Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BO5723, Raad van State , 201004049/1/H3

Datum uitspraak: 01-12-2010
Inhoudsindicatie: Bij besluit van 19 juni 2009 heeft de hoofdbewaarder het resultaat van een bijhouding van de kadastrale registratie van een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Sassenheim sectie B nummer 1965 aan [appellant] door toezending bekendgemaakt.





Uitspraak
201004049/1/H3.
Datum uitspraak: 1 december 2010.

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellanten] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 april 2010 in zaak nr. 09/5193 in het geding tussen:

[appellant]

en

de hoofdbewaarder van het kadaster en openbare registers.





1. Procesverloop

Bij besluit van 19 juni 2009 heeft de hoofdbewaarder het resultaat van een bijhouding van de kadastrale registratie van een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Sassenheim sectie B nummer 1965 aan [appellant] door toezending bekendgemaakt.

Bij besluit van 25 juni 2009 heeft de hoofdbewaarder het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 7 april 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 april 2010, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 4 mei 2010.

De hoofdbewaarder heeft een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 17 juni 2010 heeft [belanghebbende] als derde belanghebbende een schriftelijke reactie ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 november 2010, waar [appellant A], bijgestaan door mr. M.J. Meijer, advocaat te Haarlem en de hoofdbewaarder, vertegenwoordigd door mr. M.I. Mollee-ten Hoor, werkzaam bij het kadaster, zijn verschenen.





2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de Kadasterwet (hierna: de Kw), voor zover thans van belang, is de bewaarder belast met het verrichten van inschrijvingen in de openbare registers en het bijwerken van de basisregistratie kadaster.

Ingevolge artikel 53 vindt bijwerking plaats als bijhouding dan wel als vernieuwing.

Ingevolge artikel 54, eerste lid, aanhef en onder a, vindt bijhouding, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze of een andere wet, plaats op grond van veranderingen blijkens in de openbare registers ingeschreven stukken, voor zover die betrekking hebben op onroerende zaken en rechten waaraan die zaken zijn onderworpen.

Ingevolge artikel 56 wordt de wijze van bijwerking, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze of een andere wet, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur geregeld in dier voege dat na een inschrijving de bijwerking terstond aanvangt, en dat tenminste ingeval een bijwerking leidt tot het wijzigen of aanvullen van de in de basisregistratie kadaster vermeld staande gegevens betreffende de eigenaars of beperkt gerechtigden, de kadastrale aanduiding dan wel de grootte, in de registratie wordt vermeld op grond van welk ingeschreven of ander stuk een bijwerking heeft plaatsgevonden.

Ingevolge artikel 17, eerste lid onder a, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: het BW) kunnen in de openbare registers, behalve die feiten waarvan inschrijving krachtens andere wetsbepalingen mogelijk is, rechtshandelingen die een verandering in de rechtstoestand van registergoederen brengen of in enig ander opzicht voor die rechtstoestand van belang zijn ingeschreven worden.

Ingevolge artikel 19, eerste lid, geschiedt de inschrijving terstond na de aanbieding indien de voor een inschrijving nodige stukken worden aangeboden, de aangeboden stukken aan de wettelijke eisen voldoen en andere wettelijke vereisten voor inschrijving zijn vervuld.

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van het Kadasterbesluit wordt bij het gewijzigde of aangevulde gegeven overeenkomstig door het bestuur van de Dienst daartoe vast te stellen regelen verwezen naar het stuk op grond waarvan de bijwerking heeft plaatsgevonden, indien een bijwerking leidt tot het wijzigen of aanvullen van de in de basisregistratie kadaster vermeld staande gegevens betreffende de eigenaars of beperkt gerechtigden, de kadastrale aanduiding, de grootte, dan wel enig in artikel 48, tweede lid, onder c, van de wet bedoeld gegeven.

Ingevolge artikel 39, tweede lid, van de Kadasterregeling 1994 (hierna: de Regeling), voor zover thans van belang, worden, indien de inschrijving in de openbare registers een wijziging betreft in de rechtstoestand naar burgerlijk recht dan wel een wijziging of aanvulling van de gegevens omtrent een rechthebbende en die inschrijving aanleiding geeft tot een wijziging of aanvulling van de in de kadastrale registratie vermelde gegevens, laatstbedoelde gegevens met het ingeschreven stuk in overeenstemming gebracht.

2.2. Op 5 juni 2009 is in de openbare registers van het Kadaster hypotheken 4 deel 56755 nummer 126 een verklaring van verjaring ingeschreven. Op 16 juni 2009 is een proces-verbaal van verbeteringen ten aanzien van deze verklaring, waarin de wijze van eigendomsverkrijging is verbeterd en de bewijsstukken betreffende de verjaring bestaande uit een uitspraak van 1 december 2004 en een arrest van 13 april 2006 mede zijn ingeschreven, ingeschreven in de openbare registers van het Kadaster hypotheken 4 deel 56683 nummer 198.

2.3. Op grond van de veranderingen blijkens voormelde in de openbare registers ingeschreven stukken heeft de hoofdbewaarder een gedeelte van het perceel kadastraal bekend [gemeente] sectie […] nummer […], gelegen tussen de [locaties] te [plaats] in de basisregistratie kadaster op naam gesteld van [belanghebbende]. Het betreft een gedeelte dat voorheen toebehoorde aan [appellant]. Bij besluit van 19 juni 2009 heeft de hoofdbewaarder [appellant] op de hoogte gesteld van deze bijhouding van de basisregistratie kadaster.

2.4. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de hoofdbewaarder gehouden was de verklaring van de notaris in te schrijven. Hij voert hiertoe aan dat indien hetgeen in de aangeboden notariële akte omschreven staat evident onjuist is, de hoofdbewaarder de verzochte inschrijving had moeten weigeren ter bevordering van de rechtszekerheid.

2.5. De Afdeling stelt vast dat in deze bestuursrechtelijke procedure uitsluitend de vraag voorligt of de hoofdbewaarder overeenkomstig artikel 39, tweede lid, van de Regeling de gegevens van het betreffende perceel in de kadastrale registratie in overeenstemming heeft gebracht met de gegevens van het betreffende perceel in de openbare registers. De inschrijving van de verklaring van verjaring in de openbare registers staat in deze procedure niet ter beoordeling. Voor zover [appellant] wenst op te komen tegen deze inschrijving, dient hij zich te wenden tot de burgerlijke rechter. De rechtbank heeft ten onrechte een oordeel gegeven over de inschrijving.

Voor zover het betoog van [appellant] ertoe strekt dat de hoofdbewaarder had moeten afzien van bijhouding van de kadastrale registratie indien de in de openbare registers ingeschreven notariële akte evident onjuist is, faalt het. De rechtbank heeft terecht, zij het op onjuiste gronden, overwogen dat de hoofdbewaarder in deze slechts een lijdelijke rol heeft en dat het niet tot zijn taak behoort om te controleren of de verklaring van de notaris inhoudelijk juist is.

2.6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, met verbetering van de gronden waarop deze rust.

2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.





3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, voorzitter, en mr. J.C. Kranenburg en mr. N.S.J. Koeman, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van staat.

w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van staat





Uitgesproken in het openbaar op 1 december 2010.

176-671.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl