Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Advocatenwet
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



§ 1a. Van de opleiding en de stage van advocaten

Artikel 9bAdvocaat verplicht als stagiaire de praktijk uit te oefenen

1 Elke advocaat, met uitzondering van de advocaat die beschikt over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties alsmede met uitzondering van de advocaat, die overeenkomstig artikel 2a is ingeschreven is verplicht gedurende de eerste drie jaar waarin hij als zodanig is ingeschreven als stagiaire de praktijk uit te oefenen onder begeleiding van een andere advocaat - hierna te noemen de patroon - en bij deze kantoor te houden.

2 Voor stagiaires die in deeltijd werkzaam zijn wordt de duur van de stage naar evenredigheid verlengd. Voorts kan de duur van de stage met ten hoogste drie jaar worden verlengd indien de raad van de orde in het arrondissement van oordeel is dat de stagiaire nog niet over voldoende praktijkervaring beschikt. De duur van de stage kan door de raad, met goedkeuring van de algemene raad, op verzoek van de stagiaire worden verkort.

3 Van de verplichting van de stagiaire bij een patroon kantoor te houden kan de raad vrijstelling verlenen, indien naar het oordeel van de raad een behoorlijke praktijkuitoefening, waaronder de financiering van de praktijk en de dekking van het risico van de beroepsaansprakelijkheid van de stagiaire, overeenkomstig de daaromtrent gestelde voorschriften bij of krachtens deze wet, verzekerd is. Is dit naar het oordeel van de raad niet langer het geval, dan kan een verleende vrijstelling worden ingetrokken. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om vrijstelling.

4 Indien de raad de in het derde lid bedoelde vrijstelling heeft verleend, wijst hij, indien de stagiaire geen patroon heeft kunnen vinden die zich met de vereiste begeleiding wil belasten, een advocaat als patroon aan, tenzij dit voor de desbetreffende advocaat een onredelijke last zou vormen.

5 Tegen het verlengen van de duur van de stage, het weigeren of intrekken van een vrijstelling op voet van het bepaalde in het derde lid, de aanwijzing van een patroon met toepassing van het vierde lid, of de weigering van zulk een aanwijzing, kan een belanghebbende administratief beroep instellen bij de algemene raad.

6 Bij of krachtens verordening als bedoeld in artikel 28 wordt bepaald wie als patroon kunnen optreden, onderscheidenlijk als patroon kunnen worden aangewezen, aan welke verplichtingen de patroon en de stagiaire hebben te voldoen, alsmede wanneer en in welke gevallen de tussen hen bestaande verhouding haar begin en einde neemt.



Artikel 9cOpleiding voor stagiaires

1 De Nederlandse orde van advocaten draagt zorg voor een opleiding voor stagiaires en stelt de stagiaire in de gelegenheid deze opleiding te volgen die met een examen wordt afgesloten.

2 De volgende onderwerpen, de opleiding als bedoeld in het eerste lid betreffende, worden nader vastgesteld bij of krachtens verordening als bedoeld in artikel 28, tenzij daarin bij algemene maatregel van bestuur is voorzien:
a. de inhoud en de duur van de opleiding;
b. de omvang van het examen en de wijze waarop het examen wordt afgenomen;
c. de eisen voor de toelating tot het afleggen van het examen;
d. de eisen voor het verkrijgen van vrijstelling voor bepaalde onderdelen van het examen;
e. de aan de stagiaire in rekening te brengen cursus- en examengelden.



Artikelen 9d en 9eCuratorium houdt toezicht op opleiding en examen

[Vervallen per 01-01-2015]



Artikelen 9f t/m 9h
[Vervallen per 17-05-1995]




Artikel 9iCuratorium brengt elk jaar verslag uit inzake werkzaamheden

[Vervallen per 01-01-2015]



Artikel 9jOnvoorwaardelijk ingeschreven advocaat

1 Een advocaat bij de Hoge Raad is een onvoorwaardelijk ingeschreven advocaat als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van wie uit de aantekening op het tableau blijkt dat hij die hoedanigheid heeft.

2 Aantekening op het tableau vindt plaats door de secretaris van de algemene raad op verzoek van de advocaat, na overlegging van een verklaring dat de advocaat voldoet aan de toetredingseisen, bedoeld in het derde lid, onder a. De secretaris van de algemene raad doet van iedere aantekening of doorhaling daarvan op het tableau mededeling aan de advocaat en de griffier van de Hoge Raad.

3 Het college van afgevaardigden stelt bij of krachtens verordening regels over het verkrijgen, het behouden en het verliezen van de hoedanigheid van advocaat bij de Hoge Raad, alsmede de aantekening op het tableau. De verordening bevat in elk geval regels over:
a. de aan deze advocaten te stellen eisen van vakbekwaamheid, bestaande uit toetredingseisen en permanente eisen van scholing en praktijk, in het bijzonder op het terrein van het procesrecht;
b. de ontwikkeling van deze eisen, de opleiding en de examinering;
c. het verkrijgen van een vrijstelling voor bepaalde onderdelen van de opleiding of de examinering;
d. de advisering over en het houden van toezicht op het gestelde onder b en c; en
e. de afgifte van de verklaring dat een advocaat voldoet aan de eisen, bedoeld onder a.

4 Bij of krachtens de verordening kan een onderscheid worden gemaakt in regels als bedoeld in het derde lid die gelden voor het optreden bij de Hoge Raad in burgerlijke zaken, strafzaken of belastingzaken.

5 De algemene raad draagt zorg voor de uitvoering van de aangelegenheden, bedoeld in het derde lid.

6 De algemene raad kan in uitzonderlijke gevallen desgevraagd vrijstelling verlenen van het vereiste in het eerste lid van onvoorwaardelijke inschrijving als advocaat.

7 Tegen een beslissing tot weigering van het verzoek om aantekening op het tableau als advocaat bij de Hoge Raad, alsmede tegen een beslissing tot weigering van de vrijstelling als bedoeld in het zesde lid, kan de advocaat binnen zes weken na de bekendmaking van de weigering beroep instellen bij het hof van discipline. Artikel 9, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 9kAantekening van advocaat doorhalen

1 De raad van de orde in het arrondissement waartoe de advocaat behoort kan de raad van discipline verzoeken te beslissen dat de aantekening van hoedanigheid van advocaat bij de Hoge Raad wordt doorgehaald indien de advocaat niet of niet langer voldoet aan de eisen als bedoeld in artikel 9j, derde lid, onderdeel a.

2 Op de behandeling van het verzoek zijn de artikelen 47, 49 en 50 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in de artikelen 49 en 50 voor «de klager» wordt gelezen: de raad van de orde in het arrondissement.

3 Tegen een beslissing tot doorhaling van de aantekening als bedoeld in het eerste lid kan de advocaat binnen zes weken na de verzending van het in artikel 50 bedoelde afschrift beroep instellen bij het hof van discipline. Artikel 9, vijfde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.



§ 2. Van de bevoegdheden en verplichtingen der advocaten

Artikel 10Uitoefening praktijk overeenkomstig vereisten

De advocaten oefenen de praktijk uit overeenkomstig de bevoegdheden en vereisten, bij de Wetboeken van Burgerlijke Rechtsvordering en Strafvordering en bij de bijzondere wetten en besluiten gegeven en gevorderd, en overeenkomstig deze wet en de daarop berustende verordeningen en besluiten.



Artikel 10aUitoefening praktijk overeenkomstig vereisten

1 In het belang van een goede rechtsbedeling draagt de advocaat zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt. Daartoe is de advocaat bij de uitoefening van zijn beroep:
a. onafhankelijk ten opzichte van zijn cliënt, derden en de zaken waarin hij als zodanig optreedt;
b. partijdig bij de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van zijn cliënt;
c. deskundig en kan hij beschikken over voldoende kennis en vaardigheden;
d. integer en onthoudt hij zich van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt; en
e. vertrouwenspersoon en neemt hij geheimhouding in acht binnen de door de wet en het recht gestelde grenzen.

2 De algemene raad en de raden van de orden in de arrondissementen bevorderen in het belang van een goede rechtsbedeling een behoorlijke uitoefening van de praktijk en nemen alle maatregelen die daaraan kunnen bijdragen. Zij komen op voor de rechten en belangen van de advocaten en vervullen de taken die hun bij verordening zijn opgedragen.



Artikel 11Advocaten kunnen voor alle rechterlijke colleges optreden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9j, hebben advocaten zowel in burgerlijke als in strafzaken de bevoegdheid om als zodanig voor alle rechterlijke colleges binnen het Rijk op te treden.



Artikel 11aAdvocaten kunnen voor alle rechterlijke colleges optreden

1 Voor zover niet bij wet of bij verordening van het college van afgevaardigden anders is bepaald, is de advocaat ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening als zodanig kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Dezelfde verplichting geldt voor medewerkers en personeel van de advocaat, alsmede andere personen die betrokken zijn bij de beroepsuitoefening.

2 De geheimhoudingsplicht, bedoeld in het eerste lid, blijft voortbestaan na beëindiging van de beroepsuitoefening of de betrekking waarin de werkzaamheden zijn verricht.



Artikel 12Kantoor houden in één arrondissement op één locatie

1 Advocaten zijn verplicht kantoor te houden. Zij mogen slechts in één arrondissement op één locatie kantoor houden.

2 Het kantoor van de advocaat geldt voor al zijn handelingen als zodanig als gekozen woonplaats.

3 Door de algemene raad kan om bijzondere redenen aan een advocaat, die zijn kantoor buiten Nederland wenst te vestigen, ontheffing van het in het eerste lid vervatte voorschrift worden verleend. De raad van de orde in het arrondissement waar de advocaat het laatst kantoor heeft gehouden, wordt tevoren gehoord. Indien ontheffing wordt verleend, blijft de advocaat na vestiging van zijn kantoor buiten Nederland behoren tot de orde in het arrondissement waar hij het laatst kantoor heeft gehouden. Indien de advocaat niet eerder in een arrondissement kantoor heeft gehouden, behoort hij na verlening van de ontheffing en vestiging van zijn kantoor buiten Nederland tot de orde in het arrondissement Den Haag.

4 Door de algemene raad kan aan een advocaat die in het kader van detachering elders kantoor wenst te houden, tijdelijk ontheffing van het in het eerste lid vervatte voorschrift worden verleend. De raad van de orde in het arrondissement waar de advocaat op het moment van het verzoek om ontheffing kantoor houdt, wordt tevoren gehoord. Indien ontheffing wordt verleend, blijft de advocaat behoren tot de orde in het arrondissement waar hij kantoor heeft gehouden op het moment van het verzoek om ontheffing.

5 Advocaten die niet aan de voorschriften van dit artikel voldoen, worden, na aanmaning daartoe door de raad van de orde in het arrondissement, op requisitoir van het openbaar ministerie en nadat de rechtbank tot schrapping heeft beslist, van het tableau geschrapt. Van de beslissing tot schrapping wordt door de griffier van de rechtbank kennis gegeven aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau.



Artikel 12aRegelgeving verzoek om ontheffing

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 12, derde en vierde lid.



Artikel 13Verzoek rechtzoekende om advocaat aan te wijzen

1 De rechtzoekende die niet of niet tijdig een advocaat bereid vindt hem zijn diensten te verlenen in een zaak, waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven dan wel bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, kan zich wenden tot de deken van de orde van advocaten in het arrondissement waar de zaak moet dienen, met het verzoek een advocaat aan te wijzen. Ook indien de rechtzoekende naar het voorlopig oordeel van de deken in aanmerking komt voor verlening van rechtsbijstand ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wijst de deken een advocaat aan.

2 De deken kan het verzoek alleen wegens gegronde redenen afwijzen. Hij kan een aanwijzing op grond van bijzondere redenen wijzigen of intrekken.

3 Binnen zes weken na de bekendmaking van de beschikking, houdende afwijzing van het verzoek, kan de belanghebbende beklag doen bij het hof van discipline. Op de behandeling van het beklag zijn de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

4 De aangewezen advocaat is verplicht zijn diensten te verlenen.

5 De advocaat die door de raad voor rechtsbijstand als raadsman is toegevoegd, treedt als zodanig op of doet zich overeenkomstig artikel 46 van het Wetboek van Strafvordering waarnemen, zolang niet een gekozen raadsman is opgetreden of op de voet van artikel 45 van het Wetboek van Strafvordering een ander is toegevoegd.



Artikel 14Advocaten pleiten staande

De advocaten pleiten staande, gekleed in het kostuum bij het bijzondere reglement op dat onderwerp bepaald, des goedvindende met gedekten hoofde.



Artikel 15
[Vervallen per 01-09-2008]




Artikel 16Advocaat die in staat van faillissement is verklaard

Advocaten, die in staat van faillissement zijn verklaard of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, die wegens schulden zijn gegijzeld of onder curatele zijn gesteld, zijn gedurende de duur van het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, de gijzeling of de curatele van rechtswege in de uitoefening van de praktijk geschorst. De geschorste advocaat mag gedurende de schorsing de titel van advocaat niet voeren. De griffier van het gerecht dat een van de in de eerste zin vermelde beslissingen of een beslissing die de opheffing van de schorsing tot gevolg heeft, heeft uitgesproken, geeft van de schorsing , onderscheidenlijk de opheffing hiervan kennis aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau. Schorsing brengt mee het verlies van de betrekkingen, waarbij de hoedanigheid van advocaat vereiste voor verkiesbaarheid of benoembaarheid is.



§ 2a. Van de bevoegdheden en verplichtingen van andere dan in Nederland ingeschreven advocaten

Artikel 16aReikwijdt van de bepalingen van deze wet

De bepalingen van deze wet en andere wettelijke voorschriften betreffende advocaten, hebben uitsluitend betrekking op in Nederland ingeschreven advocaten, voor zover die voorschriften of de navolgende, tot deze paragraaf behorende, artikelen niet anders bepalen.



Artikel 16bPersonen die niet in Nederland zijn ingeschreven

Voor de uitoefening in Nederland van werkzaamheden bij wijze van dienstverrichting, worden mede als advocaat aangemerkt, personen die niet als zodanig in Nederland zijn ingeschreven, maar die wel in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, hierna te noemen staat van herkomst, gerechtigd zijn hun beroepswerkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmede overeenkomstige benaming in de taal of in een der talen van de staat van herkomst.



Artikel 16cBezoekende advocaten

Wanneer de in het vorige artikel bedoelde personen, hierna te noemen: bezoekende advocaten, bij de uitoefening in Nederland van werkzaamheden bij wijze van dienstverrichting hun titel voeren, dienen zij daarbij de beroepsorganisatie te vermelden waartoe zij behoren of het gerecht waarbij zij overeenkomstig de wettelijke regeling van de staat van herkomst zijn toegelaten.



Artikel 16dWerkzaamheden worden uitgeoefend onder voorwaarden

1 De werkzaamheden, bij wijze van dienstverrichting, betreffende de vertegenwoordiging en de verdediging van een cliënt in rechte of ten overstaan van een overheidsinstantie worden door bezoekende advocaten onder dezelfde voorwaarden uitgeoefend als die welke gelden voor in Nederland ingeschreven advocaten.

2 Bij de uitoefening van de in het eerste lid genoemde werkzaamheden nemen bezoekende advocaten de beroepsregels in acht die gelden voor in Nederland ingeschreven advocaten, met inbegrip van de verordeningen genoemd in artikel 28, onverminderd hetgeen waartoe zij als advocaat in de staat van herkomst verplicht zijn.

3 Bij het optreden ten overstaan van een overheidsinstantie moeten bezoekende advocaten desgevraagd hun bevoegdheid tot de uitoefening van het beroep van advocaat ten genoegen van die instantie aantonen.



Artikel 16eSamenwerking bezoekende en Nederlandse advocaat

1 Bij de uitoefening van werkzaamheden, bij wijze van dienstverrichting, betreffende de vertegenwoordiging en de verdediging van een cliënt in rechte, waarvoor ingevolge de wet de bijstand of vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven, moet een bezoekende advocaat samenwerken met een in Nederland ingeschreven advocaat, hierna te noemen de samenwerkende advocaat.

2 De samenwerkende advocaat dient zich tevoren te vergewissen van de bevoegdheid van de bezoekende advocaat tot uitoefening van het beroep van advocaat en is daarvoor verantwoordelijk tegenover het betrokken gerecht.

3 De samenwerkende advocaat stelt de bezoekende advocaat, alvorens deze voor de eerste maal als zodanig in rechte optreedt, voor aan de rechter die de leiding heeft van de terechtzitting.

4 De bezoekende advocaat wordt geacht voor de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden woonplaats te hebben gekozen ten kantore van de samenwerkende advocaat.

5 In de gevallen dat advocaten verplicht of gerechtigd zijn tot het dragen van een bijzonder kostuum, mag de bezoekende advocaat, indien hij zulks verkiest, in plaats daarvan het kostuum dragen dat is voorgeschreven in de staat van herkomst.

6 De rechter die de leiding heeft van de terechtzitting kan bezoekende advocaten toestaan zich van een andere taal te bedienen dan de Nederlandse, indien hij van mening is dat daardoor een goede rechtsbedeling niet wordt geschaad. Hij kan daarbij als voorwaarde stellen dat van een tolk gebruik gemaakt wordt.



Artikel 16fAndere werkzaamheden

Ten aanzien van andere werkzaamheden, bij wijze van dienstverrichting, dan die bedoeld in het eerste lid van artikel 16d, blijven bezoekende advocaten onderworpen aan de voorwaarden en de beroepsregels van de staat van herkomst. Zij dienen daarnaast de voor in Nederland ingeschreven advocaten geldende beroepsregels in acht te nemen, met name die betreffende: (a) de onverenigbaarheid van het uitoefenen van de werkzaamheden van advocaat met het verrichten van andere werkzaamheden in Nederland, (b) de verhouding tot andere advocaten en (c) het verbod van bijstand door een zelfde advocaat aan partijen met tegenstrijdige belangen. Laatstbedoelde regels zijn slechts toepasselijk voor zover zij kunnen worden nageleefd door een advocaat die niet in Nederland is gevestigd en de naleving ervan objectief gerechtvaardigd is ten einde in Nederland de behoorlijke uitoefening van de werkzaamheden van advocaten, de waardigheid van het beroep en de inachtneming van de bedoelde regels inzake onverenigbaarheid te verzekeren.



§ 2b. De bevoegdheden en verplichtingen van de advocaat uit een andere lidstaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel als advocaat werkzaam wil zijn

Artikel 16gReikwijdte bepalingen van deze wet

De bepalingen van deze wet en andere wettelijke voorschriften betreffende advocaten hebben uitsluitend betrekking op in Nederland ingeschreven advocaten voorzover die voorschriften of de navolgende, tot deze paragraaf behorende, artikelen niet anders bepalen.



Artikel 16hNiet ingeschreven met inachtneming van artikel 1

1 Degene die niet met inachtneming van artikel 1 is ingeschreven, maar die wel in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland hierna te noemen staat van herkomst, gerechtigd is zijn beroepswerkzaamheid uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in de taal of in de talen van de staat van herkomst, heeft het recht om permanent dezelfde werkzaamheden uit te oefenen als de overeenkomstig artikel 1 ingeschreven advocaat nadat hij zich heeft laten inschrijven op het tableau van de Nederlandse orde van advocaten.

2 De secretaris van de algemene raad schrijft de advocaat in na overlegging van een verklaring van inschrijving bij de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst, indien de verklaring niet langer dan drie maanden voor het moment waarop de aanvraag om inschrijving is ingediend is afgegeven.

3 De secretaris van de algemene raad stelt de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst in kennis van de inschrijving.



Artikel 16iWerkzaamheden uitoefenen onder beroepstitel

1 De advocaat, bedoeld in het eerste lid van artikel 16h, is gehouden zijn beroepswerkzaamheden in Nederland uit te oefenen onder zijn oorspronkelijke beroepstitel, zoals deze dient te luiden in de taal of een der officiële talen van de staat van herkomst, evenwel op een verstaanbare wijze en zodanig dat hij niet kan worden verward met de titel advocaat, bedoeld in artikel 9a.

2 Bij de uitoefening van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, vermeldt de advocaat de beroepsorganisatie waartoe hij behoort of het gerecht waarbij hij overeenkomstig de wettelijke regeling van de staat van herkomst is toegelaten alsmede zijn inschrijving op het tableau.



Artikel 16jSamenwerking met een Nederlandse advocaat

Voor de uitoefening van de werkzaamheden die met de vertegenwoordiging en de verdediging van een cliënt in rechte verband houden werkt de advocaat, bedoeld in het eerste lid van artikel 16h, samen met een overeenkomstig artikel 1 in Nederland ingeschreven advocaat voorzover ingevolge de wet de bijstand of vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Het eerste lid van artikel 16d alsmede het tweede tot en met vierde en zesde lid van artikel 16e zijn van overeenkomstige toepassing.



Artikel 16kReikwijdte beroeps- en gedragsregels en voorwaarden

1 De advocaat, bedoeld in het eerste lid van artikel 16h, is voor alle werkzaamheden die hij in Nederland uitoefent aan dezelfde beroeps- en gedragregels alsmede aan dezelfde voorwaarden onderworpen als de advocaat die overeenkomstig artikel 1 is ingeschreven, met inbegrip van de verordeningen genoemd in artikel 28.

2 De artikelen 10, 10a, eerste lid, 11a, 12, 13, 14 en 16 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing voorzover de advocaat optreedt in Nederland.

-

De advocatenwet is voor het laatst geactualiseerd op: 5 maart 2018.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl