Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN3370, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 08/8919 WRO

Datum uitspraak: 14-07-2010
Inhoudsindicatie: Beroep leidt niet tot vernietiging van bestreden bouwvergunning voor centrumvoorzieningen, aangezien het beroep zich uitsluitend richt op de eisen van welstand en dit beroep door de rechtbank wordt verworpen. Beroep ongegrond.





Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht
Afdeling 1, meervoudige kamer

Reg.nr.: AWB 08/8919 WRO

UITSPRAAK ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

in het geding tussen

[A] en [B],
wonend te [plaats],
eisers,
gemachtigde drs. [C], werkzaam bij SRK Rechtsbijstand, gevestigd te Zoetermeer,

tegen

het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen,
verweerder,
gemachtigde mr. A. ten Veen, advocaat te Amsterdam.

Derde partij: de naamloze vennootschap ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V.,
gevestigd te Utrecht, vergunninghoudster,
gemachtigde mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam.





I PROCESVERLOOP

De rechtsvoorgangster van vergunninghoudster, Fortis Vastgoed Ontwikkeling N.V. (hierna: Fortis Vastgoed), heeft op 1 augustus 2007 een aanvraag ingediend voor een reguliere bouwvergunning eerste fase voor het oprichten van centrumvoorzieningen tussen de Kanaaldijk, de Dreef, de Spoordijk en de Jan Dorrekenskade Oost te Waddinxveen (hierna: het bouwplan).

Verweerder heeft het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken, vanaf 31 januari 2008 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegd.

Bij brief van 18 februari 2008 hebben eisers een zienswijze ingediend.

Bij besluit van 4 november 2008, verzonden op 5 november 2008, heeft verweerder, onder gelijktijdige verlening van een vrijstelling krachtens artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de gevraagde bouwvergunning verleend.

Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 12 december 2008, ingekomen bij de rechtbank op dezelfde datum, beroep ingesteld. De gronden zijn nadien aangevuld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

Vergunninghoudster heeft bij brief van 2 april 2009 haar zienswijze op het beroep gegeven.

Het beroep is op 1 april 2010, gevoegd met de zaken AWB 08/4738 WRO, AWB 08/8912 WRO, AWB 09/5347 WRO, AWB 09/1928 BESLU en AWB 09/2102 BESLU, ter zitting behandeld.

Namens eisers is drs. Geerling, voornoemd, verschenen.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [D], [E] en [F], bijgestaan door mr. Ten Veen, voornoemd, en mr. A. Collignon, advocaat te Amsterdam.
Vergunninghoudster heeft zich laten vertegenwoordigen door ir. [G], bijgestaan door mr. Ellerman, voornoemd.





II OVERWEGINGEN

Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden en is de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) ingetrokken. Verder zijn bij de inwerkingtreding van de Invoeringswet Wro op 1 juli 2008 enkele bepalingen van de Woningwet (Wow) gewijzigd. Aangezien de aanvraag om bouwvergunning en impliciet dus ook de aanvraag om vrijstelling dateren van vóór 1 juli 2008, zijn in dit geval nog de bepalingen van de WRO en de Wow van toepassing zoals deze destijds, vóór 1 juli 2008 luidden.

Het bouwplan voorziet in het oprichten van centrumvoorzieningen op gronden, gelegen tussen de Kanaaldijk, de Dreef, de Spoordijk en de Jan Dorrekenskade Oost te Waddinxveen. De centrumvoorzieningen omvatten een parkeergarage op maaiveldniveau, 371 woningen, 5.603 m2 aan maatschappelijke doeleinden en kantoren, 21.563,6 m2 aan detailhandelsdoeleinden, 1.726,4 m2 aan horeca en 1.601,5 m2 aan dienstverlenende bedrijven en 12 bruggen tussen Kanaaldijk en Dreef en het spoor. De gronden, kadastraal bekend, gemeente Waddinxveen, sectie D, nummers 2070, 2613, 2864, 2865, 2931 en 2932, zijn plaatselijk bekend als Sportpark Burgemeester Warnaar en het Burgemeester Warnaarplantsoen. Het bouwplan is plaatselijk bekend onder de naam "Een nieuw centrum voor Waddinxveen".

Eisers wonen aan de Lede 11, op ongeveer 60 meter afstand van het bouwplan.

Ingevolge artikel 56a, eerste lid, van de Wow, wordt een reguliere bouwvergunning op aanvraag in twee fasen verleend. De bouwvergunning eerste fase mag slechts en moet ingevolge het tweede lid van dit artikel worden geweigerd indien een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onderdeel b, c, d of e, van toepassing is, met dien verstande dat onderdeel b van dat lid slechts van toepassing is voor zover de daar bedoelde voorschriften van stedenbouwkundige aard zijn.

In artikel 44, eerste lid, van de Wow is bepaald dat een bouwvergunning alleen mag en moet worden geweigerd indien sprake is van een van de daar genoemde weigeringsgronden. Ingevolge het bepaalde onder c dient de bouwvergunning te worden geweigerd indien het bouwen in strijd is met een bestemmingsplan of de krachtens zodanig plan gestelde eisen.
Ingevolge het bepaalde onder d dient de bouwvergunning te worden geweigerd indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk of de standplaats, waarop de aanvraag betrekking heeft, in strijd is met redelijke eisen van welstand, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de bouwvergunning niettemin moet worden verleend.

Ingevolge artikel 19, tweede lid, van de WRO kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan in door gedeputeerde staten, in overeenstemming met de inspecteur van de ruimtelijke ordening, aangegeven categorieën van gevallen. Gedeputeerde staten kunnen daarbij tevens bepalen onder welke omstandigheden vooraf een verklaring van gedeputeerde staten dat zij tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar hebben, is vereist. Het bepaalde in het eerste lid met betrekking tot een goede ruimtelijke onderbouwing is van overeenkomstige toepassing.

Krachtens artikel 19, eerste lid, van de WRO wordt onder een goede ruimtelijke onderbouwing bij voorkeur een gemeentelijk of intergemeentelijk structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, dan wel wordt gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het desbetreffende gebied.

Ter plaatse gold ten tijde van belang het bestemmingsplan "Sportvelden", dat op 5 september 1972 van kracht is geworden. Aan de gronden waarop het bouwplan betrekking heeft zijn op grond van dit bestemmingsplan de bestemmingen "Recreatie", "Verkeer", "Spoorwegdoeleinden", "Groenvoorzieningen" en "Water" gegeven. Bebouwing van gronden met deze bestemmingen is op grond van de planvoorschriften niet toegestaan.

Vast staat dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan. De strijdigheid betreft zowel de doeleindenomschrijving als de bebouwingsvoorschriften. Gelet hierop heeft verweerder vrijstellingen ingevolge artikel 19, tweede lid, van de WRO verleend.

Op 17 februari 2010 heeft de raad van de gemeente Waddinxveen het bestemmingsplan "Centrum" vastgesteld. Het plan is op 31 maart 2010 bekendgemaakt. Aan de gronden waarop het bouwplan betrekking heeft, is de bestemming "Centrumdoeleinden" gegeven. Niet in geschil is dat het onderhavige plan binnen deze bestemming past.

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: GS) hebben bij besluit van 6 november 2006 op grond van het voorontwerp bestemmingsplan "Centrum" een zogenoemde specifieke verklaring van geen bezwaar verleend. Niet in geschil is dat, gelet op het besluit van GS van 9 oktober 2007, houdende de bepaling van door GS aangegeven gevallen waarin verweerder vrijstelling kan verlenen, zoals bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de WRO, verweerder bevoegd was tot het verlenen van de bedoelde vrijstelling.

Verweerder heeft aan de vrijstelling voorts ten grondslag gelegd een ruimtelijke onderbouwing in de vorm van een Nota van Uitgangspunten, een Masterplan, een Beeldkwaliteitplan, een Inrichtingsplan alsmede het voorontwerpbestemingsplan "Centrum".

Naar het oordeel van de rechtbank kan niet gezegd worden dat het bouwplan niet van een goede ruimtelijke onderbouwing is voorzien, mede nu het bouwplan evident past binnen het vastgestelde bestemmingsplan "Centrum".
Eisers bestrijden dat de voorliggende bouwvergunning kan worden verleend, omdat niet is voldaan aan artikel 44, eerste lid, onder d, van de Wow. In het bijzonder kunnen eisers zich niet verenigen met de gevolgde procedure. Eisers achten een stempeladvies in dezen onzorgvuldig. Voorts zijn eisers van mening dat ten onrechte door de welstandscommissie is geconcludeerd dat geen strijd is met de redelijke eisen van welstand.

Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRS) (bijvoorbeeld de uitspraak van 15 december 2009, LJN: BK7421), kan een bestuursorgaan niet volstaan met de enkele verwijzing naar een stempeladvies, indien dit advies gemotiveerd is bestreden.

Voorts geldt volgens vaste jurisprudentie van de ABRS (bijvoorbeeld de uitspraak van 6 mei 2009, LJN: BI2952), dat het enkele feit dat een aanvrager of een derde-belanghebbende geen tegenadvies van een deskundig te achten persoon of instantie overlegt, op zichzelf onvoldoende is voor het oordeel dat het college het welstandsadvies, ook wanneer dit niet naar inhoud en wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat het college dit niet - of niet zonder meer - aan zijn oordeel omtrent de welstand ten grondslag heeft mogen leggen, zonder nadere toelichting ten grondslag heeft mogen leggen aan zijn oordeel dat het betreffende bouwplan al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Indien een aanvrager of derde-belanghebbende gemotiveerd aanvoert dat het welstandsadvies in strijd is met de volgens de welstandsnota geldende criteria, kan dit eveneens aanleiding geven tot het oordeel dat het besluit van het college in strijd is met artikel 44, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wow of niet berust op een deugdelijke motivering als bedoeld in artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. Dit neemt niet weg dat een welstandsnota criteria kan bevatten die zich naar hun aard beter lenen voor beoordeling door een deskundige dan voor beoordeling door een aanvrager of derde-belanghebbende.

De rechtbank overweegt dat door de gemeenteraad van Waddinxveen op 29 november 2005 voor de onderhavige ontwikkeling een specifiek kader voor de welstandstoets is vastgesteld, te weten een Beeldkwaliteitplan, behorend bij het Stedenbouwkundig Masterplan. Voorts overweegt de rechtbank dat blijkens de gedingstukken de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de welstandscommissie bij raadsbesluit van 24 mei 2006 zijn overgedragen aan een zogenoemd kwaliteitsteam. Dit team, dat onder andere bestaat uit een vertegenwoordiger van de welstandscommissie, heeft onder meer tot taak het bewaken van architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit, met name met betrekking tot het Beeldkwaliteitplan en Inrichtingsplan.

Het positieve welstandsadvies van 20 november 2007 is in dat licht dan ook niet te beschouwen als een stempeladvies. Zoals ter zitting is toegelicht en door eisers niet bestreden, behelst dit advies een formalisering van de goedkeuring van het kwaliteitsteam dat voortdurend bij het ontwerpproces van het voorliggende bouwplan betrokken is geweest.

De rechtbank overweegt voorts dat verweerder onder meer het Beeldkwaliteitplan als ruimtelijke onderbouwing aan de vrijstelling ten behoeve van het bouwplan ten grondslag heeft gelegd. Niet gesteld of gebleken is dat het bouwplan in strijd is met dit plan. Verweerder behoefde derhalve niet te twijfelen aan de zorgvuldigheid of juistheid van het welstandsadvies.

Nu daarbij van de zijde van eisers voorts geen andersluidend, deskundig welstandsoordeel is overgelegd, mocht verweerder naar het oordeel van de rechtbank het welstandsadvies van 20 november 2007 aan het besluit tot verlening van de bouwvergunning ten grondslag leggen.

Vermits het beroep zich uitsluitend richt op de eisen van welstand, en dit beroep door de rechtbank wordt verworpen, kan het beroep niet leiden tot vernietiging van de bestreden bouwvergunning.

Het beroep zal ongegrond worden verklaard.





III BESLISSING

De rechtbank 's-Gravenhage,

RECHT DOENDE:

verklaart het beroep ongegrond.





Aldus vastgesteld door mr. C.G. Meeder, mr. D.A.J. Overdijk en mr. C.J. Waterbolk,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.F. van Aalst.

Uitgesproken in het openbaar op 14 juli 2010.

RECHTSMIDDEL

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl