Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN2417, Rechtbank Haarlem , 164434 / HA ZA 09-1757

Datum uitspraak: 07-07-2010
Inhoudsindicatie: Vordering afgewezen omdat onvoldoende is onderbouwd dat eiseres een eigen, zelfstandig vorderingsrecht jegens gedaagde heeft. De enkele omstandigheid dat eiseres en gedaagde zijn overeengekomen dat de financiële afhandeling van de overeenkomst van gedaagde met de bemiddelingsorganisatie zou worden verzorgd door eiseres, brengt niet met zich dat eiseres daarmee in de plaats van de bemiddelingsorganisatie is getreden.





Uitspraak

vonnis

RECHTBANK HAARLEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 164434 / HA ZA 09-1757

Vonnis van 7 juli 2010 (bij vervroeging)

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAYROLL 4 ALL B.V.,
gevestigd te Klazienaveen, gemeente Emmen,
eiseres,
advocaat mr. M.J.J.M. van Roosmalen,

tegen

[Gedaagde],
wonende te Volendam, gemeente Edam-Volendam,
gedaagde,
advocaat mr. H.A. Kwakman.

Partijen zullen hierna Payroll en [gedaagde] genoemd worden.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 februari 2010
- het proces-verbaal van comparitie van 28 mei 2010.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.





2. De feiten

2.1. [gedaagde] heeft met zijn bedrijf Rondie Afbouw als onderaannemer schilderswerkzaamheden verricht ten behoeve van een groot bouwproject te Den Haag, genaamd Sandhage Duinweg (hierna: het bouwproject).

2.2. Vanwege de omvang van het bouwproject heeft [gedaagde] voor de uitvoering van de schilderswerkzaamheden ongeveer vier schilders ingeleend.

2.3. Op 26 mei 2009 heeft [gedaagde] een “inschrijfformulier inlener” (hierna: het inschrijfformulier) ondertekend. Op dit formulier, waarop het logo van Payroll staat, is onder meer het volgende vermeld:

Payroll 4 All bv verzorgt als servicepartner payrolling en de algehele financiële afhandeling hiervan. Inlener stemt er middels ondertekening van dit formulier mee in dat Payroll 4 All bv optreedt als uitvoerder van de tussen inlener en bemiddelingsorganisatie overeengekomen terbeschikkingstelling(en) van personeel […].

2.4. Voor de werkzaamheden, uitgevoerd door de door [gedaagde] ingeleende schilders, heeft Payroll [gedaagde] in de periode van 10 juni 2009 tot 23 juli 2009 facturen gezonden. Deze facturen heeft [gedaagde] deels onbetaald gelaten. Na juli 2009 heeft Eagle Services BV (hierna: Eagle Services) [gedaagde] gefactureerd voor de werkzaamheden verricht door de door [gedaagde] ingeleende schilders.





3. Het geschil

3.1. Payroll vordert samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 7.997,68, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 november 2009. Tevens vordert Payroll veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.

3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.





4. De beoordeling

4.1. Payroll heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat tussen haar en [gedaagde] een overeenkomst bestaat met betrekking tot het ter beschikking stellen van uitzendkrachten door Payroll ten behoeve van de bedrijfsvoering van [gedaagde]. Volgens Payroll neemt zij meer in het bijzonder het (juridisch) werkgeverschap over van haar opdrachtgevers, in casu Eagle Services. Eagle Services heeft in dit geval de betrokken schilders geworven en Payroll deed de verloning voor Eagle Services, aldus Payroll. Volgens Payroll is zij door middel van het inschrijfformulier in de plaats van Eagle Services getreden, waardoor zij een eigen vorderingsrecht jegens [gedaagde] heeft verkregen. Aangezien [gedaagde] de door Payroll verstrekte facturen deels onbetaald heeft gelaten, is [gedaagde] toerekenbaar tekort geschoten, aldus nog steeds Payroll.

4.2. [gedaagde] heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat Payroll onbevoegd is de onderhavige vordering aanhangig te maken. Volgens [gedaagde] heeft hij een overeenkomst gesloten met Fontein Meesterschilders BV (hierna: Fontein), op grond waarvan Fontein aan [gedaagde] ten behoeve van het bouwproject ongeveer vier schilders heeft geleverd. Fontein heeft daarvoor eerst via Payroll gefactureerd en later via Eagle Services, aldus [gedaagde]. [gedaagde] heeft betwist dat Payroll bevoegd is openstaande facturen in rechte op [gedaagde] te verhalen. Volgens [gedaagde] is hij er door ondertekening van het inschrijfformulier slechts mee akkoord gegaan dat de facturen voor het werk van de schilders van Fontein door Payroll aan [gedaagde] zouden worden toegezonden. Dat [gedaagde] een deel van de facturen aan Payroll heeft betaald, betekent volgens [gedaagde] nog niet dat Payroll een vorderingsrecht jegens [gedaagde] heeft. Dit blijkt volgens [gedaagde] ook niet uit het door hem ondertekende inschrijfformulier.

4.3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Payroll onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat zij op grond van een overeenkomst tussen haar en [gedaagde] een zelfstandig vorderingsrecht heeft op [gedaagde]. Uit het inschrijfformulier, waarop Payroll, naar de rechtbank begrijpt, haar vorderingsrecht baseert, blijkt slechts dat Payroll optreedt als uitvoerder van de tussen inlener (in dit geval [gedaagde]) en bemiddelingsorganisatie (in dit geval Fontein zoals [gedaagde] stelt, dan wel Eagle Services zoals Payroll stelt) overeengekomen terbeschikkingstelling van personeel en dat zij de algehele financiële afhandeling hiervan verzorgt. Door ondertekening van het inschrijfformulier heeft [gedaagde] er slechts mee ingestemd dat Payroll de financiële afhandeling van de overeenkomst tussen hem en de bemiddelingsorganisatie zou verzorgen en zijn tussen Payroll en [gedaagde] afspraken gemaakt over de wijze van facturering en de betaaltermijn.

4.4. Met [gedaagde] is de rechtbank van oordeel dat de enkele omstandigheid dat Payroll en [gedaagde] zijn overeengekomen dat de financiële afhandeling van de overeenkomst tussen [gedaagde] en de bemiddelingsorganisatie zou worden verzorgd door Payroll, niet met zich brengt dat Payroll daarmee in de plaats van de bemiddelingsorganisatie (zoals Payroll stelt Eagle Services) is getreden en daarmee een zelfstandig vorderingsrecht heeft verkregen op [gedaagde]. Immers, op grond van artikel 3:94 lid 1 Burgerlijk Wetboek is voor de overdracht van een vorderingsrecht een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar door de vervreemder of verkrijger van het vorderingsrecht vereist. Niet gesteld of gebleken is dat een dergelijk akte is opgemaakt.

4.5. Dat Payroll op een andere wijze een vorderingsrecht op [gedaagde] heeft verkregen, bijvoorbeeld door rechtsopvolging of contractsoverneming is evenmin gesteld noch gebleken. Daarbij wordt nog overwogen dat Payroll de contractuele relatie tussen [gedaagde] en Eagle Services niet inzichtelijk heeft gemaakt, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Immers, Payroll stelt in de plaats te zijn getreden van Eagle Services en uit dien hoofde een vorderingsrecht op [gedaagde] te hebben. [gedaagde] heeft echter gemotiveerd aangevoerd dat hij nooit met Eagle Services heeft gesproken, en (derhalve) ook geen (bemiddelings)overeenkomst met Eagle Services heeft gesloten.

4.6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het verweer van [gedaagde] slaagt. De vordering van Payroll zal worden afgewezen. Payroll zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- vast recht 313,00
- salaris advocaat 768,00 (2,0 punten × tarief EUR 384,00)
Totaal EUR 1.081,00





5. De beslissing

De rechtbank

5.1. wijst de vorderingen af,

5.2. veroordeelt Payroll in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 1.081,00,

5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.





Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2010.?

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl