- rechtspraak
Datum uitspraak: 22-06-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De Raad stelt voorop dat hij in zijn uitspraken van 18 februari 2009 (zie onder meer LJN BH2387) heeft overwogen dat ter beantwoording van de vraag of aan de werkloosheid een dringende reden ten grondslag ligt, een materiële beoordeling dient plaats te vinden en dat de wijze waarop het dienstverband is beëindigd niet doorslaggevend is. De omstandigheid dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden wegens verandering in de omstandigheden en tevens een vergoeding heeft toegekend, brengt niet met zich dat geoordeeld moet worden dat aan de werkloosheid geen dringende reden ten grondslag ligt.
De Raad heeft in zijn uitspraken van 18 februari 2009 overwogen dat met het oog op de rechtszekerheid het in de rede ligt om aan de artikelen 7:677 en 7:678 van het BW in het kader van de WW geen andere toepassing te geven dan tot uitdrukking komt in de jurisprudentie van de Hoge Raad. Dit brengt met zich dat niet alleen de gedragingen van de betrokkene als dringende reden in de zin van artikel 7:678 van het BW moeten worden aangemerkt, maar dat vastgesteld moet worden of deze gedragingen voor de betreffende werkgever in de specifieke situatie en in de specifieke werkrelatie een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Tot de elementen die moeten worden gewogen bij de beoordeling van de vraag of de werkloosheid het gevolg is van een dringende reden behoren de subjectiviteit van de dringende reden, in onderlinge samenhang bezien met de aard en ernst van de gedraging en de andere relevante aspecten, zoals de aard van de dienstbetrekking, de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer die dienstbetrekking heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, waaronder zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Indien vervolgens tot het aannemen van een dringende reden wordt geconcludeerd zal tot slot in het kader van artikel 24, tweede lid, aanhef en onder a, van de WW moeten worden getoetst of de werknemer van de dringende reden een verwijt kan worden gemaakt.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl