 18 op 19 december 2010 werd de 34 jaar oude vriendin van de verdachte vermoord in de achtertuin van haar woning. Haar partner, de verdachte, heeft in 2011 enkele maanden vast gezeten op verdenking van betrokkenheid bij haar dood, maar is toen vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. De man ontkent zelf haar te hebben vermoord.

Vervolgens is een undercoveractie opgezet om de man alsnog een verklaring te laten afleggen over wat er met zijn vriendin is gebeurd. In 2014 bekende hij aan undercoveragenten dat hij zijn vriendin met voorbedachte raad om het leven heeft gebracht. Toen zij thuiskwam van een feest heeft hij haar opgewacht in de achtertuin, haar met een baksteen tegen het hoofd geslagen en haar keel dichtgeknepen, waarna zij is overleden. Hij heeft een inbraak in scene gezet door in huis enkele kastdeuren en lades open te zetten. Gevraagd naar de reden voor de moord zei hij dat hij verder wilde met zijn nieuwe vriendin en dat hij de problemen die een eventuele relatiebreuk met zich mee zou brengen niet aankon. Na zijn aanhouding heeft hij zijn bekentenis weer ingetrokken.

Vrijspraak
De verdediging stelt dat niet kan worden bewezen dat de man de moord heeft gepleegd en dat hij daarom moeten worden vrijgesproken. De actie met de undercoveragenten had niet mogen worden ingezet en de zo verkregen valse bekentenis is onder druk afgelegd. Verder zou het OM onvoldoende oog hebben gehad voor alternatieve scenario’s, zoals een inbraak.
Het hof volgt de redenering van de verdediging niet en vindt wel bewezen dat de man de dader is.

Gruwelijk en lafhartig
Volgens het hof heeft de man zijn vriendin opzettelijk en met voorbedachte raad, op gruwelijke en lafhartige wijze van het leven beroofd. Over zijn daad is hij jarenlang blijven liegen. Hij heeft zijn destijds nog zeer jonge zoontjes hun moeder ontnomen. Zij moeten leven met het gemis van haar liefde en zorg, maar ook met de wetenschap dat uitgerekend hun vader degene is die daar verantwoordelijk voor is.
De straf van 20 jaar cel die het hof oplegt, is hoger dan de eis en dan de straf die de rechtbank eerder oplegde. Met name de kille en laffe wijze waarop en de omstandigheden waaronder de man de moord heeft gepleegd, en de berekenende proceshouding die hij tot in hoger beroep heeft aangenomen, maken dat het hof een gevangenisstraf van 18 jaar onvoldoende vindt.

De man moet verder aan de kinderen die zijn geboren uit zijn relatie met het slachtoffer een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 264.000 euro.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl