Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BN8859, Rechtbank Rotterdam , 337114 / HA ZA 09-2329

Datum uitspraak: 15-09-2010
Inhoudsindicatie: Aanvaring; schuld van het schip?





Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht


Zaaknummer / rolnummer: 337114 / HA ZA 09-2329

Vonnis van 15 september 2010

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOPAK TERMINAL BOTLEK B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. N. Hoogeboom,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REDERIJ JAEGERS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
EILTANK SCHIFFAHRT GMBH & CO. CHEMIETRANSPORT KG,
gevestigd te Aschaffenburg, Duitsland,
3. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
REEDEREI JAEGERS GMBH,
gevestigd te Duisberg, Duitsland,
gedaagden,
advocaat mr. J.C. van Zuethem.


Partijen zullen hierna respectievelijk Vopak Terminal Botlek en gedaagden genoemd worden.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- dagvaarding d.d. 20 mei 2009;
- overzicht producties aan de zijde van Vopak Terminal Botlek;
- conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 2 december 2009 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- brief d.d. 5 maart 2010 van de zijde van Vopak Terminal Botlek, met bijlagen;
- akte houdende vermindering van eis, met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen d.d. 23 maart 2010.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.





2. Het geschil

2.1 Vopak Terminal Botlek vordert - na vermindering van eis - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden hoofdelijk veroordeelt, althans gedaagden ieder voor hun deel, althans gedaagde sub 1, althans gedaagde sub 2, althans gedaagde sub 3 om aan Vopak Terminal Botlek te betalen € 165.544,77,-, vermeerderd met de rente en te betalen de buitengerechtelijke kosten en de kosten van deze procedure.

2.2 Vopak Terminal Botlek legt aan haar vorderingen de volgende stellingen ten grondslag.
Het motortankschip (mts) ‘[x]’ heeft tijdens de belading van methanol schade veroorzaakt aan een leiding van Vopak Terminal Botlek, voor welke schade gedaagden aansprakelijk zijn. De materiële schade bedraagt € 124.267,77 en de ‘business interruption’ schade bedraagt € 41.277,00.

2.3 Gedaagden hebben geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, althans tot ontzegging van de vorderingen van Vopak Terminal Botlek, met veroordeling van Vopak Terminal Botlek in de kosten van het geding.
Het verweer komt hierna bij de beoordeling aan de orde.





3 De beoordeling

3.1 Tussen partijen is niet in geschil dat deze rechtbank bevoegd is om van de vorderingen van Vopak Terminal Botlek kennis te nemen.

3.2 Gelet op de vestigingsplaatsen van de diverse partijen is sprake van een internationaal kader, zodat de rechtbank het toe te passen recht dient te bepalen. Vopak Terminal Botlek spreekt Eiltank Schiffahrt aan wegens onrechtmatige daad. De vraag naar het toepasselijk recht dient derhalve te worden beantwoord aan de hand van de verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen ( Rome II- Verordening). Aangezien de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft plaatsgevonden na de inwerkingtreding van de Verordening op 11 januari 2009, is de Rome II- Verordening van toepassing.
Ingevolge artikel 4 lid 1 van Rome II- Verordening is het recht dat van toepassing is op een onrechtmatige daad, het recht van het land waar de schade zich voordoet. Nu de schade zich in Nederland voordoet is Nederlands recht van toepassing op de onderhavige rechtsverhouding.

3.3 Vopak Terminal Botlek heeft ter gelegenheid van de comparitie van partijen verklaard dat van de drie gedaagde partijen alleen Eiltank Schiffahrt GmbH & Co. Chemietransport KG, gedaagde sub 2, (verder Eiltank Schiffahrt te noemen) als eigenaresse van de ‘[x]’ aansprakelijk is voor de schade.
De rechtbank zal gelet hierop de vorderingen voor zover gericht tegen gedaagde sub 1 en gedaagde sub 3 afwijzen.

3.4 Gelet op de registratie van de ‘[x]’ in het Binnenschiffsregister van het Amtsgericht Duisburg-Ruhrort (productie 11 zijdens Vopak Terminal Botlek) gaat de rechtbank er vanuit dat het motortankschip ‘[x]’ een binnenschip is en dat de bepalingen van boek 8, titel 11 afdeling 1 Burgerlijk Wetboek (BW) van toepassing zijn.

3.5 Het motortankschip ‘[x]’ heeft op 22 januari 2009 bij de terminal van Vopak Terminal Botlek aan de Welplaatkade te Rotterdam methanol geladen. Voordat de methanol via leiding nr. 33 in de ‘[x]’ werd geladen is aan boord van de ‘[x]’ de afsluiter bij de laadarm geopend. Deze overdrachtsafsluiter is een zogeheten vlinderklepafsluiter.
De belading was rond 19.15 uur klaar en na bemonstering van de lading en in ontvangstname van de laadpapieren is de ‘[x]’ vertrokken.
De volgende dag, op 23 januari 2009, heeft Vopak Terminal Botlek ontdekt dat methanolleiding nr. 33 beschadigd was. Het door Vopak Terminal Botlek ingeschakelde Expertisebureau Arntz van Helden B.V. verklaart in haar rapport van 17 april 2009 dat zij na inspectie de volgende schade heeft geconstateerd:
“ - the pipeline on the jetty Welplaatsteiger 2 was slightly moved out of position;
- the pipeline along the Welplaatkade was substantial moved out of position;
- the vertical part of the pipeline to the gantry was bent;
- two supports along the Welplaatkade were bend;
- the pipeline was dented in way of all supports along the Welplaatkade.“

3.6 Vopak Terminal Botlek stelt, dat Eiltank Schiffahrt aansprakelijk is voor bovengenoemde schade aan de methanolleiding. Vopak Terminal Botlek stelt in dat kader dat een paar minuten na aanvang van de belading een enorme knal te horen was en dat waarneembaar was aan de stand van de (rode) hendel dat de eerdergenoemde vlinderklepafsluiter aan boord (weer) dicht was (gevallen). Tevens is toen nevel waargenomen. Door het dichtvallen van de vlinderklepafsluiter is waterslag ontstaan welke waterslag de schade aan de leiding heeft veroorzaakt, aldus Vopak Terminal Botlek. Waterslag is volgens Vopak Terminal Botlek het verschijnsel dat optreedt wanneer de stroming van een vloeistof in een gesloten leiding plotseling tot stilstand wordt gebracht. Naar de rechtbank begrijpt ontstaat dan tevens hoge druk in de leiding.
Vopak Terminal Botlek verwijst naar het eerdergenoemde rapport van Arntz van Helden waarin onder het kopje ‘Cause’, voor zover hier van belang, het volgende staat vermeld in verband met de oorzaak van de schade:
“Considering the nature and extent of the damage to the pipeline subject damage is caused by water hammer. The log file of the PMXSpro mesure system shows that a pressure of over 10 bar was measured at 16:23:42 hours. This pressure was measured at the pumppit at the beginning of the pipeline. The pressure at the end of the pipeline (at the jetty Welplaatsteiger 2) is considerable higher, resulting in the damage as found.

Judging from the statement made by the two operators, it is likely that the damage has been caused by the reported closing of the valve on board the m.v. “[x]”..

Given the fact that the captain of the m.v. “[x]” has stated that the middlemost manifold was used for the loading operations, we hold the view that it is technically possible for the pressure wave in the pipeline system to have been caused by the reported closing of the valve on board of the m.v. “[x]”.

3.7 Ter onderbouwing van haar stelling dat de waterslag is veroorzaakt door het plotseling dichtvallen van de vlinderklepafsluiter aan boord van de ‘[x]’ verwijst Vopak Terminal Botlek voorts naar een uitdraai uit het ‘PMSXpro systeem’ waaruit blijkt dat om 16:23:42 een melding is geweest van hoge druk in leiding 33. Dit tijdstip komt overeen met het tijdstip waarop de operators hebben geconstateerd dat de vlinderklepafsluiter dicht was. Eiltank Schiffahrt wist dat de vlinderklepafsluiter gebrekkig was en kon dichtvallen, nu de [A], stuurman van de ‘[x]’, nadat de klep was dichtgevallen de hendel van de vlinderklepafsluiter met een touw heeft vastgezet aan een leiding.

3.8 Eiltank Schiffahrt acht het op zichzelf mogelijk dat de schade aan de methanolleiding is veroorzaakt door het verschijnsel waterslag. Wat zij echter betwist is dat een dichtgevallen vlinderklepafsluiter aan boord van de ‘[x]’ die bewuste schade heeft veroorzaakt. Ook betwist zij dat er tijdens de belading een harde knal waarneembaar was en dat de hendel van de vlinderklepafsluiter met een touw is vastgezet aan een leiding. Daarbij heeft zij gewezen op verklaringen afgelegd door vier bemanningsleden van de ‘[x]’ (producties 2 en 4).
Uit die verklaringen blijkt dat zich gedurende de belading geen bijzonderheden hebben voorgedaan, aldus Eiltank Schiffahrt. Verder heeft Eiltank Schiffahrt nog gewezen op het feit, dat nadat de belading klaar was Vopak Terminal Botlek geen melding heeft gemaakt, mondeling noch schriftelijk, van het dichtvallen van de afsluiter of van de knal.
Eiltank Schiffahrt betwist de stelling van Vopak Terminal Botlek dat de hogedrukmeldingen zoals gebleken uit het ‘PMSX-pro’systeem zijn veroorzaakt door het dichtvallen van de klep omdat het dichtvallen van de klep ook tot schade aan de ‘[x]’ zou hebben geleid.

3.9 Naar het oordeel van de rechtbank staat – gelet op de verschillende lezingen van de operators van Vopak Botlek Terminal en de bemanning van de ‘[x]’ niet vast dat de vlinderklepafsluiter tijdens de belading is dichtgegaan althans dichtgevallen c.q. dat dat de oorzaak is van de schade aan de methanolleiding. Waar operators van Vopak Terminal Botlek hebben waargenomen dat de klep kort na aanvang van de belading dicht was, heeft de bemanning van de ‘[x]’ dit niet gezien.

3.10 Zo al – na bewijslevering – zou komen vast te staan dat de vlinderklepafsluiter wél is dichtgevallen/dicht gegaan en dat waterslag schade aan de methanolleiding heeft veroorzaakt overweegt de rechtbank nu reeds als volgt.

3.11 In artikel 8:1002 BW is bepaald dat het in afdeling 1 omtrent aanvaring bepaalde eveneens toepassing vindt indien schade door een binnenschip is veroorzaakt zonder dat een aanvaring plaatshad. Als aanvaring heeft te gelden het veroorzaken van schade door een oorzaak aan boord van een schip.

3.12 In artikel 8:1004, lid 1, BW is bepaald, dat verplichting tot schadevergoeding op grond van afdeling 1 slechts bestaat indien de schade is veroorzaakt door schuld. Bij de uitlegging van het begrip ‘schuld van een schip’ moet worden vooropgesteld dat volgens dit artikel geen wettelijk vermoeden van schuld bestaat. Op de eigenaar van een schip rust niet in het algemeen een risicoaansprakelijkheid met betrekking tot door of met het schip toegebrachte schade.

3.13 De Hoge Raad heeft in HR 30 november 2001, NJ 2002,143: Casuele/ De Toekomst, het begrip ‘schuld van een schip’ in artikel 8:1004 BW uitgelegd. De Hoge Raad heeft in dit arrest bepaald dat sprake is van ‘schuld van een schip’ indien de schade het gevolg is van:
(a) een fout van een persoon voor wie de eigenaar van het schip aansprakelijk is volgens de artikelen 6:169-6:171 BW;
(b) een fout van een persoon of van personen die ten behoeve van het schip of van de lading arbeid verricht/verrichten of heeft/hebben verricht, begaan in de uitoefening van hun werkzaamheden;
(c) de verwezenlijking van een bijzonder gevaar voor personen of zaken dat in het leven is geroepen doordat het schip niet voldeed aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mocht stellen.


3.14 Vopak Terminal Botlek stelt dat sprake is van ‘schuld van een schip’ nu de schade het gevolg is van de verwezenlijking van een bijzonder gevaar voor personen of zaken dat in het leven is geroepen doordat het schip niet voldeed aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mocht stellen. Meer specifiek stelt Vopak Terminal Botlek dat de ‘[x]’ een gebrekkige afsluiter had en dat dit bekend was bij Eiltank Schiffahrt. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen is van de zijde van Vopak Terminal Botlek echter erkend dat uit inspectie van de vlinderklep afsluiter en de vergrendeling na het schadevoorval is gebleken van een normaal functionerende vlinderklepafsluiting en zekering. De stelling van Vopak Terminal Botlek dat het schip niet voldeed aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden daaraan mocht stellen is in dat licht bezien onvoldoende gemotiveerd onderbouwd.

3.15 Ter gelegenheid van de comparitie van partijen is zijdens Vopak Terminal Botlek voorts verklaard dat een gezekerde vlinderklepafsluiter niet dicht kan vallen. De rechtbank leidt hier uit af dat de klep alleen dan plotseling kan dichtvallen als de afsluiter en/of vergrendeling gebrekkig is dan wel indien de afsluiter niet (goed) vergrendeld is. Dat niet of niet goed is vergrendeld is en/of de schade een gevolg is van een fout gemaakt door een persoon als genoemd in 3.13 onder a. en b. is echter gesteld noch gebleken.

3.16 Gelet op het bovenstaande kan niet worden aangenomen dat sprake is van schuld van het schip als bedoeld in artikel 8:1004, lid 1, BW zodat er op grond van dit artikel geen verplichting voor Eiltank Schiffahrt bestaat tot het betalen van schadevergoeding aan Vopak Terminal Botlek.

3.17 Vopak Terminal Botlek heeft aan haar vorderingen verder ten grondslag gelegd dat Eiltank Schiffahrt onrechtmatig heeft gehandeld jegens haar. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat het onrechtmatig is om te laden met een schip dat een gebrekkige afsluiter heeft. Gelet op het hetgeen hiervoor onder 3.14 is overwogen is geen sprake van onrechtmatig handelen door Eiltank Schiffahrt.

3.18 De vorderingen van Vopak Terminal Botlek zullen worden afgewezen en Vopak Terminal Botlek zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure:
- salaris advocaat € 2.842,- (2 x € 1.421,-).





4 De beslissing

De rechtbank

wijst af de vorderingen van Vopak Terminal Botlek;

veroordeelt Vopak Terminal Botlek in de aan de zijde van gedaagden gevallen proceskosten, tot aan deze uitspraak bepaald op nihil aan verschotten en op € 2.842,- aan salaris voor de advocaat.






Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Scheffers en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2010.
1295/1278?

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl