Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Burgerlijk wetboek - boek 1 - personenrecht en familierecht
artikel 84 lid 1 - rechtspraak

Onderwerp: KOSTEN DER HUISHOUDING

Datum uitspraak: 27-01-2006
Rechtsgebied: Personen-en familierecht



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten die zijn vermeld in rov. 3.1 van het hiervoor onder 1 genoemde arrest van de Hoge Raad van 6 december 2002.
In dat arrest oordeelde de Hoge Raad naar aanleiding van onderdeel D van middel II
- dat de omstandigheid dat de, vóór het huwelijk door de man gekochte en uit een toen door hem gesloten financieringsovereenkomst betaalde, voormalige echtelijke woning tijdens het huwelijk aan hem is geleverd, meebrengt dat sprake is van een belegging tijdens het huwelijk;
- dat in een zodanig geval de aflossingen aan de woning moeten worden toegerekend, hetgeen ook strookt met de gedachte dat met een verwerving uit overgespaard inkomen moet worden gelijkgesteld een verwerving tegen betaling uit een lening die vervolgens wordt afgelost uit overgespaard inkomen;
- dat dit een en ander betekent dat het hof bij zijn bepaling van hetgeen uit hoofde van het in de huwelijkse voorwaarden opgenomen verrekenbeding moet worden verrekend een onjuist uitgangspunt heeft gehanteerd en dat na verwijzing alsnog op de voet van rov. 4.1.2 van het arrest van de Hoge Raad van 2 maart 2001, nr. C99/136, NJ 2001, 583, zal moeten worden begroot voor welk gedeelte de woning in de verrekening dient te worden betrokken.

Zoals aan het slot van 3.2 vermeld, diende het hof alsnog op de voet van rov. 4.1.2 van het arrest van 2 maart 2001 te begroten voor welk gedeelte de woning in de verrekening diende te worden betrokken. Dat arrest betreft het geval dat een der echtelieden gedurende de periode waarover verrekend moet worden aandelen in een besloten vennootschap heeft verworven en de koopprijs heeft betaald met door hem daarvoor geleend geld. Voor dat geval is toen geoordeeld dat de rechter, indien de lening waarmee de verwerving is gefinancierd niet volledig ten laste is gekomen van bespaarde en onverdeeld gebleven inkomsten, aan de hand van de beschikbare gegevens zal dienen te begroten voor welk gedeelte de aandelen in de verrekening moeten worden betrokken. "Daarbij dienen niet slechts de aflossingen op de hoofdsom van de geldlening, maar ook rente en andere kosten en, indien van belang voor een redelijke toerekening, ook de tijdstippen waarop de verschillende betalingen hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, in de beschouwing te worden betrokken."

Het gestelde in de tussen aanhalingstekens geplaatste zin is in het onderhavige geval echter niet onverkort van toepassing. Het gaat hier immers niet om verrekening betreffende tijdens het huwelijk met geleend geld verworven aandelen maar betreffende de tijdens het huwelijk met geleend geld verworven echtelijke woning. In een dergelijk geval zijn, zoals de man in de procedure na verwijzing ook heeft betoogd, de rentebetalingen kosten der huishouding in de zin van art. 1:84 lid 1 BW en komen de desbetreffende bedragen dus niet als onverteerd inkomen voor verrekening in aanmerking.


Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl