Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - maart 2014:


28 maart 2014
Zeven jaar cel voor poging doodslag en brute verkrachting

'Een 20-jarige man uit Urk is vrijdag door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag en verkrachting van een dorpsgenoot. De rechtbank achtte bewezen dat de man het slachtoffer in juni 2013 op brute wijze heeft verkracht en haar heeft geprobeerd te doden.

De man belde midden in de nacht met een list bij de woning van het slachtoffer aan. Toen de vrouw de deur open deed greep de man haar direct bij de keel. In huis werd het slachtoffer op verschillende plekken verkracht. De man bedreigde het slachtoffer met een mes en heeft haar geprobeerd te doden door haar keel hard dicht te knijpen en een panty om haar keel te wikkelen en aan te trekken.

De man wilde in het Pieter Baan Centrum niet meewerken aan onderzoeken naar zijn psychische gesteldheid. Vragen over de toerekeningsvatbaarheid van de man en of er een behandeling noodzakelijk is, konden niet door de deskundigen worden beantwoord. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de man volledig toerekeningsvatbaar was toen de man zijn daden pleegde. De rechtbank heeft rekening gehouden met straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd en komt daarom tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.'



28 maart 2014
TBS van 50-jarige vrouw uit Nijkerk opgeheven

'De TBS van een 50-jarige vrouw uit Nijkerk die probeerde haar man en zwagers te vergiftigen, is opgeheven. De rechtbank is van oordeel dat uit de rapporten van de reclassering en de psychiater blijkt dat betrokkene de opgelegde voorwaarde in het vonnis van 13 maart 2012, goed heeft nageleefd en dat zij heeft geleerd van de behandeling bij FPP De Waag.

De vrouw heeft ook nu nog twee keer per jaar gesprekken bij de Waag. Ze kent de signalen of de situaties waarin zich eventueel probleemgedrag kan voordoen en heeft een goed sociaal netwerk, dat haar helpt bij het herkennen van dit probleemgedrag. De belangrijkste externe belastende factoren zijn nu opgeheven. De raadkamer ziet dan ook, anders dan de officier van justitie, geen toegevoegde waarde in het verlengen van de terbeschikkingstelling.'



28 maart 2014
Aparte procedure schadevergoeding overschrijding redelijke termijn

'De Hoge Raad heeft in een onteigeningszaak een beslissing gegeven over de mogelijkheid tot verkrijging van immateriële schadevergoeding wegens een onredelijk lange duur van een civiele procedure.

De hoogste bestuursrechters hadden reeds geoordeeld dat de mogelijkheid bestaat om binnen een lopend bestuursrechtelijk geding immateriële schadevergoeding te verzoeken in verband met een te lange duur daarvan.

Voor civiele gedingen heeft de Hoge Raad nu beslist dat een dergelijke vergoeding moet worden gevorderd in een afzonderlijke procedure tegen de Staat.

Die procedure kan in bijna alle gevallen worden gevoerd voor de kantonrechter, waar rechtsbijstand niet verplicht is. De Hoge Raad heeft beslist dat voor deze afzonderlijke procedure geen griffierecht mag worden geheven.

De behandeling van de vordering tot immateriële schadevergoeding moet worden aangehouden tot na de einduitspraak in het eigenlijke geschil, dus eventueel tot na het hoger beroep of cassatie, omdat de duur van de gehele procedure voor de beoordeling van belang kan zijn. Aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding van € 500 voor ieder half jaar waarmee de redelijke termijn is overschreden.

Op de vraag wanneer van zo’n overschrijding sprake is, kan geen algemeen antwoord worden gegeven omdat procedures voor de burgerlijke rechter daarvoor te sterk uiteenlopen. In overeenstemming met de werkwijze van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zal de rechter moeten oordelen op basis van de omstandigheden van het concrete geval, waaronder de aard en ingewikkeldheid van de procedure en het procedeergedrag van partijen.

In de zaak waarin de Hoge Raad vandaag uitspraak heeft gedaan, had de rechtbank de aanspraak op schadevergoeding afgewezen omdat niet was gesteld welke immateriële schade was geleden. De Hoge Raad achtte dat onjuist, omdat uitgangspunt moet zijn dat het uitblijven van een rechterlijke beslissing binnen redelijke termijn steeds leidt tot spanning en frustratie, en dus tot immateriële schade die voor vergoeding in aanmerking komt. Het bestaan van die schade hoeft dus niet te worden gesteld. Over de aanspraak kan echter niet in deze procedure worden beslist. Daarvoor moet een afzonderlijke procedure worden begonnen.'



28 maart 2014
Griffierecht kan in bijzondere gevallen bij onvermogen worden verminderd

'Het verschuldigde griffierecht kan in specifieke omstandigheden worden verlaagd vanwege de financiële positie van belanghebbende. Dat oordeelt de Hoge Raad vandaag.

Deze belastingzaak gaat over het griffierecht dat in een hoger beroep was verschuldigd voor de indiening van het beroepschrift. Dit was een bedrag van € 112. Het hof in Amsterdam besliste (ECLI:NL:GHAMS:2012:BX0724) dat het griffierecht gelet op de financiële omstandigheden van belanghebbende moest worden verminderd tot een bedrag van € 20.

De staatssecretaris van Financiën heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Advocaat-generaal IJzerman adviseerde de Hoge Raad in zijn conclusie (ECLI:NL:PHR:2013:642) dat beroep ongegrond te verklaren.

De Hoge Raad oordeelt dat de wetgever met het heffen van griffierecht onder meer heeft beoogd dat rechtzoekenden een zorgvuldige afweging maken of het zin heeft om een zaak aan de bestuursrechter voor te leggen. In het algemeen kan volgens de Hoge Raad worden aangenomen dat het heffen van griffierecht de toegang tot de rechter niet in de weg staat. Er kunnen zich echter gevallen voordoen waarin de heffing van griffierecht het voor een rechtszoekende onmogelijk maakt om de rechter te raadplegen. Deze situatie deed zich volgens de Hoge Raad in de deze zaak voor. De Hoge Raad laat de door het hof toegepaste vermindering van het griffierecht dan ook in stand.'



28 maart 2014
Kabelmaatschappijen hoeven geen vergoedingen te betalen

'Kabelmaatschappijen hoeven geen vergoedingen aan belangenbehartiger Norma te betalen voor het doorgeven via de kabel van RTV-programma’s. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.

Norma is een organisatie die de belangen behartigt van uitvoerende kunstenaars, zoals acteurs en musici. Bijna alle professionele Nederlandse uitvoerende kunstenaars zijn bij Norma aangesloten. Hun rechten (die ‘naburige rechten’ worden genoemd omdat ze verwant zijn aan auteursrechten) worden op grond van de wet door Norma gehandhaafd. Tot de naburige rechten behoort ook het recht om toestemming te verlenen voor het uitzenden of heruitzenden door omroepen van een opname van een uitvoering.

In het verleden werden opnamen van uitvoeringen door omroeporganisaties als radio- of televisieprogramma (RTV-programma) uitgezonden, door via de ether signalen te verspreiden die met een antenne door het publiek konden worden opgevangen. Voor deze vorm van openbaarmaking van uitvoeringen hadden de uitvoerende kunstenaars recht op een vergoeding van de omroepen.

In de jaren zeventig is in Nederland de kabel opgekomen als distributiekanaal voor RTV-programma’s. Gedurende vele jaren gebeurde dat doordat kabelexploitanten door omroepen in de ether uitgezonden RTV-programma’s ‘uit de lucht plukten’ om deze via de kabel verder te verspreiden. Deze verdere verspreiding gold als een ‘heruitzending’ omdat daarmee een nieuw publiek werd bereikt. Uitvoerende kunstenaars hadden daarom, naast de vergoeding voor de ‘primaire’ uitzending via de ether, recht op een aparte vergoeding van de kabelexploitanten.

In 2001 is de ‘Media Gateway’ in Hilversum opgericht, waarna geleidelijk aan steeds meer omroepen de RTV-programma’s rechtstreeks (bijv. via een glasvezelkabel of via een satelliet in gecodeerde vorm) aan de Media Gateway aanleverden, waar de programma’s door de kabelexploitanten werden ‘opgehaald’ en vervolgens op de kabel gezet ter distributie naar het publiek. Vanaf 11 december 2006 (de ‘switch-off’) verkregen de kabelexploitanten uitsluitend nog via deze nieuwe weg de RTV-programma’s van de omroepen en niet meer via de ether.

Volgens Norma zijn de kabelexploitanten nog steeds een vergoeding ten behoeve van de uitvoerende kunstenaars verschuldigd voor het via de kabel aan het publiek doorgeven van de RTV-programma’s.

Volgens de kabelexploitanten (en hun branchevereniging NLKabel) is dat niet meer het geval, omdat zij via de Media Gateway een ‘schoon product’ van de omroepen kopen waarvoor reeds alle verschuldigde rechten zijn voldaan, en omdat van ‘heruitzenden’ niet langer sprake is. Zij betogen dat de producent van de programma’s al toestemming van de meewerkende uitvoerende kunstenaars heeft verkregen voor uitzending via de kabel en hen daarvoor de verschuldigde vergoeding heeft betaald. Die programma’s kunnen dus ‘vrij van rechten’ aan de omroepen en vervolgens aan de kabelexploitanten worden verkocht.

In de procedure waarin de Hoge Raad vandaag uitspraak heeft gedaan, vordert Norma dat de kabelexploitanten worden veroordeeld om de verschuldigde vergoedingen te betalen voor het doorgeven via de kabel van RTV-programma’s waaraan bij haar aangesloten uitvoerende kunstenaars hebben meegewerkt.

Het gerechtshof in Den Haag heeft die vordering voor het grootste deel afgewezen (ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1078). Alleen voor een korte periode voorafgaande aan de ‘switch-off’ zijn de kabelexploitanten volgens het gerechtshof nog vergoedingen verschuldigd, omdat zij toen nog programma’s via de ether hebben ontvangen en zonder toestemming van de rechthebbenden via de kabel aan een nieuw publiek hebben doorgegeven.

Norma is bij de Hoge Raad in beroep gegaan tegen de afwijzing van het grootste deel van haar vordering. Ook de kabelexploitanten hebben beroep ingesteld voor zover zij (voor een klein gedeelte) tot vergoeding werden verplicht.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof grotendeels in stand gelaten.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat Norma op grond van de Nederlandse wet en Europese richtlijnen (met name de ‘SatKabRichtlijn’) slechts bevoegd is vergoeding te vorderen voor het doorgeven van programma’s via de kabel, indien sprake is van ‘heruitzenden’. Op grond van een analyse van de Europese richtlijnen en van uitspraken van het Europese Hof van Justitie daarover, komt de Hoge Raad tot de conclusie dat geen sprake is van ‘heruitzenden’ indien daaraan niet een ‘primaire’ openbaarmaking (bijv. via de ether) is voorafgegaan. Het aanleveren van RTV-programma’s via de Media Gateway kan niet worden aangemerkt als een primaire openbaarmaking omdat daarmee nog geen publiek wordt bereikt.

Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat art.45d van de Auteurswet meebrengt dat uitvoerende kunstenaars geacht worden hun exploitatierechten te hebben overgedragen aan de producenten van televisieprogramma’s (waarvoor zij een billijke vergoeding van die producenten moeten ontvangen). Norma kan dan niet meer ten behoeve van die kunstenaars optreden, omdat zij geen exploitatierechten meer hebben. Dit stemt overeen met een aantal uitspraken van het Europese Hof van Justitie. Daarom hoeven de kabelexploitanten ook voor uitzendingen via de kabel in de korte periode voorafgaand aan de ‘switch-off’ (toen nog wel sprake was van ‘heruitzenden’ omdat zij nog programma’s uit de lucht plukten), in beginsel geen vergoeding te betalen. Dat is alleen anders als de uitvoerende kunstenaars afspraken met de producenten hebben gemaakt die afwijken van art. 45d Auteurswet. Dat laatste moet nog in een aparte schadeprocedure worden uitgezocht.'



27 maart 2014
Acht jaar cel voor pogingen doodslag in Eindhoven

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 29-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar. De man schoot in mei 2013 meerdere malen vanuit een auto in Eindhoven. Een persoon werd daarbij geraakt. De Eindhovenaar moet bovendien een schadevergoeding van in totaal ruim zevenduizend euro betalen.

De verdachte reed die avond als passagier mee in een auto. Eerder die dag had hij telefonisch ruzie gemaakt met zijn ex-vriendin die aanwezig was op een feestje. Toen hij ter hoogte van de woning was waar het feestje werd gehouden, schoot hij minstens vijfmaal op de vriend van zijn ex-vriendin, die in zijn bil werd geraakt. Voor de woning stonden ook nog andere personen die volgens de rechtbank ook geraakt hadden kunnen worden.

De rechtbank oordeelt dat niet is bewezen dat de Eindhovenaar met voorbedachte raad heeft gehandeld en spreekt hem daarom vrij van poging tot moord. Wel acht de rechtbank poging doodslag op die vriend en de andere personen bewezen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank onder meer rekening met de grove inbreuk die de verdachte heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit en gezondheid van de slachtoffers. De verdachte bekommerde zich totaal niet om de gevolgen.

Een 36-jarige Eindhovenaar wordt vrijgesproken van medeplegen. Volgens de rechtbank staat niet vast dat hij de bestuurder was van de auto.'



27 maart 2014
Veroordeling voor poging tot afpersing en gijzeling, vrijspraak voor medeverdachte

'De rechtbank Gelderland heeft een 44-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf, waarvan één jaar voorwaardelijk, voor poging tot afpersing, gijzeling en verboden wapenbezit. De man moet zich gedurende de proeftijd van twee jaar houden aan de aanwijzingen van de reclassering en twee gedragsinterventietrainingen volgen.

Moedwillig
De man heeft zich via een internetsite voorgedaan als meisje van 15 jaar en zo een andere man naar een parkeerplaats in Nijmegen gelokt. Vervolgens heeft hij de man onder bedreiging van een revolver gedwongen om in zijn auto te gaan zitten en naar een pinautomaat te rijden, om geld te krijgen. Het slachtoffer heeft echter een verkeerde pincode ingetoetst, waardoor hij later aan de aandacht van zijn belager kon ontsnappen. Dit ging gepaard met voortdurende dreiging met een vuurwapen, ook gericht op het hoofd, en het uiten van bedreigingen. Gezien deze handelingen is niet alleen sprake van poging tot afpersing, maar ook van wederrechtelijke vrijheidsberoving.

Man handelde alleen
De rechtbank is van oordeel, anders dan de officier van justitie, dat de man de feiten alleen heeft gepleegd. Uit het dossier blijkt niet dat de 21-jarige vrouwelijke medeverdachte wist dat veroordeelde een wapen mee had genomen en wat hij daarmee van plan was. De gedragingen van beide verdachten duiden naar het oordeel van de rechtbank niet op een bewuste en nauwe samenwerking. De vrouw is daarom vrijgesproken.

Meerdere problemen
De veroordeelde had verschillende problemen, waaronder drugsgebruik en gebrek aan een zinvolle dagbesteding. Uit rapportages komt naar voren dat hij volledig toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Hij ontmaskerde een pedofiel met het doel zichzelf te verrijken, koos bewust een slachtoffer dat niet gemakkelijk naar de politie zou stappen en ging planmatig te werk.'



27 maart 2014
Gevangenisstraf en werkstraf voor bijstandsfraude

'Een 63-jarig echtpaar uit Wijchen is door de rechtbank Gelderland veroordeeld voor valsheid in geschrift en bijstandsfraude. De man, die niet bij het onderzoek ter terechtzitting aanwezig was, krijgt een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden. Aan de vrouw is een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd.

Bijstand
De rechtbank acht bewezen dat de man, die inmiddels van de vrouw is gescheiden en geen vaste woon- en verblijf in Nederland meer heeft, heeft verzwegen dat hij eigenaar was van woningen en bouwgrond in Turkije, in totaal getaxeerd op een marktwaarde van € 228.698,00 en dat hij maandelijks in Turkije een pensioenuitkering ontving. De man en de vrouw hebben jarenlang een bijstandsuitkering ontvangen die niet zou zijn verstrekt indien zij dit vermogen en inkomen aan de Sociale Dienst hadden gemeld. Het totale bedrag van ruim 2 ton aan ten onrechte verstrekte bijstand wordt door de gemeente van zowel van de man als de vrouw teruggevorderd.

Valsheid in geschrifte
Het verweer van de vrouw dat zij niet wist van het onroerend goed dat haar echtgenoot bezat in Turkije en de door haar echtgenoot in Turkije genoten pensioenuitkering heeft de rechtbank verworpen. De vrouw heeft de voor de Sociale Dienst bestemde formulieren, waarop over dit vermogen en inkomen niet stond vermeld, zonder voorbehoud (mede) ondertekend. Aangezien de vrouw heeft verklaard dat zij haar man naar bezit heeft gevraagd en dat hij daarop geen antwoord wilde geven, heeft zij door haar handelwijze de aanmerkelijke kans aanvaard dat deze formulieren onjuistheden bevatten. '



27 maart 2014
Windesheim moet diploma Journalistiek afgeven

'De kort gedingrechter van de rechtbank Overijssel oordeelt dat de Hogeschool Windesheim alsnog een getuigschrift moet uitreiken aan een studente Journalistiek. Op het getuigschrift moet staan dat zij op 30 september 2011 haar opleiding succesvol heeft afgerond. Zij kreeg in september 2011 haar laatste benodigde voldoende. In december 2011 draaide de examencommissie dit terug.

Examencommissie niet bevoegd
De examencommissie van de opleiding Journalistiek van de hogeschool Windesheim is niet bevoegd om individuele gevallen te herzien. Een examinator mag tentamens afnemen en daar een uitslag aan geven. In dit geval lijkt de weigering van de examencommissie om het getuigschrift af te geven en de manier waarop die is gedaan op een gelegenheidsbeslissing.

De studente ontving in september 2011 een voldoende voor haar onderzoeksverslag en behaalde daarmee haar laatste tentamen. Zij zou op 21 december 2011 haar getuigschrift ophalen tot zij op 16 december 2011 bericht kreeg dat de examencommissie het onderzoeksverslag onvoldoende vond.

Schadevergoeding en smartengeld
De studente eiste 15.000 euro als voorschot op de schadevergoeding. Door het plotseling niet binnen de termijn behalen van het diploma was de studiefinanciering van de studente omgezet in een schuld. De rechter ziet op dit moment geen aanleiding om deze studieschuld als schade toe te wijzen. Windesheim heeft op de zitting toegezegd dat zij de studente zal helpen om de ontstane studieschuld om te laten zetten in een gift.

De kort gedingrechter kent wel een voorschot op de schadevergoeding van 2.500 euro aan smartengeld toe. Voor het resterende bedrag is meer onderzoek nodig en het moet duidelijk zijn dat het geld onmiddellijk nodig is. De door de studente gemaakte (proces)kosten moeten door Windesheim worden vergoed.'



26 maart 2014
Vervolg inhoudelijke behandeling zaak Gosia

'Op maandag 31 maart 2014 om 11.00 uur krijgt de inhoudelijke behandeling in de Gosia-strafzaak bij de rechtbank Den Haag een vervolg. De rechtbank zal dan onder andere vier forensisch deskundigen bevragen, de feiten in de zaak behandelen en de verklaring van nabestaanden horen.

De stoffelijke resten van Gosia O. werden in mei en juni 2013 op verschillende plaatsen aangetroffen in een sloot langs de Lisserweg in Weteringbrug en de ringvaart bij Lisserbroek. Verdachte in deze zaak is haar echtgenoot, Maciej O. Hij staat terecht voor moord dan wel doodslag, vernieling van het stoffelijk overschot van Gosia met een zaag en het vervolgens wegmaken van dat stoffelijk overschot. Op maandag 3 februari jl. begon de inhoudelijke behandeling, maar deze bleef beperkt tot het horen van de psychiater en de psycholoog die over verdachte hebben gerapporteerd.'



21 maart 2014
Uitkering Turkse weduwen ten onrechte verlaagd

'De Nederlandse nabestaandenuitkering van Turkse weduwen had niet verlaagd mogen op grond van het feit dat de vrouwen in Turkije wonen, waar het leven minder duur is. Dat is strijdig met regels die gelden tussen Turkije en de Europese Unie, stelt de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in hoger beroep. De CRvB bevestigt daarmee een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam.

Woonlandbeginsel
Zeven weduwen die in Turkije een Nederlandse nabestaandenuitkering ontvingen op grond van de Algemene Nabestaandenwet (ANW), kregen in 2013 plotseling 40 procent minder. De Sociale Verzekeringsbank, die de ANW uitvoert, had hun uitkering verlaagd omdat in 2012 de Wet woonlandbeginsel was ingevoerd. Het woonlandbeginsel houdt in dat de hoogte van bepaalde uitkeringen wordt aangepast aan de levensstandaard en het kostenniveau van het land waar de uitkeringsgerechtigde woont. Dat beginsel is niet van toepassing binnen de Europese Unie; Europese regels staan dat niet toe.

Rechtbank Amsterdam
De rechtbank Amsterdam besliste in augustus vorig jaar dat de verlaging op basis van het woonlandbeginsel in strijd was met de regels van de Associatieraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de EU-landen, de Europese Unie en Turkije. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) ging in hoger beroep. De ANW biedt een uitkering op het sociaal minimum, aldus de SVB; de weduwen hebben jarenlang een voordeel genoten dat met ingang van 2013 is vervallen. Van strijd met het Associatierecht is geen sprake. Bovendien had de Associatieraad geen regels mogen maken voor Turkse werknemers die slechts in één EU-land werken.

Hoger beroep
De Centrale Raad van Beroep is het daar niet mee eens. Op grond van de ANW hebben de weduwen recht op een vast bedrag en niet een variabel sociaal minimum. Verder heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie de associatieregel die hier aan de orde is - het verbod om de uitkering te verminderen op grond van het feit dat de ontvanger in Turkije woont – al verschillende keren toegepast in gevallen van Turkse onderdanen die slechts in één EU-land hadden gewerkt.

Marokkaanse weduwen
De CRvB buigt zich latere over nabestaandenuitkeringen van weduwen in Marokko en de verlaging van kinderbijslag voor kinderen in Turkije en Marokko.'



21 maart 2014
Gemeente Utrecht mag bezuinigen op arbeidsvoorwaarden van ambtenaren

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland heeft vrijdag beslist dat de gemeente Utrecht aan het overlegvereiste heeft voldaan en zonder instemming van de vakbonden mag bezuinigen. Dat doet de gemeente door het treffen van enkele maatregelen met betrekking tot secundaire arbeidsvoorwaarden van ambtenaren. Abvakabo FNV had een kort gedingtegen de gemeente Utrecht aangespannen omdat volgens de vakbond deze maatregelen eerst onderwerp van overleg hadden moeten zijn voordat er over werd beslist en daarover overeenstemming had moeten worden bereikt.

Het gaat om drie maatregelen: de gemeente wil de ziektekostenverzekeringspremie fiscaal anders gaan vergoeden, de WGA-premie deels gaan doorbelasten aan de ambtenaren en ook wordt het bedrag van het kerspakket voor medewerkers in 2014 van €70 naar €50 verlaagd.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente, voordat zij tot de drie maatregelen besloot, voldoende overleg heeft laten plaatsvinden en dat voor deze specifieke maatregelen de instemming van de bonden niet is vereist. Het arbeidsvoorwaardenoverleg was al een lange tijd gaande. Duidelijk was dat de gemeente dit jaar 1 miljoen euro moet bezuinigen. De vakbond is daar verder niet op ingegaan en heeft het overleg met een andere insteek voorgezet. Dat de overleggen tussen de vakbond en de gemeente niet geleid hebben tot overeenstemming, die voor deze maatregelen niet is vereist, betekent niet dat er niet aan het overlegvereiste is voldaan.'



21 maart 2014
Haagse hof legt celstraffen op voor piraterij

'Het gerechtshof in Den Haag heeft vandaag negen Somaliërs in hoger beroep veroordeeld tot gevangenisstraffen van viereneenhalf jaar voor piraterij in de Indische Oceaan bij Somalië in april 2011. De Somaliërs waren aangehouden door het Nederlandse marineschip de ‘Tromp’, dat daar deelnam aan een internationale anti-piraterijmissie, en waarbij het tot een schotenwisseling is gekomen met de marine. Justitie heeft daarop de Somaliërs naar Nederland overgebracht om te worden berecht. Zij zijn sindsdien in Nederland gedetineerd.

Het Haagse hof heeft niet kunnen vaststellen wie er precies verantwoordelijk is geweest voor het schietincident. Vast staat dat in de schietpartij twee Somaliërs zijn omgekomen. Het hof heeft de Somaliërs vrijgesproken van de schietpartij wegens gebrek aan bewijs, waardoor de opgelegde straffen veel lager zijn uitgevallen dan de door het openbaar ministerie geëiste gevangenisstraffen van 10 jaar.

Het hof in Den Haag komt tot dezelfde conclusies en straffen als de rechtbank in eerste aanleg. Zowel de verdachten, op één na, als het openbaar ministerie hadden beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld.

Het gerechtshof heeft in december 2012 in een eerdere Somalische piratenzaak vergelijkbare gevangenisstraffen opgelegd aan een vijftal Somaliërs. De internationale missie en de berechting van aangehouden piraten heeft de afgelopen twee jaar, naast een betere beveiliging van de koopvaardijschepen, geleid tot een zeer aanzienlijke afname van het aantal kapingen voor de Somalische kust.'



21 maart 2014
Veertig uur taakstraf voor doorrijden na dodelijk ongeval

'De automobilist die op 21 september 2012 doorreed na een dodelijk verkeersongeval op de N207 bij Leimuiden, waarbij hij zelf betrokken was, krijgt van de politierechter in Den Haag een taakstraf van veertig uur. De politierechter houdt er rekening mee dat het om een zwaar ongeval ging, waarbij iemand om het leven is gekomen en niet om alleen maar blikschade, hetgeen het doorrijden kwalijker maakt. Hoewel uit het dossier wel blijkt dat ook verdachte zelf zeer aangedaan en in paniek was door het hele gebeuren, rechtvaardigt dat zijn gedrag op geen enkele manier.

In zijn voordeel spreekt dat de man zichzelf, ongeveer 13 uur na het ongeval, vrijwillig bij de politie heeft gemeld. Ook houdt de politierechter er rekening mee dat de man een blanco strafblad heeft. Gelet op het blanco strafblad van verdachte, de tijd die inmiddels is verstreken en de feiten en omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, ziet de politierechter geen reden om zijn rijbewijs in te laten nemen of een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, zoals door de officier van justitiegeëist. De politierechter denkt hierdoor namelijk dat de kans op herhaling klein is.'



21 maart 2014
In hoger beroep alsnog veroordeling voor elektrocutie-ongeluk in hennepkwekerij

'Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft vandaag een man uit Oss veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren voor het opzettelijk aanbrengen van wijzigingen in de elektriciteitsvoorziening in zijn woning ten behoeve van een hennepkwekerij, het telen van hennep en diefstal van elektriciteit.

Elektrocutie
De man had samen met een vriend een hennepkwekerij in zijn woning ingericht. De elektriciteit die voor die kwekerij nodig was, was buiten de elektriciteitsmeter om afgetapt. Veiligheidsvoorzieningen die normaal na de elektriciteitsmeter in de meterkast aanwezig zijn, zoals zekeringen of een aardlekschakelaar, waren omzeild. Bovendien was de elektriciteitsvoorziening ondeugdelijk aangelegd. Een van de lampen in de kwekerij bleek namelijk onder hoogspanning te staan. Toen de vriend van de man op een avond deze lampen kwam schoonmaken, is hij als gevolg hiervan geëlektrocuteerd.

Rechtbank
De man was op 5 maart 2013 door de rechtbank Oost-Brabant alleen veroordeeld voor het telen van hennep en diefstal van elektriciteit. Hij heeft daarvoor een gevangenisstraf van 10 weken gekregen. Als gevolg van een fout in de tenlastelegging kon de man toen niet worden veroordeeld voor het aanbrengen van wijzigingen in de elektriciteitsvoorziening. Het Openbaar Ministerie had namelijk verzuimd op te nemen dat dit feit opzettelijk was gepleegd. In hoger beroep is deze fout echter hersteld, waardoor het hof wel tot een veroordeling voor dit feit kon komen.'



21 maart 2014
Enschedeër mag uitspraken blijven doen over ex-vrouw

'De kort geding rechter van de rechtbank Overijssel oordeelt dat een man uit Enschede uitlatingen over zijn ex-vrouw in de media en tegenover anderen mag blijven doen. Uitgangspunt is dat de man, die bang is dat de vrouw hun dochter iets aan wil doen, zijn angst hierover mag uiten, ook als dit kwetsend is voor de vrouw. Hij mag daarmee echter niet zover gaan dat hij onwaarheden of ongefundeerde stellingen verkondigt.

Poging tot moord
De vrouw is in 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf en TBS met voorwaarden wegens een poging tot moord op de zoon en dochter van het echtpaar. De zoon heeft in 2011 zelfmoord gepleegd. De man is bang dat zijn ex-vrouw hun dochter, nu haar behandeling ten einde loopt, opnieuw iets aan wil doen. De vrouw wil in het kader van haar resocialisatie haar ouders bezoeken, die net als de man en hun dochter in Enschede wonen. De man heeft de media ingeschakeld om dit te voorkomen. De vrouw vindt dat zij door deze, voor haar negatieve, publiciteit belemmerd wordt in haar resocialisatie en eist dat de man stopt met het doen van uitlatingen in de media over haar. Ook wil ze niet dat de man de data dat zij naar Enschede komt aan derden bekend maakt.

Vrijheid van meningsuiting
De rechter stelt voorop dat iedereen de vrijheid heeft om zijn of haar mening te uiten, ook wanneer deze mening negatief is voor een ander. Dit recht wordt wel begrensd wanneer iemand in zijn eer of goede naam wordt aangetast. De uitingen van de man moeten worden gezien in het licht van de ernst van het door de vrouw gepleegde delict en de gevolgen daarvan voor de man en de kinderen. Het is goed voor te stellen dat de man vreest dat de vrouw hun dochter opnieuw iets aan wil doen en dit mag hij uiten. Hij mag echter geen uitingen doen over de vrouw die onwaar zijn of die hij niet met feiten kan onderbouwen. Wanneer hij zonder voldoende onderbouwing stelt dat de vrouw vindt dat hun dochter dood moet en dat ‘haar taak nog niet klaar is’ dan is dat om die reden onrechtmatig ten opzichte van de vrouw.

Rust
Zowel de man als de vrouw zeggen het belang van hun dochter hoog in het vaandel te hebben staan. Zij is, net als de andere betrokkenen bij deze trieste zaak, vooral gebaat bij rust. De rechter benadrukt dat de vrouw daar in zeer belangrijke mate aan bij kan dragen door er voor te kiezen om haar ouders buiten Enschede te bezoeken. Ook de man moet echter overwegen dat het opzoeken van de media voor zijn dochter een extra belasting betekent en dat wellicht andere, minder belastende manieren om haar veiligheid te waarborgen meer voor de hand liggen.'



20 maart 2014
Nader onderzoek naar overplaatsing cliënt zorginstelling

'De voorzieningenrechter in Utrecht heeft donderdag bepaald dat nader onderzoek nodig is om te bepalen of een cliënt van zorginstelling ’s Heeren Loo overgeplaatst kan worden naar een andere locatie.

De vader van de cliënt, een ernstig verstandelijk gehandicapte jongeman, spande afgelopen dinsdag een kort gedingtegen de zorginstelling aan om de overplaatsing te voorkomen. Daarnaast wil de vader dat het ’s Heeren Loo wordt verboden om een medebewoner, die zijn zoon meerdere keren fysiek heeft mishandeld, terug te plaatsen naar de locatie waar zijn zoon op dit moment verblijft.

Partijen zijn het erover eens dat de zoon niet voor de rest van zijn leven op zijn huidige locatie zal kunnen blijven en dat hij op enig moment zal moeten worden overgeplaatst naar een andere locatie. De vader en ’s Heeren Loo hebben daarover volgens de voorzieningenrechter ook nadere afspraken met elkaar gemaakt. Zij zijn overeengekomen dat de nieuwe locatie moet beantwoorden aan het woonprofiel van de zoon zoals dat door het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) is opgesteld. Wanneer het CCE oordeelt dat sprake is van een goede en passende locatie voor de zoon, zullen beide partijen ervan uitgaan dat deze locatie geschikt is.

De voorzieningenrechter overweegt dat het op dit moment onduidelijk is of het CCE de door ’s Heeren Loo voorgestelde locatie geschikt vindt voor de zoon. De voorzieningenrechter bepaalt dat nader onderzoek moet plaatsvinden en dat het CCE (of een andere door de voorzieningenrechter te benoemen deskundige) zich hierover gemotiveerd moet uitlaten.

In de tussentijd is het ’s Heeren Loo niet toegestaan om de zoon naar een andere locatie over te plaatsen. Ook mag de zorginstelling de medebewoner niet terugplaatsen naar de locatie waar de zoon op dit moment verblijft. Iedere verdere beslissing wordt in afwachting van het oordeel van het CCE (of de te benoemen deskundige) aangehouden.'



20 maart 2014
Boetes 'zilveruienkartel' terecht opgelegd

'Vandaag heeft de rechtbank Rotterdam beslist in de beroepen die vijf producenten van zilveruien hebben ingesteld tegen een boete die zij opgelegd hebben gekregen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De ACM legde die boete op omdat er sprake zou zijn van verboden afspraken en informatie uitwisseling tussen de zilveruienproducenten.

De rechtbank is van oordeel dat de ACM voldoende heeft bewezen dat de zilveruienproducenten betrokken zijn geweest bij 'kartelafspraken'. De boetes zijn dan ook terecht opgelegd. Ook de hoogte van de boete is voor vier van de producenten naar oordeel van de rechtbank juist vastgesteld.

Voor de vijfde zilveruienproducent is het op dit moment niet duidelijk wat de hoogte van de omzet is waarop de boete is gebaseerd. Zodra de ACM meer duidelijkheid heeft verschaft over die omzet neemt de rechtbank een beslissing over de hoogte van die boete.'



20 maart 2014
Cel voor bestelen van toeristen

'De rechtbank in Den Haag heeft een 30-jarige man uit Roemenië veroordeeld tot tien maanden cel voor diefstal, bedreiging en oplichting van toeristen in Nederland. De man en zijn mededaders deden zich voor als twee politieagenten en een toerist om zo hun slachtoffers geld afhandig te maken. Daarbij benaderde de “neptoerist” een echte toerist, maakte een praatje, waarna de 'nepagenten' erbij kwamen voor zogenaamde noodzakelijke controles. Vervolgens stapten ze in een klaarstaande auto met daarin de vierde verdachte.

Zo moest een van de slachtoffers vanwege een 'drugscontrole' zijn legitimatie, portemonnee, Visa card en de inhoud van zijn rugzak laten zien. Later merkte het slachtoffer dat zijn geld (60.000 Yen) en Visa card ontbraken. Met deze Visa card hebben de daders meerdere keren geprobeerd geld te pinnen.

De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van toeristen en dat hij daarbij het vertrouwen dat mensen in politieambtenaren moeten hebben heeft misbruikt en geschaad. Ook rekent de rechtbank het de verdachte aan dat hij tijdens het vooronderzoek en tijdens de zitting geen blijk gegeven heeft enig inzicht te hebben in zijn gedrag.

Twee van zijn mededaders zijn eerder veroordeeld tot gevangenisstraffen van 8 en 13 maanden.'



19 maart 2014
Rechter stelt Thialf in gelijk: gunning Ballast Nedam terecht

'De voorzieningenrechter oordeelt dat de vernieuwbouw van ijsstadion Thialf terecht is gegund aan Ballast Nedam. Als Thialf de bouwopdracht geeft, dan zal Ballast Nedam deze uitvoeren. De provincie Fryslan stelde daarvoor een bugdet van 39 miljoen euro exclusief BTW beschikbaar. De voorzieningenrechter wijst de bezwaren van de eisende partijen af. Ook moeten zij de proceskosten betalen.

AanleidingThialf kondigde eind 2013 een aanbesteding aan van de vernieuwbouw van het ijsstadion Thialf. Van de vijf bedrijven die zich inschreven, verklaarde Thialf één ongeldig. Uit vier bedrijven wees Thialf Ballast Nedam aan als winnaar van de aanbestedingsprocedure. De drie overgebleven aannemingsbedrijven of combinaties daarvan, hebben de gunning door de voorzieningenrechter laten toetsen.'



14 maart 2014
Ramkraken, inbraken en diefstallen: negen en zes jaar celstraf

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 44-jarige man uit Rijkevoort en een 24-jarige Ossenaar gevangenisstraffen opgelegd van respectievelijk negen en zes jaar. Het duo maakte zich schuldig aan een woningoverval en een reeks ramkraken, inbraken en diefstallen. De 21-jarige zoon van de man uit Rijkevoort kreeg voor zijn aandeel een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 320 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uur. De verdachten moeten verschillende slachtoffers schadevergoedingen betalen. Bovendien moeten zij de Staat in totaal ruim 3500 euro betalen voor de verkregen winst uit de delicten.

De drie verdachten pleegden van april 2012 tot en met februari 2013 ramkraken, inbraken en diefstallen bij winkels en tankstations in onder meer Langenboom, Lithoijen, Geffen en Sint Anthonis. Voor de ramkraken gebruikten ze gestolen auto’s.

In december 2012 pleegden de twee hoofdverdachten een gewapende woningoverval in Berghem. Ze bedreigden de alleenstaande bewoonster en dwongen haar goederen af te staan.

Door het grof geweld waarmee de ramkraken werden gepleegd, is forse schade ontstaan aan de panden. Daarbij is de overlast voor de getroffen ondernemers zeer groot. Ook de eigenaren van de gestolen auto’s zijn ernstig gedupeerd. Bovendien hebben de mannen nog een groot aantal andere vermogensdelicten gepleegd, waaronder bedrijfsinbraken en heling. Bij een tankstation in Lithoijen hebben de verdachten zelfs twee keer ingebroken. Volgens de rechtbank spreekt hieruit minachting voor andermans eigendom. Alles wijst erop dat de mannen van het plegen van dergelijke delicten een gewoonte hebben gemaakt om winst te maken.

De rechtbank heeft bij het opleggen van de straf meegewogen dat de man uit Rijkevoort in 2008 en 2011 tot lange onvoorwaardelijke gevangenisstraffen is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Hij werd in het kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling in november 2011 vrijgelaten, waarna hij vanaf april 2012 alweer de fout in ging. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan. Hij moet naast zijn nieuwe celstraf ook nog de resterende 669 dagen van zijn eerdere veroordeling uitzitten.

De 47-jarige vrouw van de verdachte maakte zich schuldig aan heling en krijgt een taakstraf van 80 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand. De zoon was bij een deel van de delicten betrokken. Hij is verstandelijk beperkt en daardoor verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank vindt het belangrijk voor de ontwikkeling van de zoon dat een reeds ingezet behandeltraject wordt voortgezet. Daarom wordt hem een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.

De 24-jarige Ossenaar is ook eerder voor dergelijke delicten veroordeeld. Hij zat nog in zijn proeftijd van een straf die werd opgelegd in april 2012. Van die straf moet de man nu nog drie maanden celstraf uitzitten.'



14 maart 2014
Gevangenisstraf voor medeplegen diefstal met geweld

'De rechtbank Gelderland heeft een 24-jarige vrouw uit Duitsland veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf wegens (onder meer) het medeplegen van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Daarbij is rekening gehouden met licht verminderde toerekeningsvatbaarheid van de vrouw ten tijde van het plegen van deze delicten.

Bedreiging met hamer
Het slachtoffer was een Nederlandse man met wie zij enige tijd bevriend was. De vrouw verdacht hem van ontucht met haar dochter en het maken of bezitten van kinderpornografisch materiaal. Zij is samen met een vriend naar het huis van het slachtoffer gegaan en heeft hem geconfronteerd met haar verdenking. Toen het slachtoffer bleef ontkennen, heeft zij hem – deels geholpen door haar vriend – geslagen, bedreigd met een hamer en vastgebonden aan een stoel. Zij wilde het slachtoffer ook laten knielen in een bak met ongekookte rijst en pasta, om hem pijn te doen, maar zover is het niet gekomen. Wel heeft zij tape over zijn mond geplakt. Het aanbod van het slachtoffer om ter plekke de computerapparatuur te onderzoeken op de aanwezigheid van kinderporno heeft de vrouw afgewezen.

Computerapparatuur
Zonder toestemming van het slachtoffer heeft zij vervolgens, geholpen door haar vriend, onder meer al zijn computerapparatuur meegenomen. Voor het tweetal vertrok, is van buitenaf nog de voordeur van de woning van het slachtoffer op slot gedraaid.

Overigens is uit politieonderzoek aan de computerapparatuur van het slachtoffer niet gebleken dat de verdenking van de vrouw terecht was. '



13 maart 2014
Rechtbank verklaart beroep WOB-verzoek Volkskrant ongegrond

'De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van de Volkskrant tegen de weigering van De Nederlandsche Bank (DNB) om openbaarmaking op grond van de WOB van rapporten over de aankoop van een deel van ABN AMRO door de Fortis bank en de nationalisatie van Fortis Nederland ongegrond verklaard.

De rechtbank is met DNB van oordeel dat de WOB niet op het verzoek om openbaarmaking van toepassing is, nu de rapporten te maken hebben met de toezichthoudende taak van DNB. Op de uitoefening van die taken is de WOB niet van toepassing. De rechtbank is verder met DNB van oordeel dat ook de Wet op het financieel toezicht, waar deze toezichtstaak uit voortvloeit, geen grondslag biedt voor openbaarmaking van de rapporten.'



13 maart 2014
Meer onderzoek naar mogelijke scenario's dood Zwolse weduwe

'Er is meer forensisch onderzoek nodig naar de dood van een 76-jarige weduwe uit Zwolle. Dat oordeelde de rechtbank Overijssel na de eerste inhoudelijke behandeling in de zaak rond de dood van de vrouw. Zij werd op dinsdag 9 juli 2013 dood onderaan de trap in haar huis aangetroffen. Een 57-jarige man wordt er van verdacht dat hij de vrouw een dag eerder om het leven heeft gebracht.

Twee scenario's
De rechtbank hoorde op donderdag 13 maart drie getuigen-deskundigen. Onder andere naar aanleiding van verklaringen van één van hen rezen vragen over de bij het slachtoffer aangetroffen bloedsporen in relatie tot twee mogelijke scenario's. Het gaat daarbij onder andere om de vraag of aan de bloedsporen rondom het lichaam is te zien of de vrouw om het leven is gekomen door een val van de trap of dat zij mogelijk een of meerdere klappen op haar hoofd heeft gekregen. Daarom heeft de rechtbank besloten dat extra onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) noodzakelijk is.

Zaak wordt aangehouden
Op maandag 24 maart deelt de rechtbank op de zitting mee welke vragen aan het NFI worden voorgelegd. De zaak wordt daarna aangehouden tot het aanvullende onderzoek is afgerond. De verwachting is dat dit minstens een maand zal duren. '



12 maart 2014
Vergunningaanvraag windmolens moet opnieuw

'De rechtbank Rotterdam heeft vandaag uitspraak gedaan over de bouw van acht windmolens langs het Hartelkanaal. Tegen het verlenen van de vergunning door de gemeente Rotterdam voor de bouw van die windmolens is een groot aantal bewoners van Heenvliet en Geervliet in beroep gegaan.

Volgens de gemeente Rotterdam hebben de bewoners dat buiten de termijn en dus te laat gedaan. De vergunning was al in augustus 2011 verleend. De rechtbank is echter van oordeel dat er een fout is gemaakt bij de bekendmaking van het ontwerpbesluit. De kennisgeving heeft plaatsgevonden in een huis-aan huis-blad dat niet in Heenvliet en Geervliet wordt verspreid.

Die fout heeft tot gevolg dat de vergunning wordt vernietigd. De gemeente moet nu opnieuw een beslissing nemen op de vergunningaanvraag en de bezwaren daartegen van de omwonenden meenemen.

Aan de rechtbank is door de omwonenden ook gevraagd om de bouw van de windmolens tijdelijk stil te leggen. Dat verzoek heeft de rechtbank afgewezen. De belangen van de vergunninghoudster wegen op dit moment zwaarder dan die van de omwonenden. Het nu stilleggen van de bouw zou de bedrijfscontinuïteit van het windmolenpark ernstig in gevaar kunnen brengen.'



12 maart 2014
Werkstraf en verplichte behandeling voor ontucht met stiefdochter

'De rechtbank Gelderland heeft een 37-jarige man uit Tiel veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. Aan de voorwaardelijke straf zijn voorwaarden verbonden, waaronder de verplichting zich te laten behandelen.

De man heeft zich gedurende langere tijd schuldig gemaakt aan ontucht met zijn stiefdochter door haar te betasten en aan bedreiging van zijn ex-vrouw en haar vader. De straf is lager dan de eis. Dat komt vooral omdat de man niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Bovendien is er veel tijd verstreken tussen de ontucht, die plaatsvond tussen 2009 en 2011 en de zitting in 2014. De rechtbank houdt er ook rekening mee dat verdachte openheid heeft gegeven over de feiten en op eigen initiatief is begonnen met een behandeling.

De man moet aan zijn stiefdochter een schadevergoeding betalen van € 1.500,-. De man hoeft geen schadevergoeding te betalen aan zijn ex-partner.'



11 maart 2014
Slachtoffers schietincident Alphen aan den Rijn hebben geen recht op psychologisch rapport Tristan van der V.

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 11 maart 2014 in hoger beroep bepaald dat de Staat niet verplicht is de slachtoffers van het schietincident in Alphen aan den Rijn inzage te geven in een rapport over de geestelijke gezondheidstoestand van Tristan van der V. ten tijde van het schietincident. Dit rapport heeft het Openbaar Ministerie laten uitbrengen door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP). Het gerechtshof heeft daarmee de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter bekrachtigd.

Het gaat in deze zaak over de nasleep van het schietincident te Alphen aan den Rijn op 9 april 2011. Naar aanleiding van dit incident zijn meerdere onderzoeken verricht, waaronder een onderzoek uitgevoerd door het NIFP naar de geestelijke gezondheid van de dader, Tristan van der V., ten tijde van het schietincident. Het doel van dit laatste onderzoek was ‘verklaren’, ‘verwerken’ en ‘voorkomen’. De slachtoffers en nabestaanden hebben de beschikking gekregen over de rapporten van alle onderzoeken, behalve over het door het NIFP opgestelde rapport. De Staat wenst het NIFP-rapport niet aan hen te verstrekken, onder meer omdat dit rapport zeer persoonlijke en vertrouwelijke gegevens over Tristan en zijn ouders bevat.

De slachtoffers en nabestaanden stellen de Staat en de Politieregio Hollands Midden aansprakelijk voor de door hen als gevolg van het schietincident geleden schade. In verband met hun bewijspositie wensen zij inzage te krijgen in het NIFP-rapport. Zij hebben de Staat in kort gedinggedagvaard om afgifte van dit rapport af te dwingen.

Het gerechtshof heeft evenwel beslist dat de Staat niet verplicht is om het NIFP-rapport aan hen te verstrekken. Het hof is het niet met de slachtoffers en nabestaanden eens dat minister Opstelten zou hebben toegezegd dat dit rapport aan hen zou worden verstrekt. Ook is er volgens het hof geen wettelijke grondslag voor de eis van de slachtoffers.'



11 maart 2014
Cel- en taakstraf voor penningmeester wegens verduistering

'De rechtbank Overijssel veroordeelt een voormalig penningmeester van een kerk in Steenwijk wegens het verduisteren van geld dat aan de kerk toebehoorde. In vier jaar tijd verduisterde de man meer dan €163.000,-. De rechtbank veroordeelt hem daarom tot een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 11 maanden voorwaardelijk, plus een taakstraf van 200 uur. Ook moet hij de kerk het gestolen bedrag en gemaakte onderzoeks- en proceskosten terugbetalen.

Penningmeester
De man maakte in zijn functie als penningmeester stelselmatig grote geldbedragen die aan de kerk toebehoorden over naar zijn eigen bankrekeningen. Dit hield hij verborgen voor de kascontrolecommissie van de kerk door de boekingen op verschillende manieren in de financiële administratie te verwerken en hen niet in alle stukken inzage te geven. Hiermee heeft hij de kerk, die dacht aan de man een goede en betrouwbare penningmeester te hebben, ernstig benadeeld. Het geld gebruikte de man grotendeels om de levensstandaard van hemzelf en zijn gezin hoog te houden.

Eigen belang
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zijn eigen belang boven dat van de kerk en haar leden heeft geplaatst. Vanwege de hoogte van het verduisterde bedrag en de stelselmatigheid waarmee de overboekingen plaatsvonden kan de zaak niet met enkel een taakstraf worden afgedaan. Omdat de zaak voor de man en zijn gezin ingrijpende persoonlijke gevolgen heeft gehad en de terugbetaling van het verduisterde bedrag door een langdurige gevangenisstraf ernstig zou worden doorkruist, legt de rechtbank wel een groot gedeelte van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op.'



10 maart 2014
Werkstraf voor slaan eigen kind

'Een 50-jarige Chinese man uit Rijswijk krijgt 60 uur werkstraf, waarvan de helft voorwaardelijk, voor het slaan van zijn destijds anderhalf jaar oude dochter. De rechtbank Den Haag verplicht hem daarnaast om in behandeling te gaan, om dit gedrag in de toekomst te voorkomen.

De rechtbank oordeelt dat de man zijn dochtertje mishandeld heeft door haar meerdere malen in haar gezicht te slaan. Volgens de man is het China gebruikelijk om kinderen zo te corrigeren als ze in de ogen van ouders iets verkeerds doen, maar de rechtbank ging hier niet in mee. Kinderen moeten volgens de rechter juist kunnen rekenen op liefde, bescherming en geborgenheid van hun ouders. De vader kan niet altijd de juiste oplossing vinden bij het opvoeden en heeft daarom volgens de rechtbank baat bij de verplichte behandeling die hij moet ondergaan.'



10 maart 2014
Gevangenisstraf voor ex-militair wegens bezit kinderporno

'De militaire kamer in Arnhem heeft een 57 jarige ex-militair veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan de helft voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, wegens het bezit van kinderpornografische bestanden.

Omdat de man meerdere bestanden in een langere periode in zijn bezit had is er sprake van “gewoonte maken” van het bezit. De veroordeelde heeft, zo overweegt de militaire kamer, door zijn handelen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de productie van kinderporno, met alle voor de slachtoffers zeer schadelijke gevolgen van dien.

Bezit en aanbieden van kinderporno
De man verkreeg de bestanden met kinderporno via een zogenaamd peer-to-peerprogramma, “Shareaza”. Omdat de via Shareaza gedownloade bestanden ook direct weer te downloaden waren door andere gebruikers is de man niet alleen veroordeeld voor het bezit maar ook voor het aanbieden van kinderporno. De rechtbank kan uit de bewijsstukken echter niet opmaken dat verdachte ook daadwerkelijk kinderpornografie naar anderen heeft verspreid zodat hij op dat punt is vrijgesproken. Mede daarom en vanwege het tijdsverloop is de opgelegde straf lager dan de gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 voorwaardelijk die de officier van justitie had geëist.

Wel of geen militair
De zaak is door de Nederlandse opsporingsdiensten opgestart na informatie vanuit de Amerikaanse douanedienst. Op het moment dat verdachte daarna werd aangehouden was de man inmiddels geen militair meer. De militaire kamer heeft alleen geoordeeld over het kinderpornobezit in de tenlastegelegde periode in 2009-2011, toen de man nog wél militair was.

Ontucht met dieren
De man zou ook afbeeldingen van ontucht met dieren in zijn bezit hebben gehad, maar de militaire kamer is van oordeel dat dat onderdeel van de tenlastelegging zo algemeen omschreven was dat aan een inhoudelijke beoordeling niet kon worden toegekomen. Dat onderdeel van de dagvaardingis daarom nietig verklaard. De officier van justitie had daarvan overigens vrijspraak gevorderd, omdat zij niet bewezen achtte dat dit had plaatsgevonden in de voornoemde periode tot 2011.'



7 maart 2014
Verdachte van moord vrijgesproken

'De rechtbank Rotterdam heeft vrijdag 7 maart 2014 een 40-jarige verdachte van de moord op een man vrijgesproken. Het 44-jarige slachtoffer werd met diverse schotwonden, waaronder één in het hoofd, op 10 januari 2013 dood aangetroffen in een Turkse Vereniging in Rotterdam.

De officier van justitiehad twee weken geleden nog 15 jaar celstraf geëist tegen de verdachte, wiens vrouw een verhouding had met het slachtoffer. Hiervan was de verdachte op de hoogte. Volgens het openbaar ministerie diende de moord te worden bewezen op grond van een samenstel van gebeurtenissen en de vastgestelde feiten. Zo was de verdachte samen met het slachtoffer enige tijd alleen in de Turkse Vereniging en had hij dus de gelegenheid om het slachtoffer te doden. Ook is hij in de nacht waarin het slachtoffer is gedood teruggegaan naar de vereniging om de telefoon van het slachtoffer waarmee hij het contact met de echtgenote van de verdachte onderhield, weg te nemen.

Daarnaast moest volgens de officier van justitie de mogelijkheid dat een ander dan de verdachte het slachtoffer heeft doodgeschoten, in redelijkheid worden uitgesloten. Er zaten schotresten op de jas en spijkerbroek van de verdachte. Ook zijn er schotresten gevonden op de kleding van het slachtoffer. De kans dat die uit dezelfde bron komen is even groot als dat die schotresten uit verschillende bronnen komen, zodat daaraan onvoldoende bewijs kan worden ontleend.

De rechtbank heeft voorop gesteld dat de inhoud van het dossier geen rechtstreeks bewijs bevat op grond waarvan de verdachte als de schutter kan worden aangewezen.

Vervolgens is de rechtbank echter van oordeel dat al hetgeen door de officier van justitie naar voren is gebracht – ook als het in samenhang wordt bezien – tot zodanige twijfel aan de schuld van de verdachte leidt, dat op basis daarvan niet kan worden gesproken van wettig en overtuigend bewijs. In zo’n geval laat de wet maar één keuze: vrijspraak.

De rechtbank realiseert zich bij dit oordeel terdege dat veel vragen onbeantwoord blijven en dat de dingen kunnen zijn gegaan zoals de officier van justitie heeft betoogd. Echter, de enkele mogelijkheid is onvoldoende voor een veroordeling.'



7 maart 2014
Vijftien maanden cel voor afpersing vriend

'De rechtbank Gelderland heeft een 27-jarige man uit Apeldoorn veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf met aftrek van de tijd die de man in voorarrest heeft doorgebracht. Ook moet de man een bedrag van €1000,- betalen aan het slachtoffer voor de door hem geleden immateriële schade.

De man is naar een andere man gegaan die hij van de inburgeringscursus kende. Toen deze man thuis kwam heeft verdachte een bivakmuts over zijn gezicht getrokken, een (namaak)pistool op de man gericht en gezegd dat hij geld wilde.

Afpersing
Naar de uiterlijke verschijningsvorm kan dit niet anders worden geduid als een overval. Dat de man een grap heeft willen uithalen met zijn vriend, zoals hij heeft verklaard, is niet aannemelijk geworden. De verdachte heeft geen enkele actie ondernomen om zich bekend te maken. Hij heeft zich uit de voeten gemaakt en heeft ook toen de politie hem aantrof niet verteld dat het om een grap ging. De rechtbank acht poging tot afpersing bewezen.'



7 maart 2014
Zes jaar cel voor schieten op auto

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 30-jarige man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Daarnaast moet de man schadevergoeding betalen aan het slachtoffer ter hoogte van €33.939,24. Van de gevangenisstraf wordt de tijd afgetrokken die de man al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

Gevoel van onveiligheid
De man heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag door met een vuurwapen meerdere keren in de richting van een auto te schieten waarin een aantal personen zat. Eén van hen is in zijn arm en been geraakt. Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat in de auto nog twee andere inzittenden zaten en dat van geluk mag worden gesproken dat er onder de inzittenden van de auto geen doden of nog meer gewonden zijn gevallen. De rechtbank heeft er ook rekening mee gehouden dat schieten op de openbare weg voor omwonenden, en in de maatschappij in het algemeen, gevoelens van onrust en onveiligheid teweegbrengt.

Geen voorbedachte raad
De rechtbank legt een lagere straf op dan de officier van justitieheeft geëist (negen jaar) omdat zij niet bewezen verklaard vindt dat sprake is geweest van voorbedachte raad en zij de man daarom vrijspreekt van poging tot moord.

Vrijspraak voor bestuurder auto
De rechtbank heeft een 31-jarige man vrijgesproken van enige betrokkenheid bij het schieten in de richting van een auto waarin drie inzittenden zaten. De man was de bestuurder van de auto van waaruit is geschoten.'



7 maart 2014
Heffing thuiskopieervergoeding ook op audio- en videospelers

'De Hoge Raad oordeelt dat de heffing op hardware ten behoeve van de thuiskopieervergoeding, die lange tijd alleen gold voor cd’s en dvd’s, ook op digitale audio- en videospelers had moeten worden gelegd. De Hoge Raad laat met dit oordeel de eerdere uitspraak van het hof in deze zaak in stand. Het hof gaf de belangenbehartiger voor uitvoerend kunstenaars, Norma gelijk in haar procedure tegen de Staat.

Op grond van een EU-richtlijn (de Auteursrechtrichtlijn) staan de Auteurswet (art. 16c) en de Wet op de naburige rechten (WNR, art. 10) aan particulieren toe om voor eigen gebruik beschermde werken op te nemen op bijvoorbeeld cd’s, dvd’s, digitale audio- en videospelers, en die werken ook vanaf die dragers weer te geven. Voorwaarde daarvoor is dat de makers en uitvoerenden van die werken een ‘billijke vergoeding’ voor dat gebruik ontvangen. De wet heeft daarvoor een systeem ingevoerd waarbij bij algemene maatregel van bestuur (amvb) aan de fabrikanten van die dragers een – in de regel in de koopprijs verwerkte – heffing wordt opgelegd, die aan de stichting De Thuiskopie wordt uitgekeerd. De Thuiskopie moet de ontvangen bedragen als vergoeding uitkeren aan de rechthebbenden.

De heffing is vele jaren voordat dit geding begon alleen van toepassing geweest op recordable cd’s en dvd’s, en niet op digitale audio- en videospelers. De heffingsbedragen zijn sinds 2007 bevroren. Norma, die de belangen van de WNR-rechthebbenden behartigt, is een procedure tegen de Staat begonnen. Norma heeft het standpunt ingenomen dat de Staat onrechtmatig handelt door digitale audio- en videospelers buiten de heffing te laten. Norma voert aan dat de laatste jaren het gebruik van digitale audio- en videospelers sterk is toegenomen ten koste van de afzet van recordable cd’s en dvd’s. Norma heeft gevorderd voor recht te verklaren dat dat beleid onrechtmatig is en dat de Staat de door dat beleid aan de rechthebbenden toegebrachte schade dient te vergoeden.

De rechtbank heeft die vorderingen afgewezen. Het gerechtshof heeft ze echter toegewezen. De in hoger beroep toegevoegde eis de amvb’s waarin de heffingen zijn vastgelegd, buiten toepassing te verklaren, wees het hof af.

Kort gezegd oordeelde het hof dat de Staat op grond van de Auteursrechtrichtlijn verplicht is te zorgen voor een stelsel dat ertoe leidt dat de rechthebbenden de billijke vergoeding ontvangen waarop zij aanspraak hebben. Door alleen cd’s en dvd’s in de heffing te betrekken en de bedragen daarvan te bevriezen, en bovendien digitale audio- en videospelers buiten de heffing te laten, heeft de Staat niet voor een coherente, binnen de Unie geharmoniseerde wijze van heffing van een ‘billijke vergoeding’ gezorgd. Daarmee heeft de Staat in strijd met zijn uit de Auteursrechtrichtlijn voortvloeiende verplichtingen, en dus onrechtmatig, gehandeld.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de Staat verworpen. Aan de hand van een reeks uitspraken van het Europese Hof van Justitie is geoordeeld dat de Staat weliswaar beleidsvrijheid heeft om vorm, wijze van financiering en inning van de ‘billijke compensatie’ te bepalen, maar daarbij verplicht is ervoor te zorgen dat de benadeelde rechthebbenden daadwerkelijk een billijke compensatie uitgekeerd krijgen. Voor dit laatste is vereist dat de vergoeding volgens een samenhangend stelsel wordt vastgesteld en geheven. De door de Staat gekozen wijze – waarbij de financiering van de billijke compensatie volledig op twee minder belangrijk wordende dragers wordt afgewenteld en juist in het geheel niet op andere, steeds belangrijker wordende dragers, voldoet niet aan die eis van een samenhangend systeem.

De Hoge Raad verwierp het verweer van de Staat dat de burgerlijke rechter geen bevel tot het tot stand brengen van wetgeving mag geven. Zo’n bevel heeft het hof namelijk ook niet gegeven: toegewezen door het hof zijn alleen de vordering tot onrechtmatigverklaring en schadevergoeding

Partijen hebben ook de vraag aan de orde gesteld of Norma in deze zaak aanspraak heeft op vergoeding van haar volledige proceskosten als bedoeld in art. 1019h Rv (gebaseerd op de EU-Handhavingsrichtlijn inzake rechten van intellectuele eigendom). De beslissing op dit punt is aangehouden, in afwachting van een binnenkort te verwachten uitspraak van het Europese Hof van Justitie daarover in een vergelijkbaar geval.'



6 maart 2014
Broer steekt broer: 20 maanden gevangenisstraf

'De rechtbank Overijssel veroordeelt een 60-jarige man uit Deventer tot 20 maanden celstraf voor de zware mishandeling van zijn broer. Tijdens een ruzie op 25 juli 2013 op het woonwagenkamp stak de man zijn broer in het gezicht. Het mes is nooit gevonden.

De man is vrijgesproken van een poging tot doodslag. Het is niet bewezen dat hij zijn broer van het leven probeerde te beroven. De rechtbank oordeelt dat het niet duidelijk is wat voor mes er is gebruikt, meer in het bijzonder wat de lengte en de scherpte van het lemmet was en welke handelingen de man met het mes heeft verricht.

Forse straf voor bekende van justitie
Ondanks dat de man is vrijgesproken van de zwaardere beschuldiging van een poging tot doodslag is een forse gevangenisstraf nodig. De 60-jarige Deventenaar is geen first offender. Integendeel. De man kent een justitieel verleden van ruim veertig jaar, waarbij hij vele malen wegens (zeer) ernstige geweldsmisdrijven is veroordeeld tot vaak langdurige gevangenisstraffen.

Geen inzicht in problematiek
De man krijgt geen TBS met dwangverpleging opgelegd, zoals de officier van justitieeiste. De rechtbank stelt voorop dat TBS ook opgelegd kan worden aan verdachten die niet meewerken aan het onderzoek, maar dan moet op een andere manier worden vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een geestelijke stoornis. Uit het onderzoek in het Pieter Baan Centrum bleek wel dat de man alcoholverslaafd is, maar dat niet kan worden vastgesteld dat hij onder invloed van die stoornis dit feit pleegde.

Uit het dossier blijkt niet of en op welke wijze in het verleden is geprobeerd om de verdachte te behandelen of te begeleiden. Hoewel het openbaar ministerie (OM) hem beschouwt als een veelpleger, heeft het OM niet overwogen om een minder ingrijpende sanctie dan TBS met dwangverpleging te eisen, zoals de maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD).'



6 maart 2014
12 jaar gevangenis voor doodslag

'De rechtbank Rotterdam heeft vandaag 12 jaar gevangenisstraf opgelegd aan een 40-jarige man voor doodslag.

De man heeft op 7 september 2012 een toen 40-jarig slachtoffer in café/restaurant Istanbul in Schiedam met zeven kogels op koelbloedige wijze gedood door hem op korte afstand door het hoofd, in de hals en in de borst te schieten.

Hoewel er verschillende mogelijke achterliggende scenario’s de revue zijn gepasseerd (een conflict in verband met een mislukte drugs- of juist een vastgoeddeal), is tijdens de zitting niet duidelijk geworden wat nu het precieze motief voor het doodschieten van het slachtoffer is geweest.

Dat de verdachte uit noodweer zou hebben gehandeld is onvoldoende aannemelijk geworden. Uit de verklaringen van getuigen volgt veeleer het beeld dat de verdachte plotsklaps op het slachtoffer heeft geschoten. Wat de exacte aanleiding is geweest voor de verdachte om het vuurwapen te pakken en daarmee te schieten is niet duidelijk geworden.

De opgelegde straf is gelijk aan de straf die de officier van justitie twee weken geleden heeft geëist.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl