- rechtspraak
Datum uitspraak: 21-05-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 7:610 lid 1 BW is de arbeids-overeenkomst een overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te ver-richten. Met de zinsnede “in dienst van” wordt het vereiste van een gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer aangeduid, waarbij bepalend is of de werknemer zijn arbeid in ondergeschiktheid aan de werkgever verricht. Wat tussen partijen heeft te gelden, wordt be-paald door hetgeen hen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aan-merking genomen de wijze waarop zij de overeenkomst feitelijk hebben uitgevoerd en aldus daaraan inhoud hebben gegeven.
De wijze waarop partijen feitelijk invulling hebben gegeven aan de overeenkomst zou onge-acht hetgeen hiervoor onder 4.4 is overwogen tot de conclusie kunnen leiden dat, hoewel partijen hun rechtsverhouding anders hebben aangeduid, door die feitelijke invulling alsnog een arbeidsovereenkomst is ontstaan.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl