Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak:17-11-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De verkrijging van het eigendomsrecht van de strook grond door bevrijdende verjaring kan in verband met de verjaringstermijn van 20 jaar niet vóór 1 januari 2012 plaatsvinden, nu op grond van het bepaalde in artikel 95 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek (hierna: Overgangswet NBW) het bezit van de strook grond niet eerder dan op 1 januari 1992 kan zijn ontstaan.

Ingevolge artikel 3:314 lid 2 BW begint de verjaringstermijn van de vordering strekkende tot beëindiging van het bezit te lopen vanaf het moment dat een ander dan de rechthebbende bezitsdaden ten aanzien van de onroerende zaak verricht.

Wanneer de verjaring van de rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit wordt gestuit, wordt daarmee de verkrijgende verjaring dienovereenkomstig gestuit (artikel 3:104 BW). Nu gesteld noch gebleken is dat een andere stuitingshandeling heeft plaatsgehad, zal als uitgangspunt worden genomen dat de eventueel nog lopende verjaring eerst bij conclusie van antwoord tevens eis in reconventie d.d. 25 augustus 2010 is gestuit (artikel 3:316 BW).

Bezit van de strook grond is het houden van de strook grond voor zichzelf (artikel 3:107 BW). Of sprake is van bezit van de strook grond moet aan de maatstaf van artikel 3:108 BW worden getoetst, waarbij de vraag of [eisers]. en/of zijn rechtsvoorganger(s) de strook grond houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, naar verkeersopvattingen wordt beoordeeld, met inachtneming van de artikelen 3:109 tot en met 3:117 BW en overigens op grond van de uiterlijke feiten.

Ten aanzien van de goede trouw geldt dat op grond van het bepaalde in artikel 3:118 lid 3 BW bezit te goeder trouw vermoed wordt aanwezig te zijn en het ontbreken van goede trouw moet worden bewezen.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl