




- rechtspraak
Datum uitspraak: 21-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge art. 2:227 lid 4 BW heeft een bestuurder in de algemene vergadering van aandeelhouders een raadgevende stem. De ratio van deze (dwingend voorgeschreven) bepaling is dat de bestuurder - in het belang van de vennootschap - in de gelegenheid moet worden gesteld van zijn visie te doen blijken, opdat de aandeelhouders daarmee bij hun stemgedrag rekening kunnen houden. Dit is niet anders indien het te nemen besluit van de aandeelhouders het voorgenomen ontslag van deze bestuurder zelf betreft (HR 10 maart 1995, NJ 1995/595 Janssen Pers) en ook niet indien de besluitvorming op de voet van art. 2:238 BW op een andere wijze dan in de algemene vergadering van aandeelhouders plaatsvindt (HR 22 december 2009, NJ 2010/16).
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


