Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BM4652, Gerechtshof 's-Gravenhage , 105.005.363\01

Datum uitspraak: 11-05-2010
Inhoudsindicatie: Ontruimingsvordering. Gehuurde woning tijdens procedure in hoger beroep verlaten. Belang hoger beroep beperkt tot compensatie kosten in eerste aanleg.





Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Sector handel

Zaaknummer: 105.005.363/01
Zaak-rolnummer rechtbank: 673261 CV EXPL 05-34893

Arrest van de derde civiele kamer d.d. 11 mei 2010

inzake

[appellant], wonende te Rotterdam,
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. E. Grabandt te ´s-Gravenhage

tegen

Stichting WOONSTAD ROTTERDAM,
als rechtsopvolgster onder algemene titel van de stichting Stichting Woningbedrijf Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Woonstad,
advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt te ´s-Gravenhage.





Het verdere geding

Het hof heeft bij tussenarrest van 3 februari 2009 overwogen dat niet als vaststaand kan worden aangenomen dat [appellant], zoals de rechtsvoorgangster van Woonstad bij memorie van antwoord had gesteld, de incidentele vordering tot schorsing van executie van het tussen partijen gewezen vonnis van 24 mei 2006 had ingetrokken en heeft ingestemd met een verhuizing naar een vervangende woning, welke verhuizing op 1 maart 2007 zou hebben plaatsgevonden.

Bij voormeld tussenarrest heeft het hof een comparitie van partijen bepaald met onder meer het doel zich over deze punten te laten voorlichten, alsmede over de stand van zaken betreffende het bestemmingsplan, de sloopvergunning, de vergunning tot woningonttrekking en de bouwvergunning. Voorts heeft het hof bij dit tussenarrest overwogen dat de proceskostenbeslissing in eerste aanleg (compensatie van kosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt) reeds een voldoende belang vormt voor de behandeling van de zaak in hoger beroep.

De comparitie van partijen heeft op 6 april 2009 plaatsgehad.

[appellant] heeft vervolgens een memorie na comparitie genomen, waarna Woonstad een antwoordmemorie na comparitie heeft genomen.

Vervolgens hebben partijen hun stukken overgelegd voor arrest.





De verdere beoordeling van het hoger beroep

1. Namens [appellant] is ter comparitie van 6 april 2009 niet betwist dat, zoals Woonstad heeft gesteld , het schorsingsverzoek van [appellant] bij fax van 15 januari 2007 is ingetrokken voordat in het incident was gefourneerd. Op deze incidentele vordering tot schorsing behoeft daarom niet meer te worden beslist.

2. Ter comparitie is namens [appellant] bevestigd dat hij in augustus 2007 naar Australië is geëmigreerd en dat hij tot die tijd in een wisselwoning van Woonstad heeft gewoond. Woonstad heeft onbestreden door [appellant] gesteld dat – voor zover thans nog van belang – de huur van deze wisselwoning gelijk was aan de huur van de in geding zijnde, oude woning van [appellant] en dat de kwaliteit van de wisselwoning minimaal gelijk is aan de kwaliteit van die oude woning.

3. Bij memorie na comparitie stelt [appellant] zich op het standpunt dat hij onverminderd belang heeft bij vernietiging van het vonnis van de rechtbank van 24 mei 2006. Daartoe stelt hij dat aanvankelijk het belang bij vernietiging bestond uit vergoeding van schade die [appellant] heeft geleden als gevolg van de voortijdige ontruiming van de door hem gehuurde woning, naast het belang bij een proceskostenveroordeling van Woonstad in beide instanties. De door [appellant] geleden schade kan slechts bij benadering worden vastgesteld, terwijl bewijsstukken van de gestelde schade ontbreken, zo stelt [appellant] voorts. [appellant] volhardt bij zijn vordering tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot veroordeling van Woonstad in de proceskosten in beide instanties.

4. Woonstad stelt zich op het standpunt dat [appellant] geen inhoudelijk belang heeft bij vernietiging van het vonnis van 24 mei 2006, zodat [appellant] niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, althans dat de vordering dient te worden afgewezen. Het hof overweegt als volgt.

5. Op grond van artikel 3: 303 BW juncto artikel 3: 59 BW moet [appellant] in het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als zijn belang daarbij onvoldoende is om een procedure in hoger beroep te rechtvaardigen. Bij de beoordeling van de vraag of dit geval zich voordoet, is het volgende van belang.

7. Bij het vonnis waarvan beroep is bepaald dat de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de Nieuwe Crooswijkseweg 5 te Rotterdam zal eindigen op 1 augustus 2006 en is [appellant] veroordeeld deze woning uiterlijk op 16 augustus 2006 te ontruimen. [appellant] heeft tegen dat vonnis op 23 augustus 2006 hoger beroep ingesteld. Daarbij heeft [appellant] gevorderd het vonnis te vernietigen en, opnieuw recht doende, de vorderingen van Woonstad af te wijzen en Woonstad te veroordelen in de kosten van de beide instanties. In augustus 2007 is [appellant] geëmigreerd naar Australië. Bij memorie na de voor het hof gehouden comparitie van partijen heeft [appellant] te kennen gegeven te volharden bij voormelde vordering in hoger beroep.

8. Door de emigratie van [appellant] heeft de inzet van de procedure geen feitelijke betekenis meer . Het gaat voor [appellant] niet meer erom een werkelijk partijen verdeeld houdend rechtsgeschil te doen beslissen . Wèl heeft [appellant] een voldoende belang in hoger beroep voor zover hij de in eerste aanleg uitgesproken compensatie van de proceskosten bestrijdt. Anders dan Woonstad in haar antwoordmemorie na comparitie veronderstelt, bestaat het belang bij een andere beslissing over de proceskosten in eerste aanleg ook bij een compensatie van deze kosten, omdat in hoger beroep tot het oordeel kan worden gekomen dat de wederpartij van de appellerende partij volledig in die kosten moet worden veroordeeld. Vanwege dit belang van [appellant] bij een andere beslissing over de proceskosten in eerste aanleg, is de procedure in hoger beroep gerechtvaardigd. Het beroep op het ontbreken van voldoende belang bij het hoger beroep wordt verworpen. De beoordeling van het hoger beroep staat open voor en is beperkt tot de beslissing over de kosten in eerste aanleg.

8. Het hof zal thans bezien of de beslissing in eerste aanleg om de proceskosten te compenseren in stand kan blijven. Volgens het vonnis onder 4.10 zag de kantonrechter in de bijzondere omstandigheden van het geval aanleiding aldus te beslissen. Daarbij had de kantonrechter kennelijk het oog op het volgende. Een herstructurering van de wijk Nieuw Crooswijk, waartoe het complex Klein Trapezium en de woning van [appellant] behoorden, was volgens de gemeente Rotterdam noodzakelijk. Het is daarom niet aan Woonstad tegen te werpen dat zij in verband met dat gemeentebesluit heeft besloten over te gaan tot sloop van de 56 woningen in dat complex.
Daarvoor werd Woonstad een sloopvergunning en een vergunning tot woningonttrekking verleend. Om het besluit volledig te kunnen uitvoeren moest zij tegen [appellant] een procedure beginnen om tot een einde van de huur van diens woning te komen. Anderzijds had [appellant] belang bij behoud van zijn woonruimte en heeft hij daarin reden gezien en mogen zien zich tegen de vordering van Woonstad te verweren. Naar het oordeel van het hof rechtvaardigt deze achtergrond de proceskosten tussen partijen te compenseren, ongeacht de uitkomst van het geschil. Dit betekent dat de compensatie van de kosten in eerste aanleg in stand kan blijven.

10. De slotsom is dat [appellant] niet-ontvankelijk zal worden verklaard voor zover het hoger beroep strekt tot vernietiging van het bestreden vonnis en afwijzing van de vorderingen van Woonstad en dat het hoger beroep zal worden verworpen voor zover dat is gericht tegen de compensatie van kosten in eerste aanleg.. In de ontwikkelingen van de procedure in hoger beroep (aanvankelijk had [appellant] daarbij een vol belang, later was dat beperkt) ziet het hof reden ook de kosten van het hoger beroep tussen partijen te compenseren.





Beslissing

Het hof:

verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor zover dat strekt tot vernietiging van het bestreden vonnis en afwijzing van de vorderingen van Woonstad;

verwerpt het beroep tegen de beslissing tot compensatie van de kosten van de eerste aanleg;

compenseert in hoger beroep de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.





Dit arrest is gewezen door mrs. E.J. van Sandick, H.A. Groen en E.M. Hofkes en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 mei 2010 in aanwezigheid van de griffier.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl