Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BO4981, Gerechtshof Leeuwarden , 200.068.548

Datum uitspraak: 16-11-2010
Inhoudsindicatie: Aangezien door partijen geen invulling wordt gegeven aan gezamelijk gezag en vader geen blijk heeft gegeven in de toekomst wel aanvulling te willen geven, wordt moeder. mede gelet op de in de andere beschikking genoemde omstandigheden, alleen met het gezag belast.





Uitspraak
Beschikking d.d. 16 november 2010
Zaaknummer 200.068.548

HET GERECHTSHOF ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Beschikking in de zaak van [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen: de moeder, advocaat mr. I.P.M. Boelens, kantoorhoudende te Zeist,

tegen

[geïntimeerde], voorheen wonende te [woonplaats], thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, geïntimeerde, hierna te noemen: de vader.





Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 12 maart 2010 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, het verzoek van de moeder om te bepalen dat zij alleen wordt belast met het gezag over de minderjarigen [kind 1] (hierna: [kind 1]), geboren op [1995], [kind 2] (hierna: [kind 2]), geboren op [1998] (Oostenrijk), en [kind 3] (hierna: [kind 3]), geboren op [2001], afgewezen.





Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen bij de griffie op 11 juni 2010, heeft de moeder verzocht de beschikking van 12 maart 2010 te vernietigen en opnieuw beslissende te bepalen dat zij alleen wordt belast met het gezag over [kind 1], [kind 2] en [kind 3].

Van de vader is geen verweerschrift binnengekomen.

Het hof heeft kennisgenomen van de overige stukken.

Van de minderjarigen [kind 1] en [kind 2] zijn op 10 september 2010 brieven binnengekomen bij de griffie van het hof.

Ter zitting van 14 oktober 2010 is de zaak behandeld. Verschenen is de vrouw, bijgestaan door haar advocaat. Hoewel behoorlijk opgeroepen is de man niet verschenen.





De beoordeling
De vaststaande feiten
1. Partijen zijn op [huwelijksdag] in Nieuwegein met elkaar gehuwd. Uit dit huwelijk zijn [kind 1], [kind 2] en [kind 3] geboren. Partijen zijn van rechtswege gezamenlijk met het gezag over de minderjarigen belast.

2. De vader heeft de Oostenrijkse en de Australische nationaliteit en is tevens Brits onderdaan. De moeder heeft de Nederlandse nationaliteit.

3. Op 20 februari 2008 is het huwelijk tussen partijen ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 17 oktober 2007 in de registers van de burgerlijke stand.

4. De minderjarigen hebben hun hoofdverblijf bij de moeder. Sinds 2008 staan zij onder toezicht van Bureau Jeugdzorg (hierna: BJZ).

5. Een verzoek van de vader om een omgangsregeling tussen hem en de kinderen vast te stellen, is bij beschikking van 13 juli 2009 afgewezen.

6. Op het inleidend verzoek van de moeder heeft de rechtbank beslist zoals hiervoor is weergegeven onder 'Het geding in eerste aanleg'. De moeder heeft tegen die beslissing hoger beroep ingesteld.

De overwegingen
7. Ingevolge artikel 1:251a, eerste lid, BW kan de rechter op verzoek van (een van) de ouders bepalen dat het gezag over de minderjarige aan één van hen toekomt indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen, of
b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

8. Artikel 1:253n lid 1 BW - dat in het tweede lid artikel 1:251a, eerste lid, BW van overeenkomstige toepassing verklaart - bepaalt dat op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag kan worden beëindigd, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd.

9. Gebleken is dat het contact tussen de vader en de kinderen minder is geworden. De vader is meermalen zijn afspraken met betrekking tot de omgang tussen hem en de kinderen niet nagekomen. Op 10 februari 2010 hebben de kinderen de vader voor het laatst gezien en op 26 februari 2010 is er voor het laatst telefonisch contact geweest tussen hen. Gelet hierop stelt het hof vast dat de omstandigheden na het uiteengaan van partijen zijn gewijzigd.

10. De moeder stelt dat de relatie - en daarmee de communicatie - tussen haar en de vader al jarenlang verstoord is en uiteindelijk heeft zij ervoor moeten kiezen om te verhuizen naar een nieuwe omgeving teneinde te bewerkstelligen dat de vader haar met rust zou laten. Zij heeft thans nog Intensieve Pedagogische Thuishulp. De moeder is van mening dat de huidige situatie niet in het belang van de kinderen is. Zo lang de ondertoezichtstelling van kracht blijft en de vader op geen enkele wijze invulling geeft aan het gezamenlijk gezag, zal de feitelijke situatie dragelijk zijn. Op het moment dat de vader zich daadwerkelijk met de opvoeding zou willen gaan bemoeien, zal dat direct tot grote spanningen leiden, zo stelt de moeder. Op grond hiervan verzoekt zij haar alleen met het gezag over de kinderen te belasten.

11. Het hof overweegt omtrent het verzoek van de moeder als volgt. Door partijen wordt geen invulling aan het gezamenlijke gezag over de minderjarigen gegeven. De vader heeft er geen blijk van gegeven in de toekomst wel invulling aan de uitoefening van het gezamenlijk gezag te willen geven. Sinds februari 2010 is er geen enkel contact geweest tussen de ouders onderling of tussen de vader en de minderjarigen. Gebleken is dat de vader niet meer staat ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie. Hij heeft de moeder niet geïnformeerd over zijn nieuwe adres. Bovendien is ook BJZ in het kader van de ondertoezichtstelling er niet in geslaagd contact met de vader op te nemen. Ook anderszins geeft de vader geen blijk van een wens om invulling te geven aan het gezamenlijk gezag. Zo heeft de vader in eerste aanleg, hoewel hij er tijdens de behandeling van het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van op de hoogte was gesteld dat de gezagskwestie in februari 2010 door de rechtbank zou worden behandeld, geen verweerschrift ingediend en was hij bij de behandeling van de zaak niet aanwezig. Ook in hoger beroep heeft de vader nagelaten een verweerschrift in te dienen en is hij niet verschenen.

12. De moeder heeft er op gewezen dat voor het verkrijgen van een dyslexieverklaring voor [kind 2] de toestemming van de vader noodzakelijk was. Doordat zij niet op de hoogte is van de verblijfplaats van de vader, kon zij hem niet om de benodigde toestemming vragen, wat tot een vervelende situatie heeft geleid die niet in het belang van [kind 2] is. Het hof heeft er geen vertrouwen in dat de moeder bij het nemen van toekomstige beslissingen die in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen noodzakelijk zijn, wel de mogelijkheid heeft om de vader om toestemming te vragen. Nu de vader heeft nagelaten zijn verblijfplaats bij de moeder kenbaar te maken en voorts ook BJZ en de gemeente niet op de hoogte heeft gesteld van zijn huidige woonplaats, verwacht het hof niet dat op korte termijn verandering in de houding van de vader zal komen.

13. Gelet op het vooroverwogene acht het hof het noodzakelijk in het belang van [kind 1], [kind 2] en [kind 3] dat het gezamenlijk gezag over hen wordt beëindigd en dat de moeder alleen met het gezag over hen wordt belast.

Slotsom
14. Op grond van het voorgaande dient de beschikking waarvan beroep te worden vernietigd. Er zal opnieuw worden beslist als na te melden.





De beslissing
Het gerechtshof:

vernietigt de beschikking waarvan beroep;

en opnieuw beslissende:
beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders over de minderjarigen en bepaalt dat het gezag over de minderjarigen [kind 1], geboren op [1995], [kind 2], geboren op [1998], en [kind 3], geboren op [2001], voortaan aan de moeder alleen toekomt;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.





Deze beschikking is gegeven door mrs. A.H. Garos, M.P. den Hollander en K.R. Kuiken en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 november 2010 in bijzijn van de griffier.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl