Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Burgerlijk wetboek - boek 7 - bijzondere overeenkomsten
artikel 1 - rechtspraak

LJN: BD9707, Rechtbank Rotterdam , 272347 / HA ZA 06-3090

Datum uitspraak: 06-08-2008
Rechtsgebied: Civiel overig
Inhoudsindicatie: totstandkoming overeenkomst; Haviltex-criterium





Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Zaak-/rolnummer: 272347 / HA ZA 06-3090

Uitspraak: 6 augustus 2008

VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MEVA B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
procureur mr. G.J. Houweling,
advocaat mr. M.P.V. den Engelsman te Bleiswijk,

- tegen -

[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur en advocaat mr. A.G.H.M. Ganzeboom te Capelle aan den IJssel.

Partijen worden hierna aangeduid als "Meva" respectievelijk "[gedaagde]".





1 Het verloop van het geding

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 19 oktober 2006 en de door Meva overgelegde producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 17 januari 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 25 april 2007.





2 De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast:

2.1 Op 24 februari 2006 heeft [gedaagde] aan Meva verkocht en geleverd een auto van het merk Smart model Fortwo Passion met [kenteken] (hierna: de Smart Fortwo).

2.2 Op 24 februari 2006 hebben [persoon] namens Meva en [gedaagde] een document genaamd “Offerte/Koopovereenkomst” ondertekend, waarvan de inhoud - voor zover rechtens relevant - luidt als volgt:

Uw smart adviseur: [persoon]
Bedrijf:
Naam: [gedaagde]
Adres: [adres]
Postcode: [postcode + woonplaats]


Offerte / Koopovereenkomst

De koper bestelt: Zakelijk Nieuw 2 jr. fabrieksgarantie BTW-auto
Type: roadster coupé BRABUS Xclusive 74 kW Tridion: zilver
Kleur: speed silver met. Kenteken: nieuw
Interieur: leather black
Automobielprijs € conform leasemaatschappij
Uitgaande van bestelling Roadster Coupe Xclusive nieuw
Auto wordt besteld via de werkgever en afgeleverd medi
oktober 2006 via smart Center Rotterdam

Prijs conform prijslijst en bruto facturatie.

Inkoop incl. korting € 11000,- margeregeling

Vooraf wordt de auto ingekocht voor € 8000,-
Het restantbedrag wordt betaald na aflevering Roadster
Inruil:
Merk: Fortwo Passion Kleur: zil/wt/gr, schadevrij
Type: audio, rcd, ss, lade Km.stand: 33000 km
Kenteken: [kenteken2] Bouwjaar/reg.dat.: 3 september 2004
Vermoedelijke leveringsdatum: inkoop per direct, levering Roadster in oktober
Overige opmerkingen: betaling € 8000,- bij inkoop, restant € 3000,- na aflevering Roadster aan R.D. [gedaagde]
Capelle a/d IJssel,

Datum: 24 februari 2006 De Koper: De smart adviseur:
(handtekening [gedaagde]) (handtekening Margraf) ”

2.3 De waarde van de onder 2.2 genoemde auto van het merk Smart model Roadster Coupé Xclusive (hierna: de Smart Roadster) bedraagt € 42.923,30 inclusief BTW.

2.4 Op 24 februari 2006 was [gedaagde] werkzaam als zelfstandig ondernemer en in onderhandeling met een bedrijf om aldaar in loondienst te treden. Deze onderhandelingen hebben niet geresulteerd in het aanvaarden van een dienstbetrekking door [gedaagde].





3 De vordering

3.1 De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair [gedaagde] te veroordelen om aan Meva te betalen € 43.623,30, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 42.923,30 vanaf 19 oktober 2006 tot de dag der voldoening, onder gehoudenheid van Meva om na betaling de Smart Roadster aan [gedaagde] ter beschikking te stellen, dan wel subsidiair [gedaagde] te veroordelen om aan Meva te betalen € 7.138,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 6.438,50 vanaf 7 oktober 2006 tot de dag der voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en het nasalaris.

3.2 Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Meva aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
- het onder 2.2 weergegeven document is een koopovereenkomst, waarbij Meva de Smart Roadster aan [gedaagde] heeft verkocht onder voorafgaande verkoop van [gedaagde] aan Meva van de Smart Fortwo;
- het was weliswaar de bedoeling van partijen dat de Smart Roadster zou worden gekentekend op naam van de (toekomstige) werkgever van [gedaagde] in verband met het kunnen verrekenen van BTW, maar de koopovereenkomst is niet tot stand gekomen met de werkgever maar met [gedaagde];
- [gedaagde] is gehouden de Smart Roadster onder betaling van de koopsom af te nemen;
- subsidiair wenst Meva de koopovereenkomst met [gedaagde] te ontbinden onder vergoeding van de door haar geleden schade ad € 6.438,50, zijnde 15 % van de koopprijs, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2006;
- Meva heeft aanspraak op door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten ad € 700,-.





4 Het verweer

4.1 Het verweer strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Meva in de kosten van het geding.

4.2 [gedaagde] heeft daartoe het volgende aangevoerd:
- betwist wordt dat tussen partijen een koopovereenkomst met betrekking tot de Smart Roadster tot stand is gekomen;
- tussen partijen is slechts een koopovereenkomst met betrekking tot de Smart Fortwo tot stand gekomen, waarbij [gedaagde] de Smart Fortwo aan Meva heeft verkocht voor € 8.000,- en waarbij partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] nog € 3.000,- extra voor de Smart Fortwo zou krijgen als zijn toekomstige werkgever de Smart Roadster voor hem bij Meva zou bestellen;
- betwist wordt dat Meva schade heeft geleden, aangezien zij de Smart Fortwo voor een hogere prijs heeft doorverkocht.





5 De beoordeling

5.1 Tussen partijen is in geschil of tussen hen een koopovereenkomst met betrekking tot de aankoop door [gedaagde] van de Smart Roadster tot stand is gekomen. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Het antwoord op de vraag of tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen is afhankelijk van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten afleiden.

5.2 Meva heeft aangevoerd dat partijen op 24 februari 2006 de koop van de Smart Roadster door Meva aan [gedaagde] zijn overeengekomen, waarbij partijen voorts zijn overeengekomen dat [gedaagde] voor de door hem ingeruilde Smart Fortwo € 11.000,- zou ontvangen. Meva heeft ter onderbouwing van haar stellingen verwezen naar de onder 2.2 omschreven “Offerte/Koopovereenkomst”. [gedaagde] heeft tot zijn verweer aangevoerd dat op 24 februari 2006 slechts de verkoop van de Smart Fortwo tot stand is gekomen. Volgens [gedaagde] hebben partijen slechts afgesproken dat [gedaagde] € 3.000,-- extra zou ontvangen voor de verkoop van de Smart Fortwo, indien zijn toekomstige werkgever bij Meva de Smart Roadster zou bestellen.

5.3 De rechtbank acht op grond van de inhoud van de door partijen ondertekende “Offerte/Koopovereenkomst” voorshands, behoudens tegenbewijs, bewezen dat tussen hen een koopovereenkomst ten aanzien van de Smart Roadster tot stand is gekomen. De rechtbank komt tot deze conclusie op basis van de volgende omstandigheden. In de eerste plaats is door [gedaagde] niet betwist dat hij als “De Koper” zijn handtekening heeft geplaatst onder de “Offerte/Koopovereenkomst”. Voorts vermeldt de “Offerte/Koopovereenkomst” dat de koper zakelijk een nieuwe BTW-auto bestelt van het type Roadster coupé BRABUS Xclusive, dat de prijs wordt bepaald “conform prijslijst en bruto facturatie” en dat de Roadster zal worden afgeleverd medio oktober 2006. Tenslotte kan uit de inhoud van de “Offerte/Koopovereenkomst” worden afgeleid dat de inkoopprijs van de Smart Fortwo € 11.000,- bedraagt ,waarbij € 8.000,- direct aan [gedaagde] is voldaan en € 3.000,- zal worden voldaan bij aflevering van de Smart Roadster. De rechtbank kan, gelet op deze omstandigheden, [gedaagde] niet volgen in zijn verweer dat de “Offerte/Koopovereenkomst” niet voldoet aan de vereiste essentialia voor het aannemen van een koopovereenkomst.

5.4 Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde], en het door hem gedane bewijsaanbod, zal de rechtbank [gedaagde] toelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat tussen partijen op 24 februari 2006 een koopovereenkomst met betrekking tot de aankoop door [gedaagde] van de Smart Roadster tot stand is gekomen.

5.5 Mocht [gedaagde] niet slagen in het leveren van tegenbewijs, dan is de primaire vordering van Meva toewijsbaar, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Meva heeft immers geen stukken in het geding gebracht waaruit kan blijken dat zij dergelijke kosten heeft gemaakt, zodat haar vordering op dit punt niet toewijsbaar is.

5.6 De rechtbank zal in afwachting van de bewijslevering iedere verdere beslissing aanhouden.





6 De beslissing

De rechtbank,

alvorens verder te beslissen,

laat [gedaagde] toe tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat tussen partijen op 24 februari 2006 een koopovereenkomst met betrekking tot de aankoop door [gedaagde] van de Smart Roadster tot stand is gekomen;

bepaalt dat indien [gedaagde] dit bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, deze zullen worden gehoord in het gebouw van deze rechtbank voor de rechter mr. F. Aukema-Hartog;

bepaalt dat de procureur van [gedaagde] binnen twee weken na vonnisdatum aan de rechtbank - sector civiel recht, afdeling planningsadministratie, kamer E 12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam - opgave moet doen van de voor te brengen getuigen en de verhinderdata van de betrokkenen aan zijn zijde in de maanden oktober tot en met december 2008 en dat de procureur van Meva binnen dezelfde periode opgave moet doen van de verhinderdata van de betrokkenen aan haar zijde in dezelfde periode, waarna dag en uur van de verhoren zullen worden bepaald;

bepaalt dat het aan de hand van de opgaven vastgestelde tijdstip, behoudens dringende redenen, niet zal worden gewijzigd.





Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog.

Uitgesproken in het openbaar.
548

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl