Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN3644,Sector kanton Rechtbank Roermond , 268340 \ CV EXPL 10-953

Datum uitspraak: 11-08-2010
Inhoudsindicatie: Relatiebeding met register-accountant voor twee jaar gehandhaafd. Matiging boete. Onrechtmatige daad nieuwe werkgever?





Uitspraak

RECHTBANK ROERMOND

Sector kanton

Zaaknummer: 268340 \ CV EXPL 10-953

Vonnis van de kantonrechter te Venlo d.d. 11 augustus 2010

in de zaak van:

de naamloze vennootschap Berk N.V., gevestigd te 2803 PT Gouda aan de Stavorenweg 6, eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, gemachtigde: mr. M.C. Waterink,

tegen:

1. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie], wonende te [woonplaats] aan de [adres],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Advice 4All B.V., gevestigd te 5804 XD Venray aan de Lavendelheide 10,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Verbaandert Belastingadviseurs B.V., gevestigd te 5821 BB Vierlingsbeek aan de Spoorstraat 19, gedaagden in conventie, eisers in reconventie in conventie, eisers in reconventie, gemachtigde: mr. B.P.W. van Brink.

Partijen worden hierna aangeduid als Berk en [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie], Advice 4All, Verbaandert dan wel [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] c.s.





1. Het verloop van de procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
? de inleidende dagvaarding met producties;
? de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties;
? het tussenvonnis van de kantonrechter d.d. 28 april 2010;
? de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
? de comparitie van partijen d.d. 2 juli 2010, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt.

1.2. Vervolgens is de zaak op vonnis gesteld, waarvan de uitspraak is bepaald op heden.





2. Vaststaande feiten

2.1. Op 1 januari 2004 is [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Berk. In artikel 16 van de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen. Bij brief van 16 november 2004 zijn partijen een aanvullend relatiebeding overeengekomen. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] heeft de arbeidsovereenkomst met Berk eenzijdig opgezegd tegen 1 maart 2006. Op of omstreeks 1 juli 2006 is [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] via Advice 4All werkzaamheden gaan verrichten ten behoeve van de maatschap Avydo. Advice 4All vormt samen met Verbaandert de maatschap Avydo.





3. De vordering van Berk en het verweer in reconventie

3.1. Berk vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,: I Primair: te verklaren voor recht dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] het in de brief van 16 november 2004 opgenomen relatiebeding heeft overtreden. Subsidiair: te verklaren voor recht dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] het in artikel 16 van de arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 opgenomen relatiebeding heeft overtreden

II Primair: [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis aan Berk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de contractuele boeten van EUR 20.795,00 en EUR 14.625,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, voor het feit dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] het in de brief van 16 november 2004 opgenomen relatiebeding heeft overtreden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2009, althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening. Subsidiair: [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis aan Berk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de contractuele boetes van jaarlijks (zo lang de relatie met de betrokken relatie voortduurt) vijftig procent van de gezamenlijke honoraria die aan Snoek Kousen B.V./G.J. Snoek Holding B.V. en v.o.f. Campingbedrijf Si-es an voortduurt, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, voor het feit dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] het in artikel 16 van de arbeidsovereenkomst opgenomen relatiebeding heeft overtreden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2009, althans de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.

III Advice 4All en Verbaandert hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal worden bevrijd te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis aan Berk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een schadevergoeding ten bedrage van EUR 35.420,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.

IV [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie], Advice 4All en Verbaandert hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal worden bevrijd, te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het in deze procedure te wijzen vonnis aan Berk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de buitengerechtelijke incassokosten op basis van rapport Voor-werk II, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.

V [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie], Advice 4All en Verbaandert hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal worden bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze procedure.

3.2. Voor een nadere feitelijke en juridische onderbouwing van de vordering van Berk en het verweer in reconventie verwijst de kantonrechter naar de inleidende dagvaarding met producties en naar de verklaringen van Berk ter zitting. De inhoud daarvan wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd. Voor zover van belang zal de kantonrechter bij de beoordeling op de afzonderlijke stellingen van Berk ingaan.





4. Het verweer van [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] c.s. en de vordering in reconventie

4.1. Voor een nadere onderbouwing van het verweer in conventie en de vordering in reconventie verwijst de kantonrechter naar de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties alsmede naar de verklaringen van [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] c.s. ter zitting. De inhoud daarvan wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd. Voor zover van belang zal de kantonrechter bij de beoordeling ingaan op de afzonderlijke stellingen van [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] c.s.





5. De beoordeling

In conventie en in reconventie

5.1. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] is op 1 januari 2004 bij Berk in dienst getreden als registeraccountant. Daaraan voorafgaand zijn Berk en [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] op 24 september 2003 schriftelijk het volgende beding (hierna te noemen: het eerste beding) overeengekomen:
“Het is u gedurende een tijdvak van twee jaren na de beëindiging van het dienstverband verboden om als registeraccountant werkzaam te zijn voor enige natuurlijke of rechtspersoon, die op enig tijdstip tijdens de duur van het dienstverband cliënt is geweest van ons of van met ons gelieerde ondernemingen, ongeacht of u als zelfstandige, als associé of werknemer van een ander, dan wel op naam en voor rekening van vennootschap, die werkzaamheden zou verrichten.

Bij overtreding van dit concurrentiebeding verbeurt u jaarlijks een boete ten behoeve van werkgever, gelijk aan vijftig procent (50%) van het honorarium dat, respectievelijk de gezamenlijk honoraria die, aan de cliënt ten opzichte van wie de overtreding heeft plaatsgevonden, door u, uw associé, uw werkgever of uw vennootschap, in dat jaar in rekening is/zijn of wordt/worden gebracht met een minimum van EUR 4.537,80.

De boete blijft verschuldigd zo lang de relatie van u, uw associé of werkgever of uw vennootschap, met de betrokken cliënt voortduurt.

(…).”

5.2. Bij door [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] schriftelijk akkoord bevonden brief d.d. 16 november 2004 heeft Berk hem de volgende bedingen opgelegd:
“Het is u gedurende een tijdvak van twee jaren na de beëindiging van het dienstverband verboden om als accountant werkzaam te zijn voor enige natuurlijke of rechtspersoon, die op enig tijdstip tijdens de duur van het dienstverband cliënt is geweest van ons en die specifiek aan u zijn toevertrouwd, ongeacht of u als zelfstandige, als associé of werknemer van een ander, dan wel op naam en voor rekening van een vennootschap die werkzaamheden zou verrichten.

Bij overtreding van dit relatiebeding verbeurt u een boete ten behoeve van werkgever, gelijk aan twee maal dat aan de betreffende cliënt, door Berk in rekening is gebracht. Indien de betreffende cliënt nog geen twee jaren cliënt is, zal de boete gelijk zijn aan tweemaal het door Berk aan de cliënt in rekening gebracht honorarium, herrekend op jaarbasis.

De boete bent u niet alleen verschuldigd indien u de verboden werkzaamheden persoonlijk verricht, doch ook indien deze worden verrichten door iemand van uw kantoor of van het kantoor waaraan u op enige wijze mocht zijn verbonden.
(…).”

5.3. Berk beroept zich primair in conventie wat betreft haar vorderingen op het tweede beding. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] vordert in reconventie vernietiging van beide bedingen. Bij vernietiging van beide bedingen, ontvalt aan de vorderingen van Berk de grondslag. Bijgevolg zal de kantonrechter eerst (in reconventie) overwegen en beslissen of één dan wel beide bedingen geheel of gedeeltelijk zal respectievelijk zullen worden vernietigd.

5.4. De kantonrechter stelt voorop dat krachtens artikel 7:653 BW sprake is van een concurrentiebeding indien de werknemer wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn. Het element ‘op zekere wijze werkzaam’ houdt in dat het beding de werknemer werkzaamheden van een zekere aard of indiensttreding bij werkgevers van een zekere soort verbiedt.

5.5. Tussen partijen staat vast dat Berk [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] niet verbiedt om als registeraccountant te werken en evenmin om bij een voor haar concurrerende onderneming werkzaam te zijn. Berk verbiedt [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] slechts in de eerste plaats met een beroep op artikel 16 van het arbeidscontract om zich op andere, directe of indirecte wijze te verbinden jegens cliënten van Berk. Het is [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] wel toegestaan als registeraccountant werkzaamheden voor eigen of een concurrerende onderneming te verrichten. Berk verbiedt [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] slechts in de tweede plaats met een beroep op de brief van 16 november 2004 om zich op andere, directe of indirecte wijze te verbinden jegens specifiek aan hem toevertrouwde cliënten.

5.6. Beide bedingen zijn, zo overweegt de kantonrechter, te beschouwen als relatiebeding en niet als concurrentiebeding, omdat het accent bij beide bedingen niet ligt op een verbod na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn. De werkingssfeer van beide bedingen is daarmee beperkter dan die van een concurrentiebeding als genoemd in artikel 7:653 BW. De kantonrechter vindt dan ook dat de omstandigheden wel zeer zwaar moeten wegen, willen die tot gehele of partiële vernietiging van een of beide bedingen leiden.

5.7. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] stelt als omstandigheden: de duur van het dienstverband tussen Berk en hem (van 1 januari 2004 tot 1 maart 2006) en de belangenafweging van artikel 7:653 BW waarbij aan het belang van [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] de voorrang moet worden gegeven.

5.8. De kantonrechter acht, gelet op hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 5.6, deze omstandigheden onvoldoende. De duur van het dienstverband laat immers onverlet dat Berk haar belangen bij afscherming van haar klantenbestand tegenover een vertrokken werknemer twee jaar moet kunnen beschermen. Aangezien het [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] niet onmogelijk wordt gemaakt te concurreren, komt de kantonrechter niet toe aan de maatstaf van artikel 7:653 lid 2 BW.

5.9. De kantonrechter laat daarom beide bedingen in stand. Dat geldt ook voor de duur van de bedingen.

5.10. Thans de vraag of het tweede beding als grondslag kan dienen voor de vorderingen van Berk op [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie]. Daarvoor zijn een aantal elementen van belang:
- Werkt [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] als registeraccountant of accountant?
- Is er sprake van specifiek toevertrouwde klanten en wat betekent dat?
- Zijn er “specifiek toevertrouwde klanten” van Berk in de periode van 1 maart 2006 tot 1 maart 2008 bij [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] (direct of indirect) klant geworden?

5.10.1. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] bij Berk als registeraccountant in dienst is getreden en thans ook dat beroep uitoefent. Dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] dan wellicht ook als “accountant” optreedt, maakt geen verschil. De kantonrechter acht daarbij het volgende van belang:

Onder een accountant kan worden verstaan een persoon die, in vrij beroep of krachtens arbeidsovereenkomst of aanstelling, is belast met het onderzoeken van administraties, het opmaken van balansen en winst- en verliesrekeningen en het uitbrengen van adviezen op financieel gebied. De titel is beschermd evenals die van accountant-administratieconsulent.

Onder een registeraccountant kan worden begrepen een gediplomeerde dienstverlener op het gebied van accountancy en de daarmee verband houdende werkzaamheden. Registeraccountants staan ingeschreven in een accountantsregister en mogen deze titel gebruiken.

In artikel 41 lid 1 Wet op de Accountants- en Administratieconsulenten is bepaald dat het degene, die niet is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 36 of in het register bedoeld in artikel 55 van de Wet op de Registeraccountants verboden is om anders dan in besloten kring de benaming accountant zonder nadere toevoeging dan wel in enige samenstelling of afkorting, anders dan die van registeraccount of Accountant-Administratieconsulent te voeren, dan wel zich zodanig te gedragen dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk moet worden gewekt dat hij tot het voeren van die benaming is gerechtigd.

5.10.2. Vervolgens zal de kantonrechter beoordelen of er sprake is van specifiek toevertrouwde cliënten. De kantonrechter is van oordeel dat deze vraag bevestigend beantwoord moet worden. Daartoe acht de kantonrechter van belang dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] onder meer de jaarrekening 2004/2005 voor G.J. Snoek Holding B.V. en het financieel verslag 2004 voor Camping Si-es-an heeft ondertekend als verantwoordelijke registeraccountant. Hiertoe was [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] ook bevoegd. Het feit dat een partner van Berk leiding gaf aan [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] doet hieraan niet af. Hoewel [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] heeft aangegeven dat hij nimmer het gevoel heeft gehad dat klanten specifiek aan hem zijn toevertrouwd, is door Berk voldoende aannemelijk gemaakt dat iedere registeraccountant een eigen klantenbestand heeft doordat bepaalde klanten aan een registeraccountant worden toegewezen.

5.10.3. Verder overweegt de kantonrechter dat de klant Snoek Kousen B.V./G.J. Snoek Holding B.V. (hierna te noemen: Snoek) is weggegaan bij Berk. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] heeft aangevoerd dat Snoek in eerste instantie naar Accountants- en Belastingadvieskantoor Graat is gegaan. Dit wordt bevestigd door het schrijven van Accountantskantoor Graat aan Berk d.d. 30 november 2006. Ter zitting heeft [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] gesteld dat hij in oktober 2006 een voorschotnota aan Snoek heeft gestuurd, maar eerst in januari 2007 daadwerkelijke werkzaamheden heeft verricht.

De kantonrechter overweegt dat hoewel Snoek niet direct van Berk naar [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] is overgestapt, deze klant wel binnen de termijn van het tweede beding als klant bij [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] is gekomen. Dit betekent dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] ten aanzien van deze klant het tweede beding heeft overtreden, hetgeen ook niet door [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] is ontkend.

5.10.4. Berk stelt echter ook dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] de klant Camping Si-es-an heeft overgenomen. Als productie 2 bij conclusie van antwoord in conventie heeft [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] een verklaring van Camping Si-es-an overgelegd waarin is opgenomen dat deze klant eerst vanaf april 2008 gebruik maakt van de dienstverlening van [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie]. Berk heeft aangegeven te twijfelen over de datum april 2008. Berk heeft gesteld dat zij vanaf oktober 2006 geen werkzaamheden meer heeft verricht voor Camping Si-es-an. De kantonrechter is van oordeel dat de opgeworpen twijfel onvoldoende is om de verklaring van Camping Si-es-an terzijde te schuiven. Bij twijfel over toepassing van het relatiebeding ligt de bewijslast bij Berk. Zij heeft te weinig gesteld op grond waarvan de kantonrechter een schending van het relatiebeding kan aannemen.

5.11. Uit hetgeen hierboven is overwogen komt de kantonrechter tot de conclusie dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] door het accepteren van de klant Snoek het tweede relatiebeding heeft overtreden. Daarmede heeft Berk in beginsel recht op nakoming van het daaraan verbonden boetebeding. Berk heeft [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] daartoe aangemaand bij brief d.d. 3 maart 2009.

5.12. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] heeft een beroep op matiging van de verbeurde boete gedaan. In dat verband heeft hij naar voren gebracht dat de boete buitenproportioneel is. Snoek is op eigen initiatief bij Berk weggegaan, hetgeen blijkt uit haar verklaring d.d. 20 maart 2010. Bovendien is [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] van mening dat de maximaal toelaatbare termijn van het relatiebeding één jaar mag zijn, terwijl de werkingsduur slechts zes maanden mag zijn.

5.13. De kantonrechter overweegt dat ingevolge artikel 6:94 BW op verlangen van [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] de rechter, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, de bedongen boete kan matigen, met dien verstande dat hij de schuldeiser ter zake van de tekortkoming niet minder kan toekennen dan de schadevergoeding op grond van de wet. De rechter dient zijn bevoegdheid terughoudend te hanteren: matiging is alleen toegestaan indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Die maatstaf brengt mee dat matiging alleen aan de orde is als toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal worden gelet op:
- de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete,
- de aard van de overeenkomst,
- de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen,
- de omstandigheden waaronder de tekortkoming tot stand kwam.

5.14. De kantonrechter is van oordeel dat de gevorderde boete gematigd dient te worden tot de helft. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] de mogelijkheid is geboden om partner te worden. Hoewel niet duidelijk is geworden waarom [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] geen partner is geworden en partijen van mening verschillen of het tweede relatiebeding is overeengekomen in het kader van aanstaande partnerschap of niet, overweegt de kantonrechter dat het toetreden tot partner wel van invloed is geweest op het tweede beding. Voorts is gebleken, nu Berk het tegendeel niet heeft aangetoond, dat Snoek niet rechtstreeks van Berk naar [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] is gegaan en [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] Snoek niet actief heeft benaderd om haar zaken bij hem te regelen. Snoek is immers uit eigen initiatief naar [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] gegaan en [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] heeft Snoek niet geweigerd omdat hij – zoals hij heeft gesteld – niet heeft stilgestaan bij het overtreden van het relatiebeding. Ook heeft [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie], nadat hem bekend is geworden dat hij door het aanvaarden van Snoek als klant het relatiebeding overtrad, een regeling aan Berk aangeboden.

5.15. Berk heeft verder gevorderd dat Advice 4All en Verbaandert veroordeeld worden tot betaling van een schadevergoeding. Aan deze vordering heeft Berk ten grondslag gelegd dat voornoemde organisaties onrechtmatig jegens Berk hebben gehandeld nu zij op de hoogte waren van het feit dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] aan een relatiebeding gebonden was. Aan de overtreding van het relatiebeding hebben Advice 4All en Verbaandert voordeel ontleend en heeft Berk nadeel geleden. Daartegen heeft [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] c.s. onder meer aangevoerd dat niet is gebleken dat Advice 4All en Verbaandert op de hoogte waren van het relatiebeding. [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] was zich niet bewust van de overtreding van het relatiebeding, zodat Advice 4All en Verbaandert op goede gronden mochten aannemen dat met het bedienen van de klant niets mis was. Bovendien zijn de facturen verzonden door Avydo en betekent dit niet dat haar vennoten ook voordeel hebben genoten.

5.16. Berk heeft een beroep gedaan op onrechtmatige daad als bedoeld in artikel 6:162 BW. In het tweede lid van voornoemd artikel wordt als onrechtmatige daad aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

De kantonrechter is van oordeel dat Advice 4All en Verbaandert, dan wel Avydo, geen onrechtmatige daad hebben gepleegd jegens Berk. Snoek is via [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] terecht gekomen bij Avydo, maar Snoek is op eigen initiatief naar [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] gegaan. Dit kan Avydo niet worden verweten. Ook werken de relatiebedingen die Berk en [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] met elkaar zijn overeengekomen niet zó ver door dat deze bedingen ook betrekking hebben op Avydo. Nu geen sprake is van een onrechtmatige daad, komt de kantonrechter niet toe aan vaststelling en eventuele toewijzing van een schadevergoeding.

5.17. Ook vordert Berk nog buitengerechtelijke incassokosten op grond van het rapport Voor-werk II, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding. De kantonrechter overweegt in dit verband dat bij de beoordeling van de vraag of de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten voor vergoeding in aanmerking komen, het uitgangspunt wordt gehanteerd dat verrichtingen voorafgaand aan het geding worden gezien als voorbereiding van de gedingstukken en instructie van de zaak. Bij afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komende kosten moet het gaan om verrichten die meer omvatten dat een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Daarvan is in deze zaak niet gebleken.

5.18. De kantonrechter komt in conventie tot het volgende oordeel:

5.18.1. De kantonrechter zal voor recht verklaren dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] het in de brief van 16 november 2004 opgenomen relatiebeding heeft overtreden. Nu het primair onder I gevorderde wordt toegewezen, zal de kantonrechter het subsidiaire standpunt niet meer beoordelen.

5.18.2. Voorts zal de kantonrechter ten aanzien van II het primair gevorderde toewijzen tot een bedrag van EUR 10.397,50 ter zake van de contractuele boete voor het aangaan van een relatie met Snoek. De gevorderde contractuele boete ten aanzien van Si-es-an wordt afgewezen. Het subsidiair gevorderde zal niet meer worden beoordeeld.

5.18.3. Vervolgens wijst de kantonrechter het onder III (in de dagvaarding onder IV) gevorderde af.

5.18.4. Ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen onder verwijzing naar rechtsoverweging 5.17.

5.18.5. Ten aanzien van de proceskosten zal de kantonrechter de kosten compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.19. Vervolgens overweegt de kantonrechter dat de vordering in reconventie, voor zover (gedeeltelijke) vernietiging wordt gevorderd, zal worden afgewezen onder verwijzing naar rechtsoverweging 5.8. en 5.9.

5.20. Met betrekking tot de gevorderde matiging van de contractuele boete tot nihil overweegt de kantonrechter dat deze vordering wordt afgewezen, nu de kantonrechter de contractuele boete matigt tot 50%.

5.21. Ook in reconventie zal de kantonrechter de proceskosten compenseren.





6. De beslissing

In conventie

6.1. Verklaart voor recht dat [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] het in de brief van 16 november 2004 opgenomen relatiebeding heeft overtreden.

6.2. Veroordeelt [gedaagde 1 in conventie, eiser 1 in reconventie] om binnen 48 uur na betekening van het vonnis aan Berk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de contractuele boete ad EUR 10.397,50 voor het overtreden van het relatiebeding opgenomen in de brief van 16 november 2004, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2009 tot de dag der algehele voldoening.

6.3. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt

6.4. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.

6.5. Wijst af het meer of anders gevorderde.

In reconventie

6.6. Wijst de vordering af.

6.7. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.





Dit vonnis is gewezen door mr. O.M. de Lange, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 11 augustus 2010 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl