Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 04-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 28, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet op de rechtbijstand kan de raad de toevoeging weigeren indien de aanvraag een rechtsprobleem betreft dat naar het oordeel van de raad eenvoudig afgehandeld kan worden.

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria (hierna: het Brt) wordt voor rechtsbijstand in strafzaken, behalve tijdens het spreekuur, geen rechtsbijstand verleend indien de zaak dient bij de kantonrechter.

Ingevolge het tweede lid kan in afwijking van het eerste lid een toevoeging worden verleend, indien zwaarwegende belangen van de rechtzoekende dit rechtvaardigen of de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval dat vereist.

Volgens het Handboek Toevoegen, uitgave april 2007 (hierna: het Handboek), aantekening 34 bij artikel 12 van de Wrb (blz. 58), wordt ingevolge deze bepaling geen rechtsbijstand verleend in strafzaken die in eerste aanleg dienen bij de kantonrechter. Het betreft hier de categorie overtredingen die van oudsher van toevoeging zijn uitgesloten. Voorts is in het Handboek vermeld dat het tweede lid van artikel 12 van de Wrb de mogelijkheid opent dat op grond van de daarin genoemde omstandigheden en in afwijking van het eerste lid rechtsbijstand op basis van toevoeging wordt verleend. Op grond van deze bepaling kunnen zwaarwegende belangen van de rechtzoekende, in de zin van dit artikel worden aangenomen indien:
1. redelijkerwijs te verwachten is dat een vrijheidsstraf dan wel een ingrijpende strafrechtelijke maatregel zal worden gevorderd; of
2. indien met de strafzaak tevens aanzienlijke civielrechtelijke belangen op het spel staan.

Volgens het Handboek wordt voorts de beleidsregel gehanteerd dat in een enkel geval een toevoeging kan worden verleend indien de uitkomst van de zaak van aanwijsbare maatschappelijke betekenis is voor grote groepen rechtzoekenden.

In artikel 5, eerste lid, van het Brt is de hoofdregel opgenomen dat voor rechtsbijstand in strafzaken, behalve tijdens het spreekuur, geen toevoeging wordt verleend, indien de zaak dient bij de kantonrechter. Het tweede lid bevat hierop de uitzondering dat toevoeging kan worden verleend, indien zwaarwegende belangen van de rechtzoekende dit rechtvaardigen of de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval dat vereist.

Daarbij is in aanmerking genomen dat volgens het Handboek, aantekening 6 bij artikel 28 van de Wrb (blz. 98), een beroep op de uitzonderingsgronden in artikel 6, tweede lid, van het Brt, uitvoerig dient te worden gemotiveerd. Daarbij is vermeld dat juridische ingewikkeldheid zich voordoet wanneer sprake is van rechtsvragen die uitzonderlijk van aard zijn en die slechts incidenteel voorkomen. Dit beleid is niet onredelijk. De aantekening is weliswaar geplaatst bij artikel 6, tweede lid, aanhef en onder a, van het Brt, dat van toepassing is op zaken die boek 1 van het Burgerlijk Wetboek betreffen, maar ze heeft betrekking op gelijkluidende uitzonderingsgronden als vermeld in artikel 5, tweede lid, van het Brt.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl