Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 18-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Woningwet bevat de bouwverordening voorschriften met betrekking tot het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem.

Ingevolge het vierde lid, hebben de voorschriften, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, in ieder geval betrekking op
a. het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem;
b. aard en omvang van het onderzoek, en
c. inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport.

Ingevolge artikel 52a, eerste lid, voor zover thans van belang, houden burgemeester en wethouders in afwijking van artikel 46, eerste lid, de beslissing op een aanvraag om bouwvergunning aan, indien er geen grond is de bouwvergunning te weigeren en uit het onderzoeksrapport, bedoeld in artikel 8, vierde lid, onderdeel c, blijkt dat de bodem ter plaatse van het te bouwen bouwwerk in zodanige mate is verontreinigd dan wel bij hen uit anderen hoofde een redelijk vermoeden bestaat dat overeenkomstig de Wet bodembescherming (hierna: de Wbb) sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Het besluit tot aanhouding van de beslissing op de aanvraag om bouwvergunning wordt genomen binnen twee weken na ontvangst van die aanvraag; indien er geen grond is de bouwvergunning te weigeren en de beslissing niet binnen deze termijn is genomen en uit het onderzoeksrapport blijkt dat de bodem ernstig is verontreinigd, is die beslissing van rechtswege genomen.

Ingevolge het tweede lid, voor zover thans van belang, duurt de aanhouding totdat het krachtens de Wbb bevoegd gezag met het saneringsplan, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die wet, overeenkomstig het tweede lid van dat artikel, heeft ingestemd dan wel overeenkomstig artikel 29, eerste lid, juncto 37, eerste lid, van die wet heeft vastgesteld dat geen sprake is van een geval van ernstige verontreiniging ten aanzien waarvan spoedige sanering noodzakelijk is. In geval van een melding als bedoeld in artikel 28 juncto 39b van de Wbb, duurt de aanhouding totdat is gebleken dat de melding overeenkomstig de bij of krachtens die wet gestelde eisen is gedaan.

Ingevolge artikel 13 van de Wbb is een ieder die op of in de bodem handelingen verricht als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 en die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die verontreiniging of aantasting te voorkomen, dan wel indien die verontreiniging of aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Indien de verontreiniging of aantasting het gevolg is van een ongewoon voorval, worden de maatregelen onverwijld genomen.

Ingevolge artikel 27, eerste lid, maakt degene die op of in de bodem handelingen verricht als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 en daarbij kennis neemt van een verontreiniging of aantasting van de bodem die door die handelingen wordt veroorzaakt, zo spoedig mogelijk melding van de verontreiniging of de aantasting bij gedeputeerde staten van de provincie waar zij plaatsvindt, en geeft daarbij aan welke van de in artikel 13 bedoelde maatregelen hij voornemens is te treffen of reeds heeft getroffen.

Ingevolge het tweede lid, kunnen gedeputeerde staten in een geval als bedoeld in het eerste lid aanwijzingen geven met betrekking tot de te nemen maatregelen.

Met de in de wet van 14 februari 1998 tot wijziging van de Woningwet (tegengaan van bouwen op verontreinigde grond) (Stb. 1998, 132) opgenomen wijziging van artikel 8 van de Woningwet heeft de wetgever beoogd de opdracht aan de gemeenteraden te verduidelijken om in de bouwverordening voorschriften te geven omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond. De regeling van artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Woningwet, waaruit een onderzoeksverplichting volgt, is erop gericht om vast te stellen of de bodem ter plaatse waar men gebouwen voor het voortdurend of nagenoeg voortdurend verblijven van mensen wil oprichten, al dan niet is verontreinigd en of die verontreiniging een belemmering is voor het gebruik dat men van het op te richten gebouw wil maken. De eveneens met deze wetswijziging in artikel 52a van de Woningwet opgenomen aanhoudingsregeling voorziet in de wijze van afdoening van een aanvraag om bouwvergunning indien uit het bodemonderzoek, voorgeschreven in artikel 8 blijkt dat de bodem ter plaatse ernstig is verontreinigd of het college hiertoe uit anderen hoofde een redelijk vermoeden heeft. Weliswaar wordt in artikel 52a van de Woningwet verwezen naar een aantal met name genoemde bepalingen uit de Wbb, maar dat neemt niet weg dat in de Woningwet een zelfstandige aanhoudingsregeling is getroffen teneinde het bouwen op verontreinigde bodem te voorkomen.

Zoals de rechtbank met juistheid heeft overwogen, biedt de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 52a van de Woningwet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de aanhoudingsplicht uitsluitend van toepassing is op gevallen van bodemverontreiniging die zijn ontstaan voor 1987.

Dat bij toepassing van artikel 13 van de Wbb de in het tweede lid van artikel 52a van de Woningwet genoemde besluiten niet worden genomen en meldingen niet worden gedaan, is evenmin beslissend. Een redelijke uitleg van deze bepaling brengt mee dat aan een aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 27 van de Wbb als vervolg op een melding, in dit artikellid dezelfde betekenis moet worden toegekend als aan de daargenoemde besluiten, en de aanhoudingsplicht derhalve eveneens doet eindigen. Tot slot kan in de geschiedenis van de totstandkoming van de Wbb noch in de Circulaire bodemsanering 2009 steun gevonden worden voor het standpunt van het college.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl