Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Burgerlijk wetboek - boek 1 - personenrecht en familierecht
artikel 163 - rechtspraak

LJN: BC8845, Gerechtshof 's-Gravenhage , 886-H-07

Datum uitspraak: 19-03-2008
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Inhoudsindicatie: Artikel 1: 163 BW. Tweemaal scheiden van een en hetzelfde huwelijk kan niet.





Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector

Uitspraak : 19 maart 2008
Rekestnummer. : 886-H-07
Rekestnr. rechtbank : FA RK 06-5226

[de man],
wonende te ‘[woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. E. Grabandt,

tegen

[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. P.A.M. Perquin.





PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De man is op 2 juli 2007 in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage van 11 april 2007.

De vrouw heeft op 10 augustus 2007 een verweerschrift ingediend.

Van de zijde van de man zijn bij het hof op 18 juli 2007 en 1 augustus 2007 aanvullende stukken ingekomen.

Op 8 februari 2008 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de advocaat van de man, mr. J.A.W. Enoch, en de vrouw, bijgestaan door haar procureur. De man is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De aanwezigen personen hebben het woord gevoerd.





HET PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking van de rechtbank te ‘s-Gravenhage. Bij die beschikking is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken en is onder meer en uitvoerbaar bij voorraad de door de man te betalen alimentatie ten behoeve van de vrouw, met ingang van de dag dat de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, bepaald op € 550,- per maand.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.





BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. In geschil is de tussen partijen uitgesproken echtscheiding.

2. De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen, en, opnieuw beschikkende, te bepalen de reeds betaalde alimentatiebedragen aan de man te retourneren. De vrouw bestrijdt zijn beroep.

3. De man heeft een grief aangevoerd tegen de bestreden beschikking. Hij stelt dat niet een tweede keer gescheiden kan worden van een en hetzelfde huwelijk, gesloten op 12 augustus 1972 in de Indonesische ambassade te ’s-Gravenhage, nu partijen immers reeds bij vonnis van de rechtbank te ’s-Gravenhage op 11 juni 1985 gescheiden zijn en welke op 3 februari 1986 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand te ’s-Gravenhage.

4. De vrouw stelt dat de man geen belang heeft bij het door hem ingestelde hoger beroep, daar het vonnis van 11 juni 1985 niet is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, zodat het vonnis ingevolge het bepaalde in artikel 1:163 lid 3 na het verstrijken van de daarin gestelde termijn haar kracht verliest.

5. Het hof overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is het volgende gebleken. Bij vonnis van de rechtbank te ‘s-Gravenhage van 11 juni 1985, gewezen onder rolnummer 85/247, is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. Het huwelijk is, door inschrijving van het vonnis in de registers van de burgerlijke stand, op 3 februari 1986 ontbonden. Het hof is van oordeel dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het huwelijk van partijen reeds is ontbonden op 3 februari 1986. De stelling van de man dat niet een tweede keer gescheiden kan worden van een en hetzelfde huwelijk treft dan ook doel.

6. Het bovenstaande leidt ertoe dat de bestreden beschikking dient te worden vernietigd en het inleidend verzoek van de vrouw alsnog dient te worden afgewezen.

7. Het hof ziet geen reden, zoals door de man is verzocht, om de vrouw te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep. Het hof zal dat verzoek derhalve afwijzen.





BESLISSING OP HET HOGER BEROEP

Het hof:

vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en opnieuw beschikkende:

wijst het inleidend verzoek van de vrouw af;

compenseert de proceskosten in hoger beroep in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

wijst het in hoger beroep meer of anders verzochte af.





Deze beschikking is gegeven door mrs. Kamminga, Dusamos en Van der Burght, bijgestaan door mr. Steenks als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 maart 2008.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl