Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN2412, Rechtbank Haarlem , 160415 / HA ZA 09-1149

Datum uitspraak: 07-07-2010
Inhoudsindicatie: Beroepsaansprakelijkheid notaris. Notaris is door het opnemen van een nietig beding in de akte partnerschapsvoorwaarden toerekenbaar tekortgeschoten in de verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht. Notaris wordt bewijs opgedragen van zijn (als bevrijdend verweer aangemerkt) ingenomen stelling dat hij betrokkene voorafgaand aan het passeren van de akte op de nietigheid van het beding heeft gewezen, maar dat betrokkene niettemin dit beding in de akte opgenomen wenste te zien.





Uitspraak

vonnis

RECHTBANK HAARLEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 160415 / HA ZA 09-1149

Vonnis van 7 juli 2010

in de zaak van

[Eiser],
wonende te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer,
eiser,
advocaat mr. S.C. de Lange te Hoofddorp,

tegen

[Gedaagde],
wonende te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
advocaat mr. M.W.E. Lohman te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiser] en de notaris genoemd worden.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 november 2009;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 maart 2010.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.





2. De feiten

2.1. Eind 1998 hebben [eiser] en [A], die een affectieve relatie hadden, zich gewend tot gedaagde, notaris te Haarlemmermeer, waarna een of meer besprekingen ten kantore van de notaris hebben plaatsgehad.

2.2. De notaris heeft daarop een concept-akte van geregistreerd partnerschapsvoorwaarden opgesteld, alsmede concept-testamenten voor [eiser] en [A]. In de concept-akte van geregistreerd partnerschapsvoorwaarden is onder meer het volgende opgenomen:
“Algehele uitsluiting
Artikel 1
De partners sluiten elke gemeenschap van goederen tussen hen uit.
(…)
Pensioen
Artikel 8
Indien het registreerd partnerschap wordt beëindigd of ontbonden, zullen de door de partners opgebouwde pensioenaanspraken niet worden verevend.”

2.3. De akte van geregistreerd partnerschapsvoorwaarden (hierna: partnerschapsvoorwaarden) is op 24 december 1998 verleden.
In de partnerschapsvoorwaarden is onder meer het volgende opgenomen:
Algehele uitsluiting
Artikel 1
De partners sluiten elke gemeenschap van goederen tussen hen uit.
(…)
Pensioen/Alimentatie
Artikel 8
Indien het registreerd partnerschap wordt beëindigd of ontbonden, zullen de door de partners opgebouwde pensioenaanspraken niet worden verevend.
Partners doen voorts nu voor alsdan over en weer afstand van iedere aanspraak op alimentatie jegens elkaar.”

2.4. Bij testament van 24 december 1998 heeft [eiser] tot zijn enige erfgenamen benoemd: voor het hun toekomend wettelijk erfdeel zijn twee uit een eerdere relatie geboren kinderen of legitieme portie en voor het overige gedeelte [A].

2.5. Het partnerschap van [eiser] en [A] is op 30 december 1998 te Hoofddorp geregistreerd.

2.6. De samenleving tussen [eiser] en [A] is eind 2006 geëindigd. Bij beschikking voorlopige voorziening van 16 december 2008 is door de rechtbank bepaald dat [eiser] een bijdrage in het levensonderhoud van [A] aan haar moet voldoen van € 2.200,-- per maand tot 1 maart 2009 en van € 2.900,-- per maand vanaf 1 maart 2009.
Bij beschikking van 13 oktober 2009 is het geregistreerd partnerschap ontbonden en bepaald dat [eiser] met ingang van de datum van inschrijving van de beschikking aan [A] een uitkering tot haar levensonderhoud moet voldoen van € 3.578,-- per maand.





3. Het geschil

3.1. [eiser] vordert samengevat -, uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht dat de notaris toerekenbaar tekort is geschoten en veroordeling van de notaris tot vergoeding van de schade van [eiser], nader op te maken bij staat, kosten rechtens.

3.2. De notaris voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.





4. De beoordeling

4.1. [eiser] stelt dat de notaris is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de met [eiser] gesloten overeenkomst van opdracht. Daartoe voert [eiser] aan dat hij destijds aan de notaris met het oog op zijn samenleving met [A] heeft verzocht een regeling te ontwerpen, waarbij [A] van [eiser] zou erven, en waarbij, wanneer partijen uit elkaar zouden gaan, een boedelscheiding en aanspraak op alimentatie zouden worden voorkomen. [eiser] stelt daarbij expliciet te hebben gemeld dat hij eerder een echtscheiding had meegemaakt en dat hij niet nogmaals in een conflict over alimentatie wilde geraken. De notaris heeft aan [eiser] en [A] de combinatie van een geregistreerd partnerschap en testamenten voorgesteld, waarmee [eiser] en [A] hebben ingestemd. [eiser] is er, op grond van de door de notaris in artikel 8, tweede volzin, van de partnerschapsvoorwaarden opgenomen bepaling, vanuit gegaan dat [A] jegens hem geen alimentatieaanspraak geldend zou kunnen maken, indien het partnerschap zou worden beëindigd of ontbonden. Achteraf is [eiser] gebleken dat meergenoemde bepaling nietig is en dat hij zich tegen een alimentatieaanspraak van [A] niet kon verweren door zich te beroepen op deze bepaling. De notaris heeft [eiser] ondeugdelijk geadviseerd en hem niet gewezen op de juridische gevolgen van het opnemen van het (naar achteraf bleek: nietige) beding in de partnerschapsvoorwaarden. De notaris is daarmee toerekenbaar tekort geschoten in zijn verplichtingen jegens [eiser]. Wanneer de notaris hem had verteld dat het beding in de partnerschapsvoorwaarden nietig was, dan was [eiser] de partnerschapsvoorwaarden niet overeengekomen en was hij het geregistreerde partnerschap niet aangegaan. De notaris dient dan ook de schade die [eiser] door de toerekenbare tekortkoming heeft geleden aan hem te vergoeden, aldus [eiser].

4.2. De notaris heeft aangevoerd dat [eiser] en [A] hem hebben gevraagd een regeling op te stellen op grond waarvan de langstlevende partij fiscaal gunstig zou erven. [eiser] en [A] hebben daarbij tevens aangegeven bij beëindiging van hun relatie een boedelscheiding te willen voorkomen. De notaris stelt dat hij met [eiser] en [A] uitgebreid alle mogelijke opties, inclusief de aan de verschillende opties verbonden voor- en nadelen (waaronder het wel of niet bestaan van een alimentatieverplichting) heeft besproken. [eiser] en [A] hebben nadrukkelijk voor het geregistreerd partnerschap gekozen, gelet op de hieraan verbonden fiscaal gunstige regeling voor de langstlevende. Tijdens de bespreking van de concept-akte partnerschapsvoorwaarden hebben [eiser] en [A] laten weten dat zij aanvullend met elkaar wensten af te spreken dat zij over en weer, na beëindiging van de relatie geen aanspraak zouden maken op alimentatie. [eiser] heeft verteld op dit vlak slechte ervaringen te hebben opgedaan met zijn ex-echtgenote. Ter invulling van de wens van [eiser] en [A] heeft de notaris een laatste zin aan artikel 8 van de concept-akte toegevoegd. Daarbij heeft de notaris aan [eiser] en [A] uitgelegd dat hier sprake is van een nietige bepaling en dat deze bepaling slechts een juridisch niet afdwingbare belofte inhield. [eiser] en [A] wensten echter de concept-akte op deze wijze gewijzigd te zien. Nu de ontworpen regeling in overeenstemming was met de wens van [eiser] en [A] en de notaris hen op de juridische consequenties daarvan heeft gewezen, is er geen sprake van een toerekenbare tekortkoming aan zijn kant, aldus de notaris.

4.3. Uitgangspunt bij de beoordeling van de vordering door de rechtbank is dat een notaris toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van een overeenkomst van opdracht, indien hij niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend notaris in vergelijkbare gevallen mag worden verwacht. Daarbij geldt dat op de notaris in zijn hoedanigheid, uit hoofde van zijn taak bij het verlijden van een akte, een zwaarwegende zorgplicht rust ter zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen welke zijn beoogd met de in die akte opgenomen rechtshandelingen.

4.4. In het onderhavige geval heeft de notaris welbewust een nietig beding in de partnerschapsvoorwaarden opgenomen. Dit beding betrof een onderwerp dat tussen de notaris en [eiser] uitdrukkelijk aan de orde is geweest en ten aanzien waarvan [eiser] een specifieke voorkeur aan de notaris had kenbaar gemaakt.
In het onderhavige geval is immers niet in geschil dat [eiser] voorafgaand aan het passeren van de partnerschapsvoorwaarden tegen de notaris heeft gezegd dat hij een alimentieverplichting na beëindiging van zijn relatie met [A] wilde voorkomen. Ook ter comparitie is zulks door de notaris erkend. Voorts staat vast dat de notaris in reactie op deze verklaring van [eiser] de tweede volzin aan artikel 8 van de partnerschapsvoorwaarden heeft toegevoegd. Tevens staat vast dat dit opgenomen beding nietig is op grond van artikel 1:400, tweede lid, BW, en dat de notaris daarmee bij het opstellen van de partnerschapsvoorwaarden bekend was.

4.5. Deelnemers aan het rechtsverkeer moeten erop kunnen vertrouwen dat de door een notaris in een (authentieke) akte opgenomen rechtshandeling zonder materieel gebrek tot stand is gekomen en niet bloot staat aan nietigheid of vernietigbaarheid. Dit geldt naar het oordeel van de rechtbank temeer ten aanzien van een beding dat in een gesprek tussen de notaris en opdrachtgever uitdrukkelijk aan de orde is geweest.
Nu de notaris, ondanks het feit dat hij op de hoogte was van nietigheid, het betreffende beding in de akte heeft opgenomen, staat daarmee naar het oordeel van de rechtbank in beginsel ook vast dat de notaris toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht met [eiser].
Of de notaris aan [eiser] de juridische gevolgen van het aangaan van een geregistreerd partnerschap, waaronder de onderhouds- en alimentatieverplichting jegens de partner, heeft uitgelegd (zoals de notaris stelt en [eiser] betwist) doet aan het voorgaande niet af. Immers, juist wanneer de notaris [eiser] heeft voorgelicht over de uit het geregistreerd partnerschap voortvloeiende alimentatieplicht, ligt het nog minder voor de hand - gelet op de door [eiser] uitgesproken wens alimentatieplicht te voorkomen - een beding in de akte op te nemen dat - als het erop aankomt - alimentatieplicht voor [eiser] niet voorkomt.

4.6. De notaris heeft ten verwere aangevoerd dat hij voorafgaand aan het passeren van de akte partnerschapsvoorwaarden aan [eiser] heeft meegedeeld dat het in de tweede volzin van artikel 8 opgenomen beding nietig is, maar dat [eiser] niettemin het beding in de partnerschapsvoorwaarden opgenomen wenste te zien. Van dit verweer, dat moet worden aangemerkt als een zogenoemd bevrijdend verweer, draagt de notaris de bewijslast. De notaris heeft bewijs van deze stelling aangeboden. De rechtbank zal hem daarom het bewijs opdragen.

4.7. Wanneer de notaris in het hem opgedragen bewijs slaagt, dan kan niet langer worden geoordeeld dat hij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de opdrachtovereenkomst. De vorderingen van [eiser] zullen in dat geval worden afgewezen.

4.8. Wanneer de notaris niet slaagt in het hem opgedragen bewijs, dan staat daarmee de toerekenbare tekortkoming vast. De notaris dient dan de schade die [eiser] dientengevolge heeft geleden daarom aan hem te vergoeden.

4.9. Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen ten minste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.

4.10. Partijen moeten er op voorbereid zijn dat de rechtbank op een zitting bepaald voor de getuigenverhoren een mondeling tussenvonnis kan wijzen waarbij een verschijning van partijen op diezelfde zitting wordt bevolen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Zij moeten daarom in persoon op de getuigenverhoren verschijnen.

4.11. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.





5. De beslissing

De rechtbank

5.1. draagt de notaris op te bewijzen dat hij voorafgaand aan het passeren van de akte partnerschapsvoorwaarden aan [eiser] heeft meegedeeld dat het in de tweede volzin van artikel 8 opgenomen beding nietig is, en dat [eiser] niettemin het beding in de partnerschapsvoorwaarden opgenomen wenste te zien,

5.2. bepaalt dat de notaris, indien hij getuigen wil laten horen, binnen twee weken na de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank ter attentie van de zittingsadministratie handel van de sector civiel - de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op maandagen, dinsdagen, woensdagen en vrijdagen in de maanden augustus tot en met oktober 2010 moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,

5.3. bepaalt dat dit getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. E. Jochem in het gerechtsgebouw te Haarlem aan de Jansstraat 81,

5.4. bepaalt dat de notaris, indien hij het bewijs niet door getuigen wil leveren maar uitsluitend door overlegging van bewijsstukken en / of door een ander bewijsmiddel, hij dit binnen twee weken na de datum van deze uitspraak schriftelijk aan de rechtbank ter attentie van de zittingsadministratie handel van de sector civiel - en aan de wederpartij moet opgeven,

5.5. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,

5.6. houdt iedere verdere beslissing aan.





Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2010.?

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl