Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 16-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De rechtbank stelt voorop dat het tot stand komen van een echtscheiding zowel voor partijen als ook voor de rechtspositie van derden ingrijpende rechtsgevolgen heeft. Daarbij moet niet alleen worden gedacht aan gevolgen die voortvloeien uit het huwelijksvermogensrecht, maar ook aan gevolgen met betrekking tot de staat van eventuele kinderen die na het einde van het huwelijk nog uit de vrouw worden geboren en de bevoegdheid van echtgenoten met een ander een nieuw huwelijk aan te gaan. Daarbij komen dan nog de gevolgen ter zake van het erfrecht. Met het oog op al deze en andere gevolgen voor partijen en derden dient bij het bepalen van het tijdstip waarop de echtscheiding tot stand komt, grote betekenis aan de eisen van de rechtszekerheid worden toegekend. In dit licht moeten dan ook de voorschriften worden gezien die voor de vaststelling van dit tijdstip van belang kunnen zijn, te weten:
a. dat de echtscheiding op grond van artikel 1:163 van het Burgerlijk Wetboek (BW) eerst tot stand komt door de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand;
b. dat de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking niet kan geschieden dan nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan (artikel 1:21 BW);
c. dat de echtscheidingsbeschikking in kracht van gewijsde gaat nadat de wederpartij in deze beschikking heeft berust (artikel 334 Rv) dan wel nadat de termijn voor het instellen van hoger beroep is verstreken;
d. dat naar vaste jurisprudentie geldt dat van berusting slechts sprake kan zijn ingeval een partij een houding heeft aangenomen waaruit in het licht van de omstandigheden van het geval ondubbelzinnig blijkt dat hij of zij zich bij de uitspraak neerlegt;
e. dat hoger beroep tegen een echtscheidingsbeschikking door een echtgenoot die in eerste aanleg niet in de echtscheidingsprocedure is verschenen op grond van artikel 820 lid 1 Rv kan worden ingesteld binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking aan hem in persoon dan wel binnen drie maanden nadat zij op andere wijze is betekend en overeenkomstig het tweede lid openlijk bekend is gemaakt.

Nu partijen tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd met betrekking tot de op de akte van berusting voorkomende handtekening en nu niet door een onafhankelijke advocaat is gecontroleerd of deze handtekening van de man afkomstig is, kan door de rechtbank niet worden vastgesteld dat de handtekening op de akte van berusting daadwerkelijk afkomstig is van de man. Nu voormeld vereiste van ondubbelzinnigheid meebrengt dat de rechter zich terughoudend moet opstellen bij het aannemen van berusting in verband met de ingrijpende gevolgen die daaraan verbonden zijn, kan daarom niet worden aangenomen dat de man daadwerkelijk in de echtscheidingsbeschikking heeft berust. De echtscheidingsbeschikking is derhalve niet in kracht van gewijsde gegaan en had niet ingeschreven mogen worden in de registers van de burgerlijke stand.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl