- rechtspraak
Datum uitspraak:03-09-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Uit het voorgaande blijkt dat het hof overeenkomstig de Haviltex-maatstaf de omstandigheden waaronder de huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen heeft meegewogen bij zijn oordeel en dat het daaruit heeft afgeleid dat partijen voor ogen heeft gestaan hetgeen in de tekst van art. 6 lid 2 van de huwelijkse voorwaarden is verwoord. Het hof heeft dus geen zuiver taalkundige uitleg aan die bepaling gegeven maar een uitleg overeenkomstig hetgeen het uit de bedoeling van partijen heeft afgeleid, te weten dat de tekst van die bepaling die bedoeling weerspiegelt. Alle klachten van het middel die berusten op het uitgangspunt dat het hof in strijd met de Haviltexmaatstaf zich heeft beperkt tot een (zuiver) taalkundige uitleg van art. 6 lid 2 van de huwelijkse voorwaarden, stuiten daarop af.
Voor het overige poogt het middel in wezen de cassatierechter te winnen voor een andere uitleg van de huwelijkse voorwaarden dan die van het hof. Daarmee ziet het middel echter eraan voorbij dat de uitleg van huwelijkse voorwaarden is voorbehouden aan de feitenrechter en slechts zeer beperkt in cassatie ten toets kan komen. Hetgeen het hof overweegt getuigt niet van een miskenning van enige rechtsregel en is niet onbegrijpelijk. Het middel faalt ook daarom.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl