Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 31-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 1:4 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. De vraag wanneer er sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang, wordt in de wetsgeschiedenis niet beantwoord. Naar het oordeel van het hof biedt evenwel de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een aantal bruikbare aanknopingspunten.

Voornamen zijn een middel om personen binnen hun familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip privéleven en familie- of gezinsleven in de zin van artikel 8 EVRM (Guillot v. Frankrijk, rov. 21, EHRM 24 oktober 1996, NJ 1997, 324). Niet iedere regulering houdt ook een inmenging in; zeker een weigering om een voornaam aan te vullen kan niet zonder meer als ongeoorloofde inmenging worden aangemerkt (Stjerna v. Finland, EHRM 25 november 1994, series A no 299-B, rov. 38). Steeds dient in dit verband onderzocht te worden of er sprake is van een “fair balance” tussen enerzijds de belangen van het individu en anderzijds de belangen van de staat, waarbij niet uit het oog kan worden verloren dat de staat een zekere mate van beoordelingsvrijheid toekomt (o.a. Evans v. het Verenigd Koninkrijk, EHRM [GC] 10 april 2007, no. 6339/05, rov. 75 en Johansson v . Finland, EHRM 6 september 2007, no. 10163/02 rov. 29). Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, is de mate van ongemak/overlast (“the degree of inconvenience”) die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornaam te voeren. (vgl. de hiervoor bedoelde uitspraak van het EHRM Guillot v. Frankrijk, rov. 23 e.v. en Salonen v. Finland, Europese Commissie voor de Rechten van de Mens, 2 Juli 1997, no. 27868/95).




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl