Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wetboek van burgerlijke rechtsvordering
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Derde afdeling. Van de rechtspleging in cassatie

Artikel 407Instellen beroep in cassatie

1. Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een dagvaarding in dezelfde vorm en met dezelfde vereisten als in eerste aanleg, behoudens de volgende leden:

2. De dagvaarding behelst, in plaats van hetgeen in artikel 111, tweede lid, onder d, is vermeld, de omschrijving van de middelen, waarop het beroep steunt. Artikel 111, tweede lid, onder i, en derde lid, is niet van toepassing. In aanvulling op artikel 111, tweede lid, vermeldt de dagvaarding ook de gevolgen van niet tijdige betaling van het griffierecht.

3. De eiser is gehouden in het exploit van dagvaarding een advocaat bij de Hoge Raad aan te wijzen, die hem in het geding zal vertegenwoordigen, op straffe van nietigheid.

4. Hij wordt geacht woonplaats te hebben gekozen bij die advocaat, tenzij het exploit een andere gekozen woonplaats in Nederland uitdrukt.



Artikel 408De verweerder kan de termijn verkorten

De verweerder kan de termijn, waarop hij gedagvaard is, verkorten door bij een aan de gekozen woonplaats des eisers betekend exploit deze tegen een vroegere dan in het exploit van dagvaarding opgegeven rechtsdag op te roepen.



Artikel 408aZaken worden ingeschreven ter rolle

1.Alle zaken worden ingeschreven ter rolle van de enkelvoudige kamer en door haar behandeld.

2.De enkelvoudige kamer verwijst de zaak naar de meervoudige kamer:
a. wanneer pleidooi wordt gevraagd, tenzij volstaan zal worden met het overleggen van schriftelijke toelichtingen
b. wanneer recht op de stukken wordt verzocht
c. steeds wanneer zij verwijzing wenselijk acht.

3.Is volstaan met het overleggen van schriftelijke toelichtingen, dan vindt verwijzing plaats wanneer arrest wordt gevraagd.

4.[Vervallen.]

5.Voor de toepassing van de artikelen 412, tweede lid, 417 en 418, eerste lid geldt de schriftelijke toelichting als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, en in het derde lid als pleidooi.



Artikel 409Advocaat bij de Hoge Raad

1. De advocaat bij de Hoge Raad, die voor de verweerder optreedt, verklaart dit bij de oproeping der zaak ter terechtzitting.

2. Van deze verklaring geschiedt aantekening in het zittingblad.

3. De verweerder wordt geacht woonplaats te hebben gekozen bij zijn advocaat. Hij kan echter ook een andere woonplaats in Nederland in het zittingblad opgeven.



Artikel 409a

1. De Hoge Raad houdt de zaak aan zolang de eiser het griffierecht niet heeft voldaan en de termijn genoemd in artikel 3, derde lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken nog loopt.

2. Indien de eiser het griffierecht niet tijdig heeft voldaan, verklaart de Hoge Raad eiser niet ontvankelijk in zijn beroep in cassatie, met veroordeling van de eiser in de kosten. Voordat de Hoge Raad hiertoe overgaat, stelt de Hoge Raad eiser in de gelegenheid zich uit te laten over het niet tijdig voldoen van het verschuldigde griffierecht.

3. Artikel 127a, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 410Verweerder in cassatie

1.De verweerder, van zijn zijde in cassatie wensend te komen, doet dit, op straffe van verval van het recht daartoe, bij zijn conclusie van antwoord, welke alsdan een omschrijving behelst van de middelen, waarop het beroep steunt.

2.De verweerder is in dit incidentele beroep ontvankelijk ook na verloop van de in artikel 402 gestelde termijnen en zelfs na berusting in de uitspraak.

3.De afstand van instantie laat de mogelijkheid incidenteel beroep in te stellen onverlet. De verweerder kan op de roldatum waarop de afstand van instantie is gedaan, de rechter verzoeken voor het instellen van incidenteel beroep een termijn te bepalen. De verweerder kan het incidenteel beroep ook instellen op een roldatum die binnen twee weken na de afstand van instantie bij exploot aan eiser is aangezegd. Artikel 74, eerste lid, tweede tot en met vierde volzin, is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 411Termijn van ten hoogste vier weken

1. De verweerder neemt zijn conclusie van antwoord op de eerste of op zijn verlangen op een nader door de rechter te bepalen roldatum die ten hoogste vier weken nadien valt, doch niet dan nadat hij het verschuldigde griffierecht heeft voldaan. Indien de verweerder het griffierecht niet tijdig heeft voldaan, vervalt zijn recht om verweer in cassatie te voeren of om van zijn zijde in cassatie te komen.

2. Hij is op straffe van verval van het recht exceptiën aan te voeren, gehouden deze met zijn antwoord ten principale te verenigen.

3. Alleen de in artikel 128, vierde lid, bedoelde exceptie wordt op straffe van verval afzonderlijk voor alle weren van rechten voorgedragen.



Artikel 412Termijn van ten hoogste vier weken

1. Ingeval van incidenteel beroep of indien door de verweerder een exceptie tegen het principale beroep wordt aangevoerd, wordt aan de eiser, op zijn verlangen, een termijn van ten hoogste vier weken verleend om het incidentele beroep of de voorgestelde exceptie bij conclusie te beantwoorden.

2. Is het een noch het ander het geval en geeft de Hoge Raad geen toepassing aan artikel 80a, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dan wordt onmiddellijk na het nemen der conclusie van antwoord de dag van pleidooi bepaald, tenzij partijen, onder overlegging der stukken, daarop recht vragen.



Artikel 413Bescheiden waarop partijen zich beroepen

Partijen zijn gehouden de bescheiden, waarop zij zich beroepen, elkander over en weer mede te delen in afschrift of door nederlegging van het oorspronkelijke ter griffie gedurende tenminste drie dagen.



Artikel 414Artikel 224 is van toepassing in cassatie

1.Artikel 224 is van toepassing in cassatie.

2.Niettemin is de oorspronkelijke verweerder, eiser zijnde in cassatie, niet gehouden tot zekerheidstelling.

3.De verweerder in cassatie is daartoe evenmin gehouden, zelfs niet bij het instellen van incidenteel beroep.

4.De in vroegere instantiën gestelde zekerheid blijft ook verbonden voor de kosten van cassatie.

5.De zekerheidstelling wordt gevorderd vóór alle weren van rechten.



Artikel 415Vordering tot zekerheidstelling

1.De vordering tot zekerheidstelling en alle andere incidentele vorderingen worden ingesteld bij conclusie ter rolle.

2.De verweerder op het incident neemt in dezelfde of in een nadere door de Hoge Raad te bepalen terechtzitting zijn conclusie van antwoord op het incident, dat door de Hoge Raad, na partijen, zo zij dit verlangen, en de procureur-generaal bij de Hoge Raad te hebben gehoord, afzonderlijk wordt beslist.



Artikel 416Advocaat blijft de partij vertegenwoordigen

De aangewezen advocaat blijft de partij vertegenwoordigen totdat hetzij door haar een andere advocaat bij de Hoge Raad is aangewezen bij aan de wederpartij betekend exploit, hetzij de advocaat zelf aan deze laatste bij betekend exploit of ter terechtzitting heeft aangezegd, dat hij zich aan de verdere behandeling der zaak onttrekt.



Artikel 417Houden van de pleidooien

De pleidooien kunnen ook worden gehouden door andere dan de volgens de artikelen 407 en 409 aangewezen advocaten, zonder dat de daaruit ontstaande vermeerdering van kosten in de uitspraak over de kosten begrepen is.



Artikel 418Na de pleidooien neemt de procureur-generaal conclusie

Na de pleidooien, of nadat partijen recht op de stukken hebben verzocht, neemt de procureur-generaal bij de Hoge Raad conclusie, hetzij onmiddellijk, hetzij op een daartoe te bepalen dag.
Tenzij de Hoge Raad dadelijk uitspraak doet, bepaalt hij de dag, waarop dit zal geschieden.



Artikel 418aDe tweede titel

Voor zover uit deze titel niet anders voortvloeit, zijn van de tweede titel de artikelen 87 tot en met 92, de artikelen 111 tot en met 122, artikel 125, de zevende tot en met de negende afdeling, alsmede de elfde tot en met de dertiende afdeling van overeenkomstige toepassing.

-

Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is voor het laatst geactualiseerd op: 27 februari 2014.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl