




artikel 377a - rechtspraak
Onderwerp: JURIDISCHE VADER EN DE BIOLOGISCHE VADER
Datum uitspraak: 11-04-2008
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Inhoudsindicatie: Familierecht. Verzoek van zaaddonor tot vaststellen omgangsregeling; toepasselijkheid maatstaf van 1:377a lid 3 en art. 1:377f lid 1 BW; op grond van art. 8 EVRM geen onderscheid tussen juridische en biologische vader met “family life” bij treffen omgangsregeling; zwaarwegende belangen van het kind.
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Aangenomen moet worden dat het, naar ook in de hiervoor aangehaalde Memorie van Toelichting is onderkend, in het licht van de uit art. 8 EVRM voortvloeiende verplichtingen in beginsel niet langer gerechtvaardigd is met het oog op de beoordeling van het verzoek tot het treffen van een omgangsregeling onderscheid te maken tussen de juridische vader en de biologische vader die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Dit brengt mee dat ook naar huidig recht bij een verzoek op de voet van art. 1:377f tot het treffen van een omgangsregeling moet worden onderzocht of zich een van de in art. 1:377a lid 3 vermelde ontzeggingsgronden voordoet.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


