Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BM8675, Rechtbank Zutphen , 107570 / HA ZA 09-1388

Datum uitspraak: 02-06-2010
Inhoudsindicatie: Verzekeringszaak. Verbruggingsregeling. Te weinig gesteld om de conclusie te rechtvaardigen dat het maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de akte van taxatie maatgevend te laten zijn voor het uit te keren bedrag.





Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 107570 / HA ZA 09-1388


Vonnis van 2 juni 2010

in de zaak van

[eiser],
wonende te [plaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.A.M. van de Sande te Rotterdam,

tegen

de onderlinge waarborgmaatschappij
ONDERLINGE WAARBORG MAATSCHAPPIJ ACHTERHOEK U.A.,
gevestigd te Aalten,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.G.M.J. van Kreij te Groenlo.


Partijen zullen hierna [eiser] en OWM Achterhoek worden genoemd.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 februari 2010
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie
- het proces-verbaal van comparitie van 22 april 2010.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.





2. De feiten

2.1. Op 7 mei 2006 is een boerderijgebouw, dat bestaat uit een woning met aangebouwde schuur, van [eiser] door brand verloren gegaan.

2.2. [eiser] is bij OWM Achterhoek voor dit gebouw verzekerd tegen brandschade. Op het polisblad staan dertien objecten genoemd. De eerste drie objecten worden aangeduid als “Boerderijgebouw”, “Kapschuur” en “Ligboxenstal incl. tank en installatie”. In het polisblad is verwezen naar de Algemene Voorwaarden AV/2002. Het boerderijgebouw is verzekerd voor € 303.300,--, de kapschuur is verzekerd voor € 63.950,-- en de ligboxenstal inclusief tank en installaties is verzekerd voor € 387.200,--.

2.3. In de Algemene voorwaarden voor brand- en aanverwante verzekeringen AV/2002 (productie II van [eiser]) staat:

“(…) Schaderegeling
Art. 5
1. De omvang van de schade wordt vastgesteld door twee taxateurs - de maatschappij en de verzekeringnemer benoemen elk een taxateur -, tenzij vaststelling door één taxateur wordt overeengekomen.
2. (…)
3. De twee taxateurs benoemen tezamen een derde taxateur, die - ingeval van verschil – binnen de grenzen van de beide taxateurs de bindende vaststelling zal verrichten, na de beide taxateurs te hebben gehoord.
(…)
Vaststelling van de schade
Art. 6
(…)
9. Herziening van de taxatie vindt plaats indien er rekenfouten zijn gemaakt, indien onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien in kleinere omvang wordt herbouwd of vervangen.
(…)
Schadevergoeding
Art. 7
1. De schadevergoeding is gelijk aan de door de taxateurs vastgestelde schade, met inachtneming van de van toepassing zijnde maxima en van eventuele eigen risicobedragen.
2. (…)
3. Indien sommige objecten te laag en andere te hoog verzekerd zijn, volgens dezelfde condities en op hetzelfde risicoadres, zullen de overschotten ten goede komen aan de te laag verzekerde objecten, waarbij zonodig rekening wordt gehouden met de respectievelijke premienoteringen. (…)”.

2.4. In een akte benoeming van experts (productie III van [eiser]) van 16 mei 2006 hebben [eiser] en OWM Achterhoek twee experts benoemd. Coolen Expertise B.V. is benoemd als expert van verzekerde en Lengkeek Expertises is benoemd als experts van de verzekeraar. In de akte staat voorts:

“(…) 1. Als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade overeenkomstig de polis en de daarin vermelde waardegrondslagen zal gelden een taxatie gemaakt door ondergetekende experts, waarvan verzekerde en verzekeraars er ieder één heeft benoemd en die als blijk van aanvaarding van hun benoeming deze akte mede ondertekenen.
Als derde expert, die bij gebrek aan overeenstemming de grootte van de schade binnen de grenzen van de beide taxaties heeft te taxeren, wordt benoemd:
voor de opstal : A.B. van der Velde
voor de inventaris : J. Florijn
2. De experts zullen in de taxatie de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk vóór en na het voorval vermelden, alsmede de herstelkosten onmiddellijk na het voorval van die zaken die voor herstel vatbaar zijn.
De experts zullen tevens het door hen gehanteerde waardebegrip vermelden. Voorts zullen in de taxatie eventuele bijkomende kosten afzonderlijk en gespecificeerd worden vermeld.
3. De experts zullen oorzaak en toedracht van de schade beschrijven alsmede of en zo ja welke andere verzekeringen er op de verzekerde zaken zijn.
4. (…)”.

2.5. In een door Lengkeek Expertises en Coolen Expertise B.V. opgestelde akte van taxatie van 6 juli 2006 (productie IV van [eiser]) staat:

“Ondergetekenden Lengkeek Expertises
optredend als expert voor de verzekeraars
en tevens Coolen Expertise B.V.
optredend als expert voor de verzekerde
hiertoe benoemd bij akte d.d. 16 mei 2006
ter taxatie van de grootte van de schade ontstaan op: 7 mei 2006
als gevolg van : brand
verzekerde : [eiser]
schade-adres : [adres, plaats]
Polisnummer : [polisnummer]
verklaren de volgende bedragen te hebben getaxeerd:
Soort zaak: Opstal (object 1)
Op basis van herbouwwaarde:
Waarde voor het evenement, minimaal € 330.300,00
Waarde na het evenement € nihil
Verschil/schadebedrag inclusief BTW € 330.300,00

Bovengenoemd schadebedrag (€ 330.300,00) is vastgesteld op basis van de volgens uw opgave door de heer [eiser] aan u verstrekte informatie over voorgenomen herbouw. Indien herbouw, conform de van toepassing zijnde polisvoorwaarden AV/2002, niet plaats vindt, zal de schade alsnog worden afgewikkeld op basis van verminderde verkoopwaarde, een en ander overeenkomstig de van toepassing zijnde polisvoorwaarden AV/2002.
Opruimkosten:
• conform offerte Bergevoet d.d. 10 mei 2006: € 23.145,50
• in mindering door Interpolis opgenomen opruimingskosten: € 700,00
Ten laste van de bij OWM Achterhoek afgesloten polis € 22.445,50 Gehanteerde waardebegrippen: herbouwwaarde
Opmerkingen ten aanzien van de BTW: inclusief, niet verrekenbaar
Andere op de verzekerde zaken van toepassing zijnde verzekeringen: geen
De taxatie is geschied onder uitdrukkelijk voorbehoud van de rechten, die de betrokken verzekeraar(s) kan (kunnen) ontlenen aan de in de polis gestelde voorwaarden. Deze akte van taxatie is geen vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 e.v. B.W. (…)”.

2.6. Agrinbo Holland B.V. heeft op 5 oktober 2007 een offerte uitgebracht aan [eiser] en zijn echtgenote voor het “vernieuwen bovenbouw rundveestal en nieuwbouw kapschuur”. In deze offerte staat:

“Het verkoopbedrag van 204074 euro is opgesplitst.
De bovenbouw van de stal voor een verkoopbedrag van: 165578 EURO
De kapschuur voor een verkoopbedrag van : 36996 EURO
NB: Het totaalbedrag is verminderd door het weglaten van de poeren van de kapschuur. (…)”.

2.7. Op 5 februari 2008 heeft M.T. Baustoffe GmbH een offerte uitgebracht aan [eiser] en zijn echtgenote voor de nieuwbouw van een woonhuis. In deze offerte is een bouwsom van € 396.642,90 genoemd.

2.8. In een rapport van Lengkeek Expertises van 27 juli 2006 met als opschrift “DEFINITIEF EXPERTISERAPPORT”, dat is gericht aan OWM Achterhoek (productie 2 van OWM Achterhoek) staat:

“(…) OMVANG VAN DE SCHADE
Het gebouw ging geheel verloren en de hierin aanwezige roerende zaken zijn volledig ten prooi gevallen aan het vuur. Verder ging al het hooi en stro verloren.
CONTRA EXPERT
Door uw verzekerde is Coolen Expertise B.V. te ’s Hertogenbosch als eigen deskundige benoemd. In de bijlagen treft u de akte van benoeming van experts aan (…).
WAARDEGRONDSLAG
De schade aan de opstal hebben wij vastgesteld op de basis van de herbouwwaarde. Verzekerde is voornemens te gaan herbouwen. (…).
(…)
SCHADEBEDRAG
In overleg met de expert van de verzekerde hebben wij de schade aan de opstal, landbouwinventaris alsmede hooi, stro en opruimingskosten begroot en vastgesteld als volgt.
Opstal, op basis van herbouwwaarde: € 330.300,00
(…)
De door de experts getekende akten van taxatie treft u hierbij aan (…). (…)
VERZEKERDE SOM(MEN)
De verzekerde sommen met betrekking tot de landbouwinventaris en landbouwgewassen bleken niet voldoende te zijn. De waarden voor het evenement bepaalden wij op € 11.000,00 respectievelijk € 3.425,00. De overige verzekerde sommen achten wij als zijnde toereikend.
(…)
OPMERKINGEN
(…)Wij ontvingen van Coolen Expertise B.V. een drietal facturen met een specificatie van de bestede uren. (…) Met betrekking tot de kosten voor de contra-expertise, en met name voor wat betreft de werkzaamheden met betrekking tot het vaststellen van de schade aan de opstal, hebben wij de volgende opmerking.Coolen Expertise B.V. declareert voor het maken van de calculatie door de calculatieafdeling 41 uur a € 125,00 per uur. Deze calculatie heeft geen enkele toegevoegde waarde gehad daar wij op 16 mei jl. schriftelijk aan Coolen Expertise B.V. hebben aangeboden om de hoogte van het schadebedrag te fixeren op de vastgestelde verzekerde som. (…)”.





3. De vordering in conventie

3.1. [eiser] vordert dat de rechtbank OWM Achterhoek bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [eiser] een bedrag ad € 156.851,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2008 subsidiair vanaf 27 oktober 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, voorts met veroordeling van OWM Achterhoek in de kosten van dit geding.

3.2. [eiser] legt aan zijn vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, de navolgende stellingen ten grondslag.

De werkelijke waarde van het afgebrande boerderijgebouw was ruim € 520.000,--, zodat dit gebouw onderverzekerd was. De kapschuur en de ligboxenstal inclusief tank en installaties (hierna: de ligboxenstal) zijn oververzekerd voor een bedrag van € 26.954,-- respectievelijk € 127.055,--. Op grond van artikel 7 van de polisvoorwaarden dient OWM Achterhoek het met oververzekering gemoeide bedrag van € 154.009,-- uit te keren aan [eiser], vermeerderd met een bedrag van € 2.842,-- aan buitengerechtelijke kosten. OWM Achterhoek had [eiser] moeten waarschuwen dat sprake was van onderverzekering.





4. Het verweer in conventie

4.1. OWM Achterhoek concludeert dat de rechtbank [eiser] bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering, althans hem deze zal ontzeggen, en subsidiair, in het geval de rechtbank mocht oordelen dat verbrugging aan de orde is, zal bepalen dat de wijze van verbrugging zoals door [eiser] gesteld, onjuist is, met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding, met inbegrip van het nasalaris, te berekenen volgens het liquidatietarief, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag.

4.2. OWM Achterhoek voert de navolgende verweren aan.

De experts Lengkeek Expertises (hierna: Lengkeek) en Coolen Expertise B.V. (Coolen) hebben de (on)mogelijkheid van verbrugging in aanmerking genomen en hebben geconcludeerd dat verbrugging niet mogelijk was. [eiser] heeft zich verbonden aan het oordeel van de experts en kan niet meer verzoeken om afwijking van hetgeen door de experts is bepaald. Gezien het bepaalde in artikelen 6:89 juncto 6:248 BW heeft [eiser] zijn recht verwerkt om een aanvullende vergoeding te vorderen. Geen van de situaties als bedoeld in artikel 6 lid 9 van de polisvoorwaarden doen zich voor. Voorts kan een willekeurige offerte van een aannemer geen basis voor waardevaststelling geven. [eiser] is gebonden aan de akte benoeming van experts voor het waarderen van de verschillende zaken. Het is in de branche gebruikelijk dat wordt gewaardeerd aan de hand van zogeheten Taxatieboekjes. De uitkomst van taxatie aan de hand van deze boekjes ontlopen de verzekerde bedragen niet veel. OWM Achterhoek heeft [eiser] wel degelijk tegen onderverzekering gewaarschuwd. [eiser] heeft geen buitengerechtelijke kosten gemaakt, zodat deze niet kunnen worden toegewezen.





5. De vordering in voorwaardelijke reconventie

5.1. Indien en voor zover de rechtbank oordeelt dat verbrugging mogelijk is, vordert OWM Achterhoek dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair zal bepalen dat de in de akte benoeming van experts genoemde taxateurs uitsluitend bevoegd zijn de schade en de uit te keren bedragen vast te stellen;
II. subsidiair zal bepalen dat de schade en de uit te keren bedragen door een door de rechtbank te benoemen deskundige zullen worden vastgesteld;
III. zowel primair als subsidiair dat de kosten van de taxateurs c.q. deskundigen voor rekening komen van de partij die door de taxateurs c.q. deskundigen in het ongelijk wordt gesteld, met veroordeling van [eiser] in het voldoen van een eventuele waarborgsom,
met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding, met inbegrip van het nasalaris, te berekenen volgens het liquidatietarief, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag.

5.2. OWM Achterhoek legt aan de eis in reconventie dezelfde stellingen ten grondslag als in conventie.





6. Het verweer in voorwaardelijke reconventie

6.1. [eiser] concludeert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad. De vorderingen van OWM Achterhoek zal afwijzen, met haar veroordeling in de proceskosten.

6.2. [eiser] voert de navolgende verweren aan.

Het rapport van Lengkeek van 27 juli 2006 is niet het definitieve schaderapport, maar is een eenzijdig rapport dat in strijd is met de eerdere akte van taxatie. Dat de experts zouden hebben gemeend dat verbrugging niet mogelijk zou zijn, is onjuist.





7. De beoordeling

in conventie

7.1. Vooropgesteld zij dat partijen het erover eens zijn dat de in artikel 7 lid 3 van de polisvoorwaarden verwoorde verbruggingsregeling zo moet worden begrepen dat eventuele overschotten die zijn gemoeid met oververzekering van de kapschuur en de ligboxenstal ten goede zouden moeten komen aan het boerderijgebouw wanneer dat gebouw te laag is verzekerd, ook wanneer ten aanzien van de kapschuur en de ligboxenstal geen sprake is van schade.

7.2. Mede gezien hetgeen ter comparitie naar voren is gebracht, zijn partijen het er bovendien over eens dat de door OWM Achterhoek naar aanleiding van de brand uit te keren schadevergoeding moest worden vastgesteld door middel van een deskundigentaxatie, waarbij de deskundigen rekening moesten houden met de verbruggingsregeling zoals die partijen voor ogen staat.

7.3. Indien een verzekeraar en een verzekerde zijn overeengekomen dat zij zich binden aan een door derden - in opdracht van partijen - te geven beslissing, dan kunnen alleen ernstige gebreken in die beslissing gebondenheid eraan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken in de zin artikel 6:248 lid 2 en artikel 7:904 lid 1 BW. In deze zin ook HR 12 september 1997, NJ 1998, 382 en HR 27 september 2002, LJN AE4360.

7.4. In artikel 1 van de akte benoeming van experts (zie hiervoor onder 2.4) staat dat een derde expert - binnen de grenzen van de taxaties van de experts van de verzekeraar en de verzekerde - de doorslag geeft wanneer de twee experts er niet in slagen tot overeenstemming te komen. Uit de omstandigheid dat in de akte van taxatie van 6 juli 2006 (zie hiervoor onder 2.5) van een dergelijke derde expert geen sprake is, concludeert de rechtbank dat Lengkeek en Coolen ten aanzien van de schadevaststelling geen verschil van inzicht hadden. De omstandigheid dat het schadebedrag in de akte van taxatie is vastgesteld op € 330.300,--, wijst in de richting dat de experts van de verzekeraar en de verzekerde het erover eens waren dat dit bedrag aan [eiser] diende te worden uitgekeerd.

7.5. Gelet op dit alles, ligt het op de weg van [eiser] feiten en omstandigheden te stellen die de verstrekkende gevolgtrekking rechtvaardigen dat sprake is van ernstige gebreken aan de akte van taxatie die het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken om deze akte maatgevend te laten zijn voor het aan [eiser] uit te keren bedrag.

7.6. [eiser] heeft gesteld dat uit de akte van taxatie niet blijkt dat is onderzocht of de kapschuur en de ligboxenstal zijn oververzekerd en dat de offertes van aannemers die hij als producties VI en VII in het geding heeft gebracht - en die dateren van na de akte van taxatie - in de richting wijzen dat de kapschuur en de ligboxenstal oververzekerd zijn. Dat is echter onvoldoende om te kunnen spreken van een ernstig gebrek in de hier bedoelde zin. [eiser] had zijn stellingen op zijn minst moeten onderbouwen aan de hand van een rapport van een taxateur en had bovendien bij zijn eigen expert Coolen moeten nagaan wat de gang van zaken is geweest. De offertes van aannemers die [eiser] heeft overgelegd, kunnen niet aan een taxatie worden gelijkgesteld. Nu OWM Achterhoek aan de hand van het Taxatieboekje (Her)bouwkosten agrarische gebouwen 2006 en het Taxatieboekje (Her)bouwkosten woningen 2006 gemotiveerd heeft betoogd dat de berekeningen van [eiser] niet kunnen worden gevolgd, had het bovendien op de weg van [eiser] gelegen zijn berekeningen nader te onderbouwen, hetgeen hij niet heeft gedaan.

7.7. De vordering van [eiser] zal worden afgewezen.

7.8. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van OWM Achterhoek worden begroot op:
- vast recht € 3.450,00
- salaris advocaat € 2.842,00 (2,0 punten × tarief € 1.421,00)
Totaal € 6.292,00

7.9. De gevorderde nakosten zijn, op de voet van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 28 januari 2003, LJN AF3460, voor toewijzing vatbaar als na te melden.

in reconventie

7.10. De eis in reconventie is voorwaardelijk ingesteld. Uit de beslissing in conventie vloeit voort dat de voorwaarde niet is vervuld, zodat op de vordering in reconventie geen beslissing hoeft te worden gegeven.





8. De beslissing

De rechtbank

in conventie

8.1. wijst de vorderingen af,

8.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van OWM Achterhoek tot op heden begroot op € 6.292,00,

8.3. veroordeelt [eiser] in de nakosten aan de zijde van OWM Achterhoek begroot op een bedrag van € 131,00 ter zake van salaris van de advocaat en veroordeelt [eiser] voorwaardelijk, voor het geval [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving in der minne aan de in dit vonnis uitgesproken veroordeling voldoet en indien betekening plaatsvindt en noodzakelijk is, in de kosten van betekening, tot op heden begroot op € 68,00 voor salaris van de advocaat en de kosten van het betekeningsexploot.

8.4. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

in reconventie

8.5. verstaat dat de vordering geen behandeling behoeft.





Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.W. Lucassen en in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2010.

-
-
WWW.UWWET.nl
2011. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl