Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN7354, Rechtbank Haarlem , 141529 / HA ZA 07-1500

Datum uitspraak: 28-07-2010
Inhoudsindicatie: Mercedes gestolen. Garage heeft verkeerde (niet bestaande) autosleutel geblokkeerd en is aansprakelijk voor de schade. Ernstig verwijt. Beroep op exoneraties verworpen. Eigen schuld.





Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 141529 / HA ZA 07-1500

Vonnis van 28 juli 2010

in de zaak van

de naamloze vennootschap
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. L. Koning,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOMES NOORD-HOLLAND B.V.,
gevestigd te Purmerend,
gedaagde,
advocaat mr. F.H.P. Venbroek.

Partijen zullen hierna Delta Lloyd en Gomes genoemd worden.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 16 september 2009
- de brief van mr Bindels dat Gomes afziet van getuigenverhoor

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.





2. De verdere beoordeling

De fout

2.1. Bij tussenvonnis van deze rechtbank van 16 september 2009 is voorshands bewezen geacht dat Gomes de gestolen autosleutel niet heeft geblokkeerd. Gomes is toegelaten tot het tegenbewijs van deze stelling. Zij heeft van bewijslevering afgezien.
Dat brengt mee dat vast staat dat de gestolen autosleutel niet is geblokkeerd.

2.2. Gomes heeft bestreden dat daarmee haar tekortkoming vaststaat, omdat niet kan worden uitgesloten dat meer dan twee sleutels van de mercedes in omloop waren of de blokkering niet werkte of de mercedes met de mechanische sleutel is weggenomen of op geheel andere wijze is weggenomen.

2.3. Dit verweer faalt. Zoals in het tussenvonnis al is overwogen leidt de rechtbank uit een faxbrief van Daimler Chrysler van 18 augustus 2003 af dat de mercedes met twee sleutels is geleverd. Het had op de weg van Gomes gelegen om, indien dit niet juist is, haar betwisting te onderbouwen, hetgeen zij heeft nagelaten. Hetgeen Gomes opmerkt over de mogelijke wijze van diefstal doet niet af aan het feit dat Gomes in weerwil van hetgeen waartoe zij jegens [H] was gehouden de gestolen sleutel niet heeft geblokkeerd en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Het verweer van Gomes dat op haar geen resultaatsverbintenis, maar slechts een inspanningsverplichting rustte, faalt, omdat het miskent dat het niet gaat om het resultaat dat de auto niet zal worden gestolen, maar om het resultaat dat de sleutel zal zijn geblokkeerd. Er is dan ook sprake van een tekortkoming van Gomes.

De exoneraties

2.4. Voor de schade die het gevolg is van deze tekortkoming is Gomes aansprakelijk, tenzij het beroep op de exoneratie in haar algemene voorwaarden slaagt. Delta Lloyd heeft dit bestreden en daartoe aangevoerd dat een beroep op artikel 11 leden 3 en 4 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dat Gomes een ernstig verwijt treft als bedoeld in lid 3 en dat geen sprake is van indirecte of gevolgschade als bedoeld in lid 4.

2.5. De rechtbank stelt in dit verband voorop dat naar vaste rechtspraak een exoneratiebeding buiten toepassing dient te blijven voor zover die toepassing in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, hetgeen in het algemeen het geval zal zijn als de schade is te wijten aan opzet of bewuste roekeloosheid van de schuldenaar of van met de leiding van zijn bedrijf belaste personen. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met alle omstandigheden waarop de partij, die het beding buiten toepassing gelaten wil zien, zich heeft beroepen. In het bijzonder zal in aanmerking moeten worden genomen hoe laakbaar het verzuim dat tot aansprakelijkheid zou moeten leiden, is geweest, wat de gevolgen van dit verzuim zijn en in hoeverre de daardoor ontstane schade eventueel door verzekering is gedekt (zie Hoge Raad 18 juni 2004, LJN AO6913, Kuunders/Swinkels).

2.6. Delta Lloyd heeft zich erop beroepen dat Gomes heeft gegarandeerd dat de gestolen sleutel na de blokkering niet meer zou werken, dat Gomes [H] dienaangaande verkeerd heeft voorgelicht, dat zij de verkeerde sleutel heeft geblokkeerd en dat de diefstal van de auto het gevolg is van het blokkeren van de verkeerde sleutel. Ten aanzien van artikel 11 lid 4 heeft Delta Lloyd daar nog aan toegevoegd dat de voorwaarden eenzijdig door Gomes zijn opgesteld, dat Gomes in tegenstelling tot [H] deskundig is op het gebied van auto’s en hun beveiliging en dat [H] veel schade heeft geleden.

2.7. Artikel 11 lid 3 luidt als volgt:

Terzake van door ons afgeleverde zaken en verrichte reparatiewerkzaamheden of andere diensten zijn wij behoudens in het geval ons terzake een ernstig verwijt kan worden gemaakt, niet verder aansprakelijk jegens cliënt dan voor zover zulks voortvloeit uit de in de leden 1 en 2 vermelde garanties.

2.8. De rechtbank acht relevant dat het in artikel 11 lid 3 vervatte exoneratiebeding is genuanceerd c.q. beperkt, doordat zij niet strekt tot schade die het gevolg is van een aan Gomes te maken ernstig verwijt. Hetgeen Delta Lloyd in dit verband heeft aangevoerd komt hierop neer dat zij meent dat aan Gomes een zo ernstig verwijt kan worden gemaakt, dat toepassing van artikel 11 lid 3 onaanvaardbaar is. Heeft Delta Lloyd gelijk met haar stelling dat aan Gomes een ernstig verwijt kan worden gemaakt, dan brengt het artikellid zelf echter al mee dat geen exoneratie plaatsvindt.

2.9. De toepassing van artikel 11 lid 3 van de algemene voorwaarden van Gomes brengt de vraag aan de orde of Gomes een ernstig verwijt treft als bedoeld in dit artikel. Gomes heeft dit bestreden en daartoe aangevoerd – samengevat – dat ernstige verwijtbaarheid in literatuur en rechtspraak gelijk moet worden gesteld met bewuste roekeloosheid en dat daarvan geen sprake is.

2.10. Bij de uitleg van het begrip “ernstig verwijt” komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan dit begrip mogen toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij geldt als gezichtpunt dat in geval van twijfel over de uitleg het begrip aldus moet worden uitgelegd dat zij het minst bezwarend is voor de wederpartij, in casu [H] c.q. Delta Lloyd.

2.11. De voor [H] minst bezwarende uitleg houdt in dat het begrip “ernstig verwijt” niet zo restrictief moet worden uitgelegd dat daaronder slechts situaties van grove schuld c.q. bewuste roekeloosheid vallen. Toegepast op dit artikel heeft [H] er, mede gelet op het normale spraakgebruik, vanuit mogen gaan dat de uitsluiting voor aansprakelijkheid geen betrekking zou hebben op domme fouten van Gomes, en dus mogen aannemen dat dergelijke dommigheden zouden vallen onder het begrip “ernstig verwijtbaar”.

2.12. Het blokkeren van een niet bestaande - en dus de verkeerde - autosleutel kan in het normale spraakgebruik als buitengewoon onnadenkend worden aangemerkt en aldus ernstig verwijtbaar, mede in aanmerking genomen dat [H] zich juist ter voorkoming van diefstal van zijn auto tot Gomes wendde, Gomes de sleutel trachtte te blokkeren met geen ander doel dan het onbruikbaar maken van die sleutel, en het blokkeren aldus de kern van de prestatie in zich hield. Bovendien was het voor Gomes eenvoudig om na te gaan of de juiste sleutel was geblokkeerd door de print van het motormanagementsysteem te controleren. Indien zij dat had gedaan zou haar duidelijk hebben kunnen zijn dat de niet geïdentificeerde sleutel 1 was geblokkeerd, en twee wel geïdentificeerde sleutels niet waren geblokkeerd, hetgeen, zo dat al niet tot de conclusie zou hebben geleid dat de verkeerde sleutel was geblokkeerd, toch in elk geval zo veel vragen had moeten oproepen dat een nadere controle was vereist.

2.13. Het voorgaande brengt mee dat het beroep van Gomes op artikel 11 lid 3 van de algemene voorwaarden faalt.

2.14. Het vierde lid van artikel 11 luidt als volgt:

Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor indirecte schade, waaronder begrepen gevolgschade, gederfde winst, gemiste besparingen, en schade door bedrijfsstagnatie. Hetzelfde geldt terzake van als gevolgschade te kwalificeren letsel en of overlijdensschade, tenzij voor de betreffende schade onzerzijds produkt-aansprakelijkheid zou bestaan, als geregeld in titel 6.3 van het B.W., dan wel in geval van opzet of ernstige verwijtbaarheid onzerzijds. Onverminderd het hiervoor bepaalde is in alle gevallen onze aansprakelijkheid beperkt tot de hoogte van het bedrag dat uit hoofde van de door ons gesloten aansprakelijkheidsverzekering tot uitkering komt.

2.15. In het midden kan blijven of deze bepaling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank deelt de opvatting van Delta Lloyd dat de schade, bestaande in de daling van het vermogen ter grootte van de waarde van de gestolen mercedes, directe schade vormt, zodat het artikellid niet van toepassing is.

2.16. Ook voor de uitleg van het in artikel 11 lid 4 van de algemene voorwaarden gebezigde begrip “indirecte schade” geldt hetgeen hiervoor onder nummer 2.10 is overwogen. Gelet op de in het artikellid gegeven opsomming van vormen van indirecte schade is de voor de hand liggende uitleg dat daarmee wordt gedoeld op de schade die in een verder verwijderd verband met de fout staat. Aan Gomes kan worden toegegeven dat de schade in elk geval niet louter is veroorzaakt door het blokkeren van de verkeerde sleutel en dat daarvoor ten minste ook de diefstal van de mercedes noodzakelijk is geweest, maar deze omstandigheid noopt niet tot het oordeel dat sprake is van een verder verwijderd verband. Gelet op de aard van de gedraging van Gomes (op grond van een fout) en vooral de voorzienbaarheid van de schade – juist om diefstal van de mercedes te voorkomen wendde [H] zich tot Gomes – is in casu sprake van directe schade.

2.17. Ten slotte wordt in de laatste volzin van artikel 11 lid 4 een beperking aangebracht in de hoogte van de schadevergoeding met het oog op de aansprakelijkheidsverzekering van Gomes. Nu Gomes heeft aangevoerd dat zij voor deze schade in het geheel niet verzekerd is, en de bepaling dus toepassing mist, kan in het midden blijven op welke gevallen van schade zij betrekking heeft.

2.18. De voorgaande overwegingen leiden tot het oordeel dat het beroep van Gomes op haar algemene voorwaarden faalt. Zij is dus onverminderd aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van het blokkeren van de verkeerde sleutel.

De eigen schuld

2.19. Gomes heeft aangevoerd dat de schade mede het gevolg is van een gebrek aan zorg door [H]. Dit verweer treft doel. Van [H] had mogen worden verwacht dat hij na de diefstal van de autosleutel de te treffen maatregelen niet zou beperken tot het laten blokkeren van de sleutel, omdat daarmee slechts de mogelijkheid om de motor te starten zou zijn verhinderd. Met de sleutel zou nog steeds de auto geopen kunnen worden en het alarm worden uitgeschakeld. Ter comparitie heeft Delta Lloyd aangevoerd dat [H] de schuifpui heeft beveiligd met een balk en de auto van de echtgenote voor die van [H] heeft geplaatst, maar uit de processen-verbaal van aangiften valt af te leiden dat dit maatregelen waren in de nacht van de eerste diefstal (van de autosleutels). De balk in de schuifpui vormt ook geen afdoende maatregel tegen diefstal van de auto. Daarmee is de – dure – auto onvoldoende beveiligd tegen diefstal, hetgeen aan [H] c.q. Delta Lloyd moet worden toegerekend. De rechtbank stelt de mate waarin de fout van Gomes enerzijds en het gebrek aan zorg door [H] anderzijds aan de schade hebben bijgedragen op ieder 50% en zij zal de vergoedingsplicht van Gomes dienovereenkomstig verminderen.

De omvang van de schade

2.20. Delta Lloyd heeft de schade gesteld op € 52.546,22. Dit bedrag is door Gomes bestreden, onder meer met de stelling dat de schade moet worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. Gomes miskent hiermee dat de schade door de rechtbank kan worden begroot en dat voor benoeming van een onafhankelijke deskundige slechts dan aanleiding bestaat, indien de rechtbank bij die begroting deskundige voorlichting behoeft, hetgeen onder meer afhangt van het debat tussen partijen. Gomes heeft voorts bestreden dat de door Delta Lloyd genoemde marktdagwaarde is aangehouden. Nu Gomes haar betwisting van de waarde van de auto niet heeft geconcretiseerd, en gelet op het feit dat de auto erg nieuw was (vijf maanden oud) en dus een geringe afschrijving zal hebben plaatsgevonden, gaat de rechtbank aan dit verweer voorbij en zal zij uitgaan van de door Delta Lloyd genoemde dagwaarde. Evenmin volgt de rechtbank Gomes in haar betwisting van het toe te passen inruilvoordeel in verband met het actiemodel van de vervangende auto, aangezien de uiteindelijk te betalen prijs voor de nieuw aan te schaffen auto afhangt van de concrete omstandigheden en door Gomes niet is bestreden dat de door Delta Lloyd genoemde prijs uiteindelijk voor de nieuwe auto is betaald. Ten slotte passeert de rechtbank het verweer dat ten onrechte geen rekening is gehouden met een eigen risico van [H]. Delta Lloyd heeft namelijk gesteld dat zij voornoemd bedrag van € 52.546,22 aan [H] heeft vergoed. Dat is door Gomes niet gemotiveerd betwist, terwijl evenmin een onderbouwing heeft gegeven van haar stelling dat sprake is van een eigen risico van [H].

De conclusie

2.21. Gelet op het voorgaande dient Gomes te vergoeden 50% van de schade van € 52.546,22, derhalve € 26.273,11. De wettelijke rente daarover is verschuldigd vanaf het tijdstip van subrogatie, 14 maart 2003.

2.22. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.





3. De beslissing

De rechtbank

3.1. veroordeelt Gomes om aan Delta Lloyd te betalen een bedrag van EUR 26.273,11 (zesentwintig duizendtweehonderddrieënzeventig euro en elf eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf 14 maart 2003 tot de dag van volledige betaling,

3.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

3.3. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

3.4. wijst het meer of anders gevorderde af.





Dit vonnis is gewezen door mr. S. Sicking, mr A.J. van der Meer en mr. I.A.M. Tel en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2010.?

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl