- rechtspraak
Datum uitspraak:27-10-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Het hof stelt voorop dat de wetgever het gezag niet onvoorwaardelijk aan een ouder toevertrouwt, maar het beschouwt als een plicht van de ouder om de minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. Daaronder worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijke en het lichamelijke welzijn en de veiligheid van de kinderen. Indien dit in het belang van een kind noodzakelijk is, kan de rechter een ouder van het gezag ontzetten op de in artikel 1:269, eerste lid, onder a tot en met c, BW, genoemde gronden. Als – niet cumulatieve – gronden voor ontzetting van het ouderlijk gezag worden in dit artikel onder meer grove verwaarlozing van de verzorging of opvoeding van een of meer kinderen, slecht levensgedrag en een onherroepelijke veroordeling wegens het plegen tegen de minderjarige van een van de misdrijven omschreven in de titels XIII-XVIII-XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht genoemd.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl