Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BM9825, Rechtbank 's-Gravenhage , 369707 / FT-RK 10.1506

Datum uitspraak: 28-06-2010
Inhoudsindicatie: Verzoek voorlopige voorziening art. 287b Fw. niet-ontvankelijk verklaard omdat het minnelijk traject niet is opgestart; van een soort "adempauze" in het minnelijk traject (Kamerstukken I 2006-2007,29 942, C, p. 5), is geen sprake.





Uitspraak

rekestnummer: 369707/FT-RK 10.1506
uitspraakdatum: 28 juni 2010

RECHTBANK TE 'S-GRAVENHAGE
sector civiel recht - enkelvoudige kamer

[verzoeker],
wonende te [adres],
[postcode & woonplaats],
verzoeker,

heeft op 25 juni 2010 een verzoekschrift ingediend waarin gevraagd wordt om het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in art. 287b Faillissementswet (Fw.) waarin een verbod gevraagd wordt tot ontruiming van zijn woning. Verzoeker heeft eveneens een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsanering.

De rechtbank overweegt als volgt.

De voorlopige voorziening van artikel 287b Fw heeft blijkens de wetsgeschiedenis, voor zover hier van belang, tot doel om een soort adempauze te bereiken die de schuldenaar in staat moet stellen het minnelijk traject voort te zetten om met zijn schuldeisers een regeling van zijn schulden te bereiken c.q. af te ronden. De rechtbank verwijst naar Kamerstukken I 2006-2007, 29 942, C, p. 5.

Hieruit blijkt dat, wil artikel 287b Fw van toepassing kunnen zijn, er met het minnelijk traject een aanvang moet zijn gemaakt.


In de voorliggende zaak is het minnelijk traject nog niet opgestart. Uit een brief van de Stadsbank Leiden aan de rechtbank, gedateerd 23 juni 2010, blijkt namelijk dat er enige tijd overheen gaat voordat de gehele boekhouding is afgerond en de Stadsbank de tijd moet hebben om een schuldregelingstraject op te starten, nadat de boekhouding volledig afgerond is.

Artikel 287b Fw biedt derhalve thans geen ruimte voor een voorlopige voorziening. Verzoeker dient eerst een begin te maken met het minnelijk traject door, na een volledige inventarisatie van zijn schulden, een voorstel voor een buitengerechtelijke schuldregeling op te stellen en aan zijn schuldeisers aan te bieden. Omdat, zoals hiervoor overwogen, verzoeker deze stappen nog niet heeft gezet, zal de rechtbank verzoeker thans niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dat een minnelijk traject door een ontruiming zo goed als onmogelijk is, is een omstandigheid die voor rekening van verzoeker moet blijven.

Op het verzoek om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling zal afzonderlijk worden beslist. De datum waarop dit verzoek zal worden behandeld, zal verzoeker - indien dat verzoek aan alle wettelijke vereisten voldoet - schriftelijk worden medegedeeld.

De verzoeker zal niet-ontvankelijk verklaard worden in het onderhavige verzoek.





BESLISSING

De rechtbank:

- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening.





Gewezen door mr. D.R. van der Meer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2010 in tegenwoordigheid van F.J. Knaap, griffier.



vonnis niet-ontvankelijk



LS30

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl