Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BO4541, Rechtbank Haarlem , 159742 / HA ZA 09-1026

Datum uitspraak: 14-07-2010
Inhoudsindicatie: Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Goodwill onderneming in de gezondheidszorg. Uitgangspunt bij de beoordeling is dat de rechter die de verdeling van een gemeenschap vaststelt, daarbij naar billijkheid rekening dient te houden met de belangen van partijen en het algemeen belang (artt. 3:185 lid 1 BW). Bij de verdeling van tot een gemeenschap behorende goederen moet, ter bepaling van hun waarde, in beginsel worden uitgegaan van de waarde ten tijd van de verdeling. Uit de eisen van redelijkheid en billijkheid kan voortvloeien dat van dit beginsel wordt afgeweken. De toekomstige ontwikkelingen op het gebied van (de financiering van ) de gezondheidszorg zijn hoogst onzeker. Dit maakt een deugdelijke en betrouwbare waardering van de goodwill moeilijk. Immers het hier gaat om een onzekere bate die niet spoedig liquide gemaakt kan worden. Dit brengt mee dat de rechtbank zal bepalen dat de overbedelingsvordering ter zake van de goodwill, pas opeisbaar is op het moment dat die vergoeding is ontvangen.





Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM

Sector civiel recht


zaaknummer / rolnummer: 159742 / HA ZA 09-1026

Vonnis van 14 juli 2010

in de zaak van

[EISER IN CONVENTIE],
wonende te Sneek,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. F.W.M. Groot,

tegen

[GEDAAGDE IN CONVENTIE],
wonende te Purmerend,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.


Partijen zullen hierna [eiser in conventie] en [gedaagde in conventie] genoemd worden.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 september 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 5 november 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 4 maart 2010
- de akte van [eiser in conventie] ten behoeve van de zitting van 15 april 2010
- het proces-verbaal van comparitie van 15 april 2010

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.





2. De feiten

2.1. Partijen zijn op 17 juni 1971 met elkaar gehuwd, welk huwelijk op 29 februari 2008 is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Leeuwarden van 28 november 2007 in de registers van de burgerlijke stand.





3. De vordering in conventie

3.1. [eiser in conventie] heeft samengevat- gevorderd, bij een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis tussen partijen de verdeling vast te stellen conform de onder punt 47 in de dagvaarding weergegeven opstelling en [gedaagde in conventie] te veroordelen om aan [eiser in conventie] een overbedelingsuitkering van € 89.547,60 te betalen, althans de verdeling vast te stellen en een overbedelingsuitkering te bepalen.
Voorts heeft [eiser in conventie] gevorderd om:
- [gedaagde in conventie] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan [eiser in conventie] af te geven een historische opgave, verstrekt door alle bankinstellingen waar zij rekening houdt of heeft gehouden, van alle voormalige en huidige op naam van [gedaagde in conventie] gestelde bankrekeningnummers bij deze bankinstellingen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 100 voor elke dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie] nalaat aan de veroordeling te voldoen;
- [gedaagde in conventie] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het ten deze te wijzen vonnis haar medewerking te verlenen aan de verevening van de tot de huwelijksgoederengemeenschap behorende pensioenrechten zulks op verbeurte van een dwangsom van € 100 voor elke dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie] nalaat aan de veroordeling te voldoen;
- [gedaagde in conventie] te veroordelen om wegens restitutie van door [eiser in conventie] voorgeschoten betalingen aan [eiser in conventie] een bedrag van € 3.277,16 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de datum van de dagvaarding;
- vast te stellen het resultaat uit de verhuur en andere overeenkomstige exploitatie van het tot de huwelijksgoederengemeenschap behorende huis in Monoblet (Frankrijk) over de periode tot en met 29 februari 2008, met veroordeling van [gedaagde in conventie] om aan [eiser in conventie] de helft van het exploitatieresultaat te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente sedert 29 februari 2008;
- [gedaagde in conventie] te veroordelen in de kosten van de procedure.

3.2 [eiser in conventie] heeft, bij akte d.d. 5 november 2009, zijn vordering in conventie gewijzigd. Hij heeft zijn vordering betreffende de restitutie van voorgeschoten bedragen verminderd tot € 2.617,16 . Voorts wenst [eiser in conventie], indien [gedaagde in conventie] haar aanspraak op verdeling van de belastingteruggaven over de periode 1 mei 2006 tot 29 februari 2008 handhaaft, verrekening van de huishoudkosten die hij in die periode bovenop het tussen partijen afgesproken vaste bedrag heeft betaald.

3.3 [gedaagde in conventie] heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.





4. De vordering in reconventie

4.1. [gedaagde in conventie] heeft gevorderd, bij een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
- de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen vast te stellen conform de in conclusie van eis in reconventie gegeven opstelling en de overbedelingsuitkering in goede justitie vast te stellen;
- [eiser in conventie] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie] een bedrag van € 5.000 en een bedrag van € 13.352,40 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode respectievelijk vanaf
4 februari 2008 en datum uitkering van de polis tot de dag van algehele voldoening;
- [eiser in conventie] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 15.000 in verband met de afwikkeling van de verkoop van het huis in Purmerend;
- een deskundige te benoemen ter bepaling van de waarde van de praktijk van [eiser in conventie] en de woning van partijen in Frankrijk;
- [eiser in conventie] te veroordelen om binnen vier weken na dagtekening dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis inzage te geven in het verloop van de hypotheek met kenmerk […]vanaf 1 mei 2006 tot de datum van transport van de woning;
- [eiser in conventie] te veroordelen om binnen vier weken na dagtekening dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis opgave te doen van het banksaldo van alle op zijn naam staande bank- en girorekeningen per peildatum 9 februari 2008;
- [eiser in conventie] te veroordelen om binnen vier weken na dagtekening dan wel betekening van het in dezen te wijzen vonnis opgave te doen van de belastingaanslagen over de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008;
- en te bepalen dat ieder de eigen kosten zal dragen.

4.2. [eiser in conventie] heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.





5. De beoordeling

5.1. Gelet op hun onderlinge samenhang zullen de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk worden behandeld.

5.2. Partijen zijn overeengekomen dat de peildatum voor de omvang van de huwelijksgemeenschap 29 februari 2008 is. Punt van geschil tussen partijen betreft de vraag of ten aanzien van de omvang en waardering van de schulden een andere peildatum gehanteerd dient te worden, te weten 1 mei 2006. [gedaagde in conventie] heeft aangevoerd dat partijen voor de datum 1 mei 2006 hebben gekozen, omdat zij per die datum feitelijk gescheiden zijn gaan leven en elkaar wilden beschermen tegen schulden die de ander zou maken. [eiser in conventie] stelt dat in het kader van mediation tussen partijen is besproken dat de datum 1 mei 2006 als peildatum voor de waardering van schulden zou kunnen worden aangehouden. De mediation is echter mislukt en partijen hebben, aldus [eiser in conventie], geen bindende afspraken terzake gemaakt.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de uitkomst van de mediation tussen partijen en de gemotiveerde betwisting door [eiser in conventie], onvoldoende is komen vast te staan dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een afwijkende peildatum ten aanzien van de schulden.

5.3 Partijen zijn het erover eens dat de volgende activa tot de huwelijksgemeenschap op de peildatum behoren:
a. de voormalige echtelijke woning, gelegen in Purmerend;
b. garage in Purmerend;
c. huis in Monoblet (Frankrijk);
d. inboedel van huis in Monoblet;
e. onderneming van [eiser in conventie];
f. Volvo XC7O, op naam van [eiser in conventie];
f. Ford Fusion, op naam van [gedaagde in conventie];
g. kapitaalverzekeringen bij Fortis;
h. koopsompolis bij Rabobank/Interpolis ;
i. Opmaatpolis;
j. saldi van de navolgende bankrekeningen:
1. ING rekeningnr. […]op naam van [gedaagde in conventie];
2. ING rekeningnr […]op naam van [gedaagde in conventie];
3. ING rekeningnr. […] op naam van [gedaagde in conventie];
4. Rabo rekeningnr. […]
5. rekeningnummer […]op naam van [eiser in conventie], saldo per peildatum € 9.228;
6. rekeningnummer […]op naam van [eiser in conventie], saldo per peildatum 26.621
k. eventuele belastingteruggaven betreffende de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 (tot 29 februari 2008);
Ad a.
De woning is verkocht en met de opbrengst zijn de erop rustende hypothecaire leningen afgelost. Conform afspraken van partijen zal [eiser in conventie] aan [gedaagde in conventie] in het kader van de verkoop van de woning een bedrag van € 5.000 betalen;
Ad b.
De garage is door [eiser in conventie] verkocht en de opbrengst is bij helfte tussen partijen gedeeld;
Ad c.
Het geschil tussen partijen spitst zich primair toe op de waarde van dit pand. [eiser in conventie] heeft, met verwijzing naar correspondentie tussen de advocaten van partijen, aangevoerd dat partijen het eens waren over een waarde van € 270.000. [gedaagde in conventie] heeft betwist dat al van overeenstemming sprake was en stelt dat aan het pand een waarde van € 235.000 moet worden toegekend. Het bedrag van € 270.000 is, aldus [gedaagde in conventie], ter sprake gekomen toen partijen probeerden tot een algehele regeling van alle geschilpunten te komen. Nu partijen er niet in geslaagd zijn een zogenaamde package-deal te maken, is het bedrag van € 270.000 niet als bindend aan te merken.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de stukken en het verhandelde op de diverse zittingen blijkt niet dat partijen overeenstemming hadden bereikt over de waarde van de woning in Monoblet. Integendeel, tijdens de comparitie op 5 november 2009 is nog vastgesteld dat de bandbreedte van de waarde van de woning tussen € 235.000 en 270.000 lag. Het bedrag van € 235.000 is de taxatiewaarde die per 27 mei 2008 is vastgesteld door een Franse makelaar. [eiser in conventie] heeft de uitkomst van deze taxatie niet inhoudelijk betwist. De rechtbank is van oordeel dat, nu de datum van taxatie dicht bij de peildatum is gelegen, voor de afwikkeling in dit geding de waarde van de woning in Monoblet redelijkerwijs dient te worden bepaald op € 235.000.
Punt van geschil betreft voorts de vraag op welke wijze dit pand verdeeld dient te worden.
Partijen zijn er steeds van uitgegaan dat de woning zal worden toegedeeld aan [gedaagde in conventie].
[gedaagde in conventie] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van de mogelijkheid om deze toedeling te financieren en dat zij dit nog dient te onderzoeken. [eiser in conventie] heeft dit financieringsvoorbehoud betwist en heeft aangevoerd dat het voor risico van [eiser in conventie] komt als achteraf blijkt dat zij de toedeling van de woning niet kan financieren. De rechtbank acht het, mede gelet op het geschil van partijen over de waarde van de woning, niet aannemelijk dat [gedaagde in conventie] reeds onvoorwaardelijk heeft ingestemd met toedeling ervan en acht het redelijk dat zij de kans krijgt haar financieringsmogelijkheden met in achtneming van de uitkomst van deze procedure, te onderzoeken
Om te bewerkstelligen dat op korte termijn duidelijk wordt of [gedaagde in conventie] de toedeling kan financieren, dient [gedaagde in conventie] daar zo spoedig mogelijk uitsluitsel over te geven. De rechtbank zal de woning in Monoblet dan ook toedelen aan [gedaagde in conventie]. Indien [gedaagde in conventie] evenwel binnen een maand na de datum van dit vonnis op de te doen gebruikelijke wijze aantoont dat zij deze toedeling niet kan financieren, zullen partijen de woning gezamenlijk te koop zetten en de opbrengst, onder aftrek van financiering en kosten bij helfte delen;
Ad d.
De standpunten van partijen over de waarde van de franse inboedel liggen ver uiteen. Het komt er uiteindelijk op neer dat geen van hen de inboedel wil overnemen. De rechtbank zal daarom bepalen dat partijen de inboedel zullen verkopen en de opbrengst bij helfte delen.
Ad e.
Partijen hebben afgesproken als peildatum voor de waarde van de praktijk van [eiser in conventie] te hanteren 31 december 2007. Per die datum was het eigen vermogen van de praktijk
€ 118.332 negatief. Partijen zijn het erover eens dat dit bedrag gecorrigeerd dient te worden met een bedrag van € 160.790 in verband met een in 2008 afgeloste praktijklening. Dan resteert een waarde van € 42.452.
De goodwill van de praktijk van [eiser in conventie] zal bij helfte tussen partijen worden gedeeld. De waarde van de goodwill van de praktijk is door een deskundige van de orde van de Medisch Specialisten per peildatum geschat op € 239.000. [gedaagde in conventie] heeft zich op het standpunt gesteld dat de helft van dit bedrag aan haar toegedeeld dient te worden. Dit biedt, aldus [gedaagde in conventie], elk der partijen de mogelijkheid om tegen een fiscaal gunstig tarief af te rekenen. [eiser in conventie] heeft bepleit om de afrekening eerst te doen plaatsvinden bij de daadwerkelijke overdracht van zijn praktijk, naar verwachting omstreeks 1 augustus 2013, omdat de omvang van de daadwerkelijk te ontvangen goodwill op zijn pensioendatum hoogst onzeker is.
De rechtbank overweegt als volgt. Uitgangspunt bij de beoordeling van de standpunten van partijen is dat, conform het bepaalde in art. 3:185 lid 1 BW, de rechter die de verdeling van een gemeenschap vaststelt, daarbij naar billijkheid rekening dient te houden met de belangen van partijen en het algemeen belang. Bij de verdeling van tot een gemeenschap behorende goederen moet, ter bepaling van hun waarde, in beginsel worden uitgegaan van de waarde ten tijd van de verdeling. Uit de eisen van redelijkheid en billijkheid kan voortvloeien dat van dit beginsel wordt afgeweken. De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavige geval aanleiding bestaat om dat te doen. Dat de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van (de financiering van ) de gezondheidszorg hoogst onzeker zijn, is door [gedaagde in conventie] niet betwist. Dit maakt een deugdelijke en betrouwbare waardering van de goodwill moeilijk. Immers het hier gaat om een onzekere bate die niet spoedig liquide gemaakt kan worden. Dit brengt mee dat de rechtbank zal bepalen dat de vordering van [gedaagde in conventie] op [eiser in conventie] ter grootte van de helft van de te zijner tijd aan [gedaagde in conventie] uit te keren vergoeding ter zake van de goodwill, pas opeisbaar is op het moment dat [eiser in conventie] die vergoeding heeft ontvangen;
Ad f.
De Volvo behoort tot het ondernemingsvermogen en is voor een (boek-)waarde van
€ 15.801 per 31 december 2007 op de balans van de onderneming van [eiser in conventie] opgenomen. [gedaagde in conventie] heeft gesteld dat de inruilwaarde van de auto per peildatum € 25.000 is en dat het verschil tussen beide bedragen tussen partijen gedeeld moet worden. [eiser in conventie] is van mening dat het bedrag waarvoor de auto op de balans staat, de reλle waarde is. De rechtbank zal, gelet op de stellingen over en weer en de in het geding gebrachte stukken de waarde van de auto in redelijkheid bepalen op € 20.400. Het verschil tussen dit bedrag en de boekwaarde van de auto, een bedrag van – afgerond – € 4.600 moet tussen partijen worden gedeeld.
De rechtbank zal de onderneming toedelen aan [eiser in conventie] onder de verplichting de helft van de te verdelen waarde, te weten € 50.052 (EV € 42.452 + opwaardering auto € 4.600) te vergoeden aan [gedaagde in conventie].
Ad f.
De Ford Fusion staat op naam van [gedaagde in conventie] en zal voor een waarde van € 12.500 aan haar worden toegescheiden, onder de verplichting de helft van de waarde aan [eiser in conventie] te vergoeden. Partijen zijn tot de datum van de comparitie op 14 april 2010 van deze waarde uitgegaan. De rechtbank passeert dan ook de eerst ter comparitie aangevoerde stelling van [gedaagde in conventie] dat deze waarde nog gecorrigeerd moet worden in verband met schade;
Ad g., h., en i.
De verzekeringen zijn, c.q. zullen worden gesplitst en de waarde bij helfte tussen partijen gedeeld;
Ad j.
1. ING rekeningnr. […]: op 20 februari 2008 was het saldo van deze rekening
€ 2.177,98. Gecorrigeerd met een, gelet op de stellingen van partijen in redelijkheid op
€ 1.000 te stellen bedrag in verband met een storting door [eiser in conventie] ten behoeve van levensonderhoud van [gedaagde in conventie], gaat de rechtbank uit van een saldo per peildatum van
€ 1.117,98; De rekening zal aan [gedaagde in conventie] worden toegescheiden, onder de verplichting de helft van het saldo aan [eiser in conventie] te vergoeden.
2. ING rekeningnr. […]: [gedaagde in conventie] heeft nagelaten schriftelijke bewijsstukken betreffende het (verloop van het) saldo van deze rekening in het geding te brengen. [eiser in conventie] heeft erop gewezen dat het saldo van deze rekening per 29 februari 2008 volgens opgave van [gedaagde in conventie] € 4.130 was en stelt zich op het standpunt dat dit bedrag moet worden aangehouden. De rechtbank zal dit standpunt volgen en het saldo per peildatum bepalen op € 4.130; De rekening zal aan [gedaagde in conventie] worden toegescheiden, onder de verplichting de helft van het saldo aan [eiser in conventie] te vergoeden.
3. ING rekeningnr. […]: deze rekening is door [gedaagde in conventie] na de peildatum geopend en valt buiten de verdeling;
4. Rabo rekeningnr. […]: sprake was van een aan de hypotheek op de voormalige echtelijke woning verbonden rekening-courantrekening waarvan het saldo met de verkoop van de woning is afgerekend;
5. rekeningnummer […]: partijen zijn het erover eens dat het saldo van deze rekening per peildatum € 9.228 bedraagt. De rekening zal aan [eiser in conventie] worden toegescheiden onder de verplichting de helft van het saldo aan [gedaagde in conventie] te vergoeden;
6. rekeningnummer […]: het saldo van deze rekening per peildatum, € 26.621, dient conform de afspraak van partijen, te worden gecorrigeerd met de waarde van de uitkering van de Opmaatpolis, € 26.704,80. De rekening wordt toegescheiden aan [eiser in conventie]. Het saldo na correctie (€ 83,80 negatief) dient bij helfte in de verdeling te worden betrokken.
ad k.
Eventuele belastingaanslagen en –teruggaven betreffende deze periode zullen bij helfte worden gedeeld.

5.4 De rechtbank stelt vast dat per peildatum tot de te verdelen passiva van de gemeenschap behoren:
a) hypothecaire geldleningen Rabobank met nummers […];
b) de plus value die verschuldigd zal zijn, indien de woning in Monoblet aan een derde wordt verkocht.
Ad a.: De hypothecaire leningen bij de Rabobank zijn na de verkoop van de voormalige echtelijke woning afgelost.
Ad b.: De hoogte van de plus value is niet bekend. Partijen hebben ter zitting afgesproken dat zij, indien in de toekomst terzake de overdacht van dit pand een bedrag aan plus value zal worden vastgesteld, dit bedrag bij helfte zullen delen.

5.5 Diverse verrekenposten:
- Ter comparitie is afgesproken dat [gedaagde in conventie] aan [eiser in conventie] een bedrag van € 1.250 zal voldoen in verband met de door [eiser in conventie] voor [gedaagde in conventie] voorgeschoten waarborgsom voor haar huurwoning. Dat, naar [eiser in conventie] heeft gesteld, [gedaagde in conventie] het door hem betaalde bedrag van € 1.100,75 voor bemiddelingskosten Abels dient te vergoeden, is door [gedaagde in conventie] niet betwist.
- De woning van partijen in Monoblet wordt verhuurd. [gedaagde in conventie] heeft het beheer over de aan deze woning gerelateerde inkomsten en uitgaven. Zij heeft aangevoerd dat sprake is van een exploitatietekort en stelt dat [eiser in conventie] de helft ervan aan haar dient te vergoeden. [eiser in conventie] wijst deze aanspraak af. Hij heeft benadrukt dat hij al diverse kosten van de woning heeft betaald en dat de inkomsten uit verhuur volledig aan [gedaagde in conventie] ten goede zijn gekomen. De rechtbank stelt voorop dat [gedaagde in conventie] niet heeft betwist dat [eiser in conventie] tal van kosten voor de woning heeft betaald. [gedaagde in conventie] heeft naar het oordeel van de rechtbank in het licht van het voorgaande onvoldoende geconcretiseerd en/of inhoudelijk onderbouwd dat daadwerkelijk sprake is geweest van (andere) kosten die tussen partijen verrekend moeten worden.





6 De beslissing

De rechtbank

in conventie en in reconventie

6.1 stelt de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap vast als overwogen in rechtsoverwegingen 5.1 tot en met 5.5

6.2 verstaat dat partijen hun medewerking zullen verlenen aan de levering van de in de verdeling betrokken goederen,

6.3 bepaalt dat partijen elk gehouden zijn om de helft van de kosten, verbonden aan de uitvoering van deze verdeling, te voldoen,

6.4 compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

6.5 wijst het meer of anders gevorderde af.





Dit vonnis is gewezen door mr. W. Veldhuijzen van Zanten, mr. M.J. Smit en mr. M.A.C. Hofman en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2010.?

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl