Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Burgerlijk wetboek - boek 4 - erfrecht
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Artikel 125Opeisbaarheid legaat

1.Een legaat van een geldsom wordt zes maanden na het overlijden van de erflater opeisbaar, tenzij hij anders heeft beschikt.

2.Nochtans kan een erfgenaam aan wie een goed der nalatenschap is gelegateerd tegen vergoeding van de waarde of een gedeelte daarvan, de betaling van die vergoeding opschorten tot de verdeling van de nalatenschap, tenzij de erflater anders heeft beschikt.

3.Degene op wie de schuld uit een legaat van een geldsom rust, komt niet in verzuim door het enkele verstrijken van een voor de voldoening bepaalde termijn.

4.Op legaten van een geldsom is artikel 5 van overeenkomstige toepassing.



Paragraaf 2. Giften en andere handelingen die worden aangemerkt als legaten

Artikel 126Handelingen die worden aangemerkt als legaten

1.Een schenking of andere gift wordt, voor zover deze de strekking heeft dat zij pas na het overlijden van de schenker of gever wordt uitgevoerd, en zij niet reeds tijdens het leven van de schenker of gever is uitgevoerd, voor de toepassing van hetgeen in dit Boek is bepaald betreffende inkorting en vermindering aangemerkt als een legaat ten laste van de gezamenlijke erfgenamen. In afwijking van de artikelen 87 lid 2 en 120 lid 3 komt de schenking of andere gift, indien daarbij niet anders is bepaald, als laatste voor inkorting en vermindering in aanmerking. Kan de schenking of andere gift tot aan het overlijden van de schenker of gever worden herroepen, dan mist de tweede zin toepassing.

2.Lid 1 is van overeenkomstige toepassing op:
a. een beding dat een goed van een der partijen onder opschortende voorwaarde of onder opschortende tijdsbepaling zonder redelijke tegenprestatie op een ander overgaat of kan overgaan, voor zover het beding wordt toegepast in geval van overlijden van degene aan wie het goed toebehoort; wederkerigheid van het beding geldt niet als tegenprestatie;
b. een begunstiging bij een sommenverzekering, voor zover de uitkering die door het overlijden van de verzekeringnemer verschuldigd wordt, als een gift geldt;
c. een omzetting van een natuurlijke verbintenis in een rechtens afdwingbare, voor zover deze de strekking heeft dat de verbintenis pas na het overlijden van de schuldenaar zal worden nagekomen, en deze verbintenis niet reeds tijdens diens leven is nagekomen.

3.De artikelen 66 en 68 zijn van overeenkomstige toepassing.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak. » Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Artikel 127

Betreft de inkorting of de vermindering een begunstiging bij een sommenverzekering of een andere begunstiging bij een beding ten behoeve van een derde, dan heeft zij tot gevolg dat de begunstigde verplicht is tot vergoeding van de waarde van het ingekorte of in mindering komende gedeelte aan de gezamenlijke erfgenamen, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is. Indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, is de in de eerste zin bedoelde vergoeding verschuldigd aan de echtgenoot van de erflater. Een begunstiging als bedoeld in de eerste zin kan slechts worden ingekort of verminderd binnen drie jaar nadat de begunstigde de prestatie heeft ontvangen.



Artikel 128Uitbreiding toepasselijke bepalingen

Hetgeen met betrekking tot legatarissen is bepaald in de artikelen 29 lid 3 en 30 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op degenen die zijn bevoordeeld door een handeling als bedoeld in artikel 126. Met gelegateerde goederen als bedoeld in artikel 30 lid 5 worden gelijkgesteld goederen die zijn verkregen krachtens een handeling als bedoeld in artikel 126. Hetgeen met betrekking tot legatarissen is bepaald in de artikelen 216 en 220 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op degenen die zijn bevoordeeld door een handeling als bedoeld in artikel 126 leden 1 en 2, onder c, alsmede, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is, door een handeling als bedoeld in artikel 126 lid 2, onder b.



Artikel 129Een voorwaarde bij uiterste wilsbeschikking

Bij uiterste wilsbeschikking kan een voorwaarde als bedoeld in artikel 82 worden verbonden aan een handeling als bedoeld in artikel 126.



Afdeling 3. Testamentaire lasten

Artikel 130Omschrijving testamentaire last

1.Een testamentaire last is een uiterste wilsbeschikking waarin de erflater aan de gezamenlijke erfgenamen of aan een of meer bepaalde erfgenamen of legatarissen een verplichting oplegt, die niet bestaat in de uitvoering van een legaat.

2.Een testamentaire last kan ook worden opgelegd aan een executeur. De hem opgelegde verplichting rust mede op de gezamenlijke erfgenamen, tenzij uit haar aard of uit de uiterste wil iets anders voortvloeit.

3.Artikel 120 is van overeenkomstige toepassing op een last die strekt tot een uitgave van geld of van een goed uit de nalatenschap; deze wordt tegelijk met een legaat en in gelijke mate verminderd.



Artikel 131Vervallenverklaring wegens niet-uitvoering last

1.Een erfgenaam of legataris op wie een testamentaire last rust, verkrijgt zijn recht onder de ontbindende voorwaarde dat het wegens niet-uitvoering van de last wordt vervallen verklaard door de rechter.

2.De vervallenverklaring kan door de rechter worden uitgesproken op verzoek van elke onmiddellijk bij de vervallenverklaring belanghebbende.

3.Een erfgenaam die met zijn gehele vermogen jegens schuldeisers van de erflater en legatarissen aansprakelijk was, blijft jegens hen na de vervallenverklaring van zijn recht tot voldoening gehouden, onverminderd zijn recht van verhaal op degenen aan wie het door hem geërfde opkomt.



Artikel 132Last aan een bepaalde persoon

Is een last aan een bepaalde persoon als erfgenaam of legataris opgelegd en is hij niet erfgenaam of legataris geworden of is zijn recht vervallen, dan rust de hem opgelegde verplichting, tenzij uit haar aard of uit de uiterste wil iets anders voortvloeit, op degenen aan wie zijn erfdeel toevalt of die met het hem gemaakte legaat waren belast.



Artikel 133Opschortende voorwaarde belet

1.Is de vervulling van een aan een testamentaire last toegevoegde opschortende voorwaarde belet door degene op wie de last rust, dan geldt de voorwaarde als vervuld, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.

2.Is de vervulling van een aan een testamentaire last toegevoegde ontbindende voorwaarde teweeggebracht door degene op wie de last rust, dan geldt de voorwaarde als niet vervuld, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.

3.Artikel 140 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.



Artikel 134Last wijzigen of opheffen op verzoek

1.De rechter kan op verzoek van degene op wie de last rust of van het openbaar ministerie de last wijzigen of geheel of gedeeltelijk opheffen:
a. op grond van na het overlijden van de erflater ingetreden omstandigheden welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van de last uit een oogpunt van de daarbij betrokken persoonlijke en maatschappelijke belangen ongerechtvaardigd zou zijn;
b. op grond dat de last door inkorting of vermindering van de last, of van de making waaraan hij is verbonden, bezwaarlijk of onmogelijk uitvoerbaar is geworden;
c. in geval de last ingevolge artikel 132 op een ander is komen te rusten dan degenen aan wie hij bij de uiterste wilsbeschikking is opgelegd.

2.Bij een wijziging of opheffing neemt de rechter zoveel mogelijk de bedoeling van de erflater in acht.

3.De artikelen 258 leden 1, tweede zin, 2 en 3 van Boek 6 en 260 leden 1 en 2 van Boek 6 zijn van overeenkomstige toepassing.



Afdeling 4. Stichtingen

Artikel 135Erflater vermaakt aan een stichting

1. Wanneer een erflater iets heeft vermaakt aan een stichting die hij in een bij notariële akte gemaakte uiterste wilsbeschikking heeft in het leven geroepen, is de stichting erfgenaam of legataris, naar gelang het haar vermaakte aan een erfstelling of aan een legaat beantwoordt.

2. Heeft hij bij een in andere vorm gemaakte uiterste wil verklaard een stichting in het leven te roepen, dan wordt deze beschikking aangemerkt als een aan de gezamenlijke erfgenamen opgelegde last om die stichting op te richten.

3. Degene op wie een last om een stichting op te richten rust, kan daartoe op vordering van het openbaar ministerie worden veroordeeld door de rechtbank van het sterfhuis of, indien de erflater zijn laatste woonplaats niet in Nederland had, door de rechtbank Den Haag. De rechter kan bepalen dat het vonnis dezelfde rechtskracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van hem die tot de rechtshandeling gehouden is, of dat een door de rechter aan te wijzen vertegenwoordiger de handeling zal verrichten.



Afdeling 5. Makingen onder tijdsbepaling en onder voorwaarde

Artikel 136Erfstelling onder tijdsbepaling

1.Bevat een uiterste wil een erfstelling onder tijdsbepaling, dan wordt deze beschikking aangemerkt als een dadelijk ingaande erfstelling van degene die, bij uitvoering van de uiterste wil zoals deze luidt, het laatst tot het erfdeel zou zijn geroepen, belast met een legaat van vruchtgebruik van het erfdeel voor de gestelde tijd ten behoeve van degene die het eerst tot het erfdeel zou zijn geroepen.

2.In geval van een erfstelling onder een ontbindende tijdsbepaling zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende tijdsbepaling komt de eerstgeroepene vruchtgebruik met bevoegdheid tot vervreemding en vertering toe, voor zover de erflater deze bevoegdheid niet heeft uitgesloten.



Artikel 137Bestaanseis

Om aan een making onder opschortende voorwaarde een recht te kunnen ontlenen, moet men nog bestaan op het ogenblik dat de voorwaarde wordt vervuld, tenzij uit de uiterste wil of uit de aard van de beschikking het tegendeel voortvloeit.



Artikel 138Erfstelling onder een voorwaarde gemaakt

1.Wanneer een erfstelling onder een voorwaarde is gemaakt, wordt degene aan wie het vermaakte tot de vervulling der voorwaarde toekomt, als de uitsluitend rechthebbende aangemerkt voor zover het betreft de door en tegen derden uit te oefenen rechten en rechtsvorderingen.

2.Voor het overige vinden, zolang de vervulling der voorwaarden onzeker is, de wettelijke voorschriften betreffende het vruchtgebruik, zoals geregeld in titel 8 van Boek 3, overeenkomstige toepassing. Dientengevolge is hij verplicht het vermaakte gelijk een vruchtgebruiker te bewaren en in stand te houden, tenzij de erflater hem de bevoegdheid heeft toegekend om de goederen te verteren en onvoorwaardelijk te vervreemden.

3.In geval van een erfstelling onder een ontbindende voorwaarde zonder een daarbij aansluitende erfstelling onder opschortende voorwaarde is hij jegens degene aan wie het vermaakte bij vervulling van de voorwaarde toekomt, bevoegd de goederen te vervreemden en te verteren op dezelfde voet als een vruchtgebruiker aan wie deze bevoegdheid is gegeven, voor zover de erflater niet anders heeft bepaald.



Artikel 139Toegevoegde voorwaarde belet door iemand

1.Is de vervulling van een aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde belet door iemand aan wie het vermaakte toekomt zolang de voorwaarde niet is vervuld, dan geldt zij als vervuld, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.

2.Is de vervulling van de voorwaarde teweeggebracht door iemand aan wie het vermaakte bij vervulling van de voorwaarde toekomt, dan geldt zij als niet vervuld, indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.



Artikel 140Beschikking kan vervallen

1.Is een aan een erfstelling toegevoegde voorwaarde dertig jaren na het overlijden van de erflater nog niet vervuld, dan vervalt de beschikking, wanneer het een opschortende voorwaarde is; is het een ontbindende voorwaarde, dan vervalt de voorwaarde. Hiermede strijdige beschikkingen van de erflater zijn nietig.

2.Het vorige lid vindt mede toepassing op een legaat van een bepaald goed der nalatenschap of van een beperkt recht op een zodanig goed.



Artikel 141

Het voorgaande artikel vindt geen toepassing op een making onder een ontbindende voorwaarde en een daarbij aansluitende making onder opschortende voorwaarde, volgens welke het vermaakte of het onverteerde deel daarvan op het tijdstip van overlijden van de bezwaarde of op een eerder tijdstip zal ten deel vallen aan de verwachter, indien deze het aangewezen tijdstip overleeft.



Afdeling 6. Executeurs

Artikel 142Eén of meer executeurs

1.Een erflater kan bij uiterste wilsbeschikking een of meer executeurs benoemen. Hij kan aan een executeur de bevoegdheid toekennen een of meer andere executeurs aan zich toe te voegen of in zijn plaats te stellen; hij kan ook beschikken dat wanneer een benoemde executeur komt te ontbreken, de kantonrechter bevoegd is op verzoek van een belanghebbende een vervanger te benoemen.

2.Zijn er twee of meer executeurs, dan kan, tenzij de erflater anders heeft beschikt, ieder van hen alle werkzaamheden alleen verrichten.

3.Bij verschil van mening tussen de executeurs beslist op verzoek van een van hen de kantonrechter. Deze kan een verdeling van de werkzaamheden of van het hun toekomende loon vaststellen.



Artikel 143Aanvaarding benoeming executeur

1.Men wordt executeur door aanvaarding van zijn benoeming na het overlijden van de erflater. De kantonrechter kan op verzoek van een belanghebbende een termijn stellen, na afloop waarvan de benoeming niet meer kan worden aanvaard.

2.Handelingsonbekwamen, zij van wie één of meer goederen onder een bewind als bedoeld in titel 19 van Boek 1 zijn gesteld, en zij die in staat van faillissement verkeren of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, kunnen niet executeur worden.

-

Het burgerlijk wetboek, boek 4, met betrekking tot het erfrecht is voor het laatst geactualiseerd op: 4 maart 2015.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl