artikel 204 lid 3 - rechtspraak
Onderwerp: VERVANGENDE TOESTEMMING VERKRIJGEN
Datum uitspraak: 16-02-2001
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Met de inwerkingtreding op 1 april 1998 van art. 1:204 lid 3 BW kreeg de mogelijkheid van vervangende toestemming een wettelijke basis. Zoals blijkt uit hetgeen in de conclusie van de Advocaat-Generaal Moltmaker onder 2.1.2 is vermeld omtrent de ontstaansgeschiedenis van deze bepaling, heeft de wetgever toentertijd onder ogen gezien of de mogelijkheid van vervangende toestemming beperkt zou moeten blijven tot de gevallen waarin tussen de man die een kind wil erkennen en het kind "family life" bestaat. Van deze beperking heeft hij echter welbewust afgezien. Op grond van zijn, in de conclusie van de Advocaat-Generaal Moltmaker onder 2.2.3 weergegeven, ontstaansgeschiedenis moet art. 1:204 lid 3 aldus worden uitgelegd dat het in de procedure tot verkrijging van vervangende toestemming aankomt op een afweging van de belangen van de betrokkenen, waarbij tot uitgangspunt dient te worden genomen dat zowel het kind als de verwekker aanspraak erop heeft dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke rechtsbetrekking. Door de rechter zullen het belang en de aanspraak van de man op erkenning moeten worden afgewogen tegen de belangen van de moeder en het kind bij niet-erkenning. Het belang van de moeder is daarbij in art. 1:204 lid 3 nader omschreven als het belang bij een ongestoorde verhouding met het kind. Anders dan het middel betoogt kan, nu de wetgever met het scheppen van de wettelijke mogelijkheid van vervangende toestemming juist heeft beoogd bij afstamming meer aansluiting te zoeken bij de biologische werkelijkheid, met name niet worden aanvaard dat reeds het enkele feit dat het kind (enige) weerslag ondervindt van de inbreuk die de erkenning maakt op het tussen hem en de echtgenoot van zijn moeder bestaande "family life", schade aan zijn belangen als bedoeld in art. 1:204 lid 3 oplevert.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl