




artikel 163 - rechtspraak
LJN: AA7364, Hoge Raad , C98/384HR Print uitspraak Datum uitspraak: 06-10-2000 Rechtsgebied: Faillissement Soort procedure: Cassatie In dit oordeel ligt besloten het oordeel dat onder deze omstandigheden - die een vergelijkbare situatie als beschreven in art. 6:83 onder c BW opleveren - Verzicht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zich achteraf niet erop kan beroepen dat Rowi haar niet voorafgaand aan de werkzaamheden in gebreke heeft gesteld. Aangezien art. 6:83 BW niet een limitatieve opsomming behelst van de gevallen waarin verzuim zonder ingebrekestelling intreedt, maar ook de redelijkheid en billijkheid hierbij een rol kunnen spelen (Parl. Gesch. Boek 6, blz. 296) geeft dit oordeel geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


