Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak:08-10-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Anders dan het middel ingang wil doen vinden, biedt de totstandkomingsgeschiedenis van art. 1:88 BW, zoals weergegeven in de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal onder 9, geen steun voor de lezing dat de wetgever het geval van certificering van aandelen als noodzakelijk leidende tot een ingewikkelde vennootschapsstructuur, zonder meer buiten het toepassingsbereik van de uitzonderingsbepaling van art. 1:88 lid 5 heeft willen houden. Veeleer blijkt dat de wetgever een uitgebreidere regeling - waarin, wat betreft de inrichting van de vennootschap, met verschillende mogelijkheden rekening wordt gehouden - niet nodig heeft geoordeeld op de grond dat vennootschappen als waarop de onderhavige bepaling ziet, zelden gecompliceerd van structuur zullen zijn. Uit deze, met het oog op de praktijk gemotiveerde keuze voor een eenvoudige regeling, kan niet worden afgeleid dat inrichtingsvormen waarmee, blijkens de ontstaansgeschiedenis, in lid 5 geen rekening is gehouden, bij voorbaat aan toepassing van deze uitzonderingsbepaling in de weg staan. Beoordeeld zal moeten worden, gelijk het hof in rov. 4.4 met juistheid tot maatstaf heeft genomen, of in voorkomend geval de handelend echtgenoot zo nauw verbonden is met de onderneming dat hij in de praktijk als ondernemer kan gelden, doordat hij de zeggenschap uitoefent en financieel belang heeft bij de bedrijfsresultaten van de vennootschap ten behoeve waarvan hij zich als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt. Nu het hof, in cassatie onbestreden, heeft vastgesteld dat [eiser], op het moment dat hij zich als hoofdelijk medeschuldenaar verbond, (enig) bestuurder van de B.V. en enig bestuurder van de stichting was, alsmede, naar het kennelijk heeft aangenomen, certificaathouder, is het hof terecht van oordeel geweest dat is voldaan aan de vereisten van art. 1:88 lid 5. Door zijn positie als enig bestuurder van de stichting (zijnde de enig aandeelhoudster van de B.V.) tevens certificaathouder, heeft [eiser] zijn zeggenschap binnen de B.V. alsmede zijn financieel belang bij de bedrijfsresultaten van de B.V. immers behouden. In zoverre onderscheidt het onderhavige geval zich niet van het geval van indirecte zeggenschap die aan de orde was in het hiervoor onder 3.4 vermelde arrest van 2003.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl