Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN5203, Rechtbank Groningen , 117735 / FA RK 10-945

Datum uitspraak: 06-07-2010
Inhoudsindicatie: Betreft gegrondverklaring van het verzoek tot ontkenning van het vaderschap, ingediend binnen drie jaar nadat verzoekster meerderjarig is geworden. Uit DNA-onderzoek blijkt dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat xxx de biologische vader is van verzoekster ipv. verweerder.





Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudige kamer

zaaknr.: 117735 / FA RK 10-945

beschikking d.d. 6 juli 2010

in de zaak van:

[verzoekster],
wonende te [adres],
verzoekster,
hierna te noemen verzoekster,
advocaat mr. J.W. Poortinga,

en

[verweerder],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
verweerder,
hierna te noemen verweerder,
in rechte niet verschenen.





PROCESVERLOOP

Verzoekster heeft op 16 april 2010 een verzoekschrift ingediend, waarin zij heeft verzocht om gegrondverklaring van haar verzoek tot ontkenning van het vaderschap van verweerder als haar vader.

De rechtbank heeft de zaak op 29 juni 2010 behandeld ter zitting met gesloten deuren. Hierbij zijn verschenen en gehoord:
- verzoekster;
- mr. Poortinga;
- mevrouw [naam moeder], de moeder van verzoekster (verder te noemen de moeder);
- de heer [naam vader], de biologische vader van verzoekster (verder te noemen de vader).





RECHTSOVERWEGINGEN

In deze procedure wordt van de volgende feiten uitgegaan:
- Op 17 juli 1989 zijn de moeder van verzoekster en verweerder in [land] gehuwd.
- Staande dit huwelijk is verzoekster geboren [in 1991] in de gemeente [***].
- Bij beschikking van 28 januari 1991 is tussen de moeder van verzoekster en verweerder de echtscheiding uitgesproken door de rechtbank [***], welke beschikking op 29 mei 1991 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [***].
- Verzoekster bezit de Nederlandse nationaliteit.

Verzoekster heeft als bijlage bij het verzoekschrift een rapport van Service Labs van 10 maart 2010 overgelegd. Volgens dit rapport zijn bij verzoekster en bij de vader DNA-monsters afgenomen en met elkaar vergeleken. Volgens het rapport is de vader met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van groter dan 99,9999599 % de biologische vader is van verzoekster.

Standpunt van verzoekster

De moeder van verzoekster is destijds uitgehuwelijkt aan verweerder. Verweerder woonde in [land] en de moeder woonde in Nederland. Zij hebben nimmer samengewoond en hebben tevens nimmer daden verricht welke de verwekking van verzoekster teweeggebracht kunnen hebben.
Nadien kregen de ouders van verzoekster een affectieve relatie met elkaar. Uit deze relatie is verzoekster geboren. Kort na de geboorte van verzoekster is de echtscheiding tussen de moeder en verweerder uitgesproken. Verzoekster is in het gezin van haar ouders opgegroeid.
Verzoekster weet dat verweerder niet haar biologische vader is. Zij wenst diens vaderschap te ontkennen. Bovendien wenst de vader haar te erkennen als zijn kind. In het kader daarvan is op 12 maart 2010 een notariële akte ontkenning vaderschap van [verweerder] opgemaakt, waarbij de vader tegelijkertijd heeft verklaard om verzoekster op grond van artikel 1:203, eerste lid, sub b, Burgerlijk Wetboek (BW) als zijn dochter te willen erkennen. Zowel verzoekster als de moeder hebben hiervoor toestemming verleend.

Ontvankelijkheid

Artikel 1:199, aanhef en onder a, BW bepaalt dat vader van een kind is de man die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is gehuwd.
Ingevolge artikel 1:200, eerste lid, onder b, BW kan dit vaderschap door het kind worden ontkend, op de grond dat de man niet de biologische vader van het kind is.
Voorts volgt uit artikel 1:200, zesde lid, BW dat het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning tot uiterlijk drie jaren nadat het kind meerderjarig is geworden kan worden ingediend, indien het kind gedurende zijn minderjarigheid bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is.


Verzoekster is [in 2010] 19 jaar geworden. Zij heeft haar verzoek tot ontkenning van het vaderschap derhalve binnen drie jaar nadat zij meerderjarig is geworden ingediend. Haar verzoek is derhalve ontvankelijk.





Beoordeling

Uit het DNA-onderzoek is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gebleken dat de vader de biologische vader is van verzoekster. Gelet op de uitslag van dit onderzoek en op grond van hetgeen als onweersproken is gesteld, alsmede gelet op de verklaringen ter zitting staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verweerder niet de biologische vader is van verzoekster. De rechtbank zal daarom het verzoek van de vrouw toewijzen.





BESLISSING

verklaart gegrond het verzoek tot ontkenning van het vaderschap van

[verweerder], zonder bekende woon- of verblijfplaats, geboren [in 1970] te [***], [land],

van

[verzoekster], geboren [in 1991] in de gemeente [***];

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.





Deze beschikking is gegeven door mrs. D.A. Flinterman, P. Schadd-de Boer en
J.H.H.M. Dorscheidt en uitgesproken door eerstgenoemde ter openbare terechtzitting van 6 juli 2010, in tegenwoordigheid van mr. A. van der Wal als griffier.
aw



De griffier deelt mede, dat partijen tegen deze beschikking in hoger beroep kunnen gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit beroep dient door partijen te worden ingesteld binnen drie maanden na de datum van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld.
Voor de partij, die in deze procedure niet is verschenen, vangt de termijn van drie maanden aan na de betekening van deze beschikking aan hem/haar in persoon dan wel op het moment, waarop deze beschikking aan hem/haar op andere wijze is bekend geworden, of - voor zover het een beschikking betreft, waarbij de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed of de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed is uitgesproken - op het moment, waarop deze beschikking aan hem/haar op andere wijze is betekend en door plaatsing van een uittreksel daarvan in de Staatscourant openlijk bekend is gemaakt.
Het beroep moet namens een partij worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daarover nader informeren.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl