- rechtspraak
Datum uitspraak: 14-06-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Een door de werkgever eenzijdig door-gevoerde functiewijzing zal daarom moeten worden getoetst aan de beginselen van artikel 7:611 BW (goed werkgeverschap en goed werknemerschap). Uitgangspunt bij deze toetsing is het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2008 (LJN: BD 1847, Stoof/Mammoet), waarin hij heeft overwogen dat bij de beantwoording van de vraag tot welke gevolgen een wijziging van de omstandigheden voor een individuele arbeidsrelatie kan leiden, in de eerste plaats dient te worden onderzocht of de werkgever daarin als goed werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden, en of het door hem gedane voorstel redelijk is. In dat kader moeten naar het oordeel van de Hoge Raad alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de aard van de gewijzigde omstandigheden die tot het voorstel aanleiding hebben gegeven en de aard en ingrijpendheid van het gedane voorstel, alsmede – naast het belang van de werkgever en de door hem gedreven onderneming – de positie van de betrokken werknemer aan wie het voorstel wordt gedaan en diens belang bij het ongewijzigd blijven van de arbeidsvoor-waarden. Vervolgens dient volgens de Hoge Raad nog te worden onderzocht of aanvaarding van het door de werkgever gedane redelijke voorstel in het licht van de omstandigheden van het geval in redelijkheid van de werknemer gevergd kan worden.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl