- rechtspraak
Datum uitspraak: 14-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Op grond van de wet heeft de bestuurder een raadgevende stem in de algemene vergadering van aandeelhouders en dient hij derhalve ook gehoord te worden omtrent zijn ontslagbesluit (art. 2:227 lid 4 BW).
In beginsel heeft te gelden dat een vennootschaprechtelijk ontslagbesluit tevens beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de bestuurder tot gevolg heeft. Voor een uitzondering is slechts plaats indien een wettelijk ontslagverbod aan die beëindiging in de weg staat of indien partijen anders zijn overeengekomen. (HR 15 april 2005, JAR 2005,117)
Pensioen is geen loon in de zin van het Burgerlijk Wetboek (HR 18 december 1953, NJ 1954, 242),
In artikel 7:681 lid 1 BW is bepaald dat indien een van de partijen de arbeidsovereenkomst, al dan niet met inachtneming van de voor de opzegging geldende bepalingen, kennelijk onredelijk opzegt, de rechter steeds aan de wederpartij een schadevergoeding kan toekennen. Op grond van artikel 7:681 lid 2 aanhef en onder a en b BW zal opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever onder andere kennelijk onredelijk kunnen worden geacht, wanneer deze geschiedt onder opgave van een voorgewende of valse reden en/of wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. Voorop wordt gesteld dat naar vaste rechtspraak bij de beoordeling of de gevolgen van de opzegging voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging, de rechtbank alle omstandigheden van het geval ten tijde van het ontslag in onderlinge samenhang in aanmerking dient te nemen (HR 15 februari 2008, NJ 208, 111).
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl