Artikel 106Rechtbank kan termijn inschrijving verlengen
De rechtbank van de plaats waar de akte van afstand moet worden ingeschreven, kan de voor de inschrijving gestelde termijn voor de afloop daarvan een of meer malen op grond van bijzondere omstandigheden verlengen.
Artikel 107Echtgenoot kan geen afstand meer doen
1. De echtgenoot of zijn erfgenaam, die zich de goederen der gemeenschap heeft aangetrokken of goederen daarvan heeft weggemaakt of verduisterd, kan geen afstand meer doen. Daden van dagelijks bestuur of tot behoud van de goederen brengen dit gevolg niet teweeg.
2. Hij die na gedane afstand goederen der gemeenschap wegmaakt of verduistert, verliest de bevoegdheid artikel 103 lid 4 van dit boek in te roepen.
Artikel 108Dubbele afstand
1. Afstand van de gemeenschap, door een echtgenoot of een erfgenaam van een echtgenoot gedaan nadat door de andere echtgenoot of een of meer van diens erfgenamen afstand werd gedaan, heeft niet de gevolgen, omschreven in artikel 103 leden 2 en 3 van dit boek, en verplicht hen die tot de gemeenschap gerechtigd zijn, haar te vereffenen. Afdeling 3 van titel 6 van Boek 4 betreffende de vereffening van nalatenschappen is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
2. Indien hij die tot vereffening van de gemeenschap gehouden is, na tot het afleggen van de rekening en verantwoording te zijn aangemaand, in gebreke blijft aan deze verplichting te voldoen, verliest hij de bevoegdheid artikel 103 lid 4 van dit boek in te roepen.
Afdeling 4. Opheffing van de gemeenschap bij beschikking
Artikel 109Verzoek opheffing gemeenschap door echtgenoot
Een echtgenoot kan opheffing van de gemeenschap verzoeken, wanneer de andere echtgenoot op lichtvaardige wijze schulden maakt, de goederen der gemeenschap verspilt, handelingen verricht, die kennelijk indruisen tegen het bestuur van de andere echtgenoot over goederen der gemeenschap, of weigert de nodige inlichtingen te geven omtrent de stand van de goederen der gemeenschap en van de daarop verhaalbare schulden en het over die goederen gevoerde bestuur.
Artikel 110Verzoek ingeschreven in huwelijkgoederenregister
De echtgenoot die de opheffing van de gemeenschap verzoekt, kan tot behoud van zijn recht de maatregelen nemen, die in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering nader zijn aangegeven.
Artikel 111Toewijzingsbeschikking werkt terug
1. Indien de echtgenoot tegen wie het verzoek is toegewezen, de gemeenschap heeft benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of een rechtshandeling als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.
2. Een op het vorige lid gegronde vordering kan niet later worden ingesteld dan drie jaren nadat het verzoek tot opheffing van de gemeenschap bij de rechtbank is ingediend.
Artikel 112 [Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 113Gemeenschap na opheffing gemeenschap
Is de gemeenschap door opheffing ontbonden, dan kunnen de echtgenoten daarna, echter alleen bij huwelijkse voorwaarden, wederom een gemeenschap overeenkomen.
Titel 8. Huwelijkse voorwaarden
Afdeling 1. Huwelijkse voorwaarden in het algemeen
Artikel 114Huwelijkse voorwaarden gemaakt vóór en tijdens huwelijk
Huwelijkse voorwaarden kunnen zowel door aanstaande echtgenoten vóór het sluiten van het huwelijk als door echtgenoten tijdens het huwelijk worden gemaakt.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Artikel 115Notariële akte
1. Huwelijkse voorwaarden moeten op straffe van nietigheid bij notariële akte worden aangegaan.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
2. Een volmacht tot het aangaan van huwelijkse voorwaarden moet schriftelijk worden verleend en moet de in de huwelijkse voorwaarden op te nemen bepalingen bevatten.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Artikel 116Tegenwerpen huwelijkse voorwaarden
1. Bepalingen in huwelijkse voorwaarden kunnen aan derden die daarvan onkundig waren, slechts worden tegengeworpen, indien die bepalingen ingeschreven waren in het openbaar huwelijksgoederenregister, gehouden ter griffie der rechtbank binnen welker rechtsgebied het huwelijk is voltrokken, of, indien het huwelijk buiten Nederland is aangegaan, ter griffie van de rechtbank Den Haag.
2. De wijze van inrichting en raadpleging van het register wordt nader bij algemene maatregel van bestuur geregeld.
3. In afwijking van het eerste lid kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat het register elders dan ter griffie der rechtbank wordt gehouden. Bij algemene maatregel van bestuur kan eveneens worden bepaald dat de verstrekking van gegevens ter inschrijving in het register uitsluitend op een in die maatregel aan te geven wijze plaats vindt.
Artikel 117Geldige voorwaarden vóór huwelijk gemaakt of gewijzigd
1. Huwelijkse voorwaarden vóór het huwelijk gemaakt of gewijzigd, zijn slechts geldig, indien zij wier toestemming tot het huwelijk noodzakelijk is, bij de akte hun toestemming tot de huwelijkse voorwaarden of de wijziging hebben gegeven; is de toestemming van de rechter nodig, dan kan worden volstaan met vasthechting van zijn beschikking aan de minuut van de akte. Op het verzoek tot toestemming van de rechter is artikel 39 lid 1 van dit boek van overeenkomstige toepassing.
2. Vóór het huwelijk gemaakte huwelijkse voorwaarden beginnen te werken van het tijdstip der voltrekking van het huwelijk; geen ander tijdstip kan daarvoor worden aangewezen.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Artikel 118Onder curatele gestelde en huwelijkse voorwaarden
De echtgenoot die onder curatele staat, kan na de huwelijksvoltrekking slechts met toestemming van zijn curator huwelijkse voorwaarden maken of wijzigen.
Artikel 119 [Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 120Dag inwerkingtreding huwelijkse voorwaarden
1. Tijdens het huwelijk gemaakte of gewijzigde huwelijkse voorwaarden beginnen te werken op de dag, volgende op die waarop de akte is verleden, tenzij in de akte een later tijdstip is aangewezen.
2. Bepalingen in deze huwelijkse voorwaarden kunnen aan derden die daarvan onkundig waren, slechts worden tegengeworpen, indien zij ten minste veertien dagen in het huwelijksgoederenregister ingeschreven waren.
Artikel 121Afwijking voorwaarden van regels wettelijke gemeenschap
1. Partijen kunnen bij huwelijkse voorwaarden afwijken van de regels der wettelijke gemeenschap, mits die voorwaarden niet met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden, of de openbare orde strijden.
2. Zij kunnen niet bepalen dat een hunner tot een groter aandeel in de schulden zal zijn gehouden, dan zijn aandeel in de goederen der gemeenschap beloopt.
3. Zij kunnen niet afwijken van de rechten die uit het ouderlijk gezag voortspruiten, noch van de rechten die de wet aan een langstlevende echtgenoot toekent.
Artikelen 122 t/m 128 [Vervallen per 01-01-2012]
Artikel 129 [Vervallen per 01-09-2002]
Artikel 130
Een echtgenoot kan tegen derden zijn aanbreng van bij huwelijkse voorwaarden buiten de gemeenschap gehouden goederen, voor wat betreft rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn, slechts bewijzen door hun vermelding in de akte van huwelijkse voorwaarden of in een door de partijen en de notaris ondertekende, aan de minuut van die akte vastgehechte beschrijving. Indien de vermelding van een goed geen afdoende omschrijving daarvan biedt, kan aanvullend bewijs door alle middelen worden geleverd; ten aanzien van goederen die een echtgenoot buiten diens weten opgekomen waren, kan het bewijs door alle middelen worden geleverd.
Artikel 131Geschil over recht aan toonder of zaak (geen registergoed)
1. Bestaat tussen niet in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten een geschil aan wie van hen beiden een recht aan toonder of een zaak die geen registergoed is, toebehoort en kan geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen, dan wordt het goed geacht aan ieder der echtgenoten voor de helft toe te behoren.
2. Het vermoeden werkt niet ten nadele van de schuldeisers der echtgenoten.
Afdeling 2. Verrekenbedingen
Paragraaf 1. Algemene regels voor verrekenbedingen
Artikel 132Verplichtingen tot verrekening van inkomsten of vermogen
1. Deze afdeling is van toepassing op huwelijkse voorwaarden die een of meer verplichtingen inhouden tot verrekening van inkomsten of van vermogen.
2. Tenzij anders is bepaald, kan van deze afdeling bij huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken.
Artikel 133Verplichting tot verrekening is wederkerig
1. De verplichting tot verrekening van inkomsten of van vermogen is wederkerig.
2. De verplichting tot verrekening heeft uitsluitend betrekking op inkomsten die of op vermogen dat de echtgenoten tijdens het bestaan van deze verplichting hebben verkregen. De verplichting tot verrekening heeft geen betrekking op vermogen dat krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift wordt verkregen en ook niet op de vruchten daaruit of de voor dat vermogen of voor die vruchten in de plaats getreden goederen. Evenmin heeft de verplichting tot verrekening betrekking op vermogen dat bestaat uit rechten op het vestigen van vruchtgebruik als bedoeld in de artikelen 29 en 30 van Boek 4, vruchtgebruik dat op grond van die bepalingen is gevestigd, alsmede hetgeen wordt verkregen ingevolge de artikelen 34, 35, 36, 38 en 126, tweede lid, onder a en c, van Boek 4, en afdeling 3 van titel 4 van Boek 4.
Artikel 134Uiterste wilsbeschikking en geen verrekening
Bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift kan worden bepaald dat geen verrekening van krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift verkregen vermogen en van de vruchten daarvan plaatsvindt, indien verrekening daarvan ingevolge huwelijkse voorwaarden zou behoren plaats te vinden.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Het burgerlijk wetboek, boek 1, met betrekking tot het personen- en familierecht is voor het laatst geactualiseerd op: 3 maart 2015.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl