




- rechtspraak
Datum uitspraak: 27-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Bij de beoordeling van het verzoek van de man om hem te belasten met het eenhoofdig gezag over de kinderen staat voorop het wettelijke uitgangspunt dat de ouders ook na de ontbinding van het huwelijk het gezag over hun kinderen gezamenlijk blijven uitoefenen. Hiervan kan slechts worden afgeweken indien sprake is van een van de uitzonderingen verwoord in artikel 1:253a BW, inhoudende dat:
a) er een onaanvaardbaar risico is dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders indien deze beiden het gezag zouden (gaan) uitoefenen en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen,
of
b) dit anderszins in het belang van de kinderen noodzakelijk is.
Een gebrek aan gezamenlijk overleg brengt niet zonder meer mee dat in het belang van de kinderen het ouderlijk gezag aan één van de ouders moet worden toegekend maar hiervoor bestaat wel aanleiding indien de bestaande communicatieproblemen zodanig ernstig zijn dat er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarigen klem of verloren raken tussen de ouders, die het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen, zonder dat te verwachten is dat in die problemen binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen. In dat geval kan de conclusie gerechtvaardigd zijn dat aan één van de ouders alleen het ouderlijk gezag over het kind toekomt.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


