Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - februari 2015:


27 februari 2015
Hogere gevangenisstraffen in vastgoedfraudezaak ‘Klimop’

'Het gerechtshof Amsterdam heeft op 27 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep in de vastgoedfraudezaak Klimop. Daarbij zijn gevangenisstraffen tot zeven jaar opgelegd.

De Klimopzaak gaat over een zeer omvangrijke fraudezaak bij Bouwfonds en Philips Pensioenfonds. Het gerechtshof heeft verschillende verdachten - waaronder bestuurders bij Bouwfonds en Philips Pensioenfonds - veroordeeld voor onder andere verduistering in dienstbetrekking, valsheid in geschrift, witwassen, omkoping en deelname aan een criminele organisatie.

De straffen die het hof oplegt zijn in een aantal gevallen hoger dan de straffen die de rechtbank had opgelegd.

Hoofdverdachte (J. v. V.)
De hoofdverdachte, een oud-directeur van Bouwfonds, is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar. De rechtbank had de oud-directeur eerder een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van vier jaar. Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep zeven jaar geëist. Het hof acht bewezen dat de hoofdverdachte leiding heeft gegeven aan twee criminele organisaties. Hij heeft met medeverdachten, door te verduisteren en te frauderen, zijn voormalige werkgever voor tientallen miljoenen euro’s benadeeld. Ook werden gelden witgewassen. Het hof neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij het vertrouwen van zijn werkgever op grove wijze heeft beschaamd. Hij heeft anderen meegetrokken in een wereld waarin zijn normen golden en hij heeft zich in zijn verlangen naar status en/of geld boven de wet heeft gesteld.

Voormalig voorzitter Raad van Bestuur Bouwfonds (C. H.)
In de zaak van een voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van Bouwfonds heeft het hof geoordeeld over de vraag of deze verdachte de hoofdverdachte bewust ruimte heeft gegeven voor het plegen van fraude binnen Bouwfonds. Kort gezegd zou dit neerkomen op het deelnemen aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie heeft daartegen hoger beroep aangetekend en drie jaar geëist. Het hof acht - net als de rechtbank - deze feiten niet bewezen. Volgens het hof heeft het Openbaar Ministerie onvoldoende aangetoond dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem verweten strafbare gedragingen.

Notaris (J.C.L. K.)
Een notaris is in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar. Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep 21 maanden geëist. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden opgelegd. Het hof acht bewezen dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn positie als professionele geheimhouder door mee te werken aan het witwassen van uit misdrijf verkregen gelden voor een totaalbedrag van ruim 10 miljoen euro. Voor zijn betrokkenheid bij het witwassen heeft de notaris zich voor een bedrag van ruim € 450.000 laten omkopen. Hij wordt ook veroordeeld voor het valselijk opmaken van een koopovereenkomst, het opzettelijk niet melden van een ongebruikelijke transactie en deelname aan een criminele organisatie. Het hof acht meer feiten bewezen dan de rechtbank en rekent het de verdachte zwaar aan dat hij als notaris, door zijn derdengeldrekening ter beschikking te stellen, een belangrijke rol heeft gespeeld bij het witwassen van gelden. De verdachte heeft hierdoor het vertrouwen dat in een openbaar ambt als het notariaat mag worden gesteld aanzienlijk beschadigd.

Voormalig directeur Philips Pensioenfonds (W.A.D. F.)
Een voormalig directeur van Philips Pensioenfonds is door het hof veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar. Het Openbaar Ministerie heeft in hoger beroep vijf jaar geëist. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar opgelegd. Het hof acht bewezen dat hij zich voor miljoenen euro’s heeft laten omkopen en gelden heeft witgewassen. Ook is de verdachte veroordeeld voor oplichting van zijn werkgever. De rechtbank had de verdachte voor dat feit vrijgesproken. Het hof neemt het ook deze verdachte bijzonder kwalijk dat hij het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had gesteld op grove wijze heeft beschaamd.'



27 februari 2015
15 jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag en de beschieting van het gerechtsgebouw

'Het gerechtshof Amsterdam heeft de 27-jarige York M. vandaag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar wegens een poging tot doodslag in de Pijp te Amsterdam, de beschieting van een gerechtsgebouw te Amsterdam en verboden wapenbezit. De medeverdachte Omar T. is door het hof veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar wegens het medeplegen van het voorhanden hebben van de antitankbrisantgranaatraket, die is gebruikt bij de beschieting van het gerechtsgebouw, en zijn betrokkenheid bij de vechtpartij die resulteerde in een schietpartij in de Pijp. York M. en Omar T. werden door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot gevangenisstraffen van 15 jaar respectievelijk 5 jaar. De verdachten en het Openbaar Ministerie zijn hiertegen in hoger beroep gegaan bij het gerechtshof Amsterdam.

Tevens heeft het hof vandaag uitspraak gedaan in het deelonderzoek Lampion. Het hof heeft M. en zijn medeverdachte Jair W. in die zaak vrijgesproken van de voorbereiding van een liquidatie.

Beschieting van gerechtsgebouw
Het hof acht bewezen dat M. op 21 september 2011 een antitankbrisantgranaatraket heeft afgeschoten op het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg. De raket is ingeslagen in een muur van toren E van het gerechtsgebouw en heeft een ontploffing veroorzaakt. Als gevolg daarvan is schade aan het gerechtsgebouw ontstaan. Het hof acht niet bewezen dat daarnaast ook sprake was van levensgevaar voor personen of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel, nu er op het moment van de inslag, ’s nachts omstreeks 02.30 uur, geen mensen aanwezig waren in toren E.

T. is vrijgesproken van het medeplegen van de beschieting. Zijn rol was te gering om ook hem als dader van de beschieting aan te merken.

Schietpartij in de Pijp
Verder zijn M. en T. op 4 december 2011 betrokken geweest bij een vechtpartij tijdens het uitgaan in de Pijp. Toen het slachtoffer tenslotte weerloos op de grond lag, heeft M. een vuurwapen getrokken en hem van dichtbij in zijn bovenlichaam geschoten. Het slachtoffer, dat destijds 17 jaar oud was, heeft het ternauwernood overleefd.

Strafmaximum
Mede gelet op andere opgelegde gevangenisstraffen kon aan M. voor deze feiten een gevangenisstraf van maximaal 15 jaar worden opgelegd. Het hof vindt deze straf zonder meer passend gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. Met name de poging tot doodslag, die volgens het hof doet denken aan een koelbloedige executie, wordt M. zwaar aangerekend. Daarbij komt dat M. van enig inzicht over de ernst van het feit of spijt jegens het slachtoffer geen blijk heeft gegeven.
De opgelegde straf is conform de eis van het Openbaar Ministerie.

Vrijspraak voorbereiding liquidatie
In het deelonderzoek Lampion heeft het hof York M. en zijn medeverdachte Jair W. vrijgesproken van de voorbereiding van een liquidatie. De rechtbank had de verdachten hier ook van vrijgesproken. Het Openbaar Ministerie was daartegen in hoger beroep gegaan en had in hoger beroep voor beiden een gevangenisstraf van 9 jaar geëist.

Wel zijn M. en W. veroordeeld wegens het voorhanden van een doorgeladen vuurwapen en munitie. Aan M. is in deze zaak een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden opgelegd, waarbij rekening is gehouden met het feit dat de verdachte eerder was veroordeeld tot gevangenisstraffen wegens het bezit van vuurwapens en munitie. W. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden.'



27 februari 2015
Vijf jaar cel voor plofkraken bij banken

'De rechtbank Den Haag heeft vier mannen veroordeeld voor het plegen van meerdere plofkraken bij geldautomaten in onder meer Delft en Schiedam, van april tot en met september 2013. De mannen hebben zich volgens de rechtbank ook schuldig gemaakt aan heling van twee motoren in 2014 en de diefstal van zes rollen koperdraad. Bovendien waren twee van hen verantwoordelijk voor een inbraak in Rijswijk, waarbij onder meer modeltreinen werden gestolen. Een van de mannen heeft vijf jaar celstraf gekregen. De anderen kregen celstraffen variërend van twee tot drie jaar.

Plofkraken
Met behulp van gasflessen bliezen de mannen meerdere geldautomaten op, met als doel geld te stelen. Zowel via vingerafdrukken als afgeluisterde gesprekken, heeft de politie hun identiteit achterhaald. Ook is er bewijs van de aanschaf van materialen ten behoeve van de plofkraken en heeft de politie DNA-materiaal van hen aangetroffen. Op basis hiervan oordeelt de rechtbank dat er voldoende bewijs is om de mannen te veroordelen.

Motoren en koperdraad
Tijdens een politiecontrole hebben agenten twee gestolen motoren aangetroffen in een opslagruimte in Delft. Eén van de mannen was in dat pand aanwezig. De rechtbank ziet voldoende bewijs voor heling, omdat hij had kunnen weten dat de motoren van diefstal afkomstig waren. De man had op verzoek van iemand die hij nauwelijks kende, gereden op twee motoren, waarvan één zonder kentekenplaat, en waarover hij had vernomen dat ze diefstalschade hadden.

Uit de inhoud van afgeluisterde gesprekken en gegevens van mobiele telefoons, concludeert de rechtbank daarnaast dat drie van de mannen verantwoordelijk waren voor de diefstal van zes rollen koperdraad met een gewicht van vijfenveertig kilo per rol. Zij hebben deze vorig jaar maart gestolen bij een bouwbedrijf.'



27 februari 2015
Ricoh verliest kort geding over aanbesteding politie van printers en kopieerapparaten

'De Nationale Politie hoeft een Europese aanbesteding voor printers en kopieerapparaten niet aan het bedrijf Ricoh te gunnen in plaats van aan Canon. Ook hoeft de politie niet de hele aanbesteding over te doen. Ricoh had dit gevraagd aan de kortgedingrechter in Den Haag in een zaak tegen de politie. De rechter wijst dit af, omdat Ricoh niet heeft aangetoond dat bij de beoordeling van de offertes door de politie fouten zijn gemaakt of dat de procedure onvoldoende transparant was.

Verloop van de gunning volgens Ricoh
Ricoh stelde dat de politie in de beoordeling van haar inschrijving een te laag aantal punten heeft gegeven ten opzichte van Canon. Kiezen voor Ricoh zou meer voordelen bieden dan de politie heeft onderkend, zo meent het bedrijf. Daarnaast zou de beoordeling ondoorzichtig zijn geweest, omdat individuele beoordelaars tijdens de gunningsprocedure elkaar beïnvloed hebben tijdens een gezamenlijke vergadering. Dat is de verklaring die Ricoh geeft voor een te lage beoordeling van haar voorstel.

Oordeel van de kortgedingrechter
De kortgedingrechter kan niet beoordelen of in de systematiek van de politie het juiste aantal punten aan de inschrijvers is toegekend. Hiervoor is kennis nodig van alle inschrijvingen, waaronder die van Canon. Nu dit niet het geval is, kan de rechter niet anders dan deze vordering van Ricoh afwijzen.

Ricoh heeft verder onvoldoende aangetoond dat de beoordelingscommissie de gunningsystematiek onjuist heeft toegepast. Van een herbeoordeling van de inschrijvingen kan daarom geen sprake zijn, zo oordeelt de kortgedingrechter. Daarnaast heeft Ricoh nagelaten om in een eerder stadium bezwaren te uiten tegen de vermeende onvoldoende transparante procedure. Door dat na te laten, verliest dat argument van het bedrijf haar kracht. De slotsom is daarom dat de verzoeken van Ricoh door de rechter worden afgewezen.'



27 februari 2015
Celstraffen voor stelen van schapen uit weiden in Bommelerwaard

'De rechtbank Gelderland heeft drie veehouders uit de Betuwe veroordeeld tot gevangenisstraffen van 18 tot 24 maanden in verband met grootschalige diefstal van schapen uit weiden in de Bommelerwaard. Op meerdere momenten zijn in de periode van juli tot en met september 2012 in de nachtelijke uren weiden leeggeroofd. De diefstal vond plaats in Linden (Noord-Brabant), Nieuwegein en Lopik.

Gevoel van onveiligheid
Het handelen van de mannen heeft bij de veehouders grote gevoelens van onrust en onveiligheid veroorzaakt, mede omdat vee in de weide nauwelijks adequaat tegen diefstal te beschermen is.

Na deze diefstal hebben verdachten zich schuldig gemaakt aan het verhullen van de diefstallen door de merken van de schapen te vervangen en op grote schaal het Identificatie & Registratie systeem (systeem voor het in korte tijd traceren van dieren) te manipuleren.

De mannen hebben hiermee laten zien hun handelingen goed doordacht te hebben en hun eigen (financiële) belangen boven die van anderen en in het bijzonder mede-schapenhouders te plaatsen.

Passende straf
De rechtbank is van oordeel dat voor de diefstal en het witwassen van de schapen een gevangenisstraf van 18 maanden passend is. Deze straf is ook geëist door de officier van justitie. Eén van de mannen wordt ook veroordeeld voor het helen van diverse landbouwvoertuigen, het telen van hennep in een hennepkwekerij en het voorhanden hebben van een wapen en munitie. Deze man wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden.'



27 februari 2015
Celstraf en proeftijd van vijf jaar voor bezitten en aanbieden kinderporno

'De rechtbank Gelderland heeft vandaag een 40-jarige man uit Duiven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk voor het bezitten, verwerven, openlijk tentoonstellen en aanbieden van een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen en filmpjes. Daarnaast is aan het voorwaardelijke deel van de straf een proeftijd van vijf jaar verbonden.

Stok achter de deur
Bij het bepalen van de straf is rekening gehouden met een eerdere veroordeling uit 2010 van de man voor vergelijkbare gedragingen. De man heeft zich desondanks opnieuw schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten. De rechtbank vindt het noodzakelijk dat de man langere tijd onder controle staat. Om die reden heeft de rechtbank gekozen voor een proeftijd van vijf jaar. Om herhaling te voorkomen heeft de rechtbank ook bepaald dat computers e.d. van de man periodiek worden gecontroleerd.'



26 februari 2015
Doodsoorzaak Michelle niet komen vast te staan: vrijspraak voor moord/doodslag

'Vier jaar gevangenisstraf voor verkrachting, mishandeling en bedreiging
De rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar heeft op 26 februari 2015 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de 31-jarige A., die verdacht werd van moord/doodslag op de 24-jarige Michelle Mooij. Zij werd op 17 januari 2010 levenloos, hangend aan een koord aan het plafond, aangetroffen in haar woning waar ze de avond en nacht voorafgaand samen met haar vriend A. was. De rechtbank moest in deze zaak beoordelen of A. (op strafrechtelijk relevante wijze) verantwoordelijk is voor haar dood dan wel of hij haar heeft mishandeld. Voorts of A. haar die bewuste nacht heeft verkracht en op een eerder moment bedreigd.

Vrijspraak voor moord/doodslag
De cruciale vraag voor de beoordeling door de rechtbank van wat heeft plaatsgevonden in de nacht van 16 op 17 januari 2010 was hoe Michelle Mooij om het leven is gekomen. Was er sprake van zelfdoding? Had verdachte haar daartoe gedreven? Had verdachte een rol gespeeld in haar dood en haar verhangen? Was ze door een andere oorzaak om het leven gekomen en daarna opgehangen door verdachte of een ander? Al deze scenario’s zijn onderzocht. Op basis van de rapporten van twee pathologen en het andere forensisch onderzoeksmateriaal komt de rechtbank tot het oordeel dat de werkelijke doodsoorzaak – al dan niet verstikking door verhanging – niet onomstotelijk kan worden vastgesteld. Er is niet met voldoende zekerheid vast te stellen dat Michelle Mooij door verhanging om het leven is gekomen. Evenmin kan worden vastgesteld of er een andere doodsoorzaak is geweest en zij daarna is verhangen. Dat betekent dat meerdere scenario’s als doodsoorzaak mogelijk blijven.

Afgezien hiervan biedt het dossier onvoldoende bewijs voor betrokkenheid van A. bij haar dood. Om die reden kan alleen vrijspraak volgen voor de beschuldiging van moord of doodslag. Een aan verdachte te wijten zelfdoding kan evenmin worden vastgesteld. Ook hier volgt dus vrijspraak.

Veroordeling voor verkrachting
De rechtbank vindt dat er voldoende bewijs is om A. te veroordelen voor verkrachting van Michelle Mooij in de nacht van 16 op 17 januari 2010. Op het levenloze lichaam van Michelle zijn sporen van geweld aangetroffen die volgens de deskundigen vier tot zes uur voor haar dood zijn ontstaan. De patholoog heeft vastgesteld dat er in de uren voorafgaand aan haar overlijden anaal seksueel contact heeft plaatsgevonden. Op haar lichaam is sperma aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van verdachte en er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van DNAvan een ander persoon. Nu deze forensische bewijsmiddelen onderbouwen dat A. die nacht seksueel contact heeft gehad met Michelle Mooij en A. seksueel contact in die nacht ontkent gebruikt de rechtbank zijn kennelijk leugenachtige verklaring voor het bewijs. Daarnaast heeft de rechtbank in het vonnisopgenomen dat A. in 2007 is veroordeeld voor verkrachting, mishandeling en bedreiging van Michelle Mooij. Deze feiten pleegde hij indertijd terwijl hij onder invloed verkeerde van drank en cocaïne. A. heeft verklaard dat hij ook in de periode voor het overlijden van Michelle in een “coke-snuifritme” zat.

Veroordeling voor mishandeling en bedreiging
De rechtbank acht niet bewezen dat A. Michelle Mooij stelselmatig heeft mishandeld maar ziet wel voldoende bewijs voor drie mishandelingen door hem gepleegd in 2008, 2009 en in de nacht van 16 op 17 januari 2010. A. heeft erkend dat hij in de nacht van haar dood ruzie met haar had en haar heeft geslagen. Tot slot acht de rechtbank bedreiging van Michelle in 2009 bewezen. Hij had gedreigd haar in brand te steken met terpentine en “haar huis in fik te steken met haar er in”.

Strafmaat
De rechtbank heeft A. veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar. Allereerst gelet op de ernst van de feiten, door A. gepleegd tegen zijn vriendin. Maar ook omdat A. – na eerdere veroordelingen – tegen alle adviezen in behandelingen heeft afgebroken terwijl hij verslaafd was aan drank en drugs. A. wist dat zijn gedrags- en verslavingsproblematiek negatieve invloed op hemzelf had maar ook op zijn relatie met Michelle. Toch is hij weer gaan samenwonen met haar en teruggevallen in zijn oude patroon van middelengebruik. De rechtbank heeft – in zijn nadeel – meegewogen dat A. door zijn proceshouding nauwelijks inzicht heeft willen geven in zijn persoon en wat hem dreef bij het plegen van de strafbare feiten. Daardoor is het slagen van een behandeling en de kans op herhaling moeilijk in te schatten. De rechtbank heeft slechts in beperkte mate rekening gehouden met het tijdsverloop in deze zaak omdat de feiten te ernstig zijn.

De rechtbank komt tot een hogere strafoplegging dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank overweegt dat voor het zwaarste feit, de verkrachting, het uitgangspunt voor straf volgens de geldende landelijke oriëntatiepunten al op 24 maanden staat, terwijl hier sprake is van anale verkrachting van een levensgezel in de huiselijke sfeer. Maar ook de persoon van verdachte, de ernst en frequentie van de mishandelingen en de bedreiging en de eerdere veroordelingen rechtvaardigen een hogere straf.

Vorderingen van de nabestaanden
De vorderingen van de nabestaanden tot vergoeding van reis- en telefoonkosten zijn toegewezen alsmede een bedrag van € 16.832,32 aan kosten voor rechtsbijstand.

Gevangenneming
De rechtbank beveelt de onmiddellijke gevangenneming van A. nu door de bewezen verklaarde verkrachting de rechtsorde ernstig is geschokt. Het gegeven dat Michelle Mooij in diezelfde nacht een niet-natuurlijke dood is gestorven en de rechtsorde ook daardoor reeds geschokt is geraakt, doet daaraan niet af.'



26 februari 2015
Zeven jaar en 42 maanden cel voor schietincident Lithoijen

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 37-jarige man uit Gendt en een 52-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. De mannen waren betrokken bij een schietpartij in Lithoijen. Ook een 44-jarige man uit Delfzijl moet 42 maanden de cel in voor zijn aandeel in het incident. Een 53-jarige Rotterdammer werd vrijgesproken.

Bij het schietincident in januari vorig jaar waren drie auto’s betrokken: een Volkswagen, een Audi en een BMW. Tijdens een achtervolging werd er vanuit de Volkswagen met daarin de 37-jarige en de 52-jarige man verschillende keren geschoten op de BMW. In die auto zaten vier personen onder wie de twee andere verdachten. De Audi probeerde enkele keren om de BMW van de weg te drukken.

Uit de bewijsmiddelen blijkt niet wie van de twee mannen de bestuurder van de Volkswagen of de schutter was, maar dat acht de rechtbank ook niet relevant. Omdat de mannen nauw en bewust samenwerkten, was er sprake van medeplegen en zijn ze even strafbaar voor het incident. De auto’s reden op korte afstand van elkaar en volgens de rechtbank bestond er een aanmerkelijke kans dat de schutter één of meer inzittenden van de BMW dodelijk zou raken. De schutter en de bestuurder aanvaardden deze kans en maakten zich daarmee schuldig aan een meervoudige poging tot doodslag.

Ook acht de rechtbank bewezen dat de bestuurder van de Volkswagen en de tot op heden onbekend gebleven bestuurder van de Audi nauw en bewust hebben samengewerkt. Dit baseert de rechtbank op de wijze waarop de twee auto’s tijdens de achtervolging de BMW hebben ingeklemd.

Man schoot terug
De 44-jarige man in de BMW heeft ten minste eenmaal geschoten en is daarom schuldig aan een poging tot doodslag. De rechtbank kan op basis van de bewijsmiddelen niet bewijzen dat ook de 53-jarige man in die auto daarvoor strafrechtelijk verantwoordelijk is. Uit het schotrestenonderzoek kan hoogstens worden afgeleid dat hij bij het schietincident aanwezig was. In het dossier zit geen informatie waaruit blijkt dat de mannen samenwerkten of dat de 53-jarige man wist dat de ander een vuurwapen had en dit zou gebruiken. Van medeplegen is dus geen sprake en daarom spreekt de rechtbank hem vrij van een poging tot doodslag.

Hogere straf
De rechtbank rekent het de mannen zwaar aan dat er vanuit rijdende auto’s op de openbare weg werd geschoten. Bovendien gebeurde dit ’s ochtends terwijl mensen onderweg waren naar hun werk of school. Daardoor veroorzaakten de verdachten ook voor andere weggebruikers onaanvaardbare risico’s. Het is slechts door toeval dat iedereen ongedeerd is gebleven.

De rechtbank legt de 37-jarige en 52-jarige man een hogere straf op dan de officier van justitie eiste, omdat de rechtbank de hoogte van de gevorderde straf onvoldoende recht vond doen aan de ernst van de feiten. De rechtbank betrok daarbij dat de verdachten gebruik maakten van zware vuurwapens.'



25 februari 2015
Klinische opname voor stalken radio-dj

'Een 43-jarige vrouw is woensdag door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot 193 dagen gevangenisstraf waarvan 180 dagen voorwaardelijk voor het stalken en bedreigen van een radio-dj in 2013 en 2014. Ook kreeg de vrouw een contactverbod voor twee jaar, mag zij niet in Hilversum komen en moet zij voldoen aan de meldingsplicht en zich voor een jaar klinisch laten opnemen.

De vrouw stuurde de radio-dj in de periode van februari 2013 tot en met september 2014 meer dan 100 e-mails en meer dan 500 twitterberichten. De berichten waren seksueel getint, bedreigend en onsamenhangend van inhoud. Ook bezocht de vrouw in augustus 2014 de radio-dj op zijn werkadres in Hilversum waarbij ze hem probeerde aan te raken. De rechtbank achtte belaging en bedreiging bewezen.

De rechtbank legde een straf op die gelijk is aan de eis van de officier van justitie. De rechtbank hield bij het opleggen van de straf er rekening mee dat de vrouw de radio-dj stalkte als gevolg van haar psychische aandoening. Klinische opname is daarom noodzakelijk. Als de vrouw zich binnen twee jaar schuldig maakt aan strafbare feiten of de gestelde bijzondere voorwaarden niet nakomt, loopt zij het risico alsnog de voorwaardelijke gevangenisstraf uit te moeten zitten.'



24 februari 2015
Veertien jaar cel voor overvaller Zegwaard

'De rechtbank Den Haag veroordeelt een man tot een celstraf van veertien jaar voor de overval op de heer Zegwaard en zijn partner in hun huis in Rijswijk, een overval op een gezin op de Straatweg in Rotterdam en het afleveren van een wapen met munitie en hennepgruis. Hij wordt vrijgesproken van een overval op het huis van een vleeshandelaar in Honselersdijk, vanwege gebrek aan bewijs.

Rijswijk
Ondanks het ontbreken van rechtstreeks bewijs van zijn betrokkenheid, veroordeelt de rechtbank de man voor de overval op de woning van Zegwaard in maart 2012. Hierbij hebben de daders kostbare horloges en een grote hoeveelheid geld buitgemaakt. De rechtbank concludeert dat verdachte, zeer kort na de overval, naar Marokko is vertrokken. Hij heeft vlak voor zijn vertrek iets van grote waarde afgegeven aan een ander persoon. Ook was hij betrokken bij het in de brand steken van een auto van hetzelfde merk en type als de auto waarmee de overval is gepleegd. Verder was hij betrokken bij het te gelde maken van de horloges die bij de overval zijn buitgemaakt. Tenslotte blijkt hij vanaf enkele dagen na de pleegdatum van de overval, zowel in Nederland als in Marokko, over een grote hoeveelheid geld te kunnen beschikken. Hij heeft hiervoor geen enkele aannemelijke verklaring gegeven, terwijl hij niet beschikt over enige (legale) bron van inkomsten. Het kan volgens de rechtbank dan ook niet anders dan dat hij één van de daders is geweest.

Rotterdam
Dit gaat om de overval op een gezin aan de Straatweg in Rotterdam in november 2012, waarbij ook kleine kinderen betrokken waren. Door de bekentenis van twee van de daders van de overval blijkt dat er in totaal drie overvallers waren. De derde overvaller is kort voor het klemrijden van de auto waarin zij van die overval afkwamen, uitgestapt met de buit en het gebruikte imitatievuurwapen.

De rechtbank concludeert dat de man de derde overvaller is geweest. Zo blijkt uit verklaringen van de politie dat de man diezelfde avond gezien is in de auto die door de overvallers is gebruikt. Ook heeft de politie kort na zijn aanhouding zijn handschoenen gevonden in het water onder het balkon waarop hij werd aangehouden. Op die handschoenen zat DNA van het meisje dat behoort tot het overvallen gezin. Uit tapgesprekken blijkt verder dat hij intensief betrokken was bij de voorbereiding.

Wapen en gruis
De man heeft in januari 2012 aan twee andere mannen een zwarte tas overhandigd, die zij hebben afgeleverd in een loods in Den Haag. Bij een doorzoeking heeft de politie een zwarte tas met daarin een automatisch vuurwapen met magazijnen met munitie en een geluiddemper aangetroffen.

De rechtbank acht daarnaast de aflevering van een hoeveelheid delen van hennepplanten, of wel hennepgruis, in maart 2012 bewezen op grond van de inhoud van het dossier, met name het geregistreerde SMS-verkeer en de afgeluisterde telefoongesprekken.

Honselersdijk
Er is onvoldoende bewijs om met voldoende zekerheid vast te stellen dat de man een van de drie overvallers was op de woning van een vleeshandelaar in Honselersdijk in november 2012. Het signalement dat door de slachtoffers wordt opgegeven komt met name voor wat betreft de opgegeven lengte totaal niet overeen met verdachte. Daarom kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de man een van de overvallers is geweest zodat hij wordt vrijgesproken.'



20 februari 2015
Ontruiming ‘Vluchtgarage’ mag na 1 mei

'De Staat mag na 1 mei 2015 overgaan tot ontruiming van ‘de Vluchtgarage’ in Amsterdam Zuidoost. Dat heeft de voorzieningenrechter vandaag bepaald.

De parkeergarage is in december 2013 gekraakt door een grote groep uitgeprocedeerde asielzoekers die zichzelf ‘We Are Here’ noemt. De gemeente wil de parkeergarage in het kader van de verbetering van de K-buurt op korte termijn slopen en er een grasveld aanleggen. De uitgeprocedeerde asielzoekers weigeren echter de parkeergarage te verlaten, tenzij de gemeente hen naast de inmiddels aangeboden Bed Bad Brood-voorziening ook dagopvang gaat aanbieden. De gemeente is dat niet van plan.

De Staat heeft aangekondigd vóór 11 maart 2015 tot strafrechtelijke ontruiming van de Vluchtgarage over te gaan. De uitgeprocedeerde asielzoekers komen daartegen op in kort geding.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het inhumaan is om de groep uitgeprocedeerde asielzoekers, van wie de situatie uitzichtloos is, onder de huidige winterse weersomstandigheden te ontruimen. Het belang van de uitgeprocedeerde asielzoekers prevaleert daarom, zij het voor beperkte tijd, boven het belang van de Staat en de gemeente bij ontruiming van de parkeergarage op korte termijn.'



20 februari 2015
Rechtbank spreekt opa vrij van ontucht met kleinkinderen

'De rechtbank spreekt een nu 79-jarige man vrij van ontucht met zijn drie kleindochters. Voor het misbruik van twee kleindochters is onvoldoende steunbewijs. Ook voor het misbruik van zijn derde kleindochter moet de rechtbank de man vrijspreken, ondanks dat de man dit gedeeltelijk heeft bekend.

De man werd verdacht van het plegen van seksuele handelingen met zijn drie kleindochters in de periode 2005 t/m eind december 2011. In 2014 heeft de moeder van de kinderen aangifte gedaan. De kinderen waren destijds 7 – 12 jaar oud.

Gebrek aan steunbewijs
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kleindochters. De man ontkent de handelingen met twee van de drie kleindochters te hebben gepleegd. De rechtbank acht de handelingen niet wettig en overtuigend bewezen. De verklaringen vinden onvoldoende steun in een ander bewijsmiddel. Zonder dit steunbewijs is een veroordeling niet mogelijk.

Derde kleindochter
De man heeft bekend dat hij zijn derde kleindochter een paar keer ontuchtig heeft betast. Ontucht met de derde kleindochter tijdens het logeren bij haar opa thuis kan wegens gebrek aan steunbewijs echter niet bewezen worden. De ontucht met de derde kleindochter in haar ouderlijk huis kan ondanks de gedeeltelijke bekentenis van de man niet bewezen worden omdat dit kleinkind daar niet aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd (art 249 Sr.), omdat de ouders thuis waren. Voor een veroordeling op basis van art 249 Sr. is vereist dat de minderjarige aan de zorg of waakzaamheid van de man was toevertrouwd. Overtreding van een ander wetsartikel is hem niet ten laste gelegd. De rechtbank kan de man niet veroordelen voor een feit dat niet ten laste is gelegd.

De rechtbank geeft in het vonnis aan dat zij dat schrijnend vindt, maar niet anders kan, en dus de man moet vrijspreken.

In het vonnis legt de rechtbank het betreffende wetsartikel nader uit.'



20 februari 2015
Gevangenisstraf voor schietpartij Zoetermeer

'Het Gerechtshof Den Haag heeft op 20 februari 2015 een 34-jarige man uit Zoetermeer veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor doodslag en poging tot doodslag. Het hof vindt bewezen dat de man in de vroege ochtend van 19 augustus 2012 heeft geschoten op twee bekenden, broers, met wie hij ruzie had.

De verdachte reed op de bewuste dag in een auto op het Shetland en werd door de broers in een andere auto achtervolgd. Hij stopte bij de Florence Nightingalelaan en wachtte de broers daar op. Daarbij ontstond een schietpartij. Zowel de verdachte als een van de broers hebben geschoten. De verdachte en een van de broers bleven ongedeerd, maar de andere broer werd dodelijk getroffen. Het hof kon niet vaststellen wie als eerste heeft geschoten, de verdachte of een van de broers. Het beroep op noodweer(exces) heeft het hof verworpen. Het hof vindt dat er voor de verdachte wel een dreigende situatie was, maar dat de verdachte zonder noodzaak is gestopt.'



20 februari 2015
Celstraffen voor schieten bij drugsdeal Zwolle

'Twee mannen uit Zwolle zijn veroordeeld tot celstraffen van 8 en 5 jaar wegens een poging doodslag tijdens een drugsdeal in de Zwolse De Rijpstraat op 5 april 2014.

Een 23-jarige man kreeg 5 jaar cel en tbs met voorwaarden opgelegd, hij schoot het slachtoffer in zijn rug en stal daarna zijn auto. De rechtbank Overijssel oordeelt dat zijn 34-jarige compagnon net zo schuldig is, hij regelde het wapen en maakte de afspraak. Hij krijgt een gevangenisstraf van 8 jaar. Daarnaast is de 34-jarige man veroordeeld voor het bezit van vuurwapens en munitie, cocaïne en opzet- en schuldheling.

Dat het om een ripdeal zou gaan, kon niet worden bewezen.'



19 februari 2015
Uitspraak in onderzoek naar o.a. faillissementsfraude en witwassen

'De rechtbank heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaken tegen 11 verdachten in het ZION-onderzoek. Een onderzoek naar faillissementsfraude, witwassen, criminele organisatie en valsheid in geschrift gepleegd in de periode van 2011 tot 2013.

Lege handen
De hoofdverdachte, een 50-jarige man uit Venray, is veroordeeld voor het in een georganiseerd crimineel verband plegen van faillissementsfraude, witwassen en valsheid in geschrift. B.V.’s werden in het zicht van een faillissement overgenomen en leeggetrokken, zodat de schuldeisers met lege handen achterbleven. De rechtbank heeft de hoofdverdachte een gevangenisstraf van drie jaren opgelegd, waarbij naast de ernst van de feiten en zijn strafblad, ook rekening is gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden en het feit dat hij schoon schip heeft gemaakt. Omdat verdachte de feiten heeft gepleegd in de uitoefening van het beroep van statutair directeur, mag hijgedurende 5 jaar niet het beroep van statutair bestuurder van rechtspersonen uitoefenen. Als bijkomende straf heeft de rechtbank ook de openbaarmaking van het vonnisgelast. De ontnemingszaak wordt later behandeld.

Overige verdachten
Een andere verdachte, een 34-jarige man uit Duitsland, die zeer nauw met de hoofdverdachte heeft samengewerkt, is veroordeeld voor gewoontewitwassen en deelname aan een criminele organisatie tot een gevangenisstraf van 16 maanden. Daarbij is ook rekening gehouden met het feit dat hij niet eerder veroordeeld is. Hij moet een bedrag van ruim € 7.700,- aan wederrechtelijk verkregen voordeel terug te betalen.

Zeven andere verdachten zijn veroordeeld tot straffen variërend van een deels voorwaardelijke geldboete tot werkstraffen al dan niet gecombineerd met voorwaardelijke gevangenisstraffen. Twee andere verdachten zijn vrijgesproken.'



18 februari 2015
Lagere celstraffen voor doodsteken man in Cuijk

'In hoger beroep zijn een 26-jarige man en zijn 31-jarige neef uit Gennep veroordeeld voor het medeplegen van doodslag tot respectievelijk 10 en 9,5 jaar gevangenisstraf. Een derde verdachte, een jongere broer van de 26-jarige man, is vrijgesproken van medeplichtigheid. De mannen waren betrokken bij het doden van een 20-jarige Cuijkenaar die er door de mannen van werd verdacht dat hij het zusje van de broers zou hebben misbruikt. De veroordeelde mannen moeten de nabestaanden van het slachtoffer ook een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 10.000 euro.

Geen moord
De drie verdachten zijn samen op zoek gegaan naar het latere slachtoffer. Toen zij hem uiteindelijk op straat troffen, hebben de oudere broer en de neef hem geschopt en geslagen en meerdere malen gestoken. Het slachtoffer is aan zijn verwondingen overleden. De rechtbank Oost-Brabant vond dat sprake was van moord en veroordeelde de twee mannen op 11 april 2013tot 15 jaar gevangenisstraf. Volgens het hof is onvoldoende vast komen te staan dat de verdachten het voornemen hadden om het slachtoffer van het leven te beroven. Het hof veroordeelt hen daarom niet voor moord, maar voor doodslag.

Gevangenisstraffen
Uit de bewijsmiddelen leidt het hof af dat de oudste broer en de neef zo nauw en bewust hebben samengewerkt dat van medeplegen van doodslag kan worden gesproken. De oudste broer krijgt een gevangenisstraf van 10 jaar opgelegd, waarbij het hof heeft rekening gehouden met zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid. De neef krijgt een gevangenisstraf van 9 jaar en 6 maanden opgelegd. Bij het opleggen van de straffen heeft het hof onder meer mee laten wegen dat het incident plaatsvond op de openbare weg en op klaarlichte dag en dat de dood van het slachtoffer heeft geleid tot onherstelbaar leed en gemis bij zijn nabestaanden.

Jongere broer
De jongere broer heeft informatie gegeven over het slachtoffer dat hun zusje zou hebben misbruikt en is mee naar hem op zoek gegaan. Hij heeft het slachtoffer echter niet geslagen of gestoken, maar wachtte tijdens het incident als bestuurder van de auto. Zijn handelen was niet gericht op het doden van het slachtoffer, ook wist hij niet dat zijn oudere broer en neef messen hadden meegenomen. Daarom spreekt het hof hem vrij van medeplichtigheid.'



18 februari 2015
Aanleg Rotterdamsebaan mag definitief doorgaan

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag (18 februari 2015) het bestemmingsplan 'Rotterdamsebaan' van de gemeente Den Haag grotendeels in stand gelaten. Het gaat om het deel van het bestemmingsplan dat de aanleg van de Rotterdamsebaan op Haags grondgebied mogelijk maakt. Een aantal bedrijven, Vereniging Houdt Vlietrand Groen, familiepark Drievliet en enkele inwoners van de wijk Hoornwijck waren tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Bereikbaarheid
De bedrijven vrezen dat zij minder goed bereikbaar zullen zijn als het wegennet in de Binckhorst wordt aangepast. Ook zijn ze bang dat de 'zichtlocatie' van hun bedrijven verloren zal gaan en daardoor het aantal klanten zal afnemen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft deze bezwaren ongegrond verklaard.

Natuur en omgeving
De bezwaren van de vereniging en de inwoners hebben vooral betrekking op het woongenot en de natuur in de Vlietzone. Zij vrezen dat die worden aangetast door de aanleg van de Rotterdamsebaan. Deze bezwaren zijn eveneens ongegrond verklaard.

Overige bezwaren
Op een aantal onderdelen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het bestemmingsplan vernietigd. Zo is het niet langer noodzakelijk de gronden van familiepark Drievliet ook een waterkerende bestemming te geven en krijgen beide horecagelegenheden op het park een horecabestemming.

Rotterdamsebaan
De Rotterdamsebaan wordt een nieuwe verbinding van ongeveer vier kilometer lang tussen de rijkswegen A4 en A13 en de centrumring van Den Haag. Deze verbindingsweg ligt in de gemeenten Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. '



18 februari 2015
Raad van State weigert ontheffing voor Westerdiepsterdalkanaal

'De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van vandaag (18 februari 2015) zelf ontheffing geweigerd voor het Westerdiepsterdalkanaal in Hoogezand-Sappemeer. Het gaat om een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet die de toenmalige staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in juni 2008 verleende aan de provincie Groningen voor de aanleg van het kanaal. Stichting Platform Berend Botje was tegen de ontheffing in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Westerdiepsterdalkanaal
Het inmiddels aangelegde Westerdiepsterdalkanaal verbindt het Kieldiep met het zeilmeer Langebosch en is bedoeld voor pleziervaart. Omdat door de aanleg van het kanaal het leefgebied van de libellensoort de groene glazenmaker verdwenen is, was een Flora- en faunawetontheffing noodzakelijk. Volgens de staatssecretaris kon die ook verleend worden omdat het project van groot belang is voor de werkgelegenheid, er geen alternatief is en ter compensatie een sloot zal worden ingericht als leefgebied voor de groene glazenmaker.

Compensatie
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat de staatssecretaris met voldoende overtuiging heeft aangetoond dat met de aanleg van het Westerdiepsterdalkanaal 'een dwingende reden van groot openbaar belang is gediend en dat daarvoor geen andere bevredigende oplossing bestaat'. De hoogste algemene bestuursrechter is er echter op basis van alle beschikbare onderzoeken niet van overtuigd dat de beoogde 'compensatiesloot' zo kan worden ingericht dat die geschikt is voor de groene glazenmaker. In het bijzonder de waterkwaliteit is niet geschikt voor krabbenscheer, een waterplantensoort die het leefgebied van de groene glazenmaker vormt, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. Ook zes jaar na het verlenen van de ontheffing komt nog steeds geen krabbenscheer voor in de sloot.

Afwijzing
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft daarom het besluit van de staatssecretaris vernietigd. Gelet op de lange duur van de procedure waarin de staatssecretaris sinds juni 2008 vier keer in de gelegenheid is gesteld om meer onderzoek te doen en het besluit beter te motiveren, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak nu besloten de ontheffing alsnog te weigeren. Hierdoor beschikt het project niet meer over de benodigde Flora- en faunawetontheffing.

Handhaving
De staatssecretaris moet nog wel een nieuw besluit nemen op het handhavingsverzoek dat de stichting eerder in de procedure deed. Zij krijgt daarvoor twaalf weken de tijd. Als de stichting of de provincie het niet eens zijn met dat besluit kunnen zij daartegen direct beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.'



18 februari 2015
Man veroordeeld voor gewelddadige dood van ex-partner

'Het Gerechtshof in Den Haag heeft de 70-jarige E.L. in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaren, omdat hij schuldig wordt geacht aan de gewelddadige dood van zijn ex-partner. Op 11 augustus 2009 werd zij in een bos in Simonshaven dood aangetroffen. Zij was door ernstig geweld om het leven gebracht. E.L. was hiervoor in 2012 al door de rechtbank veroordeeld.

De verdachte heeft steeds gezegd dat er een man uit de bosjes was gesprongen die hen overvallen heeft. In hoger beroep is er een plattegrond boven water gekomen waarop een kruisje stond ongeveer op de plaats waar het slachtoffer is aangetroffen. Dat kaartje was aangetroffen bij Patrick S., die voor meerdere (levens) delicten is veroordeeld. In hoger beroep is naar aanleiding van dat kaartje veel nieuw onderzoek verricht. Het hof vindt het op basis van de uitkomsten van dat onderzoek niet aannemelijk dat Patrick S. of een ander dan E.L. bij de dood van het slachtoffer betrokken is geweest. Er is volgens het hof daarentegen wel overtuigend bewijs dat het E.L. is geweest die zijn ex-partner met geweld om het leven heeft gebracht.

In hoger beroep heeft de verdediging aangevoerd dat de officier van justitiede informatie over de plattegrond niet aan de rechtbank had mogen onthouden. Het hof is ook die mening toegedaan, maar vindt dat dit niet ertoe hoeft te leiden dat het openbaar ministerieniet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging van E.L. Daarbij vindt het hof van belang dat de advocaat-generaal de informatie in hoger beroep uit eigen beweging alsnog aan het dossier heeft toegevoegd en dat daarna nog volop onderzoek kon worden verricht. Wel vindt het hof dat er reden is strafvermindering toe te passen, omdat het proces in hoger beroep veel vertraging heeft ondervonden door dat nadere onderzoek.'



18 februari 2015
Celstraf en maximale werkstraf voor veroorzaken ontploffing in stadion NEC

'Een 19-jarige man uit Gendringen is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke celstraf en de maximale werkstraf van 240 uur voor het veroorzaken van een ontploffing in het voetbalstadion van NEC in Nijmegen op 22 januari 2014 voorafgaand aan de wedstrijd NEC-FC Utrecht. De man heeft bewust het risico genomen dat het vuurwerk dat hij mee het stadion in had genomen een (zware) ontploffing zou veroorzaken.

Bewust nemen van risico
Gelet op de explosieve kracht van een Cobra 6 had de ontploffing levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel bij anderen kunnen veroorzaken. De rechtbank acht ook bewezen dat de man in ieder geval één van de slachtoffers heeft zien staan in de gracht op het moment dat hij het vuurwerk gooide. Desondanks gooide hij het vuurwerk toch in de richting van het slachtoffer. De man heeft daarmee bewust de kans geaccepteerd dat het slachtoffer en ook andere personen in de gracht door de explosie van het vuurwerk zwaar letsel zouden oplopen. Bij één van de slachtoffers is ook daadwerkelijk zwaar lichamelijk letsel ontstaan in de vorm van verschillende littekens in het gezicht en op het lichaam en blijvende gehoorschade.

Slaan en schoppen
De rechtbank veroordeelt de man daarnaast voor openlijke geweldpleging in Westervoort op 28 september 2013. Hij heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweld door het slachtoffer meerdere keren achterna te lopen en hem te slaan en te schoppen. Het beroep op noodweer wordt verworpen. Aan de man is een gevangenisstraf opgelegd van 450 dagen, waarvan 281 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en daarnaast een maximale werkstraf van 240 uren.

Veroordeling als minderjarige
De man werd daarnaast ook verdacht van enkele feiten die hij als minderjarige zou hebben gepleegd. Deze feiten zijn achter gesloten deuren behandeld. De man is veroordeeld voor de afpersing van een pinpas en pincode en diefstal van geldbedragen op 20 juni 2013 in Gendringen. Samen met de medeverdachte heeft de man misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van het slachtoffer en hem onder druk gezet om geld te betalen. Om zijn dreigende woorden kracht bij te zetten heeft hij gedreigd met een taser, of een daarop gelijkend voorwerp.

De rechtbank veroordeelt de man voor deze feiten tot een jeugddetentie van 14 dagen, waarvan 12 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met het vonnis in bovenstaande andere zaken waarin gelijktijdig uitspraak is gedaan.'



13 februari 2015
Curatoren moeten binnen dag toegang krijgen tot administratie Udense vastgoedondernemer

'Een Rotterdams ICT-bedrijf moet de curatoren die zijn belast met het faillissement van een Udense vastgoedondernemer binnen 24 uur toegang verlenen tot digitale administratie van het concern waaraan de man leiding heeft gegeven. Dit besliste de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant zojuist.

De Udense vastgoedondernemer, die in april 2013 failliet werd verklaard, gaf via een tussenpersoon opdracht om concerndata op de externe servers van het ICT-bedrijf te zetten en in de ‘cloud’ te plaatsen, zodat slechts geautoriseerde personen toegang hadden tot deze data.

Sinds 6 februari kan niemand meer bij deze data op de servers van het ICT-bedrijf. De curatoren stapten naar de rechter om de ‘poging tot dataroof’ door de vastgoedondernemer te stoppen en weer toegang te krijgen tot de data, zodat zij hun werk kunnen uitvoeren.

Op basis van onder meer mailverkeer tussen de tussenpersoon van de vastgoedondernemer en het ICT-bedrijf en verklaringen van medewerkers van dit bedrijf bij de rechter-commissaris, is volgens de rechter aannemelijk geworden dat de vastgoedondernemer nog steeds probeert de curatoren te dwarsbomen bij hun werkzaamheden. De rechter oordeelt dat de vrees van de curatoren reëel is dat hen relevante data wordt onthouden en zelfs dreigt te verdwijnen.

De rechter beslist daarom dat het ICT-bedrijf de curatoren binnen 24 uur nadat het vonnis door de deurwaarderaan het bedrijf is overhandigd digitale toegang moet verlenen tot de data. De curatoren moeten wel een redelijke vergoeding betalen aan het bedrijf voor de hiervoor te verrichten werkzaamheden. De tussenpersoon is op straffe van een dwangsom verboden de werkzaamheden waartoe het ICT-bedrijf is veroordeeld, te belemmeren.'



13 februari 2015
Celstraffen voor afpersing en bedreiging Leidse motorclub

'De rechtbank Den Haag veroordeelt zes leden van de motorclub Trailer Trash Travellers (TTT) voor de afpersing en bedreiging met brandstichting van de Leidse motorclub Pegasus in januari 2013. Zij krijgen voor de vijandige overname van het Pegasus-clubhuis celstraffen variërend van twaalf tot achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De rechtbank spreekt vijf andere TTT-leden vrij, omdat er geen bewijs is dat zij betrokken waren bij de afpersing en bedreiging.

Stap een: 11 januari 2013
Op 11 januari 2013 is een groep van twintig tot dertig TTT-leden ’s avonds naar het clubhuis van Pegasus in Leiden gegaan met het doel dit kwaadschiks in handen te krijgen. Dit was eerder, goedschiks, niet gelukt. Op dat moment was bij TTT bekend dat Pegasus nog ongeveer tien tot twaalf leden had.

De TTT-leden zijn onaangekondigd tijdens een clubavond van Pegasus het clubhuis binnengevallen. Een aantal TTT-leden heeft zich daar volgens plan strategisch opgesteld langs de wanden en bij de deur. Vervolgens is een aantal bestuursleden van motorclub Pegasus door een aantal (bestuurs)leden van TTT apart genomen voor een gesprek. In dat gesprek hebben de TTT-leden te kennen gegeven dat zij vonden dat het clubhuis van Pegasus in het territorium van TTT viel en dat er voor Pegasus maar twee keuzes waren; aansluiten bij TTT of hun clubhuis in brand laten steken. Pegasus moest binnen drie dagen beslissen.

Stap twee: 18 januari 2013
Op 18 januari 2013 is een groep TTT-leden – naar het clubhuis van Pegasus gegaan, dat, naar aanleiding van de gebeurtenissen van 11 januari 2013, op advies van de politie, niet open was. Toen de voorzitter van Pegasus bij het clubhuis aankwam om de kachel te controleren, werd hem meegedeeld dat de overname door TTT nu ook met de Hells Angels in Heiloo was afgekaart en dat het clubhuis dus nu van TTT was. Hem werd verzocht de deur van het clubhuis , waar overigens ook al een ander slot op hing, open te doen. Later die avond heeft de voorzitter van Pegasus, zonder de sleutel, het clubhuis verlaten.

Deze gebeurtenissen hebben grote impact gehad op de leden van Pegasus. De rechtbank kan dit gedrag niet anders zien dan gericht op één doel; het uitbreiden van het territorium van TTT in Zuid-Holland. Deze wijze van ‘landjepik’ heeft de rechtbank de verdachten ernstig aangerekend.

Andere criminele activiteiten
In deze zaak stonden zeventien personen terecht. De rechtbank heeft een aantal van deze personen veroordeeld voor andere strafbare feiten. Eén van hen heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van een motorfiets. Vijf andere mannen hebben zich schuldig gemaakt aan een overtreding van de Opiumwet. Weer twee anderen hadden verboden wapens voorhanden. Ten slotte overtrad eën TTT-lid de Opiumwet en is hij daarnaast bestraft voor witwassen.'



12 februari 2015
Verdachte gijzeling en bedreiging NOS langer vast

'Het voorarrest van een 19-jarige man uit Pijnacker die verdacht wordt van gijzeling, bedreiging en verboden wapenbezit bij de NOS in Hilversum wordt met 90 dagen verlengd. De raadkamer oordeelde donderdag dat er voldoende ernstige bezwaren zijn om de man langer vast te houden.'



12 februari 2015
Vier jaar cel voor aanzetten van minderjarigen tot webcamseks

'Een 41-jarige Amsterdammer is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank acht bewezen dat de man zeven jaar lang met zeer grote regelmaat bijna dertig jonge kinderen - veelal jongens - heeft gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen voor de webcam.

Opnamen
De beelden nam hij op en bewaarde hij op zijn computer en stuurde die soms naar andere kinderen. Bij een aantal van hen heeft hij gedreigd de opgenomen beelden aan anderen door te sturen als zij niet opnieuw zouden meewerken aan webcamseks. De slachtoffertjes waren niet alleen jong, maar ook anderszins kwetsbaar: bijvoorbeeld vanwege een laag IQ, ADHD of verblijf in een opvanghuis. Dat maakt het misbruik extra kwalijk, aldus de rechtbank. Ook is de man veroordeeld voor het bezit van grote hoeveelheden kinderporno, die hij van internet had gedownload. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan daarmee te hebben bijgedragen aan het in stand houden van verwerpelijke praktijken met kinderen.

Gedragsdeskundigen
Verdachte is tijdens zijn voorarrest door diverse gedragsdeskundigen onderzocht. Omdat die onderling sterk van mening verschillen komt de rechtbank niet tot een eenduidig oordeel over de vraag of de man lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank legt mede daarom de maatregel TBS niet op. Wel moet de man zich gedurende zijn proeftijd van drie jaar verplicht melden bij de reclassering en zich onder behandeling stellen van een forensische zorginstelling.'



12 februari 2015
Uitlevering rabbijn toelaatbaar

'De door Israël gevraagde uitlevering van een 77-jarige rabbijn is toelaatbaar. Dat heeft de rechtbank Noord-Holland bepaald. De rechtbank heeft gekeken of aan de voorwaarden voor uitlevering, zoals in het Europees Verdrag betreffende uitlevering en de Nederlandse Uitleveringswet opgenomen, is voldaan. En dat is het geval: hij is de persoon wiens uitlevering wordt gevraagd. De feiten waarvan hij beschuldigd wordt, zijn duidelijk. Deze zijn zowel in Israël als in Nederland strafbaar en in beide landen staat er minimaal een jaar gevangenisstraf op.

Europees uitleveringsverdrag
De rechtbank heeft het verweervan de raadsman verworpen dat Israël geen rechtsmacht heeft omdat de feiten buiten het grondgebied van Israël zouden zijn gepleegd en de rabbijn niet de Israëlische nationaliteit zou hebben. Het is niet aan de uitleveringsrechter om daarover te oordelen, want Israël heeft zijn uitleveringsverzoek gebaseerd op het Europese uitleveringsverdrag. Men mag er dus op vertrouwen dat dit juist is.

Inhoudelijke behandeling strafzaak niet aan de orde
De rechtbank heeft ook het verweer van de raadsman verworpen dat er sprake zou zijn van valse aangiftes van ontucht en dat medeverdachten ontlastende verklaringen zouden hebben afgelegd. De rabbijn heeft daarmee niet direct duidelijk (‘onverwijld’) zijn onschuld kunnen aantonen, oordeelt de rechtbank. Dit zou namelijk een diepgaand onderzoek vergen. In een uitleveringsprocedure gaat het juist niet om de inhoudelijke behandeling van een strafzaak; dergelijke aspecten komen pas aan de orde bij een berechting in Israël, wanneer er uiteindelijk uitgeleverd is.

De rechtbank moet in een uitleveringsprocedure alleen beoordelen of de gevraagde uitlevering toelaatbaar is. Bij beantwoording van die vraag spelen de mogelijke gezondheidsproblemen van de rabbijn geen rol.

Minister beslist
De rechtbank heeft de uitlevering toelaatbaar geacht, nu moet de minister van Veiligheid en Justitie beslissen of hij de 77-jarige rabbijn daadwerkelijk aan Israël uitlevert.'



11 februari 2015
Hoogwatergeul Reevediep voorlopig niet aangelegd

'De staatssecretaris van Economische Zaken, het provinciebestuur van Flevoland en de gemeenteraad van Kampen krijgen twaalf weken de tijd om de natuurvergunningen en het bestemmingsplan 'IJsseldelta-Zuid' voor de aanleg van hoogwatergeul Reevediep aan te passen. In afwachting daarvan heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestemmingsplan voor zover dat de aanleg van de hoogwatergeul mogelijk maakt geschorst, totdat zij een einduitspraak doet. Dit betekent dat de hoogwatergeul voorlopig niet kan worden aangelegd.

Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vandaag (11 februari 2015). Het bestemmingsplan is bovendien vernietigd voor zover het de bouw van het nieuwe dorp Reeve mogelijk maakte. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Projectplan
In december 2013 stelde de minister van Infrastructuur en Milieu het 'Projectplan Waterwet Inrichting IJsseldelta-Zuid (Reevediep)' vast. Ter uitvoering van dit gecoördineerde project tussen het Rijk, provincies en gemeenten zijn diverse besluiten genomen. Eén daarvan is het bestemmingsplan 'IJsseldelta Zuid' van de gemeente Kampen. Dit bestemmingsplan maakt de aanleg mogelijk van hoogwatergeul het Reevediep ten zuiden van Kampen. Deze geul verbindt de IJssel met het IJsselmeer en voert bij hoogwater extra water af. Het bestemmingsplan van de gemeente Kampen maakt verder de bouw mogelijk van het dorp Reeve met 1.300 woningen en 1.100 ligplaatsen voor boten.

Hoogwatergeul
Vaststaat dat de aanleg van de hoogwatergeul de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied 'Veluwerandmeren' aantast, doordat het leef- en broedgebied van de beschermde vogelsoorten grote karekiet en roerdomp verdwijnt. De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat de aanleg van de hoogwatergeul alleen kan doorgaan als wordt aangetoond dat daarvoor een dwingende reden van groot openbaar belang bestaat en daarvoor geen alternatieven zijn. Bovendien moet de schade aan de natuur worden gecompenseerd. Dit deel van de uitspraak is een tussenuitspraak. De staatssecretaris en het provinciebestuur hebben twaalf weken de tijd om deze zogenoemde ADC-toets uit te voeren. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak een definitieve uitspraak doen over het bestemmingsplan en de natuurvergunningen voor de hoogwatergeul. Tot die tijd is het bestemmingsplan op dit punt geschorst.

Dorp Reeve
De Afdeling bestuursrechtspraak is verder van oordeel dat de gemeenteraad van Kampen niet inzichtelijk heeft gemaakt dat er een "actuele regionale behoefte" bestaat aan 1.300 woningen in het dorp Reeve. Dit kan alleen op basis van objectieve gegevens over de ontwikkeling van de woningbouwbehoefte en die gegevens ontbreken op dit moment, aldus de hoogste algemene bestuursrechter. Op dit punt heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak gedaan en het bestemmingsplan vernietigd voor zover dat de mogelijkheid tot woningbouw betreft en de aanleg mogelijk maakte van de ligplaatsen in het dorp Reeve en de jachthaven ten westen daarvan.'



11 februari 2015
Hogere straf voor schietpartij op kickboksgala Zijtaart

'Een 34-jarige man uit Veghel is in hoger beroep veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor een schietpartij in Zijtaart. Volgens het gerechtshof ’s-Hertogenbosch is hij schuldig aan doodslag, poging tot doodslag en verboden wapenbezit. De rechtbank Oost-Brabant veroordeelde de man eerder tot 16 jaar celstraf.

De verdachte was met vrienden bij het kickboksgala ‘The battle of Zijtaart’ op 11 november 2012. Daar ontstond een gevecht tussen één van de vrienden van de verdachte en een 37-jarige man, omdat deze man de verdachte zou hebben bedreigd. De verdachte wilde zijn vriend verdedigen en het gevecht stoppen, zo zegt hij. Ook was verdachte - zoals hij later verklaarde - bang en in paniek omdat hij dacht dat zijn vriend zou worden doodgeslagen. De verdachte pakte daarom zijn pistool en schoot de 37-jarige man dood. Daarna richtte hij het wapen op de toen 31-jarige broer van het slachtoffer en schoot ook hem neer. De jongere broer raakte daarbij gewond.

Geen noodweer
De verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer, hij wilde immers zijn vriend verdedigen. Het hof concludeert dat de verdediging door verdachte niet noodzakelijk was. De vriend van verdachte en het slachtoffer waren verwikkeld in een één-op-één-gevecht, waarbij de vriend zichzelf verdedigde. Hij kon dat ook, want hij was een professioneel kickbokser en dat wist de verdachte. Dat de vriend behoorlijk wat klappen kreeg van het slachtoffer, betekent niet dat de verdachte hem moest verdedigen. Het was dan ook niet nodig dat de verdachte zijn vuurwapen gebruikte.

Veroordeling doodslag
De verdachte schoot met gestrekte armen en van korte afstand op vitale lichaamsdelen van de beide broers. Daarom vindt het hof, net als de rechtbank, dat er sprake is van doodslag en poging tot doodslag. Ook vindt het hof bewezen dat de man schuldig is aan het bezit van verboden wapens en munitie.

Hogere straf
De verdachte verwachtte dat er personen met wie hij al langere tijd een conflict had bij het kickboksgala aanwezig zouden zijn. Hij nam een geladen en gebruiksklaar vuurwapen mee naar het evenement. Hij heeft in een volle zaal met sportliefhebbers op twee broers geschoten. Eén van de broers heeft het niet overleefd. De ander is gewond geraakt en moest toezien hoe zijn broer het leven liet. Er waren kinderen bij het gala aanwezig, die getuigezijn geweest van de schietpartij. Het gebeuren heeft voor veel beroering gezorgd en gevoelens van onveiligheid teweeggebracht bij de bezoekers van het gala en de lokale gemeenschap. Bovendien heeft de verdachte de nabestaanden groot verdriet en onrecht aangedaan.

Het hof vindt dat zowel de straf van de rechtbank (16 jaar gevangenisstraf) als de door het OM geëiste straf (18 jaar gevangenisstraf) onvoldoende recht doen aan de ernst van de feiten. Daarom is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf van 20 jaar passend en geboden is.

Schadevergoeding
De verdachte moet bijna 20.000 euro schadevergoeding betalen aan de weduwe van de 37-jarige man, met wie het slachtoffer drie jonge kinderen had. Aan het slachtoffer dat gewond is geraakt, moet hij ook een bedrag van bijna 20.000 euro betalen.'



11 februari 2015
Jeugddetentie en PIJ-maatregel voor doden broer

'Een 18-jarige jongen is veroordeeld tot 232 dagen jeugddetentie en plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ-maatregel) voor het doden van zijn broer. De straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.

Op 24 juni 2014 heeft de verdachte, die destijds 17 jaar was, zijn broer in diens woning in Alkmaar met een pistoolschot door het hoofd om het leven gebracht. De verdachte heeft verklaard dat hij tot zijn daad is gekomen op verzoek van zijn broer.

Moord
Ofschoon de rechtbank aannemelijk heeft geacht dat verdachte inderdaad op verzoek van zijn broer heeft gehandeld, heeft zij verdachte wel schuldig bevonden aan moord. Uit de feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte voldoende tijd heeft gehad zich te beraden op het genomen besluit, zodat hij gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad.

Geen sprake van psychische overmacht
De rechtbank acht verder onvoldoende aannemelijk geworden dat bij het slachtoffer sprake was van een serieuze, weloverwogen en duurzame wil te sterven en is van oordeel dat verdachte had kunnen proberen zijn broer op andere gedachten te brengen of hulp had kunnen inroepen. Van psychische overmacht is daarom geen sprake.

Jeugd-tbs
De rechtbank heeft de conclusie van de deskundigen dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is overgenomen. Door een zeer problematisch verlopen jeugd, waarin sprake was van huiselijk geweld en verwaarlozing, is onder meer sprake van een hechtingsstoornis en een gebrekkige gewetensontwikkeling. Om de kans op herhaling te voorkomen en om ervoor te zorgen dat verdachte zich verder zo goed mogelijk zal ontwikkelen is het van belang dat verdachte langdurig en intensief wordt behandeld.

Omdat niet te verwachten is dat een behandeling gedurende de termijn van de maximale jeugddetentie van twee jaar voldoende zal zijn, heeft de rechtbank verdachte de PIJ-maatregel (jeugd-tbs) opgelegd. Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft de rechtbank een straf langer dan de duur van het voorarrest niet passend geacht.'



11 februari 2015
Rechtbank wijst schadevergoeding Bouke Vaatstra toe

'De Rechtbank Noord-Nederland veroordeelt Jasper S. tot het betalen van een schadevergoeding aan de vader van Marianne Vaatstra. De rechtbank bepaalt de shockschade op 40.000 euro en de materiële schade op ruim 3400 euro. Marianne Vaatstra werd in de nacht van 30 april op 1 mei 1999 op zestienjarige leeftijd in Veenklooster door Jasper S. verkracht en vermoord.

De rechtbank overweegt dat dhr. Vaatstra getraumatiseerd is geraakt bij de confrontatie met het stoffelijk overschot van zijn dochter. De gevolgen van dit geestelijk letsel dienen volledig te worden toegerekend aan Jasper S.

Deze overweging leidt tot de conclusie dat er sprake is van voor vergoeding in aanmerking komende shockschade. Bij de vaststelling van de immateriële schade weegt de rechtbank mee de gruwelijke aard van dat wat Marianne opzettelijk is aangedaan en onduidelijkheid die er 13,5 jaar was over de dader en zijn motieven. De rechtbank bepaalt de shockschade op 40.000 euro.

Daarnaast wijst de rechtbank vergoeding voor het opmaken van een rapport door psychiater toe. Het betreft hier een bedrag van 3494,47 euro. De schadeclaim voor overige kosten wijst de rechtbank af. De rechtbank veroordeelt Japser S. tot het betalen van de proceskosten en de wettelijke rente.'



10 februari 2015
Celstraf voor dumpen drugsafval in Valkenswaard

'De rechtbank Oost-Brabant heeft een 34-jarige man uit Valkenswaard veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden voor (kort gezegd) het onzorgvuldig omgaan met afvalstoffen en het lozen daarvan. Een 31-jarige man uit Valkenswaard is door de rechtbank vrijgesproken.

De 34-jarige verdachte reed in mei 2013 als bestuurder van een vrachtwagen weg vanaf een bospad in Valkenswaard. Hij had daar net een aantal vaten met drugsafval gedumpt. De man reed slingerend en negeerde stoptekens van de politie. De vrachtwagen stopte na een achtervolging uiteindelijk in Valkenswaard. Uit de laadruimte liep vloeistof weg en er ontsnapte witte damp. De 31-jarige medeverdachte zat als passagier in de vrachtwagen.

Vrijspraak
De 31-jarige medeverdachte wordt vrijgesproken. Daarbij speelt een rol dat hij niet als bestuurder optrad en dat niet kan worden vastgesteld dat hij wist dat er drugsafval in de vrachtwagen zat.

Anders dan de officier van justitie, acht de rechtbank niet bewezen dat beide mannen schuldig zijn aan het lozen van drugsafval op een andere locatie in Weert. Dat het op die locatie aangetroffen afval sterke overeenkomsten vertoont met het op het bospad aangetroffen afval en dat er op verplaatsbaar materiaal, een handschoen, DNA is aangetroffen dat mogelijk toebehoort aan de 34-jarige bestuurder dan wel dat matcht met het DNA-profiel van de 31-jarige passagier, is volgens de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen.

Straf
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er onder meer rekening mee dat de 34-jarige verdachte eerder is veroordeeld voor drugsgerelateerde delicten en dat hij tijdens de proeftijd van die veroordeling weer de fout is ingegaan. De verdachte moet het verhuurbedrijf van de vrachtwagen waarin hij reed een schadevergoeding betalen van ruim duizend euro.'



6 februari 2015
Acht jaar cel voor doden vriendin

'Een 80-jarige man is vrijdag door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf voor het doden van zijn vriendin op 30 juli 2014 in Hilversum. De rechtbank achtte doodslag bewezen.

De man doodde zijn vriendin naar eigen zeggen in een opwelling toen zij de relatie wilde beëindigen. Hij bekende haar meerdere malen met een wijnfles op het hoofd te hebben geslagen, maar kon zich niet herinneren of hij haar ook met een mes had gestoken. Op zijn broekspijpen, sokken, hand en voeten werden bloedsporen aangetroffen. De rechtbank oordeelde op basis van de stukken in het dossier dat het volstrekt onaannemelijk is dat iemand anders dan de man de negen fatale messteken heeft toegebracht.

De man heeft het leven van het slachtoffer op zeer gewelddadige wijze beëindigd en haar daarmee het recht om te leven ontnomen. Hij heeft daarnaast ook de nabestaanden veel leed berokkend. De rechtbank rekent de man dit zeer ernstig aan. Ondanks dat de man 80 jaar oud is en een kwetsbare lichamelijke conditie heeft vindt de rechtbank de door de officier van justitie geëiste acht jaar gevangenisstraf passend en legt die dan ook op. '



5 februari 2015
Vergunning nodig voor openingsfeest Club Monte Carlo Nijmegen

'De voorzieningenrechter vindt dat voor het openingsfeest in Club Monte Carlo in Nijmegen een vergunning nodig is.

Terechte handhaving door gemeente
Eén van de argumenten die door de club naar voren is gebracht is dat de gemeente toegezegd zou hebben dat het feest ook zonder vergunning plaats kon vinden. Die toezegging is volgens de voorzieningenrechter niet vast komen te staan.

Verder oordeelt de voorzieningenrechter dat de termijn voor het afgeven van de vergunning door de gemeente Nijmegen nog niet was verstreken op het moment dat de club bezwaarmaakte. Ook heeft de gemeente de ontheffing terecht geweigerd.

Bovenstaande overwegingen maken dat er voor de gemeente geen bijzondere omstandigheden zijn om van handhaving (en het opleggen van een dwangsom) af te zien.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de vergunningsaanvraag niet-ontvankelijk en wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.'



5 februari 2015
In hoger beroep hogere celstraffen voor gewelddadige overval op Limburgse café-uitbater

'Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft drie mannen veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar waarvan één voorwaardelijk voor een gewelddadige overval op een 84-jarige café-uitbater uit het Limburgse Genhout. De rechtbank veroordeelde de mannen op 3 juni 2014 nog tot drie jaar gevangenisstraf (man 1, man 2, man 3).

Overval
In de nacht van zondag 24 op maandag 25 november 2013 na sluitingstijd zijn de mannen het café binnengekomen. De uitbater was nog wakker en zat in de keuken om wat te eten. De mannen hadden ducttape en wapens bij zich en een van hen had een bivakmuts op. De uitbater is hardhandig aangepakt. Hij raakte gewond en is zelfs even buiten bewustzijn geweest. De mannen hebben het café en de daarboven gelegen woning doorzocht en ze hebben kasgeld, sigaretten en horloges buitgemaakt.

Straf
Het hof vindt het onaanvaardbaar dat de mannen hebben gekozen voor gewelddadige criminaliteit om hun eigen financiële problemen het hoofd te bieden. Zij hebben het kwetsbare slachtoffer fysieke en psychische schade toegebracht. Het is niet ondenkbaar dat het slachtoffer deze traumatische ervaring nooit meer te boven komt. Het hof rekent het de mannen aan dat zij het slachtoffer na de overval aan zijn lot hebben overgelaten en dat zij geen volledige openheid van zaken hebben gegeven.

Bijzondere maatregelen
Naast de gevangenisstraf legt het hof aan de mannen ook bijzondere voorwaarden op. Zemoeten zich verplicht laten behandelen, onder meer in verband met hun verslavingsproblematiek. Zij zullen echter eerst de onvoorwaardelijke gevangenisstraf moeten uitzitten, voordat zij aan de behandeling kunnen beginnen.'



5 februari 2015
Voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf voor bommelding rechtbank Groningen

'Een 38-jarige man uit Groningen die op 15 april 2014 een bommelding deed bij de rechtbank in zijn woonplaats is door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 200 uur. Omdat de rechtbank Noord-Nederland zelf betrokken was bij het incident is de zaak behandeld door de rechtbank Overijssel.

Nepbom
De man plaatste op 15 april een nepbom in een afvalbak voor de rechtbank in Groningen. Vervolgens gaf hij telefonisch door aan de brandweer, de politie en de rechtbank dat er twee bommen zouden ontploffen bij het gebouw. De hele rechtbank werd daarop ontruimd. Tijdens de zitting bekende de man de nepbom te hebben geplaatst en de valse melding bij de politie te hebben gedaan. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij door zijn handelen heeft gezorgd voor veel onrust bij een grote groep mensen. Bovendien moesten alle werkzaamheden in de rechtbank worden stilgelegd, wat voor veel overlast heeft gezorgd.

Niet-ontvankelijk
De rechters in Zwolle stelden vast dat de rechtbank Noord-Nederland geen rechtspersoonlijkheid heeft. Om die reden kan zij ook niet zelfstandig een vordering indienen. De rechtbank zal de rechtbank Noord-Nederland daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot een schadevergoeding.'



4 februari 2015
Rechtbank legt hogere straf op voor poging tot doodslag in Eindhoven

'De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist een 22-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar voor poging tot doodslag en vernieling.

De man stak in juli vorig jaar op klaarlichte dag een man neer in de buurt van het centrum van Eindhoven. Het slachtoffer liep daarbij een scheur op van zes centimeter in zijn lever. Volgens de rechtbank heeft de verdachte met zodanige kracht gestoken dat daarmee vitale organen geraakt konden worden en de kans op dodelijk letsel aanmerkelijk was.

In oktober 2014, toen de man voor de poging doodslag was aangehouden, vernielde hij een deur en een deurklink op het politiebureau in zijn woonplaats.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er onder meer rekening mee dat de verdachte zich niet om het slachtoffer bekommerde en hem hevig bloedend heeft achtergelaten. Uit het rapport van een psychiater blijkt dat de poging tot doodslag in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. De verdachte heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.

Volgens de rechtbank heeft de officier van justitiede ernst van het feit onvoldoende laten meewegen in haar eis van 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast legt de rechtbank de straf geheel onvoorwaardelijk op, omdat de verdachte onvoldoende gemotiveerd is om behandelingen voor zijn verslaving of persoonlijkheidsstoornis te ondergaan.'



4 februari 2015
Man vrijgesproken van moord op echtgenoot in ’s-Hertogenbosch

'De rechtbank heeft zojuist een 53-jarige man uit ’s-Hertogenbosch vrijgesproken van de moord op zijn echtgenoot. De man is wel veroordeeld voor mishandeling van zijn echtgenoot en krijgt daarvoor een taakstraf van tachtig uur.

De verdachte en zijn echtgenoot kregen in juli 2013 ’s nachts ruzie in hun woning. Daarbij deelde de verdachte enkele klappen uit op het hoofd en in het gezicht van zijn echtgenoot. Nadat de man hem uit hun woning had gezet, trapte de verdachte nog een paar keer na. Enige tijd later liet de verdachte zijn echtgenoot weer binnen. De verdachte ging vervolgens slapen en trof zijn echtgenoot de volgende ochtend dood aan in het toilet.

De patholoog constateerde dat bij het slachtoffer sprake was van letsel in zijn hals. Er waren bloeduitstortingen en beide hoorntjes van het strottenhoofd waren gebroken. Dit zou er volgens de patholoog op kunnen wijzen dat het slachtoffer door verwurging om het leven is gekomen. Een ander scenario kan zijn dat de breuk is ontstaan door een stevige val. Bovendien is uit toxicologisch onderzoek gebleken dat het gedrag en bewustzijn van het slachtoffer beïnvloed waren door het gebruik van GHB, alcohol en clonazepam. De patholoog kan niet uitsluiten dat het slachtoffer door het gebruik van deze middelen is overleden. Het overlijden zou volgens de patholoog ook door een combinatie van het letsel in de hals en de middelen in het lichaam kunnen zijn veroorzaakt. Volgens de rechtbank is er geen enkel bewijs in het dossier aanwezig dat de verdachte GHB aan zijn echtgenoot heeft toegediend.

De officier van justitieeiste bij gebrek aan bewijs vrijspraak voor moord en poging tot zware mishandeling, maar achtte wel bewezen dat de verdachte zijn echtgenoot had mishandeld door onder meer zijn hals dicht te drukken. De rechtbank acht echter niet bewezen dat de verdachte de hals van zijn echtgenoot heeft dichtgedrukt, maar wel dat hij zijn echtgenoot heeft mishandeld door hem te slaan en schoppen.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de mishandeling plaatsvond in de woning van het slachtoffer. Dit is een plek waar iemand zich juist veilig zou moeten kunnen voelen. De verdachte heeft op die manier inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn echtgenoot. De rechtbank weegt in het voordeel van de verdachte mee dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.'



4 februari 2015
Luchtkwaliteit beoordelen bij plattelandswoningen

'De luchtkwaliteit bij een voormalige agrarische bedrijfswoning moet worden beoordeeld aan de hand van de luchtkwaliteitseisen als die woning door een derde mag worden bewoond. Het gaat om zogenoemde plattelandswoningen die geen binding hebben met het agrarische bedrijf waarbij de woning staat. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (4 februari 2015) over het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' van de gemeente Weert.

Luchtkwaliteit
Op grond van de Wet milieubeheer moet bij besluiten de luchtkwaliteit in principe op alle plaatsen beoordeeld worden. Dat geldt niet als sprake is van een zogenoemde arbeidsplaats. In dat geval gelden andere regels op basis waarvan de gezondheid en veiligheid van werknemers worden beschermd.

Plattelandswoning
De Afdeling bestuursrechtspraak is van oordeel dat een plattelandswoning geen arbeidsplaats is, als de bewoner geen binding heeft met het agrarische bedrijf. Dit betekent dat als besluiten worden genomen die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit bij die plattelandswoning, rekening gehouden zal moeten worden met de luchtkwaliteitseisen.

Gevolg
Het gevolg van de uitspraak is dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan dat een plattelandswoning mogelijk maakt, de aanwezigheid van deze woning gevolgen kan hebben voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het agrarische bedrijf.'



4 februari 2015
Ondanks fout politie niet aansprakelijk voor schade slachtoffers schietincident Alphen

'De rechtbank Den Haag oordeelt dat de politie een fout heeft gemaakt bij het verlenen van een wapenverlof aan Tristan Van der Vlis door niet alle informatie waarover zij beschikte te betrekken in de beoordeling. Als dat wel was gebeurd, zou volgens de rechtbank geen verlof zijn verleend. Dit verkeerd toepassen van de regels leidt niet tot aansprakelijkheid ten aanzien van eisers omdat de geschonden regels voor de besluitvorming over wapenverloven niet zijn bedoeld om bescherming te bieden tegen schade als gevolg van misbruik van wapens.

De politie kan wel aansprakelijk zijn vanwege schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm, maar daarvoor is nodig dat de politie kon weten dat Van der Vlis een gevaar kon vormen voor willekeurige derden zoals eisers. Dat is niet het geval: de informatie van de politie wees op gevaar van Van der Vlis voor zichzelf.

Fout van de politie
De fout van de politie bij de verlening van een wapenverlof aan Van der Vlis in 2008 in strijd met de wet, bestaat uit buiten beschouwing laten van een eerdere weigering van het wapenverlof in 2005 en de mutatie van in 2006 verleende bijstand door de politie bij de gedwongen opname van Van der Vlis in een psychiatrisch ziekenhuis.

Als de politie deze gegevens wel zou hebben meegewogen, had dit bij haar moeten leiden tot twijfel of een wapen kon worden toevertrouwd aan Van der Vlis. In het systeem van verlofverlening leidt deze twijfel tot een voornemen tot weigering van het verlof. Dan zijn er twee mogelijkheden: de eerste is dat de aanvrager zich neerlegt bij dat voornemen. Dat had van der Vlis eerder, in 2005 ook gedaan. De tweede mogelijkheid is dat de aanvrager een verklaring overlegt van een behandelend arts of psychiater waarmee hij aantoont dat het voorhanden hebben van een wapen hem wel kan worden toevertrouwd. De rechtbank acht het buiten redelijke twijfel dat Van der Vlis nooit zo’n verklaring zou hebben gekregen, gegeven de gedwongen opname en de bij hem vastgestelde stoornis waar hij ook voor werd behandeld, terwijl hij niet behandel- en medicatietrouw was.

Geschonden wettelijke norm
Het enkele gegeven dat de politie in strijd met de wet heeft gehandeld betekent niet dat de politie ook aansprakelijk is voor de schade van eisers. Bij een handelen in strijd met de wet moet zijn voldaan aan het zogenaamde relativiteitsvereiste. Dat houdt in dat de geschonden norm de bedoeling moet hebben om te beschermen tegen de schade zoals eisers die hebben geleden. De rechtbank heeft dat onderzocht en komt tot de conclusie dat eisers zich niet met succes kunnen beroepen op het handelen van de politie in strijd met de wet.

Ongeschreven zorgvuldigheidsnorm
Eisers hebben zich ook beroepen op schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Voor aansprakelijkheid van de politie voor de schade van eisers op deze grond is nodig dat de politie zich bij de verlening van het wapenverlof aan Van der Vlis onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van – in dit geval – willekeurige derden zoals eisers. Het moet gaan om voor de politie kenbare belangen. De rechtbank is van oordeel dat de politie – gezien wat zij wist in 2008 – niet kon weten dat willekeurige derden zoals eisers risico liepen indien een wapenverlof zou worden verleend aan Van der Vlis.'



4 februari 2015
Celstraf en werkstraffen voor vechtpartij na voetbalwedstrijd Alphense Boys-Haaglandia

'Het gerechtshof Den Haag heeft op drie supporters van de voetbalclub Alphense Boys uit Alphen aan den Rijn veroordeeld voor openlijke geweldpleging. Zij waren betrokken bij een vechtpartij na afloop van een thuiswedstrijd tegen voetbalclub Haaglandia op 2 juni 2013.

Een 23-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 100 dagen, waarvan 53 dagen voorwaardelijk voor het slaan, schoppen en stompen van een speler van Haaglandia. Een 22-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met 100 uur taakstraf voor het schoppen en stompen van spelers en toeschouwers. Een 19-jarige man is veroordeeld tot 40 uur taakstraf. Ook hebben zij een verbod gekregen om de wedstrijden van Alphense Boys bij te wonen voor een periode van twee jaar.

Een 23-jarige speler van Haaglandia, die ook terechtstond, is ontslagen van rechtsvervolging. Hij heeft wel een speler van Alphense Boys gestompt, nadat hij werd aangevallen door een groep spelers en toeschouwers van Alphense Boys. Het hof vindt het aannemelijk dat hij zich door die aanval ernstig bedreigd kon voelen.'



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl