Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 04-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De muur wordt door de rechtbank aangemerkt als zijnde in overeenstemming met het (civiele) burenrecht in die zin dat dit recht (art. 5:49 BW) in zich bergt dat het (altijd) mogelijk is om op de erfgrens een muur van twee meter hoogte op te richten.

De rechtbank overweegt dat buren in een dichtbevolkt land als Nederland een zekere mate van hinder van elkaar moeten accepteren. Allerlei door de één als bezwaarlijk, ergerlijk, ongewenst en/of aanstootgevend ervaren gedragingen van de ander, zijn op zichzelf niet ongeoorloofd. Of hinder, bij wijze van uitzondering, in een specifiek geval wél onrechtmatig is hangt af van de aard, de ernst en de duur ervan, alsmede van de omvang van de toegebrachte schade, en voorts van verdere omstandigheden van het geval (bijvoorbeeld het gewicht van de met de activiteit gediende belangen en de mogelijkheden om schade te voorkomen).

Wat betreft de aanwezigheid van 'een' muur: er bestaat geen recht op vrij uitzicht, laat staan op een mooi uitzicht; een huiseigenaar moet 't doen met zoals 't is en/of zoals 't wordt nadat bestuursrechtelijk is komen vast te staan dat een verandering mag worden aangebracht.

Wat betreft het verschil tussen voorkant en achterkant van de muur: er bestaat voor degene die een scheidsmuur optrekt geen rechtsplicht om de achterkant van een muur even mooi te laten zijn als de voorkant waar de bouwer zelf tegen aan kijkt. Het is voor de bouwer van een scheidsmuur fatsoenlijk om zich de belangen van de omwonenden aan te trekken, maar hij is niet verplicht om, als hij aan de voorzijde kosten noch moeite heeft gespaard ter verkrijging van een optimaal resultaat, dezelfde aandacht te wijden aan de achterkant, waar vooral de buren van genieten. Het ontsierende uiterlijk levert, anders gezegd, geen grond op om te concluderen tot onrechtmatigheid.

Een eigenaar kan de hem door de wet toegekende bevoegdheden misbruiken; er is blijkens art. 3:13 BW onder meer sprake van zulk misbruik als de eigenaar een eigenaarsbevoegdheid uitoefent met geen ander doel dan een ander te schaden.

Het oordeel dat hier sprake is van misbruik van bevoegdheid, brengt niet met zich mee dat de muur moet worden afgebroken of op gelijke wijze moet worden uitgevoerd als de zuidzijde van de muur thans is. Een dergelijk gevolg behoort af te stuiten op de hiervoor ook geformuleerde regel dat er geen rechtsplicht bestaat om de achterkant van een muur even mooi te laten zijn als de voorkant waar de bouwer zelf tegen aan kijkt.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl