Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Burgerlijk wetboek - boek 7 - bijzondere overeenkomsten
artikel 274 - rechtspraak

Onderwerp: BEËINDIGINGSGRONDEN

Datum uitspraak: 08-07-2009
Rechtsgebied: Civiel overig
Inhoudsindicatie: Burgelijk Wetboek (Boek 7) Bijzondere overeenkomsten Huur (titel 4) Toetsing ex artikel 7:274 BW Beëindigingsgronden. Dit artikel houdt het "hart" in van de huurbescherming ten gunste van de huurder van woonruimte: de limitatieve en beperkte gronden waarop verhuurder kan opzeggen, en waarop de rechter een beëindigingsvordering kan toewijzen. Vanwege het ontbreken van de vereiste dringendheid wordt de vordering van eiser (verhuurder) op grond van artikel 7:274, lid 1 sub c BW afgewezen. Ten overvloede merkt de kantonrechter op, dat in geval van belangenafweging de belangen van huurder (gedaagde) bij voortzetting van de huur zwaarder zouden hebben gewogen dan de belangen aan de zijde van eiser. Ten slotte stelt de kantonrechter nog vast, dat eiser ook op geen enkele wijze heeft aangetoond, dat andere passende woonruimte voor gedaagde beschikbaar is. Vordering betreffende water- en gasverbruik wordt wel toegewezen op grond van ongerechtvaardigde verrijking aan de zijde van huurder.



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De kantonrechter overweegt hieromtrent het navolgende. Op grond van artikel 7:274, lid 1 onder c BW moet de verhuurder het verhuurde zo dringend nodig hebben dat van hem, gelet op de belangen van beide partijen, niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd. Op het punt van “dringendheid” is formeel sprake van twee eisen. In de eerste plaats moet verhuurder aannemelijk maken dat hij het verhuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Als de verhuurder dit aannemelijk heeft gemaakt, moet vervolgens worden nagegaan of zijn behoefte zo dringend is, dat van hem “de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking genomen”, niet kan worden gevergd dat de huur-overeenkomst wordt verlengd. Alle omstandigheden van het concrete geval dienen in deze belangenafweging te worden meegewogen. Ten slotte is voor een geslaagd beroep op genoemd artikel nog vereist dat blijkt dat de huurder andere passende woonruimte kan verkrijgen.


Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl