Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 14-07-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De rechtbank stelt allereerst vast dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld. Ze heeft immers tweemaal een procedurefout gemaakt, waarbij de laatste voor de ABRvS reden was om het goedkeuringsbesluit van GS te vernietigen en goedkeuring aan het bestemmingsplan te onthouden. De gemeente heeft daarmee tweemaal in strijd met een wettelijk voorschrift gehandeld.

De rechtbank overweegt dat de formulering “jegens een ander” in artikel 6:162, lid 1, BW verwijst naar de relativiteitsleer. Deze is neergelegd in artikel 6:163 BW.
Laatstgenoemd artikel luidt als volgt:
Geen verplichting tot schadevergoeding bestaat, wanneer de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen schade zoals de benadeelde die heeft geleden.

Bij de beantwoording van de vraag of is voldaan aan het relativiteitsbeginsel komt het aan op doel en strekking van de geschonden norm, aan de hand waarvan moet worden onderzocht (a) tot welke personen, (b) tot welke schade en (c) tot welke wijze van ontstaan van schade de daarmee beoogde bescherming zich uitstrekt (Hoge Raad 7 mei 2004, NJ 2006, 281 “Duwbak Linda”).

De beide door de gemeente genoemde aspecten (“jegens [eiseres]” en “strekt de geschonden norm ter bescherming van de belangen van [eiseres]”) vinden hun grondslag in artikel 6:163 BW. Het element “jegens een ander” uit artikel 6:162, lid 1, BW vindt haar uitwerking in het element tot welke persoon (a) de beoogde bescherming zich uitstrekt.


Artikel 3:12 Awb gaat over de kennisgeving van de ter inzagelegging van een voorgenomen besluit (in dit geval: het ontwerp bestemmingsplan). Dat er een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage ligt, moet gepubliceerd worden, zodat degenen die dat willen, zienswijzen kunnen indienen. Behalve de gewone regels voor kennisgeving (kort gezegd: publicatie in een dagblad of huis- aan huisblad), geldt dat de kennisgeving dat een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage ligt, dus ook in de Staatscourant moet worden gepubliceerd.

Ad 1: publicatie in de Staatscourant.
Met het voorschrift om de kennisgeving dat een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage ligt, ook in de Staatscourant te publiceren, wordt beoogd om belanghebbende overheidsfunctionarissen en belanghebbenden die niet ter plaatse wonen, ook te informeren. Met belanghebbende overheidsfunctionarissen wordt bijvoorbeeld de Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening bedoeld. Bij “belanghebbenden die niet ter plaatse wonen” valt te denken aan verhuurders van woningen, verpachters van grond of anderen die eigendommen of andere rechten hebben in het bestemmingsplangebied, maar daar niet wonen.
De reden voor publicatie is om al diegenen te bereiken die zienswijzen willen indienen tegen het ontwerp-bestemmingsplan. Tegen een ontwerp-bestemmingsplan staat immers voor “een ieder” de mogelijkheid open om zienswijzen in te dienen.

Artikel 23, lid 2, WRO bepaalt dat indien er in het ontwerp-bestemmingsplan gronden zijn aangewezen waarvan de bestemming op korte termijn zal worden verwezenlijkt, de kadastrale eigenaren van die gronden apart geïnformeerd worden. De reden voor deze bepaling is dat eigenaren in elk geval moeten weten dat de bestemming van hun gronden zal veranderen en ook op korte termijn zal worden verwezenlijkt. Indien zij het daarmee niet eens zijn, moeten zij in elk geval zienswijzen kunnen indienen.

Zienswijzen worden ingediend als de betrokkene het op één of meer punten niet eens is met het ontwerp-bestemmingsplan. De bedoeling van het indienen van zienswijzen is om de gemeenteraad te bewegen het ontwerp aan te passen. De gemeenteraad dient de ingebrachte zienswijzen te beoordelen alvorens het bestemmingsplan vast te stellen. Instemmende zienswijzen (zo die ooit worden ingebracht) zijn rechtens niet relevant; immers die brengen geen verandering in het bestemmingsplan.


Correctie Langemeijer.
In de jurisprudentie is de “correctie Langemeijer” ontwikkeld. Deze correctie houdt in dat wanneer bepaald handelen in strijd is met een wettelijke norm, maar deze wettelijke norm niet strekt ter bescherming tegen schade zoals de benadeelde die heeft geleden, toch aansprakelijkheid kan bestaan. Dat is het geval als het feit dat een wettelijke norm is geschonden, bijdraagt aan het oordeel dat jegens de benadeelde onzorgvuldig is gehandeld.





Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl