Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BO8570, Rechtbank Rotterdam , 303792 / HA ZA 08-765

Datum uitspraak: 15-12-2010
Inhoudsindicatie: Artt. 4:163, 6:74, 6:162 en 7:182 BW, 134 en 201 Overgangswet NBW. Vermogensbeheer van onder bewind gesteld vermogen; criteria voor aansprakelijkheid bewindvoerder en vermogensbeheerder. De rechtbank dient te beoordelen of Capital haar taken als een goed bewindvoerder heeft uitgevoerd, met inachtneming van de bepalingen die in de betreffende notariële akten over de bewindvoerder en het bewind zijn opgenomen. Bewindvoerder was niet gehouden de onder bewind gesteld vermogens feitelijk “in stand te houden”. Op Capital rustte niet een verdergaande verplichting dan die van een goed bewindvoerder als hiervoor omschreven en in het bijzonder zijn er geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die de conclusie kunnen dragen dat op Capital in dit verband onverkort een resultaatsverbintenis rustte tot ten minste integrale instandhouding van het belegde vermogen als door [eiseres] bepleit. Daarbij is in aanmerking genomen dat alle notariële akten is opgenomen (i) dat de bewindvoerder vrij is in de wijze van belegging en herbelegging zonder daartoe medewerking of goedkeuring van de eigenaren te behoeven en (ii) dat hij niet aansprakelijk is voor vermindering van waarde van de aan het bewind onderworpen zaken. Deze bepalingen duiden erop dat de bewinden zijn ingesteld met het oog op (voortzetting van de) belegging van het vermogen. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. Reeds op grond van het voorgaande kan niet worden aangenomen dat op de bewindvoerder de verplichting rustte de onder bewind gestelde vermogens in stand te houden. Mede gelet op de omvang van het onder bewind gestelde vermogen, de samenstelling van dat vermogen, dat ten tijde van de instelling van het bewind al grotendeels uit effecten bestond, en de bij aanvang beoogde lange looptijd van de bewinden, valt niet in te zien dat een verantwoord beheer – als goed bewindvoerder – van dat vermogen vereist dat van meet af aan zeer defensief wordt belegd zoals [eiseres] voorstaat. De stellingen van [eiseres] in dit verband komen erop neer dat op Fortis als vermogensbeheerder de plicht zou rusten te onderzoeken of Capital als bewindvoerder wel goed functioneert. De reikwijdte van de bijzondere zorgplicht voor een bank (ten opzichte van derden met wier belangen zij rekening hoort te houden op grond van hetgeen volgens het ongeschreven recht en in het maatschappelijke verkeer betaamt) hangt af van de omstandigheden van het geval. Nu Capital de bijzondere functie van bewindvoerder bekleedt, is – in beginsel – voldoende dat Fortis zich door Capital laat informeren over de wensen/mogelijkheden van de onder bewind gestelde (en dat is gebeurd).





Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Zaak-/rolnummer: 303792 / HA ZA 08-765

VONNIS van 15 december 2010 in de zaak van:

[eiseres],
wonende te Plazac, Frankrijk,
eiseres,
advocaat mr. J. Kneppelhout,

- tegen -

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAPITAL SUPPORT BEWIND EN EXECUTELE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
en
2. de naamloze vennootschap
FORTIS BANK (NEDERLAND) N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaat mr. E.J. Eijsberg.

Partijen worden hierna aangeduid als "[eiseres]" respectievelijk "Capital" en “Fortis”.





1 De procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- Dagvaarding van 25 februari 2008, met producties;
- conclusie van antwoord, met producties;
- conclusie van repliek, met producties;
- conclusie van dupliek;
- de bij gelegenheid van de pleidooien overgelegde pleitnotities met bijlagen.

1.2 Ten slotte is vonnis bepaald.





2 De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voor zover van belang – het volgende vast:

2.1 [eiseres], geboren in 1967, heeft in de periode 1995-2003 door erfstelling of schenking zowel gelden als effecten van verschillende familieleden ontvangen. Die gelden en effecten zijn telkens onder bewind gesteld en geadministreerd op een viertal effectenrekeningen.

De 209-rekening: nalatenschap vader en schenking grootvader

2.2 De vader van [eiseres] is op 25 oktober 1995 overleden. Uit zijn nalatenschap heeft [eiseres] ter waarde van NLG 300.000,= (€ 136.134,06) beleggingen in drie obligatiefondsen ontvangen. Die obligatiefondsen waren ten tijde van het overlijden van vader reeds geadministreerd bij Fortis op een effectenrekening, met nummer [rekeningnummer] (hierna: de 209-rekening).

2.3 De vader van [eiseres] heeft de nalatenschap voor zijn dochter onder bewind gesteld. De notariële akte van 25 september 1995 luidt, voor zover thans van belang:

“(…) Ik bepaal ten aanzien van dit bewind het navolgende:
1. Het bewind vangt aan op de dag van mijn overlijden en eindigt zodra de onderbewindgestelde overlijdt;
2. De bewindvoerder is vrij in de wijze van belegging en herbelegging zonder daartoe medewerking of goedkeuring van de eigenaar te behoeven en is vrijgesteld van de verplichting zekerheid te stellen;
3. De bewindvoerder is niet aansprakelijk voor vermindering van waarde van de aan het bewind onderworpen zaken;
(…)
6. De bewindvoerder bepaalt of en in welke mate de inkomsten uit het onder bewind gestelde vermogen aan de eigenaar ter beschikking worden gesteld;
7. De bewindvoerder heeft de bevoegdheid om indien het belang van de onderbewindgestelde dit naar zijn oordeel vordert, op het kapitaal in te teren;
(…)
10. Tot bewindvoerder benoem ik een door mijn zuster (…) in overleg met de boedelnotaris aan te wijzen instelling, die zich met vermogensbeheer bezighoudt, zoals bijvoorbeeld de Kasassociatie. (…)”

2.4 Na het overlijden van de vader van [eiseres] is Capital op 8 april 1998 tot opvolgend bewindvoerder benoemd over de onder bewind gestelde goederen, geadministreerd op de 209-rekening.

2.5 De grootvader van [eiseres] heeft bij notariële akte van 8 april 1998 een bedrag van NLG 501.001,01 (€ 227.344,34) aan [eiseres] geschonken. Deze schenking is onder bewind gesteld, met benoeming van Capital tot bewindvoerder. De notariële akte luidt, voor zover hier van belang:

“(…) Ten aanzien van het bewind gelden de navolgende bepalingen:
1. Het bewind vangt aan op heden en eindigt zodra de onderbewindgestelde overlijdt;
2. De bewindvoerder is vrij in de wijze van belegging en herbelegging, zonder daartoe medewerking of goedkeuring van de eigenaar te behoeven en is vrijgesteld van de verplichting zekerheid te stellen;
3. De bewindvoerder is niet aansprakelijk voor vermindering van waarde van de aan het bewind onderworpen zaken.
(…)
6. De bewindvoerder bepaalt of en in welke mate de inkomsten uit het onder bewind gestelde vermogen aan de eigenaar ter beschikking worden gesteld;
7. De bewindvoerder heeft de bevoegdheid om indien het belang van de onderbewindgestelde dit naar zijn oordeel vordert, op het kapitaal in te teren.
(…)
10. Ik ken de bewindvoerder een beloning toe gelijk aan het alsdan bij haar geldende loon; (…)”

2.6 Capital heeft het geschonken bedrag in obligaties en aandelen laten beleggen bij Fortis. Deze zijn eveneens geadministreerd op de 209-rekening.

2.7 Op 10 april 1999 heeft Capital een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 209-rekening aangehouden gelden en effecten (waarde per 9 april 1999: NLG 762.928,=/€ 346.201,63). Als doelstelling van het beheer is daarbij omschreven het realiseren van vermogensgroei op lange termijn, waarbij voor onbepaalde tijd zal worden belegd, met een beleggingshorizon die zich uitstrekt over een lange periode.

2.8 Op 28 november 2002 heeft Capital opnieuw een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 209-rekening aangehouden gelden en effecten. De doelstelling van het beheer is daarin ongewijzigd. Als risicorendementsprofiel is hierin “Aandelen” gekozen, inhoudende dat minimaal 80% en maximaal 100% van het vermogen in aandelen wordt belegd.

2.9 Op 28 augustus 2003 heeft de Rechtbank Den Haag het bewind op verzoek van [eiseres] opgeheven. Het saldo op 209-rekening beloopt dan € 217.392,80. Vanaf het moment dat Capital tot bewindvoerder is benoemd zijn ten behoeve van [eiseres] substantiële bedragen aan de 209-rekening onttrokken.

2.10 Capital heeft tijdens het bewind per kalenderjaar een verslag gemaakt over de gang van zaken op de 209-rekening, voor het eerst over de periode 8 april 1998 tot en met 31 december 1998 en voor het laatst over de periode 1 januari 2003 tot 28 augustus 2003.

De 431-rekening: schenking grootvader

2.11 Bij notariële akte van 11 maart 1999 heeft de grootvader van [eiseres] NLG 3.000.000,= (€ 1.361.340,60) aan [eiseres] geschonken. Deze schenking is onder bewind gesteld, met benoeming van Capital tot bewindvoerder. De notariële akte luidt, voor zover hier van belang:

“(…) d. Het geschonkene zal onder bewind staan van een bewindvoerder, ingaande heden en eindigende bij overlijden van de begiftigde [[eiseres]], met dien verstande dat het bewind zal kunnen worden beëindigd als de begiftigde de leeftijd van zevenendertig jaar heeft bereikt, op grond van een alsdan door haar gemotiveerd en voldoende ondersteund verzoek (…)
Met betrekking tot dit bewind zijn de volgende bepalingen van toepassing:
1. De bewindvoerder is vrijgesteld van de verplichting tot zekerheidstelling.
2 .De bewindvoerder is verplicht van de aan het bewind onderworpen zaken een beschrijving op te maken.
3. De bewindvoerder is verplicht jaarlijks een ondertekende nauwkeurige opgave te doen van de goederen die aan het bewind zijn onderworpen en van alle ontvangsten en uitgaven; dezelfde verplichting geldt bij het eindigen van het bewind.
4. De bewindvoerder is bevoegd tot alle handelingen die tot een goed beheer van de aan het bewind onderworpen goederen dienstig kunnen zijn en is geheel vrij in de belegging en wederbelegging; hij kan derhalve steeds wijziging in de belegging brengen zonder daartoe de medewerking of goedkeuring van de eigenaar te behoeven. (..) De bewindvoerder is niet aansprakelijk voor verliezen tengevolge van koersdaling of anderszins. (…)
8. De bewindvoerder is verplicht tot geregelde uitkering aan de eigenaar van de netto-revenuen van de aan het bewind onderworpen goederen. (…)”

2.12 De schenking bestond voor € 1.184.703,10 uit beleggingen in aandelen, voor € 64.388,24 uit beleggingen in de onroerendgoedfondsen Rodamco, Vastned Retail en Wereldhave en voor € 112.249,34 uit liquide middelen. Het geheel is geadministreerd bij Fortis op een effectenrekening, met nummer [rekeningnummer 2] (hierna: de 431-rekening).

2.13 Op 10 april 1999 heeft Capital een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 431-rekening aangehouden gelden en effecten (waarde per 9 april 1999: NLG 3.169.039,=/€ 1.438.047,20). Als doelstelling van het beheer is daarbij omschreven het realiseren van vermogensgroei op lange termijn, waarbij de beleggingshorizon middellang tot lang is, rekeninghoudend met gedeeltelijke beëindiging van het bewind op het moment dat [eiseres] op 2 april 2004 de leeftijd van 37 jaar bereikt.

2.14 Op 28 november 2002 heeft Capital opnieuw een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 431-rekening aangehouden gelden en effecten met een waarde per 26 november 2002 van € 703.140,=. Daarbij is het beleggingsbeleid omschreven als een beleid dat gericht is op het realiseren van vermogensgroei op lange termijn, waarbij gekozen is voor beleggingen volgens het profiel ‘Gematigde groei’, met nader omschreven neutrale wegingen en bandbreedtes.

2.15 Op 1 juni 2004 heeft de Rechtbank Den Haag het bewind op verzoek van [eiseres] opgeheven. Het saldo op de 431-rekening beliep per 1 juli 2004 € 599.805,=. Gedurende het bewind zijn ten behoeve van [eiseres] substantiële bedragen aan de 431-rekening onttrokken.

2.16 Capital heeft tijdens het bewind per kalenderjaar een verslag gemaakt over de gang van zaken op de 431-rekening, voor het eerst over 2000 en voor het laatst over de periode 1 januari 2004 tot en met 30 juni 2004.

De 019-rekening: nalatenschap grootvader

2.17 De grootvader van [eiseres] is in oktober 2000 overleden. Uit zijn nalatenschap heeft [eiseres], onder andere, in twee tranches € 662.383,= ontvangen. Eerst heeft [eiseres] op 6 oktober 2000 een aandelenpakket ter waarde van € 197.384,= ontvangen. Dat is geadministreerd op een effectenrekening bij Fortis, met nummer [rekeningnummer 3] (hierna de 019-rekening). In 2003 heeft [eiseres] nog een bedrag van € 464.999,= ontvangen op de 019-rekening. De nalatenschap is onder bewind gesteld; Capital is benoemd tot bewindvoerder.

2.18 Op 4 januari 2001 heeft Capital een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 019-rekening aangehouden gelden en effecten (waarde per 4 januari 2001: NLG 407.127,=). Daarbij is als doelstelling van het beheer gesteld het realiseren van vermogensgroei op lange termijn, waarbij voor onbepaalde tijd zal worden belegd.

2.19 Op 28 november 2002 heeft Capital een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 019-rekening aangehouden gelden en effecten (waarde per 26 november 2002: € 157.744,=). Daarbij is vastgelegd dat het beleggingsbeleid van Fortis gericht is op het realiseren van vermogensgroei op de lange termijn, met het risicorendementsprofiel “Aandelen”, waarbij minimaal 80% en maximaal 100% van het vermogen in aandelen wordt belegd.

2.20 Dit bewind is op 2 november 2005 op verzoek van [eiseres] door de rechtbank opgeheven. Op de 019-rekening is een koerswinst gerealiseerd van € 130.712,=. [eiseres] heeft de portefeuille bij Triodos Bank in beheer gegeven.

De 993-rekening: nalatenschap grootmoeder

2.21 De grootmoeder van [eiseres] is op 2 juni 1995 overleden. Uit haar nalatenschap heeft [eiseres] NLG 2.000.000,= (€ 907.560,43) ontvangen, welke vordering is vrijgevallen door het overlijden van haar grootvader in oktober 2000. Deze nalatenschap is ook onder bewind is gesteld. De notariële akte van 3 augustus 1993 bepaalt daarover, voor zover thans van belang:

“(…)
1. het bewind vangt aan op de dag van mijn overlijden (… ) met dien verstande dat het bewind ten aanzien van mijn kleindochter (…) [eiseres] levenslang is ingesteld. Evenwel zal het bewind kunnen worden beëindigd, als zij de leeftijd van vijfenveertig jaar heeft bereikt, op grond van een alsdan door haar gedaan, gemotiveerd en voldoende ondersteund verzoek, zulks ter beoordeling van de dan fungerende bewindvoerder.
2. de bewindvoerders zijn vrij in de wijze van belegging en herbelegging, zonder daartoe de medewerking of goedkeuring van de eigenaren te behoeven en zijn vrijgesteld van de verplichting om zekerheid te stellen;
3. de bewindvoerders zijn niet aansprakelijk voor vermindering van waarde van de aan het bewind onderworpen zaken;
4. (…) De bewindvoerders hebben de bevoegdheid en de plicht om de inkomsten, voor zover deze aan de onder bewind gestelden toekomen ter beschikking van laatstbedoelden te stellen (…);
6. van de bewindvoerders zal een zodanig beleid worden verwacht dat het onder bewind gestelde vermogen op zijn minst in stand wordt gehouden
(…)
Tot bewindvoerder (…) benoem ik mijn zoon [vader van [eiseres]] en bij diens ontstentenis of belet zal als bewindvoerder optreden dezelfde bankinstelling (…) die zich met vermogensbeheer bezighoudt (…)”

2.22 Op 8 april 1998 is Capital tot opvolgend bewindvoerder over deze nalatenschap benoemd.

2.23 [eiseres] heeft de nalatenschap van haar grootmoeder feitelijk op 6 oktober 2000 ontvangen door storting van aandelen, obligaties en NLG 47.526,29 liquide middelen op een effectenrekening bij Fortis met nummer [rekeningnummer 4] (hierna: de 993-rekening).

2.24 Op 4 januari 2001 heeft Capital een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 993-rekening aangehouden gelden en effecten (waarde per 4 januari 2001: NLG 2.121.361,=/€ 962.631,65), met als doelstelling het realiseren van vermogensgroei op de lange termijn. Vastgelegd is dat er voor onbepaalde tijd zal worden belegd, waarbij de beleggingshorizon zich over een lange periode uitstrekt.

2.25 Op 28 november 2002 heeft Capital een vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten voor de op de 019-rekening aangehouden gelden en effecten (waarde per 26 november 2002: € 704.610,=). Daarbij is vastgelegd dat het beleggingsbeleid is gerealiseerd op het realiseren van vermogensgroei op de lange termijn, waarbij is gekozen voor de belegging van het vermogen volgens het profiel Gematigde groei met de nader omschreven neutrale wegingen en bandbreedtes.

2.26 Op 28 augustus 2003 heeft de Rechtbank Den Haag het bewind op verzoek van [eiseres] opgeheven. Het saldo op de 993-rekening beliep toen € 719.854,=.

2.27 Capital heeft tijdens het bewind per kalenderjaar een verslag gemaakt over de gang van zaken op de 993-rekening, voor het eerst over 2000.





3 Het geschil

3.1 De vordering luidt – verkort weergegeven – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Capital en Fortis voor zover mogelijk hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van:
- primair: € 82.231,19 (vermogen A), € 442.540,16 (vermogen B) en € 392.298,34 (vermogen C), te vermeerderen met rente en kosten, en
- subsidiair € 27.225,= (vermogen A), € 100.036,60 (vermogen B) en € 285.130,65 (vermogen C), te vermeerderen met rente en kosten, waarbij vermogen A betrekking heeft de 209-rekening, vermogen B op de 431-rekening en vermogen C op de 993-rekening.

3.2 Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft [eiseres] aan de vordering de volgende stellingen ten grondslag gelegd.

3.2.1 Capital is tekortgeschoten in haar verplichtingen als bewindvoerder om het onder bewind gestelde vermogen te conserveren, dat wil zeggen in stand te houden, goed exploiteren en niet aan bijzondere risico’s blootstellen. Door na te laten voor de onder bewind staande vermogens van [eiseres] vermogensbeheercontracten te sluiten met Fortis die overeenstemmen met het cliëntprofiel en de beleggingsdoelstellingen van [eiseres], heeft Capital het onder bewind gestelde vermogen aan bijzondere risico’s blootgesteld.

3.2.2 Fortis heeft zich onvoldoende verdiept in de financiële positie, ervaring en beleggingsdoelstellingen van [eiseres]. Fortis heeft een beleggingsbeleid gevoerd in strijd met het cliëntprofiel van [eiseres] en aldus haar vermogen te risicovol belegd. Daarmee is er sprake van toerekenbaar tekortschieten van Fortis als vermogensbeheerder, althans onrechtmatig handelen van Fortis jegens [eiseres].

3.2.3 De schade die [eiseres] daardoor heeft geleden dient primair te worden berekend aan de hand van de rendementen die de vermogens bij goed beheer zouden hebben opgeleverd, en subsidiair gelijk te worden gesteld aan het verlies dat op de onderscheiden vermogens is geleden gedurende het bewind daarover. Capital en Fortis zijn hoofdelijk gehouden deze schade aan [eiseres] te vergoeden.

3.3 Capital en Fortis hebben de vordering van [eiseres] gemotiveerd betwist en geconcludeerd tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [eiseres] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de kosten van het geding, onder bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen zeven dagen na het wijzen van dit vonnis zijn betaald, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente is verschuldigd.

3.4 Op de stellingen van partijen wordt bij de beoordeling, voor zover van belang, nader ingegaan.





4 De beoordeling

4.1 De rechtbank zal de vorderingen van [eiseres] op Capital en Fortis afzonderlijk bespreken.

De vordering op Capital
4.2 Tussen partijen is in geschil of Capital als bewindvoerder haar verplichtingen jegens [eiseres] als rechthebbende behoorlijk is nagekomen.

4.3 Op grond van artikel 4:163 BW is de bewindvoerder jegens de rechthebbende aansprakelijk, indien hij in de zorg van een goed bewindvoerder tekortschiet, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend. Dit artikel is van toepassing op een op 1 januari 2003 reeds lopend bewind en op een bewind dat gegrond is op een vóór die datum opgemaakte uiterste wil, behoudens voor zover bepalingen in die uiterste wil ervan afwijken (art. 134 Overgangswet NBW).
Een bewind dat bij een schenking is ingesteld heeft dezelfde rechtsgevolgen als een bij uiterste wilsbeschikking ingesteld bewind (artikel 7:182 BW). Deze regeling is van toepassing op een op 1 januari 2003 reeds lopend bewind, behoudens voor zover bij de instelling van het bewind daarvan afwijkende bepalingen zijn opgenomen (art. 201 Overgangswet NBW).

4.4 Vaststaat dat alle onderhavige bewinden reeds voor 1 januari 2003 waren ingesteld. Daarom dient de rechtbank te beoordelen of Capital haar taken als een goed bewindvoerder heeft uitgevoerd, met inachtneming van de bepalingen die in de betreffende notariële akten over de bewindvoerder en het bewind zijn opgenomen.

4.5 Als meest verstrekkende verweer heeft Capital aangevoerd dat [eiseres] haar décharge heeft verleend voor de tot en met 28 augustus 2003 onder bewind gestelde vermogens (op de 209-rekening en de 993-rekening). Op gronden als hierna overwogen strandt de vordering in al haar onderdelen. Daarom kan in het midden blijven of Capital een bevrijdend beroep kan doen op die décharge.

4.6 De toerekenbare tekortkoming van Capital is volgens [eiseres] daarin gelegen dat Capital het beheer over de onder bewind gestelde vermogens onvoldoende heeft afgestemd op [eiseres]s privéomstandigheden. [eiseres] heeft daartoe aangevoerd dat zij met de onder bewind gestelde vermogens (a) moest voorzien in haar levensonderhoud en (b) een pensioendoelstelling nastreefde. Daarmee valt niet te rijmen dat Capital een beleggingsbeleid heeft gevoerd dat enkel gericht was op het realiseren van vermogensgroei op de lange termijn, in verband waarmee een substantieel deel van de effectenportefeuilles steeds is belegd in aandelen. Daardoor is het onder bewind gestelde vermogen aan bijzondere risico’s blootgesteld en niet in stand gehouden, aldus [eiseres].

4.7 Capital heeft daartegen aangevoerd dat zij, met inachtneming van de bepalingen uit de notariële akten, bij het beheer van de effectenportefeuilles zoveel mogelijk rekening heeft gehouden met de wensen en voorkeuren van [eiseres]. Dat blijkt volgens Capital uit onder meer uit het volgende.

4.8.1 In april 1998 kwam als eerste de nalatenschap van de vader van [eiseres] in de vorm beleggingen in drie obligatiefondsen ter waarde van NLG 300.000,= plus een schenking van de grootvader van [eiseres] in contanten van NLG 501.001,01 onder bewind van Capital. Beide bewinden waren levenslang ingesteld. Gelet op de nog te verwachten erfenissen van grootmoeder, die reeds was overleden, en grootvader is gekozen voor vermogensgroei op lange termijn (dit betreft de 209-rekening). Van deze rekening zijn onttrekkingen gedaan ten behoeve van [eiseres] voor levensonderhoud, een auto en een verbouwing.

4.8.2 In maart 1999 volgde de schenking van de grootvader van [eiseres] onder bewind van Capital (de 431-rekening). Ook dit bewind was levenslang ingesteld, zij het met de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging als [eiseres] de leeftijd van 37 jaar had bereikt in 2004. In de notariële akte was expliciet opgenomen dat de bewindvoerder verplicht was tot geregelde uitkering aan de eigenaar van de netto-revenuen van de aan het bewind onderworpen goederen. Dat is ook gebeurd: vanaf deze rekening zijn de nodige uitkeringen voor levensonderhoud aan [eiseres] gedaan. Ook is vanaf deze rekening in 2002 de aankoop van onroerend goed gefinancierd.

4.8.3 In oktober 2000 viel de nalatenschap van grootmoeder vrij (de 993-rekening). Die nalatenschap bestond vrijwel geheel uit effecten. Het bewind is levenslang ingesteld met de mogelijkheid van tussentijdse beëindiging als [eiseres] de leeftijd van 45 jaar had bereikt in 2012. In de notariële akte was opgenomen dat van de bewindvoerder een zodanig beleid werd verwacht dat het onder bewind gestelde vermogen ten minste in stand werd gehouden. Om die reden heeft Capital niet toegestaan dat ten behoeve van [eiseres] onttrekkingen werden gedaan van de 993-rekening. Bovendien heeft Capital, bij de herziening van de portefeuilles in november 2002, het beleggingsprofiel veranderd in “gematigde groei”. Dat betekende dat de bandbreedte voor belegging in aandelen veranderde van een bandbreedte van 40-80% in 25-55%. Zo doende heeft Capital vorm gegeven aan het beleid dit onder bewind gestelde vermogen in stand te houden.

4.8.4 Toen [eiseres] vervolgens medio 2002 had aangegeven dat zij een huis met een flink stuk grond voor ongeveer € 300.000,= wenste te kopen, was dat voor Capital aanleiding de effectenportefeuilles weer eens tegen het licht te houden. Als gevolg daarvan is er ten tijde van de aankoop van het onroerend goed in november 2002 voor elke portefeuille (per rekening) een nieuwe vermogensbeheerovereenkomst met Fortis gesloten.

4.9 Het betoog van [eiseres] dat de bewindvoerder gehouden was de onder bewind gesteld vermogens feitelijk “in stand te houden” kan naar het oordeel van de rechtbank niet slagen. Er is geen grond om aan te nemen dat op Capital een verdergaande verplichting rustte dan die van een goed bewindvoerder als hiervoor omschreven en in het bijzonder zijn er geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die de conclusie kunnen dragen dat op Capital in dit verband onverkort een resultaatsverbintenis rustte tot ten minste integrale instandhouding van het belegde vermogen als door [eiseres] bepleit.

4.10 De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat in alle notariële akten is opgenomen (i) dat de bewindvoerder vrij is in de wijze van belegging en herbelegging zonder daartoe medewerking of goedkeuring van de eigenaren te behoeven en (ii) dat hij niet aansprakelijk is voor vermindering van waarde van de aan het bewind onderworpen zaken. Deze bepalingen duiden erop dat de bewinden zijn ingesteld met het oog op (voortzetting van de) belegging van het vermogen. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. Reeds op grond van het voorgaande kan niet worden aangenomen dat op de bewindvoerder de verplichting rustte de onder bewind gestelde vermogens in stand te houden.
Wel was de bewindvoerder gehouden ten aanzien van het vermogen op de 993-rekening een zodanig beleid te voeren dat het vermogen tenminste in stand werd gehouden. Zoals uit de onder 4.8.3 geschetste, door [eiseres] niet betwiste, gang van zaken blijkt, is dat ook gebeurd.

4.11 Mede gelet op de omvang van het onder bewind gestelde vermogen, de samenstelling van dat vermogen, dat ten tijde van de instelling van het bewind al grotendeels uit effecten bestond, en de bij aanvang beoogde lange looptijd van de bewinden, valt niet in te zien dat een verantwoord beheer – als goed bewindvoerder – van dat vermogen vereist dat van meet af aan zeer defensief wordt belegd zoals [eiseres] voorstaat.

4.12 Tegenover de stellingen van Capital omtrent de feitelijke gang van zaken mocht van [eiseres] worden verlangd dat zij nadere feiten en omstandigheden had aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat en op welke wijze Capital gehouden was het beheer nader af te stemmen op doelstellingen die zijn toegesneden op behoeften van levensonderhoud en pensioenopbouw van [eiseres]. Zij heeft dit echter nagelaten.
[eiseres] heeft daarmee haar stelling dat Capital is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als bewindvoerder onvoldoende onderbouwd en zij zal derhalve – ondanks haar bewijsaanbod – niet worden toegelaten tot bewijs ter zake.

4.13 [eiseres] heeft ook overigens geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die kunnen leiden tot het oordeel dat Capital is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als bewindvoerder.

4.14 De vordering van [eiseres] zal op grond van het bovenstaande worden afgewezen.

De vordering op Fortis
4.15 Ter uitvoering van het beheer de onder bewind gestelde vermogens heeft Capital, in haar hoedanigheid van bewindvoerder, vermogensbeheerovereenkomsten met Fortis gesloten. Nu uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat Capital niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen als bewindvoerder, dient – in het verlengde daarvan – de vordering op Fortis eveneens te worden afgewezen.
Immers, er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die, in weerwil van dat oordeel, tot de slotsom kunnen leiden dat er wel sprake zou zijn van een toerekenbare tekortkoming, of onrechtmatig handelen van Fortis jegens [eiseres]. De stellingen van [eiseres] in dit verband komen erop neer dat op Fortis de plicht zou rusten te onderzoeken of Capital als bewindvoerder wel goed functioneert. De reikwijdte van de bijzondere zorgplicht voor een bank (ten opzichte van derden met wier belangen zij rekening hoort te houden op grond van hetgeen volgens het ongeschreven recht en in het maatschappelijke verkeer betaamt) hangt af van de omstandigheden van het geval. Nu Capital de bijzondere functie van bewindvoerder bekleedt, is – in beginsel – voldoende dat Fortis zich door Capital laat informeren over de wensen/mogelijkheden van de onder bewind gestelde (en dat is gebeurd). Feiten of omstandigheden die tot de slotsom kunnen leiden dat verdergaande verplichtingen op Fortis rustten die zij zou hebben geschonden, zijn gesteld noch gebleken.

Proceskosten
4.16 [eiseres] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de aan de zijde van Capital en Fortis gevallen kosten van de procedure als in het dictum bepaald.





5 De beslissing

De rechtbank

wijst af de vorderingen van [eiseres];

veroordeelt [eiseres] in de proceskosten aan de zijde van Capital en Fortis gevallen, tot aan deze uitspraak bepaald op € 4.784,= aan vast recht en op € 10.320,= aan salaris voor de advocaat;

bepaalt dat indien de proceskosten niet binnen zeven dagen na het wijzen van dit vonnis zijn betaald, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente is verschuldigd;

verklaart dit vonnis, waar het de veroordeling in de proceskosten betreft, uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders gevorderde.





Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen, mr. H.W. Vogels en mr. J. Roest en uitgesproken in het openbaar.

1954/2254/196

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl